Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oostflakkee

Verordening woonwagencentrum Oostflakkee

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oostflakkee
Officiële naam regelingVerordening woonwagencentrum Oostflakkee
CiteertitelVerordening woonwagencentrum Oostflakkee
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpVolkshuisvesting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 269
  2. Woonwagenwet, art. 8, lid2 en art. 9

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-198001-03-1999nieuwe regeling

13-11-1980

1980-XI-19

Tekst van de regeling

De Raad der gemeente Oostflakkee; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. gelet op de artikelen 269 en volgende der Gemeentewet en artikel 8, 2e lid, alsmede artikel 9 van de Woonwagenwet; besluit vast te stellen: DE VERORDENING INZAKE HET GEBRUIK VAN HET WOONWAGEN¬CENTRUM "WIJDEBLIK" IN DE GEMEENTE OOSTFLAKKEE.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:woonwagencentrum: het woonwagencentrum te Den Bommel (gemeente Oostflakkee).woonwagen: de wagen, als bedoeld in artikel Ivan de Woonwagenwet.standplaats: een gemarkeerd gedeelte van het woonwagencentrum bestemd voor het plaatsen van een woonwagen met bijbehorende voorzieningen.vergunning: de vergunning, als bedoeld in artikel 14 van de Woonwagenwet.werkterrein: die gedeelten van het woonwagencentrum, welke tot opslag-en werkruimte zijn bestemd.gemeentebestuur: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oostflakkee.ambtenaar: degene, die belast is met het houden van toezicht op en het beheer van een woonwagencentrum of diens plaatsvervanger.

  • 2.

    De bepalingen van de in de gemeente Oostflakkee geldende verordeningen op grond van artikel 168 en I74bis van de Gemeentewet zijn onverminderd van toepassing, voor zover daarvan in deze verordening niet wordt afgeweken.

Artikel 2

Naast het in de hierna volgende artikelen bepaalde is een ieder binnen een woonwagencentrum verplicht zich te gedragen naar de door daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaar in het belang van de openbare orde. zedelijkheid. veiligheid en gezondheid. op het woonwagencentrum gegeven bevelen en aanwijzingen.

Hoofdstuk 2 Aan- en afmelding

Artikel 3

  • 1.

    Ieder, die met een woonwagen een standplaats op een woonwagencentrum wenst in te nemen. is verplicht zich na aankomst zo spoedig mogelijk te melden bij de in artikel 2 genoemde ambtenaar en hem alle benodigde in-lichtingen te verstrekken.

  • 2.

    Ieder, die met een woonwagen een woonwagencentrum wenst te verlaten, is verplicht zich tijdig voor het vertrek af te melden bij de in artikel 2 genoemde ambtenaar en terstond te handelen volgens diens aanwijzingen in het belang van deze verordening en de gemeentelijke voorschriften.

Hoofdstuk 3 Het innemen van standplaatsen

Artikel 4

  • 1.

    Het is verboden een woonwagen, waarvoor geen vergunning is verleend of aangevraagd of waarvoor een vergunning is ingetrokken, binnen een woonwagencentrum te brengen of te hebben.

  • 2.

    Het is verboden een woonwagen binnen een woonwagencentrum te brengen, zodra en zolang het voor dat woonwagencentrum geldend maximum aantal toe te laten woonwagens is bereikt.

  • 3.

    Ieder, die in strijd handelt met het in de leden 1 en 2 bepaalde, is op eerste aanzegging van de ambtenaar of de politie verplicht met zijn woonwagen het woonwagencentrum te verlaten.

  • 4.

    Het is verboden binnen een woonwagencentrum met een woonwagen buiten een standplaats te verblijven, of wel een andere standplaats in te nemen of ingenomen te houden dan door de ambtenaar is aangewezen.

Hoofdstuk 4 Orde en hygiëne in het woonwagencentrum

Artikel 5

  • 1.

    Ieder, die met een woonwagen een standplaats op het woonwagencentrum heeft ingenomen, is verplicht die standplaats met bijbehorende voorzieningen in zindelijke en ordelijke toestand te onderhouden, naar genoegen van de ambtenaar.

  • 2.

    Voor de verwijdering van het van een standplaats afkomstige vuil dient te worden gehandeld in overeenstemming met de ter plaatse geldende gemeentelijke regels omtrent het ophalen van vuil.

Artikel 6

Het is verboden in een woonwagencentrum:

  • a.

    op andere plaatsen dan op het bij het centrum behorende werkterrein lompen, oude materialen, voor verkoop of sloop bestemde voertuigen of ander handelswaar op te slaan of aanwezig te hebbenj

  • b.

    de van een woonwagencentrum deel uitmakende voorzieningen op een andere wijze dan overeenkomstig hun bestemming te gebruiken.

Hoofdstuk 5 Brandveiligheid

Artikel 7

  • 1.

    Het is verboden elektriciteit voor de woonwagens op andere wijze te betrekken dan via een rechtstreekse aansluiting op de daarvoor per standplaats aanwezige aansluitmogelijkheid op het elektriciteitsnet.

  • 2.

    Kook-en/of verwarmingstoestellen dienen op een brandveilige wijze opgesteld te zijn. Afvoer van verbrandingsgassen dient op een brandveilige wijze plaats te vinden.

  • 3.

    Alle binnen een woonwagencentrum aanwezige woonwagens moeten in zodanige staat worden gehouden, dat zij in geval van brand, brandgevaar of andere calamiteiten onmiddellijk verrijdbaar zijn.

Hoofdstuk 6 Gebruik werkterrein

Artikel 8

  • 1.

    Wrakken en onderdelen van motorvoertuigen, oude metalen en afvalstoffen mogen uitsluitend op het sloopterrein worden opgeslagen; de opslag van vorengenoemde goederen moet zodanig zijn, dat de erfscheiding tot op een afstand van tenminste 1 meter is vrijgehouden.

  • 2.

    Er mogen geen wrakken of onderdelen van motorvoertuigen, alsmede overige afvalstoffen, worden verbrand of afgebrand.

  • 3.

    Het is verboden autowrakken en voertuigen te stapelen; delen en onderdelen mogen niet hoger worden gestapeld dan 3 meter.

  • 4.

    In wrakken of onderdelen van motorvoertuigen mogen geen motorbrandstoffen of olie aanwezig zijn.

  • 5.

    Het is verboden:a. olie anders te bewaren dan in vloeistofdichte vaten, waarvan de gezamenlijke inhoud niet meer mag bedragen dan 300 liter;b. anders dan in de daartoe bestemde brandstofreservoirs van motorvoertuigen meer dan 20 liter benzine aanwezig te hebben;c. vluchtige stoffen of oliën op het terrein, alsmede in de riolering te laten uitvloeien.

  • 6.

    De onder 5 bedoelde olievaten moeten zijn geplaatst op een vloeistofdichte vloer van beton of metselwerk met opstaande randen, welke met de vloer een bak vormen, waarin alle vloeistof kan worden geborgen.

  • 7.

    De afvalolie moet worden afgevoerd door middel van daartoe geschikte transportmiddelen zonder dat vervuiling van het terrein optreedt.

Hoofdstuk 7 Straf- en slotbepalingen

Artikel 9

  • 1.

    Bij niet-naleving van enige bepaling van deze verordening is het gemeentebestuur bevoegd de verwijdering van een woonwagen van een woonwagencentrum te gelasten en het verblijf op dat centrum gedurende een bepaalde tijd van ten hoogste één jaar aan de bewoner(s) van deze wagen te ontzeggen.

  • 2.

    In geval van gebruikmaking van de in lid 1 vermelde bevoegdheid brengt het gemeentebestuur de maatregel schriftelijk, met redenen omkleed, ter kennis van de betrokken bewoner(s) voor wie van deze beschikking binnen één maand na datum van uitreiking beroep open staat op de Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland.

Artikel 10

Aan de daartoe door B. en W. aangewezen ambtenaren, die met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn belast, wordt de last verstrekt om, zo dikwijls de zorg voor de nakoming van enig voorschrift van deze verordening dit vereist, te allen tijde de woonwagens en andere al dan niet afgesloten ruimte, ondanks de wil van de eigenaars of gebruikers, te betreden, een en ander met inachtneming van het bepaalde bij de Wet van 31 augustus 1853, Stbl. nr. 83.  

Artikel 11

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening woonwagencentrum Oostflakkee".

  • 2.

    Zij treedt in werking op de door het gemeentebestuur nader vast te stellen ingangsdata.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der gemeente Oostflakkee, gehouden op 13 november 1980.

de voorzitter

de secretaris