Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke rekenkamercommissie
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 81oa, lid 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-07-201201-07-2015Wijziging

07-07-2011

Stadskrant Veghel, 12-07-2012

datum voorstel: 31-05-2011
01-01-200912-07-2012artikel 14, lid 6 gewijzigd; artikel 16, lid 2 gewijzigd

18-12-2008

Stadskrant Veghel, 28-11-2008

Datum voorstel: 28-11-2008

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Veghel;

 

gelet op artikel 81oa, eerste lid, Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie, vastgesteld in zijn vergadering van 19 april 2004 en laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering van 19 april 2007, te wijzigen als volgt:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Veghel;

  • f.

    griffier: raadsgriffier;

  • g.

    commissiegriffier: de griffier van de rekenkamercommissie.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. Elke fractie is in de rekenkamercommissie vertegenwoordigd.

  • 3. Elke fractie draagt een plaatsvervangend lid voor.

Artikel 3 Benoeming leden en plaatsvervangende leden

  • 1. De raad benoemt de leden en de plaatsvervangende leden van de rekenkamercommissie op voordracht van de fracties uit zijn midden of uit niet-raadslid zijnde raadscommissieleden.

  • 2. De leden en plaatsvervangende leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van leden, niet-raadslid zijnde, en plaatsvervangende leden, niet-raadslid zijnde, is artikel 81g Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter is lid van de rekenkamercommissie.

  • 2. De raad benoemt de voorzitter en diens plaatsvervanger uit zijn midden of uit externen.

  • 3. De raad stelt de vergoeding van een externe voorzitter vast.

  • 4. Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de rekenkamercommissie.

  • 5. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze, alsmede voor het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de commissiegriffier en zo nodig met de onderzoekers.

Artikel 6 Externe adviseurs

  • 1. De raad kan op voordracht van de rekenkamercommissie voor bepaalde tijd een of meer externe adviseurs benoemen.

  • 2. Externe adviseurs kunnen worden belast met onderzoekstaken.

Artikel 7 Ontslag

  • 1. De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid en plaatsvervangend lid dat tevens raadslid is eindigt:

    a. op eigen verzoek;

    b. indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    c. indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te vervullen.

  • 3. Het lidmaatschap van een lid en plaatsvervangend lid, dat niet tevens raadslid is, eindigt:

    a. op eigen verzoek;

    b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • 4. De niet-raadslid zijnde commissieleden en de externe adviseurs van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe adviseurs

De vergoeding voor werkzaamheden van de externe adviseurs wordt contractueel overeengekomen.

Artikel 9 Commissiegriffier

  • 1. Op voordracht van de griffier benoemt het college de commissiegriffier. De griffier doet de voordracht in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2. De commissiegriffier staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De commissiegriffier legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De commissiegriffier draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 5. Indien de volgens het eerste lid benoemde commissiegriffier tevens voor het college werkzaam is, verricht de commissiegriffier voor de rekenkamercommissie geen onderzoekstaken.

Artikel 10 Griffier

De griffier is aanwezig bij de vergaderingen van de commissie.

Artikel 11 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 12 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad gezonden.

  • 3. De raad kan de commissie een met redenen omkleed verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen twee maanden in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 13 Bevoegdheden

  • 1. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren, zowel mondeling als schriftelijk, relevante inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken.

  • 2. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 3. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hun medewerking verlenen.

Artikel 14 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 3. De commissie vergadert in beslotenheid; haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 4. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 5. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen. Op een verzoek om ambtelijke ondersteuning is de Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen. Op een verzoek om ambtelijke ondersteuning is de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2010 van overeenkomstige toepassing.

  • 7. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 15 Toelichting in raadsvergadering

De raad kan een of meerdere leden van de commissie in de gelegenheid stellen om in de vergadering van de raad haar onderzoeksbevindingen als bedoeld in artikel 185 Gemeentewet toe te lichten.

Artikel 16 Overige taken

  • 1. De commissie heeft naast de in artikel 182 Gemeentewet genoemde taken voorts tot taak de rekening en de door of namens het college ingevolge artikel 197 Gemeentewet overgelegde stukken te onderzoeken en de met betrekking daartoe door de raad te nemen besluiten voor te bereiden.

  • 2. De commissie heeft eveneens tot taak om met de ingevolge artikel 213, tweede lid, Gemeentewet aangewezen accountants te overleggen over de wijze waarop zij uitvoering geven aan hun controle-opdracht.

  • 3. Voor het uitvoeren van haar overige taken komt de commissie in afzonderlijke vergaderingen bijeen.

Artikel 17 Budget

  • 1. De raad stelt aan de rekenkamercommissie via de begroting een budget beschikbaar voor het doen van uitgaven ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamercommissie”.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 7 juli 2011.

 

De raad voornoemd

 

De griffier,                                   

dr. W. Oosten

De voorzitter,

mr. I.R. Adema.

Reglement van orde

Reglement van orde voor de rekenkamercommissie

Hoofdstuk 1        Begripsomschrijvingen

Artikel 1              Begripsbepalingen

In dit reglement van orde wordt verstaan onder:

a.    raad: de gemeenteraad van de gemeente Veghel;

b.   college: het college van burgemeester en wethouders;

c.    commissie : de rekenkamercommissie van de gemeente Veghel;

d.   voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

e.    lid: een lid van de rekenkamercommissie;

f.    commissiegriffier: de griffier van de rekenkamercommissie;

g.   vergadering: een vergadering van de rekenkamercommissie.

Hoofdstuk 2          Vergaderingen

Paragraaf 1        Voorzitter en commissiegriffier

Artikel 2              De voorzitter

1.    De voorzitter is belast met:

a. het leiden van de vergadering;

b. het handhaven van de orde;

c. het doen naleven van het reglement van orde;

d. wat de wet of dit reglement hem verder opdraagt.

2.    Hij verleent het woord, formuleert de adviezen, waarover zal worden gestemd en deelt de uitslag van de stemmingen mede.

Artikel 3              De commissiegriffier

  • 1. De commissiegriffier is in elke vergadering van de rekenkamercommissie aanwezig.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid van de commissiegriffier wordt hij/zij vervangen door een, en in overleg met de voorzitter, en involge artikel 160 lid 1 van de Gemeentewet, door het college aangewezen ambtenaar.

    3.De commissiegriffier kan, indien hij/zij daartoe door de voorzitter wordt uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Paragraaf 2        Vergaderingen en voorbereidingen

Artikel 4              Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de Rekenkamercommissie vinden in de regel plaats met een in onderling overleg vast te stellen frequentie.

  • 2.

    Een commissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste 3 leden schriftelijk bij de voorzitter, met redenen omkleed, daartoe verzoeken.

  • 3.

    De vergaderingen vinden in de regel plaats in het stadhuis en vangen aan om 19.30 uur.

  • 4.

    De voorzitter kan een andere aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de commissiegriffier.

Artikel 5              Agenda en oproep

  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering van de Rekenkamercommissie voorlopig vast.

  • 2.

    De voorzitter zendt ten minste veertien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 3.

    Op de agenda en de daarbij behorende stukken is artikel 86 Gemeentewet overeenkomstig van toepassing.

  • 4.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk twee dagen voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 5.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld zoals in lid 4 hierboven beschreven, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee dagen voor de aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

  • 6.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van de voorzitter of een lid beslist de commissie in meederheid om onderwerpen aan de agenda toe te voegen of af te voeren.

  • 7.

    Op voorstel van de voorzitter of een lid kan de commissie in meerderheid de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen,

  • 8.

    Wanneer in meerderheid de commissie een voorstel of onderwerp onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij het onderwerp van de agenda afvoeren. De commissie bepaalt vervolgens of en zo ja in welke vergadering het voorstel of onderwerp opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 5              Uitnodiging niet-leden

  • 1.

    Op verzoek van de voorzitter of tenminste 3 leden kunnen niet-leden aan de beraadslagingen van de Rekenkamercommissie deelnemen of een toelichting op een voorstel of onderwerp geven.

  • 2.

    Niet-leden ontvangen tenminste 14 dagen voor de vergadering schriftelijke een uitnodiging van de commissiegriffier met daarin de reden voor de gewenste aanwezigheid.

  • 3.

    Op niet leden is artikel 86 Gemeentewet overeenkomstig van toepassing.

Paragraaf 3        Orde der vergadering

Artikel 6              Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt de lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 7              Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of advies uitbrengen, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 10             Notulen

1. De commissiegriffier draagt zorg voor het opstellen van de notulen.

2. De ontwerp-notulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.

3. Bij het begin van de vergadering worden, zo mogelijk, de notulen van de vorige vergadering vastgesteld.

4. De notulen moeten inhouden:

a. de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de ter vergadering aanwezig leden, alsmede van de overige personen die bij de vergadering aanwezig zijn geweest; afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren;

b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

c. een zakelijk samenvatting van het besprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord hebben gevoerd;

5. De leden, de voorzitter en voorts allen voor zover zij bij de vergadering waarop de notulen betrekking hebben, aanwezig zijn geweest, hebben het recht aan de commissie een voorstel tot wijziging van de notulen te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of geadviseerd is. Voor niet leden dient een voorstel tot verandering van de notulen voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend. Leden kunnen daarnaast staande de vergadering waarin notulen worden behandeld mondeling wijzigingsvoorstellen indienen. De voorzitter beslist uiteindelijk of voorstellen tot wijziging worden overgenomen.

Artikel 11            Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de commissie in meerderheid terstond.

Artikel 12             Handhaving orde: schorsing

1. De voorzitter kan de commissie voorstellen aan een lid of aanwezig niet lid het verdere verblijf tot de vergadering te ontzeggen, indien hij door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert. Na aanneming in meerderheid daarvan verlaat het lid of niet lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen.

2. Het lid kan, indien artikel 14 lid 1 aan de orde is, bovendien voor de eerstvolgende vergadering de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

3. Bij volstrekte meerderheid van stemmen kunnen de leden van de vergadering de voorzitter het verdere verblijf tot de vergadering ontzeggen, indien hij door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert. Na aanneming in volstrekte meerderheid verlaat de voorzitter de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de plaatsvervangend voorzitter hem verwijderen

Artikel 13            Beraadslaging

  • 1.

    De commissie kan op voorstel van de voorzitter of tenminste 3 leden beslissen over één of meer onderdelen van de agenda afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van de voorzitter of tenminste 3 leden kan de commissie beslissen de beraadslaging voor een door haar te bepalen tijd te schorsen, teneinde de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 14            Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een voorstel of onderwerp voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie in meerderheid anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie in meerderheid of er een advies aan de Raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    In het advies worden de standpunten van alle in de commissie vertegenwoordigde geledingen opgenomen.

  • 4.

    Indien de commissie een advies aan de Raad uitbrengt, beslissen de leden in meerderheid op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

Hoofdstuk 5       Slotbepalingen

Artikel 15            Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de voorzitter.

Artikel 16             Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement van orde voor de Rekenkamercommissie".

Artikel 17             Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na die van vaststelling.