| Overheidsorganisatie | Gemeente Veghel |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening Minimabeleid 2009 |
| Citeertitel | Verordening Minimabeleid 2009 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
geen
Gemeentewet, art. 147 en 149; Wet werk en bijstand
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 03-09-2009 | 01-01-2009 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 16-07-2009 Stadskrant Veghel, 02-09-2009 | Datum voorstel: 12-05-2009 |
De raad van de gemeente Veghel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 mei 2009;
gelet op de artikel 147 en 149 van de Gemeentewet en op de Wet werk en bijstand;
gelet op de Gemeenschappelijke regeling van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Optimisd;
besluit: tot het vaststellen van de:
Verordening Minimabeleid 2009
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. aanvrager: de inwoner van 18 jaar of ouder die ten behoeve van zichzelf of zijn/haar gezin een bijdrage in de uitgaven/kosten op grond van deze verordening verzoekt.
b. gezin: gehuwden en daarmee bij de wet gelijkgestelden met ten laste komende kinderen, en alleenstaande ouders met ten laste komende kinderen.
c. ten laste komend kind: het inwonend kind tot 18 jaar voor wie de gehuwde of alleenstaande ouder aanspraak op kinderbijslag kan maken.
d. wet: de Wet werk en bijstand (WWB).
e. inkomen: het inkomen als omschreven in artikel 32 van de wet.
f. vermogen: het vermogen als omschreven in artikel 34 van de wet.
g. college: het college van burgemeester en wethouders.
Deze verordening heeft tot doel aan inwoners die een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm een bijdrage te verstrekken voor sociaal-culturele, sportieve en maatschappelijke activiteiten, om zodoende de participatie aan de samenleving te bevorderen.
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen moet de aanvrager op de dag van de aanvraag:
a. ingeschreven staan in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van de gemeente, en
b. gedurende twaalf maanden een inkomen hebben gehad dat gelijk is aan of minder dan 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm als bedoeld in artikel 32 van de wet, en
c. een bedrag aan vermogen hebben dat ligt beneden de wettelijke vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 van de wet.
Door het college kan een bijdrage worden verleend aan een aanvrager die kosten maakt in verband met sociaal-culturele, sportieve en maatschappelijke activiteiten zoals bijvoorbeeld:
- Abonnementen en (seizoen)kaartjes voor bijv.: zwembaden, schouwburg, bioscoop,bibliotheek, musea, kunstuitleen;
- Contributies voor sport-, zang-, ouderen- en buurtverenigingen, jeugd- en jongerenwerk,politieke partijen en vakbonden, hobbyclub en kosten sportattributen;
- Cursusgeld voor her, om- en bijscholing, volwasseneneducatie, kunstzinnige vorming, club-en buurthuisactiviteiten, emancipatieactiviteiten en ouderbijdragen;
- Eenmalige activiteiten voor schoolreisjes en -kampen, werkweken, excursies, uitstapjes zoalsbezoek aan dierentuin en pretpark;
- Kosten van het bezoeken van de peuterspeelzaal.
De bijdrage op grond van deze verordening bedraagt per jaar €225,00 per ten laste komend kind en € 160,00 per persoon voor de aanvrager en zijn/haar overige gezinsleden.
a. De aanvraag om een bijdrage moet worden ingediend op een daartoe bestemd aanvraagformulier en onder overlegging van de op het aanvraagformulier genoemde bescheiden.
b. Inwoners die een uitkering voor levensonderhoud ontvangen in het kader van de wet en verder voldoen aan de voorwaarden, hoeven geen aanvraag in te dienen en ontvangen de bijdrage ambtshalve.
Het college is bevoegd de ingevolge deze verordening geldende bijdragen jaarlijks aan te passen aan de consumenten prijsindexcijfers alle huishoudens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.
De Verordening Declaratiefonds 2002 gemeente Veghel vervalt bij inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2009.
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Minimabeleid 2009.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 16 juli 2009.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
dr. W. Oosten mr. Ina R. Adema.
Inleiding
Door de raad van de gemeente Veghel is op 6 november 2008 ingestemd met de Nota armoedebeleid. De raden van de gemeenten Bernheze, Schijndel en Sint Michielsgestel hebben eind 2008 eveneens ingestemd met de Nota. De Nota is vervolgens op 17 december 2008 definitief vastgesteld door het Algemeen bestuur van Optimisd. De nota bevat - naast een evaluatie -ingaande 1 januari 2009 een bijstelling en uitbreiding van het beleid op grond van de bijzondere bijstand en het gemeentelijk Minimabeleid (maatschappelijke participatie).
De verantwoordelijkheid voorde inhoud van het armoedebeleid ligt deels bij het bestuur van Optimisd (betreft regelgeving bijzondere bijstand zoals vastgelegd in de Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Optimisd) en deels bij de gemeente (betreft regels minimabeleid/ maatschappelijke participatie). De uitvoering van het minimabeleid is ingevolge artikel 4 van de Gemeenschappelijke regeling van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Optimisd, opgedragen aan Optimisd. De vaststelling van de Nota maakt het noodzakelijk om de regeling maatschappelijke participatie zoals is vastgelegd in de Verordening Declaratiefonds 2002 van de gemeente Veghel aan te passen.
De Verordening Minimabeleid 2009 is voorbereid door Optimisd en besproken binnen het bestuur van de gemeenschappelijke regeling. In de verordening is de regeling maatschappelijke participatie uitgewerkt overeenkomstig het in de Nota armoedebeleid vastgelegde beleid.
Beleidswijzigingen Minimabeleid
De regels voor het verstrekken van de bijdrage zijn in alle deelnemende gemeenten in het werkgebied van Optimisd vanaf 1 januari 2009 uniform.
De bijdrage maatschappelijke participatie is per 1 januari 2009 verhoogd naar€ 160,00 per jaar voor volwassenen en € 225,00 per jaar voor een ten laste komend kind.
Voortaan kunnen inwoners met een inkomen tot maximaal 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm recht op deze tegemoetkoming in de kosten van sociaal-culturele, sportieve en maatschappelijke activiteiten doen gelden.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Abonnementen en (seizoen)kaartjes voor bijv.: zwembaden, schouwburg, bioscoop, bibliotheek, musea, kunstuitleen;
- Contributies voor sport-, zang-, ouderen- en buurtverenigingen, jeugd- en jongerenwerk, politieke partijen en vakbonden, hobbyclub en kosten sportattributen;
- Cursusgeld voor her, om- en bijscholing, volwasseneneducatie, kunstzinnige vorming, club- en buurthuisactiviteiten, emancipatieactiviteiten en ouderbijdragen;
- Eenmalige activiteiten voor schoolreisjes en kampen, werkweken, excursies, uitstapjes zoals bezoek aan dierentuin en pretpark;
- Kosten van het bezoeken van de peuterspeelzaal.
De limitatieve opsomming van kostensoorten, die alleen in Bernheze bestond, is komen te vervallen. De uitvoering voorziet in ambtshalve toekenning van de vergoeding aan inwoners die van Optimisd een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand ontvangen en aan de voorwaarden voldoen.