Overheidsorganisatie | Gemeente Oostflakkee |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag 2009 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Langdurigheidstoeslag |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2014 | 10-12-2014 | Vervallen verklaard | 27-11-2014 | Z-14-30496/3274 | |
21-03-2009 | 01-01-2009 | 10-12-2014 | nieuwe regeling | 18-12-2008 Ons Eiland, Eilandennieuws 20-03-2009 | 2008-XX-9 |
De raad van de gemeente Oostflakkee;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, d.d. 9 december 2008;gelet op het gestelde in artikel 8 lid 1 onder d Wet werk en bijstand, besluit in te stemmen met de Verordening Langdurigheidstoeslag 2009
Deze verordening verstaat onder:
De wet: de Wet werk en bijstand;
Het college: het college van burgemeester en wethouders van Oostflakkee;
Referteperiode: een periode van 36 aaneengesloten maanden voorafgaand aan de peildatum;
Peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat;
Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien;
Gehuwdennorm: de norm van artikel 21 onderdeel c van de wet;
WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
WSF 2000: Wet Studiefinanciering.
De uitvoering van deze verordening berust bij het college.
Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen per maand niet uitkomt boven 100 procent van de bijstandsnorm.
Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.
De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:a. voor gehuwden € 486,00;b. voor een alleenstaande ouder € 436,00 enc. voor een alleenstaande € 341,00.
Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
De in het eerste lid genoemde bedragen worden vanaf 2009 elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daar aan voorafgaande jaar. De nieuwe bedragen worden naar beneden afgerond op hele euro’s.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening leidt tot onredelijkheid en onbillijkheid van overwegende aard.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Langdurigheidstoeslag 2009”.
Deze verordening treedt in werking op de dag, volgend op die van bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2009.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oostflakkee, gehouden op 18 december 2008.
, de voorzitter.
, de griffier.