Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oostflakkee

Algemene subsidieverordening 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oostflakkee
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening 2002
CiteertitelAlgemene subsidieverordening 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpwelzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Algemene Subsidieverordening 1996

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Awb, titel 4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2013intrekking

02-01-2013

Huis-aan-huiskrant Groot Goeree-Overflakkee, 08-01-2013

Z 13-00343
01-01-200201-01-2013nieuwe regeling

06-12-2001

Ons Eiland, Eilandennieuws

2001-XI-10

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Oostflakkee;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 november 2001; nr. 10;gelet op artikel 147 e.v. van de Gemeentewet en de bepalingen van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;overwegende dat herziening van de vigerende subsidieregeling noodzakelijk is met het oog op aanpassing aan de 3de tranche van de Abw en de mogelijkheid om prestatiefinanciering in te gaan voeren;BESLUIT: vast te stellen de 'Algemene Subsidieverordening 2002'.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht, zoals deze luidt na inwerkingtreding van de derde tranche (Staatsblad 1996, nr. 333);

  • b.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door de gemeente verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten;

  • c.

    structurele subsidie: een jaarlijks terugkerende subsidie voor activiteiten met een duurzaam karakter;

  • d.

    Incidentele subsidie: een subsidie voor een éénmalige activiteit;

  • e.

    subsidie-ontvanger: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid of een groep van natuurlijke personen of een natuurlijk persoon die een activiteit verricht of laat verrichten en die zich blijkens de statuten de behartiging van ideële en of materiele aard ten doel stelt en daarbij geen winst beoogt;

  • f.

    subsidieplafond: een bedrag dat gedurende een begrotingsjaar ten hoogste beschikbaar wordt gesteld voor vormen van subsidies die op basis van deze verordening en de geldende subsidieregels worden verstrekt;

  • g.

    subsidieverlening: een beschikking die een omschrijving bevat van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend en het bedrag van de subsidie, dan wel het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld en de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

  • h.

    subsidievaststellIng: beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en die aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag.

  • i.

    activiteiten: werkzaamheden, gericht op door de gemeente Oostflakkee nagestreefde doelstellingen van ideële of materiële aard, welke werkzaamheden of resultaten daarvan meetbaar zijn in termen van kwantiteit, kwaliteit of geld;

  • j.

    eigen middelen: alle vermogens-en inkomensbestanddelen waarover de subsidie¬ontvanger kan beschikken, waaronder inkomsten uit contributies, inkomsten uit deelnemersbijdragen, inkomsten uit donaties, erfstellingen en legaten, reserves en voorzieningen;

  • k.

    subsidieregel: een bij besluit van burgemeester en wethouders vastgesteld algemene maatregel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift over de afweging van belangen, vaststelling van feiten en de uitleg van deze verordening;

  • l.

    uitvoeringsoveraankomst: een overeenkomst, gesloten tussen een subsidie-ontvanger en burgemeester en wethouders, ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.

  • m.

    boekjaar: kalenderjaar.

Artikel 2 Reikwijdte
  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op alle subsidies die de gemeente verstrekt voor activiteiten die door subsidie-ontvangers in het belang van de gemeente worden uitgevoerd en passen binnen het gemeentelijk subsidiebeleid.

  • 2.

    Het bij of krachtens deze verordening bepaalde is niet van toepassing indien en voor zover:a. bij of krachtens een bijzondere subsidieregeling daarvan wordt afgeweken: b. het rijk of de provincie een regeling heeft vastgesteld, waarbij de rijks-of provinciale subsidie op andere dan in deze verordening gestelde voorwaarden afhankelijk wordt gesteld van de verlening van een gemeentelijke subsidie.

Artikel 3 Bevoegdhedenverdeling
  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn door de raad belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    De gemeenteraad kan voor de terreinen waarop deze verordening van toepassing is beleidsuitgangspunten en beleidsnota's vaststellen van waaruit door burgemeester en wethouders voorwaarden worden afgeleid voor de subsidieverlening (subsidieregels).

  • 3.

    Tenminste eenmaal per vier jaar brengen burgemeester en wethouders een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het subsidiebeleid ter kennis aan de gemeenteraad.

Artikel 4 Subsidieplafond
  • 1.

    De gemeenteraad kan jaarlijks, bij het vaststellen van de begroting, een subsidieplafond vaststellen. Daarbij wordt tevens bepaald hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2.

    Een subsidieplafond wordt bekendgemaakt vóór de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt tegelijkertijd de wijze van verdeling vermeld.

Artikel 5 Algemeen
  • 1.

    Het verlenen van subsidie vindt plaats voor zover:a. De door de instelling te verrichten activiteiten passen binnen de door de raad of burgemeester en wethouders geformuleerde subsidieregels en beleidsdoelstellingen.b. De instelling voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de instelling activiteiten uit te voeren voor alle groeperingen zonder onderscheid van ras, geloofsovertuiging, levensovertuiging, geslacht of seksuele geaardheid. Instellingen die activiteiten uïtvoEliltJn die specifiek op bepaalde door de gemeente erkende doelgroepen qua leeftijd en geslacht zijn gericht, is het wel toegestaan activiteiten te organiseren die gericht zijn op een of meer specifieke doelgroepen.

Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag en subsidieverdeling

Artikel 6 Aanvraag voor een nieuwe subsidieverlening
  • 1.

    Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt voor 15 april, voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, ingediend bij burgemeester en wethouder.

  • 2.

    Bij deze aanvraag worden door de aanvrager tenminste overlegd:a. een activiteitenplan voor het jaar cq. de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Hierin zijn de aard, de omvang van de activiteiten, de doelgroepen, het verwachte aantal deelnemers en de beoogde doelstelling(en) vermeld;b. een begroting van baten en lasten voor het ja(a)r(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd voor het uitvoeren van de in het activiteitenplan opgenomen activiteiten;d. een financieel verslag over het laatste subsidiejaar, vergezeld van een accountantsverklaring of een verklaring van kascontrole;e. een balans naar de toestand van 3t december van het afgelopen kalenderjaar;f. een verslag van de activiteiten van het laatste kalenderjaar, met een beschrijving van de gevolgde werkwijze en het verkregen resultaat;g. een gespecificeerde opgave van het bedrag dat de aanvrager nodig heeft voor het uitvoeren van de activiteit of activiteiten;h. een opgave van eventueel bij anderen aangevraagde subsidie voor dezelfde activiteiten, met daarbij de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

  • 3.

    Indien de aanvrager rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is overlegt deze tevens bij de eerste aanvraag:a. een opgave van de bestuurssamenstelling;b. een gewaarmerkt exemplaar van de oprichtingsakte van de rechtspersoon waarin de statuten zijn opgenomen en een exemplaar van het huishoudelijk reglement;c. een beschrijving van de organisatievorm van de rechtspersoon.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat bepaalde stukken, genoemd onder lid 2 van dit artikel, niet behoeven te worden overlegd. Burgemeester en wethouders doen het verzoek om overlegging van aanvullende stukken of informatie binnen een termijn van vier weken na ontvangst van het verzoek om structurele subsidie.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen aanvullende subsidieregels vaststellen waaraan te overleggen stukken dienen te voldoen.

  • 6.

    Indien subsidie wordt verleend voor een meerjarige periode, kan worden volstaan met één aanvraag op uiterlijk 15 april voor de aanvang van de meerjarige periode. De stukken als bedoeld in lid 2 moeten dan betrekking hebben op de gehele periode (o.a. meerjarenbegroting).

Artikel 7 Aanvraag voor een incidentele subsidie
  • 1.

    Een aanvraag voor een incidentele subsidie wordt tenminste 8 weken vóór de aanvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, door de aanvrager ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Bij deze aanvraag worden door de aanvrager tenminste overlegd:a. een activiteitenplan, waarin tevens de beoogde opzet en de doelstellingen van de activiteit(en) zijn vermeld;b. een begroting van kosten en baten met betrekking tot de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd. Indien de aanvrager rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is, overlegt hij tevens stukken genoemd in het derde lid van artikel 6.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat bepaalde stukken, genoemd in lid 2 van dit artikel niet behoeven te worden overlegd, dan wel dat aanvullende stukken of aanvullende informatie dienen te worden overlegd. Burgemeester en wethouders doen het verzoek om aanvullende informatie binnen een termijn van vier weken na ontvangst van het verzoek om incidentele subsidie.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen aanvullende subsidieregels vaststellen waaraan te overleggen stukken dienen te voldoen.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1 van dit artikel, voor zover het betreft het vereiste dat de aanvraag wordt ingediend vóór de aanvang van de activiteiten.

Artikel 8 Niet tijdige en niet volledige aanvraag
  • 1.

    Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend kunnen burgemeester en wethouders besluiten deze niet te behandelen.

  • 2.

    Indien een aanvraag onvolledig is ingediend stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid het verzuim binnen een redelijke, door hen schriftelijk aan te geven, termijn te herstellen. Indien het verzuim niet binnen de gestelde termijn is voldaan besluiten burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 9 De beschikking omtrent subsidieverlening
  • 1.

    In de beschikking tot subsidieverlening worden opgenomen:a. een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend, alsmede de resultaten die met de activiteiten moeten worden bereikt;b. het bedrag van de subsidie, dan wel het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden bepaald en de wijze waarop dit bedrag wordt betaald; het tijdvak waarvoor een subsidie wordt verleend.

  • 2.

    De beschikking kan voorts overige door burgemeester en wethouders vast te stellen verplichtingen bevatten, die van belang zijn voor de uitvoering van het gestelde in deze verordening.

Artikel 10 Beslistermijn
  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen over een aanvraag voor eena. structurele subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar voorafgaand aan het kalenderja(a)r(en), respectievelijk de periode waarop de aanvraag betrekking heeft;b. incidentele subsidie uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Deze termijn kan eenmalig verdaagd worden met 4 weken.

Artikel 11 Begrotingsvoorbehoud

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de voorwaarde dat door de gemeenteraad vol¬doende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 12 Weigering subsidieverlening
  • 1.

    De subsidieverlening wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd indien:a. indien de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet past binnen de door de gemeente geformuleerde doelstellingenen;b. de subsidie-aanvrager zelf in de kosten van de activiteit of activiteiten kan voorzien uit eigen middelen of middelen van derden;c. door de verstrekking van de subsidie het vastgestelde subsidieplafond zou worden overschreden.

  • 2.

    De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:a. de subsidieontvanger gelieerd is aan een commerciële instelling die dezelfde of vergelijkbare activiteiten biedt.b. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;c. het subsidie niet wordt aangewend overeenkomstig het doel waarvoor het wordt verleend;d. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;e. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voorzover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.f. de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebben geleid, ofg. de aanvrager failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zullen, alvorens een besluit tot weigering wordt genomen, met de subsidie-aanvrager in overleg treden.

Artikel 13 Uitvoeringsovereenkomsten
  • 1.

    Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een overeenkomst worden gesloten.

  • 2.

    Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegen verzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidie-ontvanger verplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidie-ontvanger
  • 1.

    De subsidie-ontvanger is verplicht burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk te informeren over:a. ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de activiteiten niet kunnen worden verwezenlijkt;b. het geheel of gedeeltelijk beëindigen van de activiteiten.

  • 2.

    De subsidie-ontvanger, tevens rechtspersoon, is voorts verplicht burgemeester en wethouders, binnen een maand na de wijziging of het besluit schriftelijk te informeren over:a. wijzigingen in de statuten, het reglement en de organisatievorm, onder toezending van een afschrift van de notariële akte waarin de wijziging is opgenomen;b. wijzigingen in de bestuurssamenstelling;c. besluiten en procedures die leiden of kunnen leiden tot beëindiging van de activiteiten dan wel ontbinding van de rechtspersoon.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidie-ontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:a. de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;b. de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten;c. het vóór de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en bescheiden die nodig zijn voor een beslissing omtrent de subsidie;d. de te verzekeren risico's;e. het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten;f. het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;g. het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden;h. het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerde financiële beheer en de financiële verantwoording daarover.

  • 4.

    Het is de subsidie-ontvanger niet toegestaan schenkingen aan derden te doen, behoudens na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie-ontvanger ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 15 Reserves en voorzieningen
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij de verlening van structurele subsidies, aan een subsidie-ontvanger de vorming van reserves of voorzieningen toestaan.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aanvullende subsidieregels vaststellen ten aanzien van het maximumbedrag en het doel van vorming van reserves en voorzieningen.

Hoofdstuk 3 De subsidievaststelling

Artikel 16 Algemeen

De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van het subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig deze verordening.

Artikel 17 Termijn van aanvraag subsidievaststelling
  • 1.

    De subsidie-ontvanger dient na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling vana. een structurele subsidie moet worden ingediend voor 15 april volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend;b. een incidentele subsidie moet worden ingediend binnen 12 weken na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 18 De aanvraag tot subsidievaststelling
  • 1.

    Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de aanvrager aan dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen, tenzij de subsidievaststelling tegelijk met de -verlening heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de aanvrager rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie-ontvanger verplichten tot medewerking aan een aanvullend accountantsonderzoek.

  • 4.

    Bij de aanvraag voegt de subsidie-ontvanger een inhoudelijk en financieel verslag, waarin in ieder geval zijn beschreven:a. de aard en omvang van de verrichte activiteiten;b. een beschrijving in hoeverre de door de gemeente nagestreefde doelstellingen zijn behaald en een toelichting op verschillen tussen de nagestreefde doelstellingen en behaalde resultaten.

  • 5.

    Bij subsidie-ontvangers, die meer dan f 100.000 omzet per jaar hebben, is een goedkeurende accountantsverklaring vereist.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat bij door hen aan te wijzen instellingen de subsidieverlening en -vaststelling gelijktijdig plaatsvindt.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidieregels stellen met betrekking tot de stukken, genoemd in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel.

Artikel 19 Beslistermijn

Burgemeester en wethouders stellen de subsidie binnen dertien weken na de indiening van de aanvraag tot vaststelling vast.

Artikel 20 De beschikking tot subsidievaststelling
  • 1.

    Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stellen burgemeester en wethouders de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.

  • 2.

    De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;b. de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;c. de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid. ofd. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 3.

    Voor zover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten van de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd, bij de vaststelling van de subsidie niet in aanmerking worden genomen.

  • 4.

    Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven kunnen aan de subsidie-ontvanger verplichtingen worden opgelegd als genoemd in artikel 14.

Artikel 21 Ambthalve subsidievaststelling

Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen indien:

  • a.

    na afloop van de termijn waarbinnen de aanvraag tot vaststelling most zijn ingediend geen aanvraag tot subsidievaststelling is ingediend;

  • b.

    de beschikking tot subsidieverlening of de beschikking tot subsidievaststelling wordt ingetrokken;

  • c.

    bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening een termijn is bepaald binnen welke de subsidie ambtshalve word1 vastgesteld.

Artikel 22 Weigering subsidievaststelling

Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, kan subsidievaststelling worden geweigerd op de gronden genoemd in artikel 12.

Hoofdstuk 4 Intrekking en wijziging subsidieverlening of subsidievaststelling

Artikel 23 Intrekking of wijziging subsidieverlening
  • 1.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen indien:a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of nist geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;b. de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;c. de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;d. de subsidie-ontvanger het subsidie niet aanwendt voor organisatieonderdelen waarvoor het subsidie is bedoeld;e. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten, off. burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 11 een beroep doen op de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip, waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 24 Intrekking of wijziging subsidievaststelling
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:a. op grond van feiten en omstandigheden, waarvan zij bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;b. indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten;c. indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3.

    De subsidievaslstelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de subsidie¬ontvanger worden gewijzigd, indien vijf jaar zijn verstreken sinds de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval bedoeld in het eerste lid onder c, sinds de dag waarop de handeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag, waarop aan de verplichting had moeten zijn voldaan.

Artikel 25 Intrekking of wijziging lopende subsidieverlening
  • 1.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld kunnen burgemeester en wethouders de subsidieverlening, met inachtneming van een redelijke termijn, intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen voor zover:a. de subsidieverlening onjuist is;b. veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten.

  • 2.

    Bij intrekking of wijziging op grond van het eerste lid vergoeden burgemeester en wethouders de schade die de subsidie-ontvanger lijdt, doordat deze in vertrouwen op de subsidieverlening anders heeft gehandeld dan deze zonder subsidieverlening zou hebben gedaan.

Artikel 26 Weigering subsidie voor een nieuw tijdvak
  • 1.

    Indien aan een subsidie-ontvanger voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, geschiedt de gehele of gedeeltelijke weigering van de subsidie voor een daarop aansluitend tijdvak op de grond dat veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten, met inachtneming van een redelijke termijn.

  • 2.

    Bij het beëindigen of verminderen van subsidie op grond van dit eerste lid wordt de instelling door burgemeester en wethouders zoveel mogelijk in staat gesteld haar op grond van reeds eerder verleende subsidie aangegane redelijke verplichtingen behoorlijk na te komen.

Hoofdstuk 5 Betaling, voorschotten en terugvordering

Artikel 27 Betaling subsidiebedrag
  • 1.

    Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaalbaar gesteld, onder '-..--verrekening van betaalde voorschotten.

  • 2.

    Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaalbaar gesteld, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

  • 3.

    Het subsidiebedrag kan in gedeelten worden betaalbaar gesteld, mils bij beschikking tot subsidieverlening is bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke wijze zij worden betaalbaar gesteld.

Artikel 28 Voorschotten
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie-ontvanger voorschotten verlenen, voor zover dit bij de subsidieverlening is bepaald.

  • 2.

    De beschikking voor de subsidieverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

  • 3.

    Voorschotten worden overeenkomstig de voorschotverlening betaalbaar gesteld.

Artikel 29 Opschorting betalingsverplichting

De verplichting tot betaalbaarstelling van een subsidiebedrag of een voorschot wordt opgeschort met ingang van de dag waarop Burgemeester en Wethouders aan de subsidie-ontvanger schriftelijk kennis geven van het ernstige vermoeden dat er grond bestaat om toepassing te geven aan het bepaalde in de artikelen 23 en 24, tot en met de dag, waarop de beschikking omtrent de intrekking of wijziging is bekend gemaakt op de dag, waarop sinds de kennisgeving van het ernstige vermoeden dertien weken zijn verstreken.

Artikel 30 Onverschuldigde betaling

Onverschuldigd betaalbaar gestelde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden terugge-vorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de wijziging of intrekking van de subsidievaststelling heeft plaatsgevonden, conform artikel 25, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 31 Onduidelijkheden in de verordening

Burgemeester en wethouders treffen in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet of onduidelijk is, de nodige voorzieningen en/of nemen de nodige beslissingen.

Artikel 32 Overgangsbepalingen
  • 1.

    Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening verleend zijn, zijn de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening 1996 van toepassing.

  • 2.

    Op een aanvraag, die is ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.

Artikel 33 Ontheffing wegens bijzondere omstandigheden

Van de toepassing van de bepalingen in deze verordening kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken indien strikte toepassing ervan wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zou zijn in verband met het met deze bepalingen te dienen doel.

Artikel 34 Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

  • 2.

    Met ingang van die datum wordt de 'Algemene Subsidieverordening 1996', vastgesteld op 9 maart 1995 ingetrokken.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Algemene subsidieverordening 2002

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raads-vergadering van de gemeente Oostflakkee, gehouden op 6 december 2001

de voorzitter

de secretaris