Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Graft-De Rijp

Subsidieverordening Welzijn Graft-De Rijp 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Graft-De Rijp
Officiële naam regelingSubsidieverordening Welzijn Graft-De Rijp 2007
CiteertitelSubsidieverordening Welzijn Graft-De Rijp 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. gemeentewet
  2. Algemene Wet Bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-201101-01-200701-01-2017nieuwe regeling

21-12-2006

De Uitkomst, 04-01-2011

Rb2006-083
05-01-201101-01-200701-01-2017nieuwe regeling

21-12-2006

De Uitkomst, 04-01-2011

Rb2006-083
05-01-201101-01-200701-01-2017nieuwe regeling

21-12-2006

De Uitkomst, 04-01-2011

Rb2006-083

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Graft-De Rijp;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2006, nummer 2006-083;

gelet op de Gemeentewet en Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat een eenvoudig subsidie-instrument ten goede komt aan de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid;

Besluit:

vast te stellen de volgende

Subsidieverordening Welzijn Graft-De Rijp 2007 

Hoofdstuk I Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a. Awb: de Algemene wet bestuursrecht.

b. Subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Awb te weten “de aanspraak

op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het

oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten”.

c. Waarderingssubsidie: door middel van deze vorm van subsidiering wordt blijk gegeven voor een bepaald initiatief. De omvang van de toe te kennen financiële bijdrage houdt geen verband met de daadwerkelijke kosten die een instelling moet maken.

d. Activiteitensubsidie: bij deze vorm van subsidiering wordt subsidie verleend in ruil voor te ontplooien activiteiten.

e. Exploitatiesubsidie: een subsidievorm, waarbij de te verlenen subsidie bestaat uit een deel van de exploitatielasten van de subsidieontvanger of organisatie en waarbij geen meetbare relatie bestaat tussen de verleende subsidie en de te ontplooien activiteiten of te leveren prestaties is.

f. Projectsubsidie: subsidies die ten behoeve van de realisatie van een specifiek project worden verstrekt.

g. Subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 Awb te weten “het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift”.

h. Activiteitenplan: een overzicht van door de instelling voorgenomen activiteiten, voor zover mogelijk uitgedrukt in meetbare prestaties.

i. Welzijnssubsidie- een verzameling van subsidiebeschikkingen welke voor een daarin jaarprogramma: bepaald begrotingsjaar de financiële inspanning van de gemeente ten behoeve van instellingen werkzaam op het gebied van welzijn, cultuur, sport en volksgezondheid omvatten.

j. Instelling: een organisatie die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk activiteiten te ontplooien welke passen binnen de beleidsterreinen die vallen binnen de werking van deze verordening.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

  • 1 Subsidies kunnen worden verstrekt voor activiteiten op het terrein van welzijn, cultuur, sport en volksgezondheid. 

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen krachtens hierbij verleende delegatie van verordenende bevoegdheid, dan wel bij beleidsregels de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt, met inbegrip van de criteria, de specifieke grondslagen en voorwaarden bij de verdeling van subsidies, nader preciseren. 

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat deze verordening niet of slechts ten dele van toepassing is op bepaalde subsidieontvangers c.q. het geheel van subsidies op een of meer beleidsterreinen.

Artikel 3 Algemene eisen

  • 1 Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie dient de instelling rechtspersoonlijkheid te bezitten, waarvan de bewijsstukken eenmalig ten genoegen van burgemeester en wethouders dienen te worden overgelegd.

  • 2 Een gesubsidieerde instelling is verplicht van wijziging in de statuten, waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen dat deze van belang is of kan zijn bij de beoordeling van een subsidieaanvraag, onverwijld mededeling te doen aan burgemeester en wethouders onder overlegging van een afschrift van die gewijzigde statuten.

  • 3 In bijzondere gevallen kan subsidie verleend worden ten behoeve van door natuurlijke personen georganiseerde activiteiten. De in deze verordening opgenomen bepalingen vinden dan voor zover mogelijk overeenkomstige toepassing. 

  • 4 Subsidiëring van activiteiten heeft slechts plaats voor zover deze in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang worden geacht.

Artikel 4 Subsidiecategorieën

  • 1 De volgende categorieën worden onderscheiden:

    a. eenjarige subsidie: een subsidie die wordt verleend voor een periode van een kalenderjaar;

    b. incidentele subsidie: een subsidie die in beginsel eenmalig wordt verleend ten behoeve van de uitvoering van daarbij specifiek aangegeven activiteiten.

  • 2 De in het eerste lid onder a. bedoelde subsidiecategorie kan nader worden onderverdeeld in waarderings-, activiteiten- en exploitatiesubsidies. Projectsubsidie is een voorbeeld van een in het eerste lid onder b. bedoelde incidentele subsidie.

Artikel 5 Bevoegdheden

  • 1 De gemeenteraad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de desbetreffende begrotingsposten, gespecificeerd naar de desbetreffende subsidievormen c.q. te onderscheiden beleidsterreinen/programma’s, een of meerdere subsidieplafonds vaststellen.

  • 3 Burgemeester en wethouders zijn krachtens delegatie bevoegd besluiten te nemen betreffende de verlening en vaststelling van de in artikel 4 genoemde subsidiecategorieën, voor zover de in de gemeentebegroting voor dat doel opgenomen gelden toereikend zijn, en met inachtneming van door de gemeenteraad ter zake gestelde beperkingen.

  • 4 Burgemeester en wethouders zijn, krachtens delegatie, ten aanzien van de in artikel 4 genoemde subsidiecategorieën bevoegd besluiten te nemen tot intrekking of wijziging van de subsidiebeschikkingen. Onder subsidiebeschikkingen moet worden begrepen het verlenen van voorschotten, de betaling van voorschotten of subsidiebedragen, betaling van subsidiebedragen in gedeelten, opschorting van de verplichting tot betaling van voorschotten of subsidiebedragen, terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten en subsidiebedragen en alle overige ter zake van subsidiëring te nemen uitvoeringsbeslissingen, waaronder het beslissen op bezwaarschriften tegen subsidiebesluiten.

  • 5 Burgemeester en wethouders doen van hun krachtens het derde en vierde lid genomen besluiten mededeling aan de desbetreffende raadscommissie(s).

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1 Subsidieverlening dan wel subsidievaststelling zonder dat een subsidieverlening is voorafgegaan kan naast de in artikel 4:25 Awb en 4:35 Awb geregelde gevallen in ieder geval ook geweigerd worden indien:

    a. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op of niet aanwijsbaar ten goede komen aan inwoners van de gemeente;

    b. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken;

    c. subsidieverstrekking niet past binnen de op het betreffende beleidsterrein gevoerde beleid, dan wel de betreffende activiteiten in dat kader onvoldoende prioriteit hebben.

  • 2 Burgemeester en wethouders zijn krachtens delegatie van verordenende bevoegdheid, dan wel bij beleidsregels, aanvullende criteria voor de verstrekking van subsidie vaststellen.

Artikel 7 Prioriteit

Indien een subsidieplafond dreigt te worden overschreden geven burgemeester en wethouders, onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 6, bij de verdeling van de beschikbare bedragen die aanvragen voorrang, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting:

a. van meer belang is voor het gemeentelijk (welzijns)beleid, en

b. meer zal bijdragen aan verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 8 Voorwaarden en verplichtingen

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen aan een subsidiebeschikking voorwaarden en verplichtingen verbinden. 

  • 2 Deze kunnen onder meer verplichtingen bevatten met betrekking tot de verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3 Verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie kunnen aan de beschikking worden verbonden indien en voor zover deze betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

  • 4 De subsidieontvanger voert een zodanig ingerichte administratie dat daaruit gedurende zeven jaren na afloop van de gesubsidieerde activiteit de van belang zijnde rechten en verplichtingen, evenals de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan.

Artikel 9 Nadere regels

Burgemeester en wethouders kunnen, onverminderd het bepaalde in de artikelen 2, tweede lid, en 6, tweede lid, krachtens delegatie van verordenende bevoegdheid, dan wel bij beleidsregels, regels vaststellen met betrekking tot de wijze van indiening en afhandeling van aanvragen, aan de subsidiebeschikking te verbinden voorwaarden en verplichtingen en de maximaal te verlenen subsidie.

Artikel 10 Toezichthouders

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van aan de ontvanger van de subsidie opgelegde verplichtingen.

Artikel 11 Rechten van de mens

  • 1 Behoudens voor zover er sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit, dienen de activiteiten van de instelling open te staan voor alle groeperingen zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

  • 2 De activiteiten van de instelling mogen in geen enkel opzicht strijdig zijn met de op grond van internationale verdragen erkende rechten van de mens.

Hoofdstuk II Eenjarige subsidies

Afdeling 1 Waarderingssubsidie

Artikel 12 Aanvraag
  • 1 Om in aanmerking te komen voor een eenjarige waarderingssubsidie, dient de aanvrager vóór 1 mei van het jaar, voorafgaand aan het subsidiejaar, een aanvraag in, welke tenminste vergezeld gaat van de volgende op het subsidiejaar betrekking hebbende bescheiden:

    a. Een volledig ingevuld, door burgemeester en wethouders vastgesteld, aanvraagformulier.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager verzoeken aanvullende informatie te verstrekken.

Artikel 13 Subsidieverstrekking
  • 1 Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks vóór aanvang van het subsidiejaar de eenjarige waarderingssubsidies vast, middels opneming in het Welzijnssubsidiejaarprogramma.

  • 2 Burgemeester en wethouders beslissen gelijktijdig bij de vaststelling van het Welzijnssubsidiejaarprogramma over de aanvragen waarover geen overeenstemming met de aanvrager is bereikt c.q. de aanvragen die worden afgewezen.

Artikel 14 Betaalbaarstelling

De waarderingssubsidie wordt bij aanvang van het subsidiejaar betaalbaar gesteld.

Afdeling 2 Activiteitensubsidie of exploitatiesubsidie

Artikel 15 Aanvraag
  • 1 Om in aanmerking te komen voor een eenjarige activiteiten- of exploitatiesubsidie, dient de aanvrager vóór 1 mei van het jaar, voorafgaand aan het subsidiejaar, een aanvraag in, welke tenminste vergezeld gaat van de volgende op het subsidiejaar betrekking hebbende bescheiden:

    a. Een volledig ingevuld, door burgemeester en wethouders vastgesteld, aanvraagformulier.

    b. de begroting;

    c. het activiteitenplan;

    d. een rekening van baten en lasten en een balans met een toelichting daarop, voorafgaand aan het jaar van indiening.

  • 2 Voor zover de aanvrager van een eenjarige activiteiten- of exploitatiesubsidie voor dezelfde activiteit tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen de instelling verzoeken aanvullende informatie te verstrekken.

Artikel 16 Subsidieverstrekking
  • 1 Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks vóór aanvang van het subsidiejaar de eenjarige activiteiten- of exploitatiesubsidie vast, middels opneming in het Welzijnssubsidiejaarprogramma. Indien een eenjarige activiteiten- of exploitatiesubsidie wordt verstrekt onder voorwaarden, geschiedt subsidieverstrekking door middel van een verleningsbeschikking.

  • 2 Burgemeester en wethouders beslissen gelijktijdig bij de vaststelling van het Welzijnssubsidiejaarprogramma over de aanvragen waarover geen overeenstemming met de aanvrager is bereikt c.q. de aanvragen die worden afgewezen.

Artikel 17 Betaalbaarstelling
  • 1 De subsidie wordt bij aanvang van het subsidiejaar betaalbaar gesteld, met dien verstande dat voor bedragen vanaf € 50.000,-- de subsidie in vier termijnen wordt verstrekt.

  • 2 Bij die subsidieontvangers waarvan de betaalde subsidie over enige voorgaande periode krachtens onherroepelijke beschikking als bedoeld in artikel 4:57 Awb teruggevorderd wordt, wordt het teruggevorderde bedrag verrekend met de betaalbaar te stellen termijnbedragen.

Artikel 18 Indexering

Bij die instellingen, die personeel in vast dienstverband hebben, vindt op de subsidie van het voorafgaande jaar een indexering plaats, gelijk aan de indexering van het gemeentefonds.

Artikel 19 Afrekening
  • 1 Indien een afzonderlijke aanvraag tot subsidievaststelling voorgeschreven is, moet deze uiterlijk 1 mei van het jaar, volgend op het subsidiejaar waarover subsidie is verleend, bij burgemeester en wethouders zijn ingediend.

  • 2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van de onder 1 genoemde datum af te wijken,

    indien hiertoe een met redenen omkleed verzoek om uitstel schriftelijk wordt ingediend. De periode van uitstel kan maximaal vier weken bedragen.

  • 3 De aanvraag tot vaststelling gaat in ieder geval vergezeld van:

    a. een verslag van de verrichte activiteiten in het subsidiejaar;

    b. een rekening van baten en lasten en een balans met een toelichting daarop.

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen aanvullend aan de in de subsidiebeschikking opgenomen voorwaarden nadere voorschriften vaststellen, waaraan de in lid 2 bedoelde gegevens moeten voldoen.

  • 5 Burgemeester en wethouders kunnen van een organisatie verlangen dat een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt overlegd.

  • 6 Burgemeester en wethouders kunnen, ook ingeval geen afzonderlijke aanvraag tot subsidievaststelling is voorgeschreven, eisen dat de instelling na afloop van het subsidiejaar binnen een door hen te bepalen termijn een financieel verslag en/of een verslag van de activiteiten indient.

  • 7 Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken op een aanvraag tot vaststelling van de subsidie en doen daarvan mededeling aan de desbetreffende raadscommissie(s). 

Hoofdstuk III Incidentele subsidies

Artikel 20 Aanvraag

  • 1 Een aanvrager die in aanmerking wil komen voor een incidentele subsidie ten behoeve van een eenmalige activiteit, dient daartoe een aanvraag in bij burgemeester en wethouders. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een gespecificeerde begroting en een beschrijving van de geplande activiteit. Burgemeester en wethouders kunnen de instelling verzoeken aanvullende informatie te verstrekken.

  • 2 Voor zover de aanvrager van een incidentele subsidie voor dezelfde activiteit tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.

  • 3 Incidentele subsidies kunnen worden verstrekt:

    a. op basis van een door burgemeester en wethouders vast te stellen verdeelprogramma, of

    b. door middel van behandeling van subsidieaanvragen op volgorde van binnenkomst.

Artikel 21 Behandeling door middel van verdeelprogramma

Indien burgemeester en wethouders besluiten tot het opstellen van een verdeelprogramma, zoals bedoeld in artikel 20, derde lid, onder a, kunnen zij regels vaststellen met betrekking tot de wijze van indiening en afhandeling van subsidieaanvragen, de termijnen voor indiening van subsidieaanvragen en de termijnen voor vaststelling van de subsidie.

Artikel 22 Behandeling op volgorde van binnenkomst

Indien burgemeester en wethouders besluiten tot het behandelen van subsidieaanvragen op volgorde van binnenkomst, zoals bedoeld in artikel 20, derde lid, onder b, wordt de aanvraag voor een incidentele subsidie voor de aanvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd ingediend.

Artikel 23 Subsidieverstrekking

  • 1 Subsidieverlening krachtens dit hoofdstuk heeft plaats middels een eenmalige subsidievaststelling, tenzij in de subsidiebeschikking uitdrukkelijk anders is bepaald.

  • 2 Ingeval een afzonderlijke aanvraag tot subsidievaststelling voorgeschreven is, moet deze binnen 3 maanden na afloop van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend worden ingediend, tenzij de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn bepaalt.

  • 3 De aanvraag tot vaststelling gaat in ieder geval vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag.

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen, ook ingeval geen afzonderlijke aanvraag tot subsidievaststelling voorgeschreven is, eisen dat de subsidieontvanger na afloop van de activiteiten binnen een door hen te bepalen termijn een financieel verslag en/of een verslag van de activiteiten indient.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 24 Ontheffing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in individuele gevallen van een of meer bepalingen van deze verordening voor een daarbij bepaalde duur ontheffing te verlenen.

Artikel 25 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

Artikel 26 Overgangsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die voor 1 januari 2007 zijn verleend of vastgesteld.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieverordening Welzijn Graft-De Rijp 2007”.

In te trekken de navolgende verordening: “Algemene subsidieverordening Graft-De Rijp” en te bepalen dat deze intrekking ingaat op de datum van inwerkingtreding van de Subsidieverordening Welzijn Graft-De Rijp 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Graft-De Rijp, gehouden op 21 december 2006,

,de voorzitter

,griffier