Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Graft-De Rijp

Beheersverordening begraafplaatsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Graft-De Rijp
Officiële naam regelingBeheersverordening begraafplaatsen
CiteertitelBeheersverordening begraafplaatsen Graft-De Rijp 2000
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de Lijkbezorging
  2. Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-201114-07-2016nieuwe regeling

09-11-2000

De Uitkomst, 04-01-2011

--

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Graft-De Rijp;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 oktober 2000;

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en het beheer van de ge-meentelijke begraafplaatsen;

gelet op artikel 7, 21, 26-29 en 38, tweede lid van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de volgende:

Beheersverordening begraafplaatsen Graft-De Rijp 2000. 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in de gemeente Graft-De Rijp;

eigen graf: een graf/kindergraf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:- het doen begraven en begraven houden van lijken;- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bij-zetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

eigen urnenhouder:een houder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

verstrooiingsplaats: een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats waar as wordt verstrooid;

asbezorging:het bijzetten van een asbus met of zonder urn;

asverstrooiing:het verstrooien van as;

grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

gedenkplaats:een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

beheerder: de ambtenaar die belast is met het dagelijks beheer van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Uitbreiding begrip eigen graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder 'eigen graf' mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis en eigen urnenhouder.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1 De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks vrij toegankelijk op tijden gelegen na zonsopgang en voor zonsondergang.

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kan de toegang tijdelijk worden gesloten.

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1 Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2 Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een begrafenis of het vervoeren van materialen;

    b. sneller dan 10 km per uur.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2.

  • 4 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraaf-plaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5 Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5 Bijzondere plechtigheden

  • 1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degene die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven, asbezorging, openen en sluiten van het graf, asverstrooiing

  • 1 Degenen, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2 Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats of in het crematorium te zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk.

  • 3 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats. Het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats en/of door de uitvaartverzorger.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3 Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum graf-rusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke mini-mum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 14, tweede lid.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraven, asbezorging en asverstrooiing

  • 1 De tijd van begraven en het bezorgen of verstrooien van as is:

    - op werkdagen van 09.00 uur tot 15.30 uur;

    - op zaterdag van 09.00 uur tot 15.00 uur.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1 Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven: eigen graven, eigen urnengraven, eigen urnennissen en eigen urnenhouders. 

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.

Artikel 11 Aantal overledenen in graven

  • 1 In de eigen graven/kindergraven worden ten hoogste twee lijken en vier urnen of een lijk en acht urnen begraven.

  • 2 In de algemene graven worden ten hoogste twee lijken begraven.

  • 3 In een eigen urnengraf, eigen urnenhouder of eigen urnennis worden maximaal twee urnen bijgezet.

  • 4 Burgemeester en wethouder kunnen in bijzondere gevallen van het in dit artikel genoemde afwijken.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1 De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in door de beheerder aangegeven volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 13 Termijnen eigen graven

  • 1 Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2 Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 3 Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken.

  • 4 Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 14, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 14 Overschrijving van verleende rechten

  • 1 Het recht op een eigen graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vo-rengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving aan burge-meester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen. 

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht be-trekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 15 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van een zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 16 Sluiting van graven

  • 1 Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn verzoek met name heeft genoemd.

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 17 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2 Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen en de wijze van aanbrengen zijn door burgemeester en wethouders nadere regels vastgesteld. (Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen)

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4 Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    a. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om grafbedekking tijdelijk te verwijderen indien dit noodzakelijk is voor het begraven in een nabijgelegen graf.

Artikel 18 Grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daarvoor tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder.

Artikel 19 Verwijdering grafbedekking

  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje/merkteken door burgemeester en wethouders bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een half jaar voor het genoemde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 3 Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediend schriftelijk verzoek, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 17 was verleend. Het schriftelijk verzoek kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4 De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    - geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    - de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald. 

Artikel 20 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1 De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2 Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen.

  • 3 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door bekendmaking door middel van publicatie en/of door berichtgeving op de begraafplaats als het adres van de recht-hebbende niet bekend is. 

Artikel 21 Onderhoud door de gemeente

Burgemeester en wethouders voorzien in het schoonhouden, het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en zorgen voor de beplantingen.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnen-graven en urnennissen

Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1 Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje/merkteken ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf bekend is. In dat geval delen zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken.

  • 2 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken zullen worden begraven. De bij ruiming nog in de urnen aanwezige as zal worden verstrooid.

  • 3 Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mo-gelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een alge-meen graf kunnen de beheerder vragen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4 De rechthebbende op een eigen graf, kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders op-nieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf, eigen urnennis of eigen urnen-houder kan de beheerder vragen deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap

Niet van toepassing

Hoofdstuk 8 Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekkingen

Artikel 23 Lijst

  • 1 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op een lijst van graven die van historische betekenis zijn, te worden bijgeschreven.

  • 2 De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 9 Inrichting register

Artikel 24 Voorschriften

  • 1 Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 10 Klachten

Artikel 25 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1 Ingezetenen en in de gemeente belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feite-lijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemees-ter en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2 Burgemeester en wethouders beslissen binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste dertig dagen verlengen.

Hoofdstuk 11 Commissie voor de begraafplaatsen

Artikel 26 Benoeming leden, taken

n.v.t.

Hoofdstuk 12 Slotbepalingen

Artikel 27 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 29 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 28 Starfbepaling

  • 1 Hij die handelt in strijd met hetgeen de Wet op de Lijkbezorging eist t.a.v. de integriteit en de wettelijke bezorging van lijken is strafbaar.

  • 2 Overtredingen kunnen worden gestraft met een geldboete en/of openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op een nader door de gemeenteraad te bepalen dag in werking, met ingang van welke datum de bestaande verordening op het gebruik en het beheer van de algemene begraafplaatsen van de gemeente Graft-De Rijp van 16 december 1971 vervalt.

Artikel 30 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Beheersverordening begraafplaatsen Graft-De Rijp 2000’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Graft-De Rijp, gehouden op 9 november 2000.

, voorzitter

, secretaris