Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maasdonk

Verordening aansluitvoorwaarden riolering en heffing en invordering van rechten voor de aansluiting op het openbaar riool 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maasdonk
Officiële naam regelingVerordening aansluitvoorwaarden riolering en heffing en invordering van rechten voor de aansluiting op het openbaar riool 2004
CiteertitelVerordening aansluitvoorwaarden riolering en heffing en invordering van rechten voor de aansluiting op het openbaar riool 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpBelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 229, eerste lid aanhef en onderdeel B Gemeentewet
  2. artikel 10.33 Wet milieubeheer
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-02-200401-01-2004Onbekend

03-02-2004

Streekwijzer

Agendapunt 8G

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Maasdonk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2003;

gezien het advies van de Adviesraad Ruimtelijke zaken d.d. 12 januari 2004;

gelet op artikel 229, eerste lid aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet en artikel 10.33 van de Wet milieubeheer;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening aansluitvoorwaarden riolering en heffing en invordering van rechten voor de aansluiting op het openbaar riool 2004

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aansluitleiding:

    het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen.

  • b.

    Aansluitpunt:

    1. bij gemengde en gescheiden rioolstelsels het punt, gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar het particuliere riool op de perceelaansluitleiding wordt aangesloten.

    2. bij een drukriool het punt waar het particuliere riool wordt aangesloten op de pompput.

    Als aansluitpunt wordt ook wel eens het controleputje gebruikt.

  • c.

    Afvalwater:

    al het water afkomstig van het perceel, met uitzondering van hemelwater en drainagewater.

  • d.

    Bronneringswater:

    grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.

  • e.

    Drainagewater:

    grondwater, ingezameld voor een ingegraven doorlatend buizensysteem.

  • f.

    Drainagestelsel:

    gemeentelijk leidingstelsel, bestemd voor de afvoer van overtollig grondwater, met uitzondering van de aansluitleidingen

  • g.

    Drukriool:

    het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater, exclusief hemelwater, waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk.

  • h.

    Gebruiker:

    de perceeleigenaar, de zakelijk gerechtigde van het perceel of de huurder die gebruik maakt van de aansluiting op het openbaar riool.

  • i.

    Gemeente:

    de gemeente Maasdonk.

  • j.

    Gemengd stelsel:

    het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, inclusief hemelwater.

  • k.

    Gescheiden stelsel:

    het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van afvalwater.

  • l.

    Openbaar riool:

    het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en drainagewater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.

  • m.

    Particulier riool:

    de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen, buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt. Het particulier riool wordt ook '' de particuliere afvoerleiding'' genoemd.

  • n.

    Perceelaansluitleiding:

    het riool en voorzieningen die deel uit maken van dit riool, tusen het openbaar riool en het aansluitpunt, in beheer bij de gemeente.

  • o.

    Rechthebbende:

    1. de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden.

    2. de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1 bedoelde personen.

  • p.

    Tarievenlijst:

    door de raad vast te stellen lijst.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ''aansluitrecht riolering'' wordt een recht geheven van degene, die bij het begin van het belastingjaar, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak en bij wie ten aanzien van die onroerende zaak een aansluiting op het openbaar riool gerealiseerd zal worden.

  • 2. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerstelid, wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 3 Vergunningplicht

  • 1. Het is verboden zonder een daartoe verleende aansluitvergunning een aansluiting van een particulier riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen een aansluitvergunning alleen voor het tot stand brengen en in stand houden van een aansluiting tussen het particulier riool en de perceelaanlsluiting:

    • a.

      voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is;

    • b.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • c.

      voor de afvoer van hemelwater naar het daarvoer bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • d.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater indien ter plaatse riolering onder over en/of onderdruk aanwezig is;

    • e.

      voor de afvoer van grondwater indien ter plaatse een drainagestelsel of een gemengd stelsel aanwezig is.

  • 3. Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonder van toepassing.

  • 4. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a.

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de aansluitleiding;

    • c.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

      de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater indien het een tijdelijke aansluiting betreft.

  • 5. Indien de rechthebbende binnen een jaar na verlenging van de aansluitvergunning geen verzoek heeft gedaan de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop de aansluitvergunning betrekking heeft, uit te voeren, kunnen burgemeester en wethouders de aansluitvergunning intrekken.

Artikel 4 De vergunningsaanvraag

  • 1. De aanvraag van een aansluitvergunning wordt schriftelijk met behulp van een daartoe bestemd formulier, bij burgemeester en wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel.

  • 2. Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de aanduiding dat het een verzoek om een aansluitvergunning betreft;

    • d.

      de ligging van het aan te sluiten perceel:

      1. aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel, en

      2. aangegeven op een situatieschets 1:1000 of grotere schaal;

    • e.

      voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;

    • f.

      voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er daarnaast hemelwater zal worden afgevoerd;

    • g.

      van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool ten minste de volgende gegevens:

      1. het leidingverloop en de dimensionering;

      2. de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

      3. een duidelijk verschil in kleur of symbolen tussen de droogweer- en hemelwaterafvoerleidingen;

      4. de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.

  • 3. Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij de aanvraag van een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.

  • 4. De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

Artikel 5 Weigering van de aansluitvergunning

  • 1. Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijde van het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm plus de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding;

    • b.

      de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;

    • c.

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

    • d.

      het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • e.

      het lozing van niet verontreinigd drainagewater betreft;

    • f.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • g.

      een bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer voor het aan te sluiten perceel is geweigerd;

    • h.

      de rechthebbende op grond van een overeenkomst met de gemeente het hemelwater niet op de openbare riolering mag brengen, maar in een grijswatercircuit of infiltratievoorziening moet brengen.

  • 3. Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij burgemeester en wethouders de nadere eisen aangeven waaraan het particulier riool dient te voldoen om voor vergunningverlening in aanmerking te komen.

Artikel 6 Verlening aansluitvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag

  • 2. In afwijking van het eerste lid houden burgemeester en wethouders de beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren:

    • a.

      terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een bouwvergunning krachtens artikel 40 van de Woningwet

    • b.

      terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer.

  • 3. Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de hoogte gesteld.

  • 4. Na verlening van de in lid 2 sub a en b bedoelde vergunningen, nemen burgemeester en wethouders alsnog binnen 8 weken een besluit op de aanvraag.

Artikel 7 Verzoek tot aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding

  • 1. De rechthebbende aan wie ingevolge afdeling II een aansluitvergunning is verleend kan de gemeente verzoeken de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die vergunning betrekking heeft uit te voeren. De rechthebbende dient een daartoe strekkend schriftelijk verzoek in te dienen bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Bij het verzoek tot aansluiting dienen in ieder geval de volgende gegevens door de rechthebbende te worden vermeld:

    • a.

      de naam en het woonadres van de rechthebbende;

    • b.

      het nummer van de aansluitvergunning;

    • c.

      de door rechthebbende gewenste datum van uitvoering.

    Het verzoek tot aansluiting wordt slechts in behandeling genomen indien deze gegevens volledig zijn vermeld.

  • 3. Indien de kosten van de aanleg van de aansluiting reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit naast de in het tweede lid bedoelde gegevens bij het verzoek tot aansluiting te vermelden.

  • 4. Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 4 weken na de ontvangst van het verzoek stellen burgemeester en wethouders zoveel mogelijk in overleg met rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de aansluiting.

    Bij de vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip. De afspraak zal schriftelijk door de gemeente aan de rechthebbende worden bevestigd.

Artikel 8 Kosten van de aansluiting

  • 1. De rechten voor de aansluiting op het openbaar riool worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarievenlijst.

  • 2. De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot feitelijke aanleg van de perceelaansluitleiding over te gaan, voordat de rechthebbende zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding die zijn begroot aan de hand van de in het eerste lid genoemde tarievenlijst, en de over die kosten verschuldigde omzetbelasting.

  • 3. De kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding, zoals bedoeld in het tweede lid, kunnen niet meer in rekening worden gebracht indien deze reeds op andere wijze op de rechthebbende worden/zijn verhaald.

Artikel 9 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding

  • 1. De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding, inclusief de aansluiting van het particuliere riool op de perceelaansluitleiding, vindt niet plaats anders dan door of vanwege de gemeente.

  • 2. De aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding vindt slechts plaats, als het aan te sluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaran op grond van het Bouwbesluit of de Bouwverordening gemeente Maasdonk te stellen eisen.

Artikel 10 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1. Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

  • 2. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het via deze aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding of het openbaar riool veroorzaken;

    • b.

      het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de aansluitleiding of het openbaar riool aantasten.

  • 3. De kosten voor het onderhoud van het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool.

  • 4. Onder renovatie wordt tevens begrepen het aanpassen van de perceelaansluiting ten gevolge van een wijziging van het openbaar riool.

  • 5. Bij wijziging door de gemeente van de hoogteligging van het aansluitpunt dient de rechthebbende ervoor te zorgen dat het particulier riool hierop kan worden aangesloten op een zodanige wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd kan plaatsvinden.

Artikel 11 Calamiteiten

  • 1. Bij een verstopping of een andere storing in het particulier riool onderzoekt de rechthebbende of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in de perceelaansluitleiding.

  • 2. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de perceelaansluitleiding of van een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende of de gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden. De gebruiker zal daartoe het aansluitpunt vrijmaken zodat het deksel daarvan kan worden geopend zonder gevaar voor inspoeling van buitenaf.

  • 3. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing zelf te verhelpen.

  • 4. Bij het door de gemeente verrichten van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden dient de rechthebbende of gebruiker, voordat met de werkzaamheden wordt gestart, tevoren schriftelijk akkoord te gaan met de voorwaarde dat de kosten van de werkzaamheden aan hem in rekening worden gebracht, indien blijkt dat deze kosten voor zijn rekening zijn.

Artikel 12 Zorgplicht

  • 1. Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanig voorzieningen aan het particulier riool worden getroffen dat (bijvoorbeeld) verzanding van het openbare riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen.

  • 2. Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de in het eerste lid omschreven zorgplicht, heeft de gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de rechthebbende.

  • 3. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen.

  • 4. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt de op de aansluitleiding betrekking hebbende vergunning ingetrokken, waarna het particulier riool op kosten van de rechthebbende door de gemeente wordt verwijderd.

Artikel 13 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur.

Artikel 14 Termijnen van betaling

  • 1. Het recht moet zijn betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de nota is vermeld.

  • 2. Het recht moet in één termijn worden betaald.

Artikel 15 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten in het kader van deze verordening wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 17 Overgangsrecht

Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag volgend op die van haar bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2004.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening aansluitvoorwaarden riolering en heffing en invordering van rechten voor de aansluiting op het openbaar riool 2004.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 3 februari 2004

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter