Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening leerlingenvervoer 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening leerlingenvervoer 2002
CiteertitelVerordening leerlingenvervoer 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet; Algemene Wet Bestuursrecht; Wet op het primair onderwijs, art. 4; Wet op de expertisecentra; Wet op het voortgezet onderwijs

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-07-200201-05-200226-06-2013Nieuwe regeling

14-05-2002

Stadskrant Veghel, 23-05-2002

Datum: 23-04-2002
22-08-200301-05-2003Wijziging: art. 1, onderdeel l gewijzigd en onderdeel u toegevoegd; art. 3: lid 3 toegevoegd; art. 8: vervallen; art. 15, lid 4 gewijzigd, art. 16: gewijzigd, art. 22: lid 3 gewijzigd, art. 23: deels gewijzigd; art. 24: deels gewijzigd; art. 25: deels gewijzigd; art. 29, toegevoegd lid 2

26-06-2003

Stadskrant Veghel, 10-07-2003

2003-55

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer 2002

De raad van de gemeente Veghel,

 

gelezen het voorstel van het college van 23 april 2002;

 

gelet op de Gemeentewet, de Algemene Wet Bestuursrecht en de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

 

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende "Verordening leerlingenvervoer 2002".

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder

a. school:

een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;

een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;

een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;

een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs;

 

b. ouders:

de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

 

c. leerling:

een leerling van een school als bedoeld onder a;

 

d. woning:

de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;

 

e. afstand:

de afstand tussen de woning van de leerling en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

 

f. vervoer:

openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de op­stapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

 

g. openbaar vervoer:

voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

 

h. aangepast vervoer:

vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi,  treintaxi of bustaxi;

 

i. eigen vervoer:

vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

 

j. reistijd:

de totale tijdsduur die ligt tussen het verla­ten van de woning en de aanvang van de schooldag vol­gens het school­plan, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijds­duur die ligt tussen 10 minuten na het einde van de school­dag vol­gens het school­plan en de aankomst bij de woning;

 

k. toegankelijke school:

voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde gods­dien­stige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openba­re school, of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

 

voor het (voortgezet) speciaal onder­wijs en scholenvoor speciaal voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de ver­lang­de godsdienstige of le­vensbe­schouwelijke richting dan wel de openba­re school van de soort waarop de leerling is aangewe­zen;

 

l. inkomen:

het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar vooraf­gaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskos­ten wordt gevraagd;

 

m. opstapplaats:

een door het college aangewezen plaats, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

 

n. commissie voor de begeleiding:

de commissie die is ingesteld  door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;

 

o. vervoersvoorziening:

een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of

aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen;

 

p. permanente commissie leerlingenzorg:

de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

 

q. samenwerkingsverband:

het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

 

r. regionale verwijzingscommissie:

de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

 

s. opdc:

orthopedagogisch en –didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

 

t. ambulante begeleiding:

de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

 

u. commissie voor de indicatiestelling:

de commissie als bedoeld in artikel 28c van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toemet inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders, aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskos­ten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorg­de vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verorde­ning moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weige­ring van of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging verval­len.

  • 3. De bepalingen in deze veror­dening laten onverlet de verantwoorde­lijk­heid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
  • 1. Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de op­stappla­ats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toeganke­lijke school, tenzij vervoer naar een verder wegge­le­gen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instem­men.

  • 2. Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gele­gen, ontstaat er slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als de ouders schrifte­lijk verklaren dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de rich­ting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

  • 3. Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.

Artikel 5 Aanvraagprocedure
  • 1. Een aanvraag voor bekostiging van de ver­voerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier gevraagde gegevens.

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, vóór 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.

  • 3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend, wordt deze getroffen:

    a. met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag vóór 1 juni is ingediend;

    b. met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop bekostiging wordt verstrekt niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2. Indien er sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

    Het college deelt zijn besluit schriftelijkmee aan de ou­ders.

  • 4. Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden terugge­vor­derd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8 Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voorzover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor primair onderwijs

Artikel 9 Bekostiging voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Metinachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaatsen

a. de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school

voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

b. een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

 

Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg
  • 1. Het college neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing in acht van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijsbezoekt, bekostiging  op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan vier kilometer bedraagt.

  • 3. In afwijking van het eerste en het tweede lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van  vervoer ten behoeve van een begeleider
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een bege­lei­der indien de leerling jonger dan negen jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoeg­zaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelf­standig van het open­baar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begelei­der voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijsbezoekt, indien voldaan wordt aan de afstandscriteria van artikel 11, en

a. de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden terug­ge­bracht, of:

b. openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

 

Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlin­gen zelf te vervoe­ren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    a. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behou­dens het bepaalde in het vijfde lid;

    b. een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisrege­ling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behou­dens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisre­geling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlin­gen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Artikel 15 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toe­gan­kelijke school meer dan twee kilo­meter bedraagt.

  • 2. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan vier kilometer bedraagt.

  • 3. Indien een leerling een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bezoekt is het bepaalde in het eerste lid van toepassing indien de leerling speciaal onderwijs volgt, en is het bepaalde in het tweede lid van toepassing indien de leerling voortgezet speciaal onderwijs volgt.

  • 4. In afwijking van het eerste en het tweede lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 16 Commissie voor de begeleiding
  • Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een bege­lei­der indien door de ouders ten behoeve van het college genoeg­zaam wordt aangetoond dat de leer­ling, gelet op zijn lichamelij­ke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelf­standig van het openbaar vervoer of vervoer per fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begelei­der voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan de afstandscri­teria van artikel 15, en

    a. de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is ‑ ook niet onder begeleiding ‑ van het openbaar vervoer gebruik te maken, of

    b. de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of

    c. openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oor­deel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlin­gen zelf te vervoe­ren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    a. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    b. een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisre­geling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlin­gen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisre­geling binnenland.

Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten
  • 1. Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbij­zijn­de voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de lichame­lijke, verstandelijke of zintuiglijke handi­cap van de leerling dat vereist.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Titel 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 21 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het week­einde‑ en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleegge­zin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer
  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolva­kanties.

  • 2. Het college bekostigt de kosten van het vakantiever­voer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling ver­blijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17, tweede lid; artikel 18, eerste lid onder b; artikel 18, tweede lid, en artikel 20.

Titel 5 Eigen bijdrage

Artikel 23 Drempelbedrag
  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 17.700,–-, wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2. In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders tezamen meer bedraagt dan € 17.700,--.

  • 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4. Het bedrag van € 17.700,-–, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 1999 jaarlijks aange­past aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het vooraf­gaande jaar en rekenkundig afge­rond op een veelvoud van € 450.           

    Het aangepaste bedrag treedt in de plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 17.700,–-.

  • 5. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Titeldeel 6 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 24 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 25 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht, of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school en terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 26 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisre­geling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlin­gen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisre­geling binnenland.

Titel 7 Slotbepalingen

Artikel 27 Vangnetbepaling

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 28 Bijzondere gevallen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskun­digen.

Artikel 29 Overgangsbepalingen
  • 1. Voor een leerling als bedoeld in titel 6 voor wie in het schooljaar 2001-2002 krachtens de Wet (Re)integratie arbeidsgehandicapten (Rea) een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.

  • 2. Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht indien de afstand van de woning naar de school meer dan 4 kilometer bedraagt. Titel 5 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De bepalingen in titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002-2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002-2003 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening luiden, van toepassing.

Artikel 30 Citeertitel, inwerkingtreding
  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening leerlingenvervoer 2002".

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van publicatie en werkt terug tot en met 1 mei 2002.

  • 3. Per inwerkingtreding van deze verordening vervalt de "Verordening leerlingenvervoer gemeente Veghel" zoals deze is vastgesteld d.d. 7 juni 1999 en de wijzigingsverordening d.d. 13 december 2001 met dien verstande dat deze van toepassing blijft voor aanvragen die betrekking hebben op de schooljaren 2000/2001 en 2001/2002.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 14 mei 2002.

De raad voornoemd.

De secretaris,              De voorzitter,

 

J.J.A. Broekman.          A. Frankfort.