Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Beleidsregels inzake ingebrekestellingen bij niet tijdig beslissen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingBeleidsregels inzake ingebrekestellingen bij niet tijdig beslissen
CiteertitelBeleidsregels inzake ingebrekestellingen bij niet tijdig beslissen
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: n.v.t.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, artt. 4:81 en 4:17

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-05-201019-03-2016nieuwe regeling

04-05-2010

Westerpost, 19 mei 2010

-

Tekst van de regeling

Beleidsregels inzake ingebrekestellingen bij niet tijdig beslissen

Ingebrekestelling

Hoofdregel is dat het bestuursorgaan na de ontvangst van de ingebrekestelling nog twee weken de tijd heeft om een beslissing te nemen. Beslist het bestuursorgaan niet binnen twee weken dan begint de dwangsom na deze twee weken te lopen.

Beleidsregels met betrekking tot ingebrekestellingen:

  • a.

    Alle brieven, klachten en bezwaren waarin de gemeente wordt verweten dat de wettelijke beslistermijn niet is gehaald of waarin verzocht wordt alsnog een besluit te nemen, worden als een schriftelijke ingebrekestelling aangemerkt;

  • b.

    De ingebrekestelling kan blijken uit een bezwaarschrift of in een klacht. Brieven, klachten en bezwaren waarin niets is vermeld over het overschrijden van een beslistermijn worden niet als een ingebrekestelling aangemerkt;

  • c.

    Brieven, klachten en bezwaren over een te laat genomen besluit worden niet als een ingebrekestelling aangemerkt als er al door het bestuursorgaan is beslist;

  • d.

    Indien er onduidelijkheden bestaan of een klacht of bezwaarschrift als ingebrekestelling moet worden aangemerkt wordt zo nodig contact opgenomen met de klager/bezwaarde;

  • e.

    Als meer personen/instellingen samen om één besluit hebben gevraagd, geldt een ingebrekestelling van één aanvrager als een ingebrekestelling van alle aanvragers (zij moeten vervolgens de eventueel verschuldigde dwangsom delen);

  • f.

    Wanneer de ingebrekestelling is verzonden op het moment dat de beslistermijn nog niet is verstreken, is het bestuursorgaan (nog) niet in gebreke. Ingebrekestellingen bij voorbaat (het bestuursorgaan wordt vooraf in gebreke gesteld, voor het geval het de beslistermijn overschrijdt) worden niet als ingebrekestelling aangemerkt. De aanvrager of bezwaarde wordt hiervan op de hoogte gesteld;

  • g.

    Een ingebrekestelling is ook vereist als de beslistermijn is verdaagd/opgeschort en het bestuursorgaan in de verdagings-/opschortingsbrief heeft aangegeven wanneer de aanvrager/bezwaarde de beslissing (op bezwaar) kan verwachten en die termijn is verstreken;

  • h.

    Ingebrekestellingen worden ingediend bij het orgaan waar de aanvraag of bezwaar is ingediend. Wanneer een ingebrekestelling bij een onbevoegd orgaan binnenkomt, geldt er een doorzendplicht. De ontvangst van ingebrekestellingen wordt geregistreerd. Het adres, waar de aanvrager/bezwaarde de ingebrekestelling naar toe kan sturen, is het adres van het bestuursorgaan dat de aanvraag/het bezwaarschrift behandelt. Dat adres wordt vermeld op de ontvangstbrief van de aanvraag of de bevestiging van ontvangst van het bezwaarschrift;

  • i.

    Voor de ingebrekestelling geldt geen wettelijke termijn van indiening. Nagegaan moet worden of een ingebrekestelling onredelijk laat is ingediend. Het bestuursorgaan is namelijk geen dwangsom verschuldigd, als het onredelijk laat in gebreke is gesteld (artikel 4:17 zesde lid sub a Awb) Gelet op de memorie van toelichting moet het criterium ‘onredelijk laat' ruim in het belang van de aanvrager en bezwaarde worden uitgelegd. Het criterium onredelijk laat zal per geval worden beoordeeld. De ingebrekestelling is in beginsel onredelijk laat ingediend als de beslistermijn (zonder verdaging) al tweemaal is overschreden.