Overheidsorganisatie | Gemeente Veghel |
---|---|
Officiële naam regeling | Geurverordening (incl. eerste wijziging) |
Citeertitel | Geurverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
geen
Wet geurhinder en veehouderij, art. 6 en art. 8
Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2015 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 04-12-2014 GVOP, 29-04-2015 | voorstel 4-12-2014 | |
30-04-2015 | Wijziging art. 4, lid 1 en 2; toevoeging art. 4 lid 3. | 04-12-2014 GVOP, 29-04-2015 |
De raad van de gemeente Veghel,
gezien het voorstel van het college van B&W van 28 oktober 2014
gelet op de artikelen 6 en 8 van de Wet geurhinder en veehouderij; met inachtneming van amendement A6;
besluit vast te stellen de:
Geurverordening
In deze verordening wordt verstaan onder:
Dierenverblijf:
al dan niet overdekte ruimte waarbinnen dieren worden gehouden;
Geurgevoelig object:
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;
Veehouderij:
inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;
Kaart:
de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaartbijlage (‘Geurverordening’, Arcadis 2010).
Vergunning:
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Wet:
de Wet geurhinder en veehouderij.
1. Bij een beslissing inzake de vergunning voor het oprichten of veranderen van een veehouderij neemt het bevoegd gezag de in artikel 3 en 4 van deze verordening bepaalde andere waarden en afstanden, als bedoeld in artikel 6 van de Wet, in acht.
2. Voor de gebiedsindeling, zoals aangegeven in artikel 3 van deze verordening, wordt verwezen naar de bij deze verordening behorende kaart.
3. De in deze verordening bepaalde begrenzingen, andere waarden en afstanden zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Wet gebaseerd op de bij deze verordening behorende ‘Gebiedsvisie geurhinder en veehouderij’ en de nota ‘Evaluatie verordening Wet geurhinder en veehouderij’ (Arcadis, 2010).
Binnen de daartoe aangewezen gebieden, die zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart, is de wettelijke standaardnorm, respectievelijk een andere waarde van toepassing dan de betreffende waarde genoemd in artikel 3, eerste lid van de Wet.
De afwijkende waarden zijn aangegeven in onderstaande tabel, door middel van een gekleurde achtergrond.
Bij de met een * aangegeven waarden gaat het om waarden die niet afwijken van de wettelijke standaardnorm. Deze zijn voor het overzicht en in verband met de begrenzing wel weergegeven in de tabel en op de kaart.
Voorliggende verordening legt via de kaart de begrenzing van de onderscheiden gebieden vast.
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 4 lid 1 van de Wet geldt binnen het projectgebied 'Veghels Buiten' met een zone daaromheen van 250 meter, een andere afstand, met dien verstande dat deze:
ten minste 50 meter bedraagt indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en
ten minste 25 meter bedraagt indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 4 lid 1 van de Wet geldt binnen de op de kaart aangegeven kernrandzones, grenzend aan bestaande woongebieden en aan bestaande bedrijventerreinen en binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsconcentraties buitengebied (Driehuizen, gebied ten noorden van Mariaheide en Zondveld), een andere afstand, met dien verstande dat deze:
ten minste 50 meter bedraagt indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen,
ten minste 25 meter bedraagt indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen.
3. Artikel 4 lid 2 van deze verordening is alleen van toepassing op veehouderijen waarin rechtens:
Minder dan 200 stuks melkrundvee (excl. vrouwelijk jongvee), of
minder dan 340 stuks vrouwelijk jongvee, of
minder dan 340 stuks melkvee (melkrundvee en jongvee opgeteld), of
minder dan 100 paarden (excl. bijbehorende dieren in opfok < 3 jaar), of
minder dan 50 overige landbouwhuisdieren (niet zijnde melkvee, jongvee en paarden) worden gehouden.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van de bekendmaking van dit besluit.
Deze verordening kan aangehaald worden als ‘Geurverordening’.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 4 december 2014.
De raad voornoemd
De griffier, De voorzitter,
dr. W. Oosten mr. I.R. Adema.
Kaart normstelling