Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 14de mei 1976 ter uitvoering van de artikelen 9 lid 2, 11 en 13 lid 3 van de Landsverordening economische zones 2000 (P.B. 2001, no. 18)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 14de mei 1976 ter uitvoering van de artikelen 9 lid 2, 11 en 13 lid 3 van de Landsverordening economische zones 2000 (P.B. 2001, no. 18)
CiteertitelLandsbesluit Economische Zones
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Ingevolge artikel 23 van de Landsverordening economische zones 2000 (P.B. 2001, no. 18) berust dit landsbesluit met ingang van 3 maart 2001 op die landsverordening en ingevolge artikel 24, vierde lid, van die landsverordening zijn de benamingen in dit besluit daaraan aangepast. De in de benaming genoemde artikel 9, lid 2, 11 en 13, lid 3 zijn niet aangepast naar aanleiding van P.B. 2001, no. 18. Artikel 9, lid 2 en 11 komen inhoudelijk overeen met respectievelijk het artikel 6 en 10, lid 2.

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 4 juli 1986 (P.B. 1986, no. 115) is vastgesteld bij landsbesluit van 12 december 1986 (P.B. 1986, no. 163).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Landsverordening economische zones 2000 (P.B. 2001, no. 18), art. 6 en 10, tweede lid.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Beschikking Enig Document (P.B. 1993, no. 27), te rekenen vanaf 1 september 1992 vervangen door beschikking Enig Document 2004 (P.B. 2004, no. 40)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-03-2001Aanpassen aan invoering landsverordening economische zones 2000 (P.B. 2001, no. 18)

12-02-2001

P.B. 2001, no. 18

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATRE­GELEN, van de 14de mei 1976 ter uitvoering van de artikelen 9 lid 2, 11 en 13 lid 3 van de Landsverordening economische zones 2000 (P.B. 2001, no. 18).

Artikel 1

  • 1. Het vervoer naar en de opslag in de economische zone van nog niet vrijgemaakte goederen, de uitslag en het vervoer in hetzelfde eilandgebied van goederen van de ene economische zone naar een andere economische zone en de opslag in deze andere economische zone alsmede de uitslag uit de economische zone en het vervoer naar een schip of een luchtvaartuig van uitgaande goederen mogen slechts geschieden met gebruikmaking van een door de Minister van Financiën vastgesteld document.

  • 2. Invoer uit de economische zone in het vrije verkeer, uitslag uit de economische zone voor opslag in entrepôt en uitvoer naar de economische zone uit het vrije verkeer geschieden op dezelfde voet als bij de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 is bepaald voor onderscheidenlijk invoer uit het buitenland in het vrije verkeer, opslag van nog niet vrij gemaakte goederen in entrepôt en uitvoer naar het buitenland.

Artikel 2

  • 1. De goederen, welke niet in de economische zone aanwezig mogen zijn, zijn:

    • a.

      absinth;

    • b.

      boeken, nadruk zijnde van wetenschappelijke, letterkundige en kunstwerken waarvan in Nederland, Suriname of de Nederlandse Antillen of in staten met welke daaromtrent overeenkomsten zijn gesloten, het auteursrecht wordt bezeten;

    • c.

      koperen, bronzen of nikkelen munt of plaatjes voor zodanige munt, anders dan vanwege het Land ingevoerd, alles onverminderd de verbodsbepalingen bij bijzondere verordeningen vastgesteld;

    • d.

      buskruit, niet vloeibare mengsels van nitro-glycerine en op zich zelf niet ontplofbare stoffen (in het bijzonder dynamiet en lithofacteur), nitrocellulose (in het bijzonder dynamiet en lithofacteur), nitrocellulose (in het bijzonder schietkatoen) en vuurwerk hetwelk buskruit bevat;

    • e.

      nitroglycerine of andere ontplofbare nitroverbindingen in vloeibare toestand alsmede vloeibare mengsels waarin dergelijke stoffen voorkomen;

    • f.

      ontplofbare verbindingen, die chloorzure of prikrinezure zouten bevatten;

    • g.

      niet vloeibare mengsels van nitroglycerine of andere ontplofbare nitroverbindingen, met op zich zelf ontplofbare stoffen als genitreerde cellulose, buskruitsassen, enz.;

    • h.

      knalkwikzilver en andere knalzouten en de daarmede vervaardigde preparaten, daaronder niet begrepen slaghoedjes en andere ontstekingsmiddelen, die dergelijke preparaten bevatten;

    • i.

      vuurwapenen, munitie en blanke wapenen, tenzij door het bevoegde gezag vergunning is verleend tot het houden daarvan. Zodanige vergunning kan slechts worden verleend met het oog op de bewaking van de economische zone;

    • j.

      dieren;

    • k.

      goederen waarvoor een in-, uit- of doorvoerverbod geldt en accijnsgoederen, tenzij zij

      • -

        bestemd zijn voor gebruik in een economische zone,

      • -

        verkregen zijn door verwerking in een economische zone, of

      • -

        bestemd zijn voor uit- of doorvoer vanuit een economische zone.

  • 2. Het in de aanhef van het eerste lid van dit artikel bepaalde, is tenzij aan de in de Opiumlandsverordening 1960 (P.B. 1960. no. 65) gestelde voorwaarden is voldaan, eveneens van toepassing op:

    • a.

      bereid opium, ruw opium, fructus papaveris (slaapbollen), cocabladeren, ruwe cocaïne en ergonine en van Indische hennep en de daaruit getrokken hars, alsmede de gebruikelijke preparaten, waaraan deze hars ten grondslag ligt;

    • b.

      medicinaal opium;

    • c.

      morphine, diacetylmorphine, benzoylmorphine en dergelijke esters van morphine, cocaïne en hare respectieve zouten;

    • d.

      alle preparaten, officinaal of niet officinaal, daaronder begrepen de z.g. anti-opiummiddelen, die morphine of cocaïne bevatten;

    • e.

      alle preparaten, die diacetylmorphine, benzoylmorphine of dergelijke esters van morphine bevatten;

    • f.

      galenische preparaten (extract en tinctuur) van Indische hennep;

    • g.

      methylmorphine (codeïne) en aethylmorphine, zomede de zouten van die stoffen en alle preparaten, welke die stoffen of haar zouten bevatten;

    • h.

      desomorphine (dihidrodesoxymorphine) en alle andere preparaten, welke die stof bevatten;

    • i.

      andere stoffen c.q. middelen, waarop hetzij de bepalingen van het Enkelvoudig Verdrag van New York inzake verdovende middelen 1961 met bijlagen (P.B. 1964, no. 78), hetzij de bij of krachtens de Opiumlandsverordening 1960 (P.B. 1960, no. 65) vastgestelde bepalingen van toepassing zijn.

Artikel 2A

  • 1. Elk bedrijf in een economische zone is verplicht zijn werkzaamheden daadwerkelijk in de economische zone te verrichten, in dier voege dat het:

    • 1°.

      zijn administratie uitsluitend in de economische zone voert;

    • 2°.

      zijn personeel uitsluitend voor zich werkzaamheden laat verrichten;

    • 3°.

      in voorkomende gevallen slechts voor een te verwaarlozen gering deel van zijn werkzaamheden gebruik maakt van personeel van een niet in de economische zone gevestigd bedrijf;

    • 4°.

      zijn kantoren, werkplaatsen en magazijnen in de economische zone op gewone arbeidsdagen ten minste van 09.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 16.30 uur open houdt.

  • 2. Bovendien is het bedrijf verplicht het tentoonstellen van goederen en het aanbieden van diensten ten minste in eerste instantie in de economische zone te doen plaatsvinden.

Artikel 3

  • 1. Iedere gebruiker van opslagruimten in de economische zone is verplicht van de in die opslagruimte aanwezige goederen een register, inhoudende alle goederenmutaties, te houden volgens door de Direkteur der Belastingen of degene, die namens hem optreedt, voor elk geval afzonderlijk te stellen voorschriften.

  • 2. Dit register dient in de opslagruimte aanwezig te zijn en moet op eerste aanvraag en te allen tijde terstond aan de ambtenaren der belastingen worden overhandigd.

  • 3. De ambtenaren der belastingen zijn bevoegd de in de opslagruimte aanwezige voorraad te allen tijde te controleren en met het register te vergelijken.

  • 4. Onopgehelderd bevonden verschillen in minder dienen terstond te worden aangezuiverd door betaling der rechten, na gedane aangifte ten invoer, met dien verstande dat de eenvoudige constatering zonder meer van verschil tussen register en voorraad in geen geval als onopgehelderd bevonden verschil in minder zal worden aangemerkt, tenzij binnen tien dagen het tegendeel blijkt.

  • 5. Van hen, die tot vestiging in de economische zone zijn toegelaten, kan worden geëist dat zij elke zes maanden van hun goederenmutaties opgave doen. Deze opgave dient binnen een door de Directeur der Belastingen of degene, die namens hem optreedt, te bepalen tijd bij deze te worden ingeleverd.

Artikel 4

  • 1. Geen motorrijtuig wordt tot de economische zone toegelaten tenzij op de voorruit duidelijk zichtbaar aanwezig is een door of vanwege het Bestuurscollege afgegeven bewijs van toegang.

  • 2. Een ieder, die in de economische zone aanwezig is, is verplicht een permanente pas of bezoekpas bij zich te hebben, afgegeven door of namens het Bestuurscollege.

  • 3. Het binnenkomen in of het zich verwijderen uit de economische zone is slechts geoorloofd via een der daartoe aangebrachte, door de Direkteur der Belastingen of degene, die namens hem optreedt, aangewezen poorten.

  • 4. Het is de bestuurders van vrachtrijtuigen niet geoorloofd daarmede de economische zone binnen te komen dan voor het laden en/of lossen van goederen, afkomstig uit- en/of bestemd voor de economische zone.

Artikel 5

Voor diensten door de ambtenaren der belastingen ten behoeve van de gebruikers van de economische zones verricht, zijn kosten van dienstverlening verschuldigd op de voet van het Besluit van de 3de december 1908 (P.B. 1945, no. 143) tot uitvoering van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908.

Artikel 6

Dit landsbesluit, hetwelk kan worden aangehaald als “Landsbesluit Economische Zones”, treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging.