Overheidsorganisatie | Gemeente Veghel |
---|---|
Officiële naam regeling | Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder |
Citeertitel | Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
geen
Wet geurhinder en veehouderij, art. 6 en 8
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2010 | nieuwe regeling | 23-12-2010 Stadskrant Veghel, 29-12-2010 | datum voorstel: 25-10-2010 |
De raad van de gemeente Veghel,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2010;
besluit vast te stellen de volgende:
Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder
Bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven en plannen worden, als vertaling van het criterium ‘een aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ voor het aspect cumulatieve geurhinder uit stallen van veehouderijen, onderstaande waarden gehanteerd als toetswaarden:
In de bebouwde kom (woongebieden en bedrijventerreinen) en voor de ontwikkelingslocaties (woningbouw, bedrijventerreinen) en de kernrandzones rond woongebieden geldt een achtergrondbelasting van 13 ouE als toetswaarde (hinderpercentage maximaal 15%, classificatie ‘redelijk goed’) voor de term ‘aanvaardbaar woon- en leefklimaat’.
In het buitengebied en voor de ontwikkellocaties bedrijventerreinen geldt een achtergrondbelasting van 20 ouE als toetswaarde (hinderpercentage maximaal 20%, classificatie ‘matig’).
Als de achtergrondbelasting niet hoger is dan de toetswaarde, zijn er vanuit het deelaspect ‘achtergrondbelasting geurhinder voor veehouderijen’ geen belemmeringen om mee te werken aan een ruimtelijk initiatief.
1. Is de achtergrondbelasting wel hoger dan de toetswaarde, dan is er in beginsel geen sprake van een ‘aanvaardbaar woon- en leefklimaat’.
2. Indien, met uitzondering van de achtergrondwaarde, de beoordeling van de overige milieu- en planologische aspecten wel positief uitvalt, kan overwogen worden om gemotiveerd van deze toetswaarde af te wijken. Een nadere motivering en besluitvorming is dan wel nodig. Dit zal vooral aan de orde zijn voor die gebieden waar er in de Geurverordening sprake is van een maximale voorgrondbelasting van 8 ouE of 14 ouE. Indien wordt afgeweken van de toetswaarden, kunnen de daarbij behorende hinderpercentages (van de voorgrondbelasting) als kader dienen voor een absolute bovengrens van de achtergrondbelasting, dus respectievelijk 16 ouE en 28 ouE.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder’.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 23 december 2010.
De raad voornoemd
De griffier, De voorzitter,
dr. W. Oosten mr. I.R. Adema.