Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Beheerreglement markten Geuzenveld-Slotermeer 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingBeheerreglement markten Geuzenveld-Slotermeer 2010
CiteertitelBeheerreglement Markten Geuzenveld-Slotermeer
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpEconomische zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling op 25 mei 2016   herbevestigd door het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West en met ingang van 19 maart 2016 terug te vinden onder de regelingencollectie van de gemeente Amsterdam

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 26-1-2010

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Westerpost 03-02-2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-02-201019-03-2016nieuwe regeling

26-01-2010

Westerpost 03-02-2010

-

Tekst van de regeling

Verordening

1. Algemene bepalingen

Art. 1.1
  • 1. Het Reglement Markten geldt voor de markten op het Plein '40-'45 en op het Lambertus Zijlplein.

  • 2. Met “de Verordening” wordt bedoeld de vigerende, centraal vastgestelde “Verordening op Straathandel” van de gemeente Amsterdam.

  • 3. In dit reglement zijn de begrippen zoals toegepast en gedefinieerd in de Verordening van gelijke toepassing.

  • 4. In dit reglement wordt verstaan onder

    • a.

      Adviescommissie markt: de commissies die zijn aangesteld conform het “Reglement Adviescommissie voor de markten in stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer 2005”.

    • b.

      Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer.

    • c.

      Kopplaats: marktplaatsen die zowel aan het einde van een rij als aan het einde van de markt zijn gesitueerd.

    • d.

      Productstimulering: het door het dagelijks bestuur vaststellen van productgroepen en artikelen die nog niet op de markt zijn vertegenwoordigd.

  • 5. Dit marktreglement laat onverlet de regelingen in de Verordening op de Straathandel, de APV, de Afvalstoffenverordening, de Warenwet, Warenwetregeling Hygiëne van Levensmiddelen, Brandveiligheidsvoorwaarden van de Brandweer en overige van toepassing zijnde regelingen.

  • 6. Dit reglement kan door het dagelijks bestuur, nadat zij de Adviescommissie Markt hebben gehoord, worden gewijzigd.

2. Markten

§ 1 Algemeen

Art. 2.1 Algemeen
  • 1. De markt wordt gehouden op de volgende dagen en tijden:

    • a.

      Openingstijden markt Plein '40-'45: van dinsdag tot en met zaterdag van 09.00 uur tot 17.30 uur. De markturen voor dit marktterrein: van 07.00 uur tot 18.00 uur;

    • b.

      Openingstijden markt Lambertus Zijlplein: maandag van 09.00 uur tot 17.30 uur. De markturen voor dit marktterrein: 07.30 uur tot 18.00 uur.

  • 2. Géén markt wordt gehouden op officiële feestdagen.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan bij bijzondere gelegenheden afwijken van het eerste en tweede lid.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan bij festiviteiten of andere evenementen het marktterrein beperken, mits vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders hun marktplaatsen kunnen innemen.

Art. 2.2 Jaarmarkt

Met in achtneming van de Winkeltijdenwet kan het dagelijks bestuur besluiten de reguliere markt voor ten hoogste vier dagen op zondag of een erkende feestdag als jaarmarkt te laten plaatsvinden.

§ 3 Periodieke en dagelijks herindeling

Art. 2.3 Periodieke herindeling
  • 1. Het dagelijks bestuur bepaalt voorafgaand aan de periodieke herindeling:

    • a.

      het aantal plaatsen;

    • b.

      de afmeting van de plaatsen;

    • c.

      welke plaatsen als vaste plaatsen worden uitgegeven;

    • d.

      de opstelling en de indeling van de plaatsen;

    • e.

      welke plaatsen bij voorkeur bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen; en

    • f.

      op welke gedeelten van het marktterrein verkoopwagens en/ of eigen materiaal mogen worden geplaatst.

  • 2. Vóór iedere herindeling vindt een evaluatie en zo nodig aanpassing van het aantal en omvang van de productstimuleringsplekken plaats.

  • 3. Ter uitvoering van hoofdstuk 3, paragraaf 3 Verordening op de Straathandel 2008 wordt bij de periodieke herindeling de volgende procedure gevolgd.

  • a. iedere vaste plaatshouder of voorkeurskaarthouder ontvangt een uitnodiging om de herindelingsbijeenkomst bij te wonen en informatie over de herindeling;

  • b. de vaste plaatshouder die een grotere of andere marktplaats kan en wil kiezen, of de eigen plaats wil verkleinen, tekent hiervoor vooraf in bij de marktmeester;

  • c. voorafgaand aan intekening/vergunningverlening wordt gecontroleerd op de voorgeschreven vereisten op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie en wordt door alle vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders de volgende documenten overlegd:

    • I.

      een recent uittreksel uit het handelsregister;

    • II.

      een geldige registratiekaart van het Centraal registratiekantoor van het Bedrijfschap voor de Detailhandel;

    • III.

      een marktpas en eventueel een partnerpas.

  • d. de vaste plaatshouder of voorkeurskaarthouder die is verhinderd om persoonlijk op de herindelingsbijeenkomst aanwezig te zijn, kan zich bij schriftelijke machtiging laten vertegenwoordigen. Deze machtiging bevat de eigen persoonlijke gegevens en handtekening en gaat vergezeld van een geldig legitimatiebewijs van de gemachtigde De marktmeester ontvangt de machtiging uiterlijk 24 uur vóór aanvang van de herindelingsbijeenkomst.

  • e. een voorkeurskaarthouder die zonder schriftelijk bericht van verhindering of het aanwijzen van een gemachtigde niet op de herindelingsbijeenkomst aanwezig is, wordt geacht geen interesse te hebben in een vaste marktplaats en wordt van de sollicitantenlijst afgevoerd;

  • f. een vaste plaatshouder heeft de mogelijkheid een enkele marktplaats samen te voegen met een naastliggende enkele marktplaats die vóór de herindeling open was. Samenvoeging vindt plaats op volgorde van de inschrijving op de sollicitantenlijst. Vrijgekomen enkele marktplaatsen kunnen op anciënniteit worden samengevoegd met een direct naastliggende enkele marktplaats nadat alle vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders in de gelegenheid zijn gesteld een marktplaats te kiezen.

  • g. de vaste plaatshouder of voorkeurskaarthouder wordt tijdens de herindelingsbijeenkomst opgeroepen om persoonlijk uit de open marktplaatsen een vaste marktplaats te komen kiezen. Hierbij is de volgorde van oproep:

    • 1

      de vaste plaatshouders die in aanmerking komen voor vergroting van hun marktplaats;

    • 2

      de overige ingetekende vaste plaatshouders;

    • 3

      de voorkeurskaarthouders;

  • h. de vaste plaatshouder of voorkeurskaarthouder kan bij oproep om te kiezen aangeven dat hij past in afwachting van een eventueel andere vrij te komen marktplaats. In dat geval dingt hij op een later moment mee naar een vrijgekomen vaste marktplaats, op volgorde van inschrijving op de sollicitantenlijst.

  • i. marktplaatsen vrijgekomen doordat een vaste plaatshouder een andere marktplaats kiest, worden weer op anciënniteit gekozen. Vrijgekomen maar eerder toegewezen dubbele marktplaatsen worden niet gesplitst in enkelvoudige plaatsen. Een toegewezen dubbele vaste marktplaats wordt als eenheid gebruikt en kan pas bij een volgende herindeling worden teruggebracht tot een enkele marktplaats.

  • 4. De marktmeester of marktbeheerder maakt tijdens de herindeling na iedere keuze kenbaar welke marktplaats is gekozen of welke is vrijgekomen.

  • 5. De vaste plaatshouder of voorkeurskaarthouder kan tijdens de herindelingsbijeenkomst verzoeken om te ruilen van marktplaats. Het ruilen is alleen toegestaan wanneer geen van de aanwezige plaatshouders of marktmeesters bezwaar maakt.

  • 6. Een plaatshouder kan bezwaar maken als hij gelet op anciënniteit een marktplaats van een van de ruilende plaatshouders kan opeisen.

  • 7. De marktmeester kan bezwaar maken als:

    • a.

      de ruil een acceptabele verdeling van het aanbod op de markt in de weg staat;

    • b.

      door de ruil een aaneengesloten rij ontstaat van ten minste 4 enkele marktkramen met gelijksoortige artikelen;

    • c.

      als de plaatshouder hetzelfde artikel aan gaat bieden als de winkel achter de marktplaats en die niet tot de plaatshouder behoort.

  • 8. Tot formele sluiting van de herindeling kan een keuze op anciënniteit worden gemaakt. De keuze wordt bekrachtigd door ondertekening van het keuzeformulier.

  • 9. Iedere vaste plaatshouder ontvangt vóór het ingaan van de besloten herindeling een schriftelijke marktplaatsvergunning.

Art. 2.4 Toewijzing vaste en losse plaatsen
  • 1. De dagelijkse indeling vindt om 9.00 uur plaats.

  • 2. Voorafgaand aan de dagelijkse indeling vindt de loting voor standwerkers plaats.

  • 3. Vaste marktplaatsen en productstimuleringsplaatsen die niet om 8.45 uur zijn bezet, worden voor die dag als losse marktplaats uitgegeven.

  • 4. Tijdens de dagelijkse indeling wordt een lijst van gegadigde sollicitanten gemaakt om het aantal toe te kennen losse marktplaatsen te bepalen. Plaatsing op de lijst verplicht tot deelname en betaling van het verschuldigde marktgeld.

  • 5. Voorkeurskaarthouders kunnen op anciënniteit meeloten voor het verkrijgen van een dubbele plaats.

  • 6. Marktplaatsen die door een gemarkeerde doorloop of tussenruimte zijn gescheiden, worden niet samengevoegd.

  • 7. Vergunningen voor voorkeurskaarten en vaste marktplaatsen gelden van dinsdag tot en met zaterdag op de markt Plein ’40-’45 en op maandag op het Lambertus Zijlplein, met uitzondering van erkende feestdagen en tot uiterlijk de eerstvolgende herindeling.

  • 8. Een vergunning voor een losse marktplaats wordt per dag uitgegeven.

§ 4 Vergunningen, voorkeurskaarten en standwerkersplaatsen

Art. 2.5 Vergunning marktplaats
  • 1. Het dagelijks bestuur verleent overeenkomstig de Verordening op de Straathandel 2008 en dit reglement een vergunning om een marktplaats in te nemen.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om vergunning kan het dagelijks bestuur verzoeken om:

    • a.

      een recent uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel (maximaal één maand oud);

    • b.

      een geldige registratiekaart van het Centraal Registratie Kantoor van het Bedrijfschap voor de Detailhandel;

    • c.

      legitimatie;

    • d.

      Verblijfsvergunning, indien van toepassing;

    • e.

      BWT-nummer belastingdienst;

    • f.

      een recente pasfoto;

    • g.

      een geldige W.A.- bedrijfsverzekering voor de markthandel;

    • h.

      juiste NAW-gegevens;

  • 3. Voor een partnerkaart moet de partner een recent uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie meenemen (maximaal veertien dagen oud).

Art. 2.6 Voorkeurskaarten
  • 1. Het dagelijks bestuur bepaalt in het belang van het goed functioneren van de markt of zij op grond van artikel 3.14 of paragraaf 7 Verordening op de Straathandel 2008 voorkeurskaarten beschikbaar stelt of intrekt.

  • 2. Een beschikbare voorkeurskaart wordt schriftelijk aangeboden en binnen zes weken na briefdatum in ontvangst genomen.

  • 3. Indien een voorkeurskaart niet binnen zes weken wordt opgehaald wordt deze ingetrokken.

  • 4. Het hebben van een voorkeurskaart laat onverlet de gehanteerde anciënniteitsregels.

Art. 2.7 Vergunning standwerkersplaats
  • 1. In aanvulling op artikel 3.15 Verordening op de Straathandel 2008 geldt dat:

    • a.

      de standwerker voor de loting aan de marktmeester opgeeft met welk artikel hij op de markt wil komen;

    • b.

      aan standwerkers geen gezamenlijke vergunning voor een bepaald soort artikel wordt verleend;

    • c.

      op een standwerkersplaats het gebruik van prijsaanduidingen, meet- en weeginstrumenten niet is toegestaan; en

    • d.

      een standwerker slechts een aangewezen standwerkersplaats kan worden toegewezen.

§ 5 Plaatsbezetting en vervanging

Art. 2.8 Plaats op meerdere markten

Bij constatering van gelijktijdige plaatsbezetting op meer dan een markt binnen Nederland op naam van één vergunninghouder kan het dagelijks bestuur de volgende maatregelen treffen:

  • a.

    onmiddellijke verwijdering van de vergunninghouder of vervanger en handelsgoederen van de markt;

  • b.

    schorsing tot het innemen van een standplaats voor de eerstkomende 6 marktdagen.

  • c.

    een schriftelijke waarschuwing met aanzegging tot verwijdering van de inschrijvingslijst Plein ’40-’45 of Lambertus Zijlplein als binnen een periode van 1 jaar een herhaling van dit feit wordt geconstateerd.

Art. 2.9 Vervangen
  • 1. Het dagelijks bestuur kan de vaste plaatshouder of voorkeurskaarthouder ontheffing verlenen van het verbod zich op de marktplaats te doen vervangen, bij;

    • a.

      kortstondige ziekte, als de marktmeester hiervan binnen 24 uur in kennis wordt gesteld;

    • b.

      ziekte langer dan drie weken, na schriftelijk verzoek aan de marktmeester;

    • c.

      vakantie tot maximaal zes weken per jaar, met schriftelijke opgave twee weken vooraf aan de marktmeester;

    • d.

      bijzondere omstandigheden naar het oordeel van het dagelijks bestuur.

  • 2. De tijdsduur waarvoor vervanging kan worden verleend is voor:

    • a.

      ziekte of bijzondere omstandigheden, voor de duur ervan;

    • b.

      voor de duur van ten hoogste 6 weken per kalenderjaar.

  • 3. Bij ontheffing voor vervanging geldt dat:

    • a.

      de vervanger een handelingsbevoegd meerderjarig persoon is met bekwaamheid van de artikelen die in de 3 maanden voorafgaand aan het verzoek tot ontheffing zijn verhandeld, die:

    • 1

      ° niet als houder van een partnerkaart voor een andere plaatshouder of zelf een marktplaats op de markten heeft ingenomen;

    • 2

      ° niet als vervanger van een andere plaatshouder op de markt is opgetreden.

    • b

      het niet is toegestaan om te wijzigen van de in de 3 maanden voorafgaand aan het verzoek gebruikelijk gevoerde verkoopartikelen;

    • c.

      het niet is toegestaan om te wijzigen van de in de 3 maanden voorafgaand aan het verzoek gebruikelijk ingenomen verkoopdagen;

  • 4. Als de vergunninghouder een vaste marktplaats op de markt inneemt wordt gedurende de periode van vervanging die vaste marktplaats ingenomen zoals deze tijdens de laatste herindeling door de vergunninghouder is geaccepteerd en bevestigd.

Art. 2.10 Ontheffingen

In aanvulling van artikel 3.17 (staverplichting) van de Verordening op de Straathandel geldt bij het verlenen van een ontheffing dat:

  • a.

    bij een verminderde plaatsbezetting op de markt Plein ’40-’45 van 2 dagen per week tenminste één dag wordt ingenomen op maandag, dinsdag, woensdag of donderdag;

  • b.

    de gezamenlijke periode waarover ontheffing is verleend ten hoogste 1 jaar bedraagt in een tijdsbestek van 4 aaneengesloten kalenderjaren;

  • c.

    de ontheffing vervalt op het moment dat de vergunninghouder of vervanger gelijktijdig op een andere markt werkzaam blijkt te zijn of op eigen naam of als houder van een partnerkaart deelneemt aan de dagelijkse plaatstoewijzing op de markt op het Plein ’40-’45 of het Lambertus Zijlplein;

  • d.

    een verzoek tot ontheffing wegens ziekte vergezeld gaat van een medische verklaring waaruit de onmogelijkheid blijkt de marktplaats in te nemen;

  • e.

    verleende ontheffing van de staverplichting laat onverlet de verplichting tot het betalen van het marktgeld.

§ 6 Orde op de markt

Art. 2.11 Verbod op verpachting van de marktplaats
  • 1. Op grond van artikel 3.17 Verordening op de Straathandel 2008 is het de vergunninghouder niet toegestaan de toegewezen marktplaats te verpachten.

  • 2. Er is sprake van verpachting als de vergunninghouder de marktplaats in gebruik geeft aan een ander of toestaat dat een ander de marktplaats in bezit neemt dan wel gebruikt. Hieronder wordt begrepen het samenwerken, assisteren, vervangen of enige andere wijze waarmee kennelijk wordt beoogd de marktplaats te gebruiken zonder dat de vergunninghouder persoonlijk aanwezig is.

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing op:

    • a.

      de houder van de partnerkaart van de vergunninghouder;

    • b.

      de persoon die door of namens het dagelijks bestuur toestemming is verleend om de vergunninghouder op de marktplaats te vervangen;

    • c.

      een meerderjarig persoon in aanwezigheid van de vergunninghouder, mits deze niet zelf een marktplaats innemen of in de twee voorafgaande weken hebben ingenomen en:

    • 1

      ° mede-eigenaar is van het marktbedrijf;

    • 2

      ° in loondienst is bij de vergunninghouder.

  • 4. Op verzoek van de marktmeester wordt het schriftelijk bewijs geleverd dat aan het derde lid onder c is voldaan.

Art. 2.12 Verbod op te verhandelen waren
  • 1. Het is op gehele marktterrein niet toegestaan om de volgende artikelen te verhandelen:

    • a.

      motorvoertuigen;

    • b.

      alcoholhoudende dranken;

    • c.

      wapens of messen, uitgezonderd keukenmessen die niet direct binnen handbereik van de klant zijn uitgestald of opgeborgen.

    • d.

      pornografie of seksartikelen;

    • e.

      gebruikte goederen, tenzij dit voor het publiek duidelijk zichtbaar door bebording wordt aangegeven;

  • 2. Het is met uitzondering van de op aangewezen marktplaatsen op de markt Plein ’40-‘45 en op de markt op het Lambertus Zijlplein niet toegestaan om de volgende artikelen te verhandelen:

    • a.

      verse poeliers- of viswaren;

    • b.

      ter plaatse verwarmde, gebakken, gekookte of anderszins bereide drink- en etenswaren.

  • 3. Naast de in het eerste en tweede lid genoemde verboden artikelen, is het op een standwerkersplaats niet toegestaan de volgende artikelen in voorraad te hebben, uit te stallen, voor de verkoop aan te bieden of te verkopen:

    • a.

      uitzoekpartijen of keuzeartikelen;

    • b.

      etenswaar bedoeld voor onmiddellijke consumptie;

    • c.

      gebruikte goederen.

Art. 2.13 Huur en verhuur van kramen
  • 1. Het is met uitzondering op de standwerkersplaats niet toegestaan om zonder vergunning of toestemming van het dagelijks bestuur ander materiaal dan het standaard huurmateriaal te gebruiken.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan aan de marktplaatshouder een vergunning of toestemming verlenen voor het plaatsen van een eigen kraam of verkoopinrichting. De aanvraag hiervoor wordt in behandeling genomen als:

    • a.

      de marktplaatshouder een vaste marktplaats of voorkeurskaart heeft op de markt Plein ’40-’45 en zijn hoofdactiviteit bestaat uit de verkoop van bederfelijke etenswaren of de marktplaatshouder een marktplaats inneemt waar bederfelijke etenswaar mag worden verkocht en daartoe speciaal is aangewezen; of

    • b.

      het gebruik van ander materiaal dan het standaard huurmateriaal van overheidswege dringend is gewenst of bepaald; en

    • c.

      de plaatselijke situatie naar het oordeel van het dagelijks bestuur het gebruik van ander materiaal toelaat;

  • 3. Een aanvraag gaat vergezeld van een schaaltekening, beschrijving en fotomateriaal van de uitvoering van het eigen kraammateriaal of de verkoopinrichting.

  • 4. Een vergunning tot het gebruik of plaatsen van eigen materiaal of verkoopinrichting wordt in ieder geval geweigerd indien het eigen materiaal ondeugdelijk is, gevaar oplevert, de uitstraling van het eigen materiaal niet past bij de markt, of de orde op de markt op andere wijze verstoort.

  • 5. Op een standwerkersplaats mag gebruik worden gemaakt van een eigen kraam of uitstalmateriaal met een lengte van ten hoogste 4 meter of een marktparasol.

Art. 2.14 Reclame
  • 1. Op grond van artikel 3.23 Verordening op de Straathandel 2008 kan het dagelijks bestuur ontheffing verlenen van het verbod van reclame.

  • 2. Na ontheffing zoals bedoeld in lid , 1wordt artikel 53 Afvalstoffenverordening Geuzenveld-Slotermeer in acht genomen met betrekking tot reclamebiljetten of ander promotiemateriaal.

3 Nadere regels

Art. 3.1 Productstimulering
  • 1. Bij de aanvraag van een marktplaatsvergunning dient de aanvrager aan te geven welke branche gevoerd zal worden indien hij in aanmerking wil komen voor een productstimuleringsplaats.

  • 2. Om in aanmerking te komen voor een vergunning voor een productstimuleringsplaats dient het assortiment grotendeel uit de te stimuleren producten te bestaan. Een en ander ter beoordeling van de marktmeester.

  • 3. Tijdens een periode waarvoor ontheffing is verleend voor uitstel, vervanging, of tussen twee opeenvolgende ontheffingen, is het niet toegestaan de gevoerde branche te wijzigen.

  • 4. Voor de markten geldt dat sollicitanten die producten verkopen die passen op de productstimuleringsplaatsen, op die plaatsen bij de loting voorgaan op sollicitanten die andere producten (die onder een branche vallen anders dan die waarvoor de productstimuleringsplaatsen zijn bedoeld), verkopen.

  • 5. Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 2 en lid 3.

  • 6. Bij branchering wordt de volgende procedure gevolgd: de Marktoverleg Commissie stelt het aantal brancheplaatsen vast, wijst de locaties aan die bij voorkeur zijn bestemd en geeft de afmetingen van de brancheplaats aan.

  • 7. Bij meerdere gegadigden bij de dagelijks indeling wordt een productstimuleringsplaats toegewezen op volgorde van anciënniteit.

  • 8. De vergunningverlening voor of op een bepaalde dag geeft geen automatisch recht op het innemen van een productstimuleringsplaats op een andere toekomstige dag, mede rekening houdend met het anciënniteitsbeginsel.

Art. 3.2 Marktkramen
  • 1. Voor het verlenen van vergunning voor het zetten van kramen wordt het advies van de Adviescommissie Markt gevraagd.

  • 2. Op de markten mogen uitsluitend 4-meterkramen worden geplaatst, met uitzondering van de koppen. Koppen mogen worden geplaatst zolang deze geen ernstige hinder opleveren voor de doorgang op de markt. Conform de heffingsverordening marktgelden dient voor het gebruik van deze koppen te worden betaald.

  • 3. Het is verboden:

    • a.

      buiten markturen kramen of eigen materiaal op het marktplein te laten staan;

    • b.

      eigen materiaal op het marktterrein te laten staan op (markt)dagen waarop de koopman /-vrouw niet aanwezig is.

  • 4. De marktplaats wordt binnen één uur na toewijzing als verkooppunt ingericht waarbij:

    • 1.

      deze als eenheid wordt gebruikt;

    • 2.

      niet als doorloop of etalage wordt gebruikt;

    • 3.

      zodanig is ingericht dat de handelswaar aantoonbaar aan de vergunninghouder toebehoort;

    • 4.

      het hebben van koopwaar, borden en reclamemateriaal op of buiten de kap niet is toegestaan;

    • 5.

      de achterzijde van de kraam uitsluitend mag worden afgesloten met een demontabel zeil, aanvoermateriaal of een voertuig;

    • 6.

      aan de achterzijde van de kraam geen goederen mogen worden aangeboden of verkocht;

    • 7.

      het belemmeren van doorzicht aan de zijkanten van de marktkramen niet is toegestaan;

    • 8.

      koopwaar aan de zijkanten worden uitgestald tot ten hoogste de voorste staanders van de jukken van de marktkramen;

    • 9.

      deze met voldoende koopwaar wordt ingericht;

    • 10.

      deze met in achtneming van artikel 4.11 van de Verordening op de Straathandel niet vóór 16.00 uur wordt ontruimd.

  • 5. Bij het verlenen van een vergunning voor het plaatsen van een bepaalde kraam, eigen materiaal of verkoopinrichting kan door het dagelijks bestuur nadere regels worden gesteld.

  • 6. Het is niet toegestaan koopwaar, borden of reclameuitingen hoger dan 1,50 meter vanaf de grond te plaatsen tussen de vaste staander en de voorkant van het zeil.

  • 7. Gebruik tot twee meter van een naastgelegen lege kraam is toegestaan tegen betaling van het geldende tarief conform de tarieventabel, behorende bij de Verordening op de heffing van Marktgelden.

  • 8. Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van de leden 3, 4 en 6 en 7.

  • 9. Het is niet toegestaan om bij vertrek van de marktplaats afval achter te laten.

Art. 3.3 Verwarmingstoestellen, kook- of bakinstallaties
  • 1. In bijzondere gevallen kan het dagelijks bestuur aan vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders die etenswaren als hoofdartikel voeren, toestemming om in directe samenhang met het hoofdartikel een geringe bereidingsactiviteit uit te voeren.

  • 2. Het is na ontheffing van het dagelijks bestuur en met inachtneming van de Warenwet en artikel 4.17 Algemene Plaatselijke Verordening 2008 toegestaan om op aangewezen marktplaatsen verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken, voor het bakken of bereiden van geringe etenswaren.

  • 3. De toestemming wordt schriftelijk verleend.

  • 4. Voorschriften van de Brandweer worden strikt uitgevoerd.

  • 5. Toestellen en apparaten die niet jaarlijks zijn goedgekeurd mogen niet in gebruik worden genomen.

  • 6. De marktkoopman moet het bewijs van goedkeuring op verzoek van de marktmeester kunnen tonen.

Art. 3.4 Aanvoer en opslag van zaken en waren en het plaatsen van voertuigen
  • 1. Het is niet toegestaan om vóór 6.30 uur of na 18.00 uur zaken of waren op het marktterrein aan- of af te voeren of voertuigen op het marktterrein aanwezig te hebben.

  • 2. Het rijden met voertuigen op of het aanvoeren van goederen naar de marktplaats is toegestaan tot één uur na plaatstoewijzing, maar uiterlijk tot 10.30 uur. Het niet toegestaan het voertuig elders op het marktterrein te parkeren.

  • 3. Na 11.00 uur is het plaatsen van een voertuig uitsluitend toegestaan achter de marktkraam. Het voertuig mag niet uitsteken, behalve als de marktmeester hiervoor toestemming heeft gegeven.

  • 4. Het rijden met voertuigen op of het afvoeren van goederen van de marktplaats is tijdens de wintertijd toegestaan vanaf 16.00 uur en tijdens zomertijd vanaf 16.30 uur.

  • 5. Aanvoermateriaal of een voertuig dat achter de marktkraam is geplaatst, mag niet hoger zijn dan 2,6 meter.

  • 6. De marktplaats wordt:

    • a.

      tijdens de wintertijd tenminste bezet tot 16.00 uur en tijdens de zomertijd tenminste tot 16.30 uur; en

    • b.

      naar het oordeel van de marktmeester met voldoende koopwaar ingericht.

  • 7. Met inachtneming van artikel 4.11 Verordening op de Straathandel 2008 is het niet toegestaan om de marktplaats vóór de in het zesde lid genoemde tijden te ontruimen, behoudens toestemming van de marktmeester.

Art. 3.5 Energie- en watervoorziening
  • 1. Op het marktterrein zijn voorzieningen voor elektriciteit en water beschikbaar ten behoeve van de vergunninghouder. Daarbij geldt dat:

    • a.

      per enkele marktkraam één 220 Voltaansluiting mag worden gebruikt;

    • b.

      de maximale belasting mag niet worden overschreden (2 ampère = 440 Watt);

    • c.

      de 220 Voltaansluiting uitsluitend voor verlichting mag worden gebruikt;

    • d.

      verplicht gebruik wordt gemaakt van goedgekeurde (NEN 1010) stekers, snoeren en overige componenten;

    • e.

      uitsluitend gebruik wordt gemaakt van het stekkercompartiment in de daartoe geplaatste stroompalen.

  • 2. Op aanvraag bij de marktmeester kan gebruik worden gemaakt van een extra 220 Volt- of 380 Voltaansluiting.

  • 3. De voorziening wordt zorgvuldig behandeld, vrijgehouden van obstakels en blijft vrij toegankelijk. Bij storing of schade wordt de marktmeester direct in kennis gesteld.

  • 4. , Bij misbruik of gebruik van ondeugdelijk materiaal kan de marktmeester de aansluiting onmiddellijk beëindigen en het ondeugdelijk materiaal in beslag te nemen.

  • 5. Het is niet toegestaan om veranderingen aan voorzieningen aan te brengen, te laten brengen of hier zelf in te voorzien.

  • 6. Het dagelijks bestuur onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid ten aanzien van schade veroorzaakt door het uitvallen van levering van energie of water, of schade veroorzaakt door ondeugdelijk materiaal of onkundig gebruik.

  • 7. Bij het gebruik van water en afname hiervan wordt door de koopman een tussenkraan gebruikt. De marktkoopman voorkomt zoveel mogelijk verlies van water.

Art. 3.6 Verboden gedragingen
  • 1. Het is, naast de verboden genoemd in de Verordening op de Straathandel, de marktplaatshouder niet toegestaan om:

    • a.

      de op het wegdek gemarkeerde doorlopen tussen de marktplaatsen op enigerlei wijze te blokkeren;

    • b.

      een artikel op de marktplaats in voorraad te hebben, uit te stallen, te koop aan te bieden of te verkopen, zonder dat dit vóór de vergunningverlening ten genoegen van het dagelijks bestuur kenbaar is gemaakt.

  • 2. Ter uitvoering van artikel 3.19, onder b, Verordening op de Straathandel 2008 geldt dat de marktplaatshouder:

    • a.

      bij een afwezigheid van meer dan 30 minuten de marktmeester vooraf informeert;

    • b.

      zich per dag ten hoogste 60 minuten van zijn marktplaats mag verwijderen.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen om zich langer dan 60 minuten per dag van zijn marktplaats te verwijderen.

Art. 3.7 Afval

De vergunninghouder verplicht om:

  • a.

    tijdens de duur van de markt ten minste één afvalzak in of aan zijn marktkraam zichtbaar aanwezig en in gebruik te hebben en daarin het restafval van de marktplaats onmiddellijk in te zamelen;

  • b.

    op eigen initiatief of op eerste aanwijzing van de marktmeester of een ander daartoe aangewezen ambtenaar vervuiling op en in de directe omgeving van zijn marktplaats onverwijld op te ruimen;

  • c.

    na afloop van de markt het eigen bedrijfsafval waaronder begrepen waaivuil, zelf mee te nemen.

4 Slotbepalingen

Art. 4.1 Handhaving en toezicht op naleving
  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens het Verordening op de Straathandel 2008 en dit reglement bepaalde zijn belast de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaren, personen of categorieën van ambtenaren.

  • 2. Tijdens de duur van de markt toont of overhandigt de vergunninghouder op eerste verzoek van de in het eerste lid genoemde ambtenaren het bewijs van inschrijving Marktzaken Gemeente Amsterdam, de partnerkaart, vergunning of ontheffing.

  • 3. Goederen, voorwerpen of voertuigen waarmee de overtreding wordt begaan kunnen onmiddellijk in beslag worden genomen.

  • 4. In beslag genomen bederfelijke artikelen worden vernietigd of geschonken aan derden. Verkoop van andere in beslag genomen goederen vindt plaats na twaalf weken.

  • 5. Kosten voor het verwijderen van onjuist aangeboden afval of kosten gemaakt bij inbeslagname worden bij de overtreder in rekening gebracht.

  • 6. Bevelen van de marktmeester op grond van de Verordening op de Straathandel dienen onmiddellijk opgevolgd te worden opgevolgd.

Art. 4.2 Nadere voorwaarden, wijziging tijden en hardheidsclausule
  • 1. Het dagelijks bestuur kan nadere voorwaarden stellen bij het verlenen van een vergunning, ontheffing of anderszins van wat in of bij dit reglement is bepaald.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan in het belang van het functioneren van de markt de in dit reglement genoemde tijden wijzigen.

  • 3. Tijdens markturen is de vergunninghouder wettelijk aansprakelijk, waar hij zelf tegen is verzekerd of in voorziet.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen besluiten nemen die afwijken van dit reglement.

  • 5. De marktmeester gelast de markt af bij onwerkbaar weer, na overleg met de marktkooplieden. Bij slecht weer dienen de kramen zoveel mogelijk aaneengesloten in gebruik worden genomen.

Art. 4.3 Overgangsbepaling

Onder eerdere reglementen genomen besluiten blijven van kracht totdat hun looptijd eindigt of zij door toepassing van dit Beheerreglement worden gewijzigd of ingetrokken.

Art. 4.4 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als: Beheerreglement Markten stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer.