Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Heffingsverordening marktgelden Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingHeffingsverordening marktgelden Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer 2010
CiteertitelVerordening marktgelden 2010 Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Verordening marktgelden 2010 Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer is met ingang van 1 januari 2011 ingetrokken en vervangen door de Heffingsverordening markt- en staanplaatsgelden 2011 stadsdeel Nieuw-West. De Verordening marktgelden 2010 Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer blijft nog wel van toepassing op belastbare feiten die zich vóór 1 januari 2011 hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229 lid 1 sub a en b en art. 216

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-200901-01-2011nieuwe regeling

08-12-2009

Westerpost 16-12-2009

-

Tekst van de regeling

Verordening

Art.1 Begripsomschrijvingen.
  • a.

    Jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    Kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • c.

    Maand: een kalendermaand;

  • d.

    Week: een kalenderweek;

  • e.

    Dag: een tijdvak van vierentwintig opvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;

  • f.

    Losse plaats: een plaats die per dag beschikbaar wordt gesteld met een lengte van 4 meter of een veelvoud daarvan

  • g.

    Vaste plaats: een plaats die bij een herindeling van de markt wordt toegewezen, met een lengte van 4 meter of een veelvoud daarvan;

  • h.

    Kop: een uitbreiding van een marktplaats op de hoek, van maximaal twee meter;

  • i.

    Dagmarkt: de markt die minsten vier dagen per week wordt gehouden;

  • j.

    Markt: het door het dagelijks bestuur aangewezen gedeelte van de openbare weg of openbaar water bestemd voor het uitoefen van de ambulante handel;

  • k.

    Bijzondere warenmarkt; markt waarop slechts één of een beperkt aantal waren wordt verhandeld;

  • l.

    Weekmarkt, een markt die ten hoogste op drie dagen per weer wordt gehouden;

  • m.

    Seizoensmarkt: markt die wordt gehouden gedurende een aaneengehouden periode van ten hoogste 26 weken per kalenderjaar;

  • n.

    Jaarmarkt: markt die ten hoogste vier keer per jaar voor een gezamenlijke duur van ten hoogste vier weken wordt gehouden;

  • o.

    Staan- of ligplaats: plaats aan of op de openbare weg of openbaar vaarwater buiten een markt waarop ambulante handel wordt uitgeoefend, niet zijnde venten;

  • p.

    Overige plaatsen: plaatsen aan of op de openbare weg buiten een marktterrein waar goederen te koop worden aangeboden;

  • q.

    Bijzondere staanplaatsen: staanplaatsen in de zin van artikel 4.4. lid 3 van de Verordening op de straathandel 2008.

Art. 2 Belastbaar feit.
  • Onder de naam marktgelden worden rechten geheven terzake van het genot van door het dagelijks bestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van ene standplaats voor het uitoefenen van de ambulante handel en daarmee verband houdende handelingen e/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen:

  • 1. ten aanzien van de dag-, week- bijzondere waren- en jaarmarkten wegens:

    • a.

      het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een vaste plaats op een markt;

    • b.

      het genot van, door of vanwege het dagelijks bestuur van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer verstrekte diensten;

  • 2. wegens het gebruik maken van een staan- of ligplaats voor het venten van goederen;

  • 3. wegens het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een staan- of ligplaats buiten als markt aangewezen gemeentegrond of gemeentewater;

  • 4. wegens het innemen of doen innemen dan wel gebruikmaken van een kop;

  • 5. wegens het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een plaats op als markt aangewezen gemeentegrond; of

  • 6. wegens het innemen of doen innemen van een plaats op als markt aangewezen gemeentewater buiten de markturen.

Art. 3 Belastingplicht.
  • 1. De in artikel 2, lid 1, bedoelde rechten worden geheven:

    • a.

      onder a: van degene die een marktplaats heeft, inneemt of laat innemen dan wel een vaste plaats is toegewezen;

    • b.

      onder b: van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de diensten worden verricht.

  • 2. De in artikel 2, lid 2 tot en met 6 bedoelde rechten worden geheven van degene die:

    • a.

      een gebruik maakt van een staan- of ligplaats voor het venten met goederen;

    • b.

      een plaats inneemt of laat innemen;

    • c.

      een staan- of ligplaats heeft; dan wel

    • d.

      gebruik maakt van een plaats op als markt aangewezen gemeentegrond of gemeentewater buiten markturen of deze inneemt of laat innemen.

Art. 4 Belastingstijdvak.

Voor zover in de tabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak één jaar.

Art. 5 Tarief.
  • 1. De rechten worden berekend naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.

  • 2. De in de bij de verordening behorende tabel vermelde dagtarieven vinden uitsluitend toepassing ten aanzien van losse plaatsen. De in deze bij verordening behorende tabel vermelde jaar-, kwartaal-, en maandtarieven vinden uitsluitend toepassing ten aanzien van vaste plaatsen en bijzondere staanplaatsen voor de verkoop van kerstbomen.

  • 3. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een eenheid van tijd of afmeting voor een volle eenheid gerekend.

Art. 6 Ontstaan belastingschuld; ontheffing.
  • 1. De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien dit later is, op het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt.

  • 2. Bij beëindiging van de belastingplicht wordt ingeval er is geheven naar een jaar-, kwartaal-, of maandtarief, ontheffing verleend tot het bedrag dat na toepassing van het desbetreffende maand- of dagtarief verschuldigd zou zijn geweest.

  • 3. Ontheffing van de rechten wordt slechts verleend, indien het bedrag van de ontheffing ten minste € 25,00 is.

Art. 7 Wijze van heffing.
  • 1. De rechten worden geheven bij wijze van een mondelinge of schriftelijke kennisgeving of bij wijze van aanslag, waaronder mede begrepen een nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel schriftelijk, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt, waarop het te vorderen bedrag is vermeld.

  • 2. Het marktgeld dat ten aanzien van sollicitanten wordt geheven voor het verlenen van een vergunning voor het innemen van een marktplaats of kop (1, 2 of 4 meterkraam) op de dag zelf zonder dat de verplichting hiertoe bij beschikking is vastgesteld

  • 3. het marktgeld bedoeld dat verschuldigd is voor het innemen van een vaste marktplaats, wordt geheven bij wijze van aanslag.

Art. 8 Betaling.

De rechten moeten worden betaald indien de kennisgeving als bedoeld in artikel 7.

  • Mondeling wordt gedaan: op het moment van kennisgeving;

  • Schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving of indien de kennisgeving wordt toegezonden binnen veertien dagen na dagtekening hiervan.

Art. 9

In afwijking van artikel 4:90 Awb worden geen kwitanties afgegeven voor contante betalingen van de de dagvergunningen.

Art. 10 Kwijtschelding.

Van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Art. 11 Nadere regels.

Het dagelijks bestuur van het stadsdeel kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Art. 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel.
  • 1. De Heffingsverordening marktgelden 1998, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 december 1997 en de tarieventabel Marktgelden 2009 worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid vermelde datum, met dien verstande dat deze van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich vóór deze datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening marktgelden 2010”.