Overheidsorganisatie | Gemeente Maasdonk |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden gemeente Maasdonk 2007 |
Citeertitel | Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden gemeente Maasdonk 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bezwaarschriften en inspraak |
Geen
Onbekend
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2007 | Onbekend | 24-04-2007 Streekwijzer | Raad/07-00009 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften betreffende personele aangelegenheden.
1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.
2. De commissie is uitsluitend bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op het gebied terrein van personele aangelegenheden.
1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.
2. De commissie wordt als volgt samengesteld:
een lid aan te wijzen door burgemeester en wethouders;
een lid aan te wijzen door de vakorganisaties;
een lid, tevens voorzitter, aan te wijzen in overleg tussen de leden genoemd onder a en b.
3. Het college benoemt de leden van de commissie alsmede eventuele plaatsvervangende leden.
1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.
2. Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.
1. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.
2. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.
3. De aftredende voorzitter en de aftredende (plaatsvervangende) leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:
artikel 2:1, tweede lid;
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;
artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;
artikel 7:4, tweede lid;
artikel 7:6, vierde lid.
1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.
1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.
3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.
1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.
3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.
4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
De zitting van de commissie is niet openbaar.
1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.
2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
3. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.
4. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.
1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere (plaatsvervangende) commissieleden dit onderzoek houden.
2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de (plaatsvervangende) leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.
3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.
4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.
3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.
1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.
3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.
Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2007.
Deze verordening wordt aangehaald als: “ Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden gemeente Maasdonk 2007”.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 april 2007.
De raad voornoemd,
De griffier a.i. de voorzitter