Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING van 27 januari 2004 ter uitvoering van artikel 13 van de Landsverordening op de winstbelasting 1940 (Beleidsregels standaardvoorwaarden geruisloze bedrijfsfusie)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING van 27 januari 2004 ter uitvoering van artikel 13 van de Landsverordening op de winstbelasting 1940 (Beleidsregels standaardvoorwaarden geruisloze bedrijfsfusie)
CiteertitelBeleidsregels standaardvoorwaarden geruisloze bedrijfsfusie
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze beschikking is niet overeenkomstig artikel 15 gepubliceerd in de Curaçaosche Courant, maar in het Fiscaal bulletin van de Directie Fiscale Zaken van april 2004.

De datum van publicatie is niet bekend, daarom is de datum van inwerkingtreding gesteld op de eerste dag van de maand volgend op die waarin deze regeling is vastgesteld.

Artikel 16 bevat een overgangsregeling in verband met de verleende terugwerkende kracht.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening op de winstbelasting 1940, art. 13

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-200401-01-2001Nieuwe regeling

27-01-2004

Fiscaal bulletin 2004

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van 27 januari 2004 ter uitvoering van artikel 13 van de Landsverordening op de winstbelasting 1940 (Beleidsregels standaardvoorwaarden geruisloze bedrijfsfusie)

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze ministeriële beschikking wordt verstaan onder:

  • a.

    landsverordening: de Landsverordening op de winstbelasting 1940 (P.B. 2002, no. 54);

  • b.

    minister: de Minister van Financiën;

  • c.

    Inspecteur: de Inspecteur der Belastingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (P.B. 2001, no. 89);

  • d.

    geruisloze bedrijfsfusie: de overdracht van activa en passiva, die samen een bedrijf of een zelfstandig onderdeel van een bedrijf vormen tegen uitreiking van aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid of toekenning van een lidmaatschap door de overnemer aan de overdrager, waarbij de overdrager aandeelhouder van de overnemer wordt, met dien verstande dat over de in het bedrijf aanwezige stille en fiscale reserves, met inbegrip van de goodwill bij de bedrijfsoverdracht niet hoeft te worden afgerekend voor de winstbelasting;

  • e.

    concern: het concern, bedoeld in artikel 1A, eerste lid, onderdeel a, van de landsverordening;

  • f.

    vaste inrichting: de vaste inrichting, bedoeld in artikel 1, zesde tot en met negende lid, van de landsverordening;

  • g.

    overdrager: de overdragende belastingplichtige;

  • h.

    overnemer: de overnemende belastingplichtige, die reeds belastingplichtig is dan wel door de overname hier te lande belastingplichtig wordt voor de winstbelasting;

  • i.

    overgangstijdstip: het tijdstip van wanneer af het overgedragen bedrijf geacht wordt rechtstreeks voor rekening en risico van de overnemer te zijn uitgeoefend;

  • j.

    overdracht: de feitelijke inbreng van activa en overneming van passiva door de overnemer waarbij zowel de juridische als de economische eigendom worden overgedragen;

  • k.

    beslissende zeggenschap: de macht van de overdrager om zelfstandig tot statutenwijziging in de overnemer over te gaan;

  • l.

    winstbelasting belasting als bedoeld in de Landsverordening op de winstbelasting 1940 (P.B. 2002, no. 54).

Artikel 2

In het kader van een geruisloze bedrijfsfusie worden:

  • 1.

    de door de overnemer overgenomen activa en passiva te boek gesteld voor dezelfde waarde, waarvoor deze zijn opgenomen in de per het overgangstijdstip op te maken fiscale balans van het overgedragen bedrijf;

  • 2.

    de door de overdrager gevormde reserves, bedoeld in de artikelen 6, derde lid, en 9A, zevende lid, van de landsverordening, als rechtens door de overnemer gevormde reserves aangemerkt.

Artikel 3
  • 1. De Minister kan, op verzoek van de belastingplichtige, ontheffing van het vervreemdingsverbod van de in het kader van een bedrijfsfusie verkregen aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid of het toegekende lidmaatschap in de overnemer verlenen mits:

    • a.

      de overdrager aannemelijk maakt dat het oogmerk tot vervreemding ten tijde van de overdracht in het kader van een geruisloze bedrijfsfusie nog niet aanwezig was;

    • b.

      de vervreemding met een zakelijk oogmerk geschiedt, waarbij aan de vervreemding niet in overwegende mate het ontgaan of het uitstellen van Nederlands-Antilliaanse belasting ten grondslag ligt.

  • 2. Ontheffing van het vervreemdingsverbod is ook mogelijk met inachtneming van het eerste lid indien:

    • a.

      de door de overdrager in de overnemer gehouden aandelen worden verwisseld in certificaten van aandelen in de overnemer mits:

      • 1.

        de verkregen certificaten kunnen worden vereenzelvigd met de aandelen in de overnemer;

      • 2.

        de overdrager de certificaten gedurende de nog niet volgemaakte drie-jaars-termijn, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de landsverordening, niet, zonder voorafgaande ontheffing door de Minister, vervreemdt;

      • 3.

        de overdrager gedurende de nog niet volgemaakte drie-jaars-termijn, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de landsverordening, zitting neemt in het bestuur van de Stichting Administratiekantoor, met dien verstande dat ingeval de overdrager in de overnemer beslissende zeggenschap heeft, de overdrager ook beslissende zeggenschap in het bestuur van vorengenoemd administratiekantoor dient te hebben;

    • b.

      de vervreemding binnen het concern plaatsvindt en de aandelen in de overnemer gedurende de nog niet volgemaakte drie-jaars-termijn, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de landsverordening, tot het concern blijven behoren mits de vervreemding plaatsvindt:

      • 1.

        om niet of tegen een symbolisch bedrag van NAF. 1,- dan wel

      • 2.

        tegen uitreiking van aandelen in de vennootschap, die de aandelen van de overdrager overneemt.

  • 3. Voor de toepassing van deze ministeriële beschikking wordt in ieder geval met vervreemding van aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid en het lidmaatschap gelijkgesteld:

    • a.

      het vervreemden van claims;

    • b.

      het verlenen van een koopoptie;

    • c.

      het inkopen van eigen aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid door of afstand doen van het lidmaatschapsrecht aan de overnemer;

    • d.

      het geheel of gedeeltelijk terugbetalen van hetgeen op de aandelen, de bewijzen van deelgerechtigdheid of ter zake van het toegekende lidmaatschap is gestort.

Artikel 4
  • 1. In het kader van een geruisloze bedrijfsfusie is de uitgifte van aandelen in de overnemer boven de nominale waarde toegestaan.

  • 2. Bij de uitreiking van aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid of lidmaatschap in de overnemer in het kader van een geruisloze bedrijfsfusie is een afronding in contanten van een procent van hetgeen op de uitgereikte aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid of lidmaatschap wordt gestort toegestaan met dien verstande dat deze bijbetaling aan de overdrager NAF. 10.000,- niet te boven gaat. Vorengenoemde bijbetaling is onbelast.

  • 3. Een geruisloze bedrijfsfusie, waarbij naast de overdrager een andere belastingplichtige, buiten het kader van de fusie, als aandeelhouder tot de overnemer toetreedt, is toegestaan mits de overdrager een adequate tegenprestatie verkrijgt. De inbreng van de andere aandeelhouder bestaat daarbij uit contanten.

  • 4. Er is in ieder geval geen sprake van een adequate tegenprestatie als bedoeld in het derde lid, indien:

    • a.

      de overdrager niet evenredig aan zijn inbreng gerechtigd wordt tot de winst van de overnemer, waardoor de andere aandeelhouder, bedoeld in het derde lid, wordt bevoordeeld;

    • b.

      de overdrager beslissende zeggenschap in de overnemer mist, zonder dat dit wordt gerechtvaardigd door de inbrengverhouding.

Artikel 5

De overnemer treedt in de plaats van de overdrager indien tot het vermogen van het overgedragen bedrijf een afgewaardeerde vordering behoort, waarop artikel 11A van de landsverordening van toepassing is, mits de vordering gaat behoren tot het binnenlands ondernemingsvermogen van de overnemer.

Artikel 6
  • 1. Een bij de overdrager ter zake van het overgedragen bedrijf bestaande aanspraak op vervroegde afschrijving als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de landsverordening gaat over op de overnemer.

  • 2. Ingeval artikel 5, vierde lid, van de landsverordening bij de overdrager toepassing heeft gevonden ter zake van een overgedragen bedrijfsmiddel, wordt vorengenoemde bepaling voor de toepassing van artikel 6, derde lid, van de landsverordening geacht bij de overnemer toepassing te hebben gevonden.

  • 3. Voor de toepassing van artikel 5, vierde lid, van de landsverordening wordt een overgenomen bedrijfsmiddel geacht niet door de overnemer te zijn verworven.

Artikel 7
  • 1. Voor de toepassing van artikel 5A van de landsverordening wordt de overdracht van bedrijfsmiddelen niet aangemerkt als een vervreemding door de overdrager en ook niet als een investering in bedrijfsmiddelen door de overnemer.

  • 2. Een bij de overdrager ter zake van de overgedragen bedrijfsmiddelen nog niet uitgewerkte aanspraak op een investeringsaftrek dan wel een latente verplichting tot een desinvesteringsbijtelling als bedoeld in artikel 5A van de landsverordening gaat voor de nog resterende jaren over op de overnemer.

  • 3. Voor de toepassing van deze ministeriële beschikking dient onder nog niet uitgewerkte aanspraak op investeringsaftrek dan wel een latente verplichting tot desinvesteringsbijtelling te worden verstaan: het deel van de investeringsaftrek dan wel de desinvesteringsbijtelling die nog niet ten laste dan wel ten gunste van de winst is gebracht, ingeval op het moment van overdracht van de bedrijfsmiddelen de investeringsaftrek dan wel de desinvesteringsbijtelling, bedoeld in artikel 5A, van de landsverordening, moet plaatsvinden.

Artikel 8
  • 1. Voor de toepassing van artikel 10, eerste lid, van de landsverordening op vóór het overgangstijdstip door de overnemer geleden verliezen, wordt de winst van de overnemer elk boekjaar gesplitst in delen waarvan elk betrekking heeft op het vóór het overgangstijdstip door de overdrager en de overnemer gedreven bedrijf.

  • 2. De winstsplitsing, bedoeld in het eerste lid, vindt plaats alsof geen overdracht heeft plaatsgevonden, waarbij slechts winst aan het bedrijf van de overdrager of van de overnemer kan worden toegerekend voor zover deze als zodanig bij de overnemer tot uitdrukking komt. Indien een uit de splitsing voortvloeiend deel van de winst negatief is, wordt dit in mindering gebracht op het andere positieve deel van de winst.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde verliezen van de overnemer kunnen uitsluitend verrekend worden met aan het in het eerste lid bedoelde bedrijf van de overnemer toegerekende positieve winst.

  • 4. De na het overgangstijdstip door de overnemer geleden verliezen worden slechts aangemerkt als aanloopverliezen, bedoeld in artikel 10, tweede en vijfde lid, van de landsverordening, indien deze verliezen bij ongewijzigde voortzetting van het bedrijf van de overdrager bij deze als zodanig zouden zijn aangemerkt.

  • 5. Aanloopverliezen worden gedurende de termijn, genoemd in artikel 10, eerste lid, van de landsverordening, overeenkomstig het eerste lid verrekend. In afwijking van de eerste volzin is het nog onverrekende deel van de aanloopverliezen na afloop van de termijn, genoemd in artikel 10, eerste lid, van de landsverordening, verrekenbaar met de gehele winst van de overnemer, tenzij het bedrijf van de overnemer, zoals die vóór het overgangstijdstip werd uitgeoefend, geheel of nagenoeg geheel is gestaakt.

Artikel 9
  • 1. Indien de overdrager een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 14 van de landsverordening vormt met een dochtermaatschappij en de overdracht in het kader van een geruisloze bedrijfsfusie mede de aandelen in deze dochter omvat, dan verbreekt deze fiscale eenheid met ingang van het jaar waarin het overgangstijdstip valt.

  • 2. In het kader van een geruisloze bedrijfsfusie wordt overdracht als bedoeld in het eerste lid gelijkgesteld met een overdracht als bedoeld in artikel 16 van de Ministeriële beschikking standaardvoorwaarden fiscale eenheid (P.B. 2002, no. 151) indien:

    • a.

      de verkregen aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid of het toegekende lidmaatschap in de overnemer binnen zes jaren na de laatste besmette transactie of binnen drie jaren na de overdracht worden vervreemd; of

    • b.

      de aandelen in de dochtermaatschappij binnen zes jaren na de laatste besmette transactie worden vervreemd.

Artikel 10

Indien de overdracht van het bedrijf of een zelfstandig onderdeel daarvan, plaatsvindt aan een daartoe op te richten vennootschap, kan het overgangstijdstip worden gesteld op de aanvang van het boekjaar van de overdrager, mits:

  • a.

    ter zake van de overdracht binnen zes maanden na de aanvang van het boekjaar een voorovereenkomst of een intentieverklaring is geregistreerd bij de Inspecteur;

  • b.

    de oprichting van en de overdracht aan de overnemer binnen twaalf maanden na het overgangstijdstip plaatsvinden;

  • c.

    het eerste boekjaar van de overnemer feitelijk de resultaten van niet meer dan twaalf maanden omvat;

  • d.

    het verlenen van deze terugwerkende kracht niet tot gevolg zou hebben dat een incidenteel fiscaal voordeel wordt behaald.

Artikel 11

Ingeval de inbreng van een bedrijf in een naamloze vennootschap plaatsvindt met toepassing van artikel 8, onderdeel f, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (P.B. 2002, no. 63) en deze inbreng wordt in het kader van een geruisloze bedrijfsfusie gevolgd door de overdracht aan een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap, kan, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, het overgangstijdstip voor de toepassing van artikel 8, onderdeel f, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 en artikel 13 van de landsverordening samenvallen.

Artikel 12
  • 1. Een geruisloze bedrijfsfusie is toegestaan indien:

    • a.

      de vaste inrichting in de Nederlandse Antillen van een buitenlandse vennootschap wordt ingebracht in een naamloze vennootschap in de Nederlandse Antillen of

    • b.

      de overdracht van de vaste inrichting in de Nederlandse Antillen van een buitenlandse vennootschap, tegen uitreiking van aandelen, aan een andere buitenlandse vennootschap, dat door het uitoefenen van het binnenlandse bedrijf als belastingplichtige voor de winstbelasting wordt aangemerkt, plaatsvindt, mits door deze overdracht de belastingplicht van de overdrager voor de winstbelasting hier te lande eindigt.

  • 2. De waarde van de in het kader van een geruisloze bedrijfsfusie door de overdrager verkregen aandelen, winstbewijzen of het toegekende lidmaatschap in de overnemer dient evenredig te zijn aan het eigen vermogen van de vaste inrichting, zijnde het saldo van de daartoe behorende activa en passiva, met uitzondering van de interne schuldverhouding met het hoofdkantoor van de vaste inrichting.

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid worden tot het eigen vermogen gerekend de als informeel kapitaal te beschouwen schulden aan het concern.

  • 4. De aanspraak op te verrekenen verliezen, bedoeld in artikel 10 van de landsverordening, en nog niet uitgewerkte aanspraak op investeringsaftrek dan wel latente verplichting tot desinvesteringsbijtelling als bedoeld in artikel 5A van de landsverordening van de vaste inrichting kan van de overdrager op de overnemer overgaan, mits door deze overdracht de belastingplicht van de overdrager voor de winstbelasting hier te lande eindigt.

Artikel 13
  • 1. Een geruisloze bedrijfsfusie, waarbij een stichting dan wel een vereniging -niet zijnde een coöperatieve vereniging - haar bedrijf of een zelfstandig onderdeel daarvan in het kader van de bedrijfsfusie overdraagt tegen uitreiking van aandelen, winstbewijzen of toekenning van een lidmaatschap in de overnemer is toegestaan.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, komt rente, ingeval door de overdracht de belastingplicht van de overdrager eindigt, niet ten laste van de winst van de overnemer of haar rechtsopvolger ter zake van het overgedragen bedrijf of een zelfstandig onderdeel daarvan dan wel van een vennootschap die tot de overnemer of een derde in een verhouding staat als bedoeld in artikel 5A, vierde lid, onderdelen b en c, van de landsverordening, welke is verschuldigd over schulden, die direct of indirect hun tegenwaarde vinden in de vermogensbestanddelen, welke toebehoren aan de overdrager of haar rechtsopvolger, zolang die in het bezit zijn van aandelen in de overnemer of haar rechtsopvolger.

Hoofdstuk II Bijzondere bepaling

Artikel 14
  • 1. De Minister beslist op het gezamenlijk verzoek van de overdrager en de overnemer voor de toepassing van artikel 13, vierde lid, van de landsverordening, binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek.

  • 2. Bij het verzoek, bedoeld in het eerste lid, dienen de overdrager en de overnemer de volgende stukken te overleggen:

    • a.

      de geregistreerde voorovereenkomst of intentieverklaring bij overdracht aan een daartoe op te richten vennootschap als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de landsverordening;

    • b.

      de fiscale balans per het tijdstip direct voorafgaande aan het overgangstijdstip van het ingebrachte bedrijf;

    • c.

      de fiscale en de commerciële balans per het overgangstijdstip van de overnemer;

    • d.

      de fiscale balans per het overgangstijdstip van de overdrager;

    • e.

      de winst- en verliesrekening over het aan het overgangstijdstip voorafgaande boekjaar van het ingebrachte bedrijf;

    • f.

      een berekening van de vrij te stellen winst; en

    • g.

      een overzicht van alle activa en passiva, die in de bedrijfsoverdracht zijn begrepen, dan wel welke vermogensbestanddelen geen onderdeel uitmaken van vorengenoemde overdracht.

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 15

Deze ministeriële beschikking wordt in de Curaçaosche Courant bekendgemaakt.

Artikel 16
  • 1. Deze ministeriële beschikking treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van bekendmaking van deze beschikking in de Curaçaosche Courant en werkt terug tot en met 1 januari 2001.

  • 2. Ten aanzien van de boekjaren 2001 en 2002 kan de belastingplichtige het verzoek, bedoeld in artikel 14, eerste lid, tot en met drie maanden na de bekendmaking van deze ministeriële beschikking, indienen bij de Minister.

Artikel 17

Deze ministeriële beschikking kan worden aangehaald als: Beleidsregels standaardvoorwaarden geruisloze bedrijfsfusie.