Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dirksland

Verordening lijkbezorgingsrechten 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dirksland
Officiële naam regelingVerordening lijkbezorgingsrechten 2011
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2012intrekking

22-12-2011

Gemeenteblad 2011, 25

2011-XII-9d
24-12-201001-01-2012nieuwe regeling

09-12-2010

Gemeenteblad 2010, 31

2010-XIII-9d

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Dirksland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november 2010;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze Verordening verstaat onder:a. begraafplaats: de algemene begraafplaats in de woonkernen Dirksland, Herkingen en Melissant;b. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een lijk;c. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;d. eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot: het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; het doen verstrooien van as;e. urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;f. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;g. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;h. verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze Verordening worden rechten geheven voor het gebruik van een algemene begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag danwel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze Verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1 Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2 Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1 De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2 Andere rechten, als die bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldigde bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1 De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,--.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 De belastingaanslagen, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2 De schriftelijke kennisgevingen, zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, moeten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De Verordening lijkbezorgingsrechten 2010 van 17 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan. 

  • 2 Deze Verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4 Deze Verordening wordt aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten 2011”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dirksland, gehouden op 9 december 2010.

De griffier,                                                                                                                                                 De voorzitter,P.J. de Pagter.                                                                                                                                        drs. S. Stoop. 

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2011 1

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1.Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven: 
1.1.1voor een periode van 20 jaar€ 547,45
1.1.2voor onbepaalde tijd€ 645,60
1.2Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven: 
1.2.1voor onbepaalde tijd€ 645,60
1.3Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven: 
1.3.1voor onbepaalde tijd€ 505,10
1.4Voor het verlenen van het recht op een verstrooiingsplaats wordt geheven: 
1.4.1voor onbepaalde tijd€ 645,60
1.5Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht. 

  

Hoofdstuk 2 Begraven

 

2.1Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven, met inbegrip van het gebruik van een aula en het luiden van de torenklok: 
2.1.1in een eigen graf€ 1.026,60
2.1.2in een algemeen graf€ 1.026,60
2.2Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven: 
2.2.1in een eigen graf€ 256,60
2.2.2.in een algemeen graf€ 256,60
2.3Voor het begraven van een lijk van een kind vanaf één jaar tot en met 11 jaar wordt geheven: 
2.3.1in een eigen graf€ 513,25
2.3.2in een algemeen graf€ 513,25

  

Hoofdstuk  3 Bijzetten van asbussen en urnen

 

3.1Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven: 
3.1.1in een urnennis€ 536,55
3.1.2op een urnengraf€ 221,70
3.1.3in een urnengraf€ 443,30
3.1.4op een eigen graf€ 221,70
3.1.5in een eigen graf€ 443,30
3.1.6op een algemeen graf€ 221,70
3.1.7in een algemeen graf€ 443,30

 

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

 

4.1Voor het afgeven van een vergunning terzake van het (opnieuw) plaatsen of wijzigen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 2 van de Beheersverordening begraafplaatsen Dirksland 1992, wordt geheven: 
4.1.1voor de aanleg van een grafkelder€ 2,736,25
4.1.2voor het (opnieuw) plaatsen van gedenktekenen en kruisen€ 242,80
4.1.3voor het (opnieuw) plaatsen van een zerk€ 242,80
4.1.4voor het aanleggen van een graftuin, voor het planten van bomen, heesters of andere gewassen€ 137,50
4.1.5indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt, binnen zes maanden na verlening van de vergunning, wordt op aanvraag, onder inlevering van de vergunning, teruggaaf van 40% van de geheven leges verleend. 
4.2Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, zoals bedoeld in 4.1.1 tot en met 4.1.4 wordt geheven per jaar: 
4,2.1voor een grafkelder€ 184,70
4.2.2voor gedenktekenen, kruisen of een zerk€ 184,70
4.2.3voor een graftuin of andere beplantingen€ 137,50
4.3Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte, daaronder niet begrepen het onderhoud van voorwerpen als bedoeld in artikel 2 van de Beheersverordening begraafplaatsen Dirksland 1992, wordt geheven pergrafruimte per jaar: 
4.3.1voor een eigen graf€ 184,70
4.3.2voor een eigen urnengraf€ 184,70
4.3.3voor een urnennis€ 137,50
4.4De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2 en 4.3 kunnen worden afgekocht. De afkoopsom bedraagt vijftigmaal het per kalenderjaar te heffen recht. In die gevallen is de gemeente tot het blijvend onderhouden en/of schoonhouden verplicht, tot tien jaar na de datum van geslotenverklaring van de begraafplaats. 

 

Hoofdstuk 5 Lijkschouwing

 

5.1.Voor het schouwen van een lijk door een lijkschgouwer wordt geheven€ 319,90

 

 

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

 

6.1Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven€ 12,05
6.1.1Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven€ 12,05
6.1.2Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven€ 12,05

 

 

Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen en verstrooien

 

 7.1 Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 477,20
 7.2. Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven  € 477,20
 7.3 Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven € 954,40
 7.4 Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven: 
 7.4.1 uit een eigen graf € 238,20
 7.4.2 uit een eigen urnengraf € 238,20
 7.4.3 uit een urnennis € 119,10
 7.4.4 bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven € 119,10
 7.5 Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven € 1.539,90
 7.6 Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven: 
 7.7 in een eigen graf, urnengraf of op een verstrooiingsplaats € 221,65

 

Hoofdstuk 8 Overige heffingen

 

8.1Voor het opbaren van een lijk in de aula wordt per etmaal geheven€ 108,90