Overheidsorganisatie | Gemeente Reeuwijk |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening klachtenbehandeling gemeente Reeuwijk |
Citeertitel | Verordening klachtenbehandeling gemeente Reeuwijk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling per 1 januari 2013.
Onbekend
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | 01-01-2013 | Van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling per 1 januari 2013 | 25-10-1999 Onbekend | Agendapunt 16, raadsvergadering 25 oktober 19999 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een ambtenaar van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon heeft gedragen;
klager: de natuurlijke- of rechtspersoon die een klacht indient;
gedraging: het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door:
een ambtenaar of een daarmee op grond van zijn/haar werkzaamheid gelijk te stellen persoon, inclusief arbeidscontractanten, in de uitoefening van zijn/haar functie;
het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, voor zover niet handelende als hoofd van de politie;
bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de gemeenteraad;
sectorhoofd of stafafdelingshoofd: de ambtenaar aan wie de dagelijkse leiding aan het beheer van een sector of stafafdeling is opgedragen.
1. Een ieder heeft het recht om, zowel mondeling als schriftelijk, een klacht in te dienen over de wijze waarop een bestuurorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.
2. Een gedraging van een persoon, genoemd in artikel 1.1, onder c, wordt toegerekend aan het daarvoor verantwoordelijke bestuursorgaan.
3. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van klachten.
1. Elke ingediende klacht wordt door de medewerker kwaliteitszorg geregistreerd en voorgelegd aan diegene die de klacht op grond van artikel 2.4 onderzoekt.
2. Een mondeling ingediende klacht wordt door de medewerker kwaliteitszorg in het bijzijn van de klager op schrift gesteld en gedateerd. De op schrift gestelde klacht wordt ter ondertekening voorgelegd aan de klager ter bevestiging van de juiste notering van zijn/haar klacht. Door de klager voorgestelde wijzigingen van de door de medewerker kwaliteitszorg op schrift gestelde klacht worden zonder meer aangebracht.
3. Klachten kunnen ook telefonisch bij de medewerker kwaliteitszorg worden ingediend, De op schrift stelling van de klacht wordt uitgevoerd conform het bepaalde in lid 2 hiervoor. Klager krijgt de op schrift gestelde klacht in tweevoud toegezonden met het verzoek de op schrift gestelde klacht, na eventuele aanpassing, te ondertekenen en te retourneren aan de medewerker kwaliteitszorg. De klacht wordt geacht te zijn ontvangen op de dag waarop de door klager ondertekende klacht bij de medewerker kwaliteitszorg wordt ontvangen.
1. De ontvangst van een klacht wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf werkdagen, door de medewerker kwaliteitszorg aan de klager schriftelijk bevestigd.
2. In de ontvangstbevestiging wordt meegedeeld wie de klacht zal behandelen en hoe de verdere gang van zaken is.
3. Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, krijgt de klacht, de daarbij meegezonden stukken en de ontvangstbevestiging in afschrift toegezonden.
4. De medewerker kwaliteitszorg draagt zorg voor de voortgangsbewaking van de klachtenafhandeling en het onderhouden van de contacten met de klager.
Een klacht wordt behandeld door:
het sectorhoofd of stafafdelingshoofd namens het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging van een ambtenaar van zijn sector of stafafdeling betreft;
de gemeentesecretaris namens het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging van een sectorhoofd of stafafdelingshoofd betreft;
het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging van de gemeentesecretaris betreft;
de overige collegeleden indien het een gedraging van één van de wethouders of de burgemeester betreft.
Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien niet is voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 9.4, van de Awb en de klagende voor de
behandeling vereiste gegevens niet binnen veertien dagen verstrekt nadat hij door de
medewerker kwaliteitszorg op de tekortkoming is gewezen;
1. Degene die op grond van artikel 2,3 daartoe is aangewezen (de behandelaar) behandelt de klacht en stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft in de gelegenheid om te worden gehoord en op elkaars standpunt te reageren.
2. Van deze procedure van hoor en wederhoor kan worden afgezien indien zowel de klager als degene op ziens gedraging de klacht betrekking heeft, hebben verklaard daaraan geen behoefte te hebben
3. Van de procedure van hoor en wederhoor wordt een verslag gemaakt.
1. De behandelaar brengt binnen vier weken na de datum van ontvangst van de klacht rapport uit aan het college van burgemeester en wethouders. Het rapport gaat vergezeld van een ontwerp besluit.
2. Binnen twee weken nadat het rapport is uitgebracht, besluiten burgemeester en wethouders over de afdoening van de klacht. Het besluit wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de klager meegedeeld. Een afschrift van het besluit wordt gezonden aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.
3. Indien de klacht niet binnen zes weken kan worden afgedaan, kan de afdoening voor ten hoogste vier weken worden verdaagd. Van de verdaging wordt door het college van burgemeester en wethouders schriftelijk onder vermelding van de reden van verdaging mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.
4. Het college van burgemeester en wethouders deelt de klager schriftelijk mee dat, indien deze niet tevreden is over de uitkomst van de klachtbehandeling, de klager zijn klacht kan voorleggen aan het instituut van de Nationale ombudsman, indien de klacht betrekking heeft op een gedraging welke heeft plaatsgevonden na aansluiting bij het instituut van de Nationale ombudsman.
1. De medewerker kwaliteitszorg doet jaarlijks verslag van het aantal klachten in het afgelopen kalenderjaar, de aard van de klachten, de wijze van afdoening en de maatregelen die naar aanleiding van de afhandeling zijn getroffen.
2. Burgemeester en wethouders stellen het jaarverslag vast en leggen dit, zonodig voorzien van beleidsmatige aanbevelingen, voor aan de gemeenteraad.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2000. Een klacht kan alleen dan worden voorgelegd aan het instituut van de Nationale ombudsman indien de klacht betrekking heeft op een gedraging welke heeft plaatsgevonden na aansluiting bij het instituut van de Nationale Ombudsman.
Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening klachtenbehandeling gemeente Reeuwijk“.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Reeuwijk, gehouden op 25 oktober 1999.
De secretaris,
H. Bruins
De voorzitter,
J.C. Bauer