Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Aanwijzingsbesluiten ex artikel 5.6. en 5.8 APV (Parkeerexcessen)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingAanwijzingsbesluiten ex artikel 5.6. en 5.8 APV (Parkeerexcessen)
CiteertitelAanwijzingsbesluiten ex artikel 5.6. en 5.8 APV (Parkeerexcessen)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 6:5, eerste lid van de APV 2010  geldt dit besluit als een besluit op grond van de respectieve artikelen 5:6 en 5:8 van de APV 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

APV 2010, art. 6:5, eerste lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-08-200726-06-2013Nieuwe regeling

18-07-2007

Stadskrant Veghel, 29-08-2007

5.1/2007/16104

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanwijzingsbesluiten ex artikel 5.6. en 5.8 APV (Parkeerexcessen)

Burgemeester en wethouders van Veghel;

 

overwegende, dat hun college op grond van de artikelen 5.6. en 5.8 van de APV 2010 wegen en plaatsen kan aanwijzen waar het in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente dan wel de verdeling van de beschikbare parkeerruimte, verboden is met bepaalde voertuigen ter parkeren;

 

dat het wenselijk is van deze mogelijkheid gebruik te maken;

 

b e s l u i t e n :

Enig-artikel

1. wegen (inclusief bermen, parkeerplaatsen en pleinen) in de bebouwde kommen in de gemeente aan te wijzen als wegen bedoeld in artikel 5.6 eerste lid, aanhef en onder a. van de APV 2010 waar het verboden is kampeerwagens, caravans, aanhangwagens, keetwagens en dergelijke voertuigen langer dan 3 achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben, met dien verstande dat deze aanwijzing niet geldt voor:

a.     keetwagens gedurende de periode benodigd voor het plegen van onderhoud aan openbaar groen of de openbare weg, voor zover het plaatsen of hebben ervan plaatsvindt in de onmiddellijke nabijheid van het werk;

b.    kampeerwagens en caravans gedurende de landelijk voor het basis- en voortgezet onderwijs geldende schoolvakanties. (voorjaar, zomer en herfst en kerst).

2. De in de bebouwde kommen in de gemeente buiten de weg gelegen plaatsen aan te wijzen als plaatsen, in de zin van artikel 5.6 eerste lid, aanhef en onder b. van de APV 2010, waar het met het oog op de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente verboden is om vóór de voorgevel behorende bij een woning of ander gebouw kampeerwagens, caravans, aanhangwagens, keetwagens en dergelijke voertuigen langer dan 3 achtereenvolgende dagen te doen of te laten staan, met dien verstande dat deze aanwijzing niet geldt voor: kampeerwagens en caravans gedurende de landelijk voor het basis- en voortgezet onderwijs geldende schoolvakanties. (voorjaar, zomer en herfst en kerst).

3. De gedeelten van de bebouwde kommen in de gemeente Veghel, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekeningen, aan te wijzen als plaats in de zin van artikel 5.8. eerste lid van de APV 2010, waar het met het oog op de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente verboden is om een voertuig, dat met inbegrip van de lading een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg of op een plaats zichtbaar vanaf de openbare weg te parkeren.

4. De gedeelten van de bebouwde kommen in de gemeente Veghel, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekeningen, aan te wijzen als plaats in de zin van artikel 5.8, tweede lid van de APV 2010, waar het met het oog op de verdeling van de beschikbare parkeerruimte verboden is om een voertuig, dat met inbegrip van de lading een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren.

5. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel.

De secretaris,

H.J.B.C. Maas.

De burgemeester,

A. Frankfort.

Toelichting

Dit besluit ziet met het oogpunt op deregulering , anders dan het vorige aanwijzingsbesluit, niet langer op achter de voorgevelrooilijn het parkeren van caravans op eigen terrein. Indien blijkt dat er in de praktijk op een locatie problemen ontstaan door het langdurig parkeren van caravans op eigen terrein kan daartegen door een afzonderlijk aanwijzingsbesluit, als bedoeld in artikel 5.6, eerste lid onder b. worden opgetreden.

 

Voorts is gebleken dat er grote behoefte bestaat aan het tijdens de schoolvakanties in de nabijheid van de woning kunnen plaatsen van caravans en ander kampeermiddelen. Dit besluit voorziet hierin door de geldende schoolvakanties voor heel Nederland (dus zowel noord, midden als zuid) uit te zonderen van het verbod. .

 

Voor een goed begrip van het besluit zijn hierna de artikelen uit de APV opgenomen die dienen als basis voor het aanwijzingsbesluit:

 Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.

1.   Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

a.  langer dan op drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben op een door het college aangewezen weg, waar dit naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte of schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente;

b.  op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

2.   Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid, aanhef en onder a, gestelde verbod.

3.   Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wegenverordening Noord-Brabant of de Provinciale landschapsverordening.

 

 Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen

1.   Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

2.   Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte.

3.   Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur.

4.   Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.