Overheidsorganisatie | Gemeente Hoogezand-Sappemeer |
---|---|
Officiële naam regeling | Drank- en horecaverordening voor de gemeente Hoogezand-Sappemeer |
Citeertitel | Drank- en horecaverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 147 Gemeentewet, artikel 4, 20, 23, 26 en 41 Drank- en Horecawet
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-09-1997 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 18-03-1997 Regiokrant, 10-09-1997 | Onbekend |
begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: De Drank- en Horecawet;
horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de wet;
horecawerkzaamheid: een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van de wet;
inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van de wet;
lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet
sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van 15 graden Celsius voor 15 of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat.
van overeenkomstige toepassing verklaring
2.Artikel 1 van de wet is van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.
Het is verboden bedrijfsmatig sterk alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse of elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting:
waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en croquetten, worden verkocht;
die uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor het geven van onderwijs;
die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties/instellingen;
die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties/instellingen;
die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoersbedrijf;
die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein;
die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij kerkelijke instellingen/organisaties;
die kan worden aangemerkt als dorps- of buurthuis.
ontheffing
De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod in artikel 2.
Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of worden gewijzigd.
begripsbepaling
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank verstaan: drank, die bij een temperatuur van 15 graden Celsius voor minder dan 1,5 volumeprocent uit alcohol bestaat.
verbod
1.Het is verboden zonder verlof van de burgemeester in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.
uitzonderingen
Dit verbod geldt niet:
indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of horecawerkzaamheid;
indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomende aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties;
voor aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;
voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.
verlofruimten
1.Het verlof geldt uitsluitend voor één of meer in het verlof vermelde ruimten.
overlijden verlofhouder
2.Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot een maand na overlijden of, indien binnen die termijn terzake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.
procedure
Het verlof wordt aangevraagd bij de burgemeester.
persoonseisen
1.Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 5, tweede lid, aanhef en letters a en b en derde lid, van de wet, worden gesteld aan de bedrijfsleiders en beheerders.
inrichtingseisen
2.Een verlof kan slechts worden verkregen voor een lokaliteit welke voldoet aan de inrichtingseisen gesteld bij- of krachtens de wet.
ontheffing
3.De burgemeester kan op aanvraag ontheffing verlenen van de eisen gesteld in het 2e lid.
weigering
De burgemeester weigert het verlof indien niet wordt voldaan aan de in artikel 8 gestelde eisen.
Hij trekt het verlof in, indien:
niet langer wordt voldaan in de in artikel 8 gestelde eisen;
gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof;
zich in het betrokken verlofbedrijf feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
overtreding
Overtreding van het verbod gesteld in artikel 5 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Artikel 70 van de wet is van overeenkomstige toepassing.
citeertitel
1.Deze verordening kan worden aangehaald als: Drank- en Horecaverordening.
in werking treden
Zij treedt in werking met ingang van de achtste dag na haar afkondiging en is ook van toepassing op aanvragen, die voor die dag zijn ingediend, maar waarop voor die dag nog geen besluit genomen is. De afkondiging vindt plaats na goedkeuring door Gedeputeerde Staten.
Bij de inwerkingtreding van de verordening vervalt de Drank- en Horecaverordening voor de gemeente Hoogezand-Sappemeer vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 1967, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 6 maart 1979. De laatstgenoemde verordening blijft van toepassing op besluiten, die op basis van die verordening genomen zijn.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 maart 1997.
De Raad voornoemd,