Nadere regels voor graven en grafbedekkingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze nadere regels verstaan onder:

a.   begraafplaatsen:

de begraafplaats Zuidergaard en de Algemene begraafplaats te Erp;

b.   eigen graf:

een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1° het doen begraven en begraven houden van lijken;

2° het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

3° het doen verstrooien van as;

c.   algemeen graf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

d.   eigen kindergraf:

een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1° het doen begraven en begraven houden van overledenen beneden 12 jaar;

2° het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van overle­denen beneden 12 jaar;

3° het doen verstrooien van as van overledenen beneden 12 jaar;

e.   algemeen kindergraf:

 een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen beneden 12 jaar;

f.    eigen urnengraf:

een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1°   het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

2° het doen verstrooien van as;

g. algemeen urnengraf:

een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bij­zet­ten van asbussen met of zonder ur­nen;

h. eigen urnennis:

een nis waarvoor een natuurlijk of rechtsper­soon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten  en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

i. urn:

een voorwerp ter berging van één of meer asbus­sen;

j. asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

k. grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenk­plaats;

l. gedenkteken:

voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

m. beheerder:

de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

n. eigen gedenkplaats:

een plaats waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

o. rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Uitgeven graven en gedenkplaatsen

• 1. De eigen graven, urnengraven, urnennissen en kindergraven worden uitgegeven voor de tijd van 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken dan wel het plaatsen van 2 asbussen met of zonder urnen dan wel het verstrooien van de as daarin of daarop van 2 overledenen.

• 2. De algemene graven, urnengraven, urnenissen en kindergraven worden uitgegeven voor de tijd van 10 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken dan wel het plaatsen van 2 asbussen met of zonder urnen.

• 3. De eigen gedenkplaatsen worden uitgegeven voor de tijd van 20 jaren.

Artikel 3 Afmetingen graven en gedenkplaatsen

• 1. De eigen en algemene graven hebben een afmeting van 2.40 bij 1.20m.

• 2. De eigen en algemene urnengraven hebben een afmeting van 1.00 bij 1.00 m.

• 3. De eigen en algemene kindergraven hebben een afmeting van 1.80 bij 0.80 m.

• 4. De eigen gedenkplaatsen hebben een afmeting van maximaal 0,90 bij 0,60 m.

Artikel 4 Aanvraag vergunning grafbedekking

• 1. De aanvraag voor vergunning voor een gedenkteken wordt ingediend onder overlegging van een werktekening in tweevoud, schaal 1:10 of 1:5, waarop ten minste dienen voor te komen:

  a. een boven, voor en zijaanzicht met alle lengte, breedte en hoogtematen;

  b. de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

  c. de vermelding op welke wijze de letter en tekens worden aangebracht (ingehakt, opgehakt, uitgefreesd, van metaal of op ander wijze);

  d. de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

  e. de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

  f. een aanduiding van de soort en aantallen van de aan te brengen winterharde grafbeplanting.

• 2. Indien de grafbedekking uitsluitend bestaat uit winterharde grafbeplanting behoeft de aanvraag niet vergezeld te gaan van een werktekening en kan worden volstaan met vermelding van soort een aantallen van de aan te brengen beplanting.

Artikel 5 Afmetingen gedenkteken

• 1. De afmetingen van een grafbedekking mogen maximaal bedragen:

        a.   algemeen en eigen graf (l x b x h) 1,10 x 0,80 x 0,50m;

        b.   algemeen en eigen urnengraf l x b x h) 1,10 x 0,80 x 0,50m

        c.   algemeen en eigen kindergraf (l x b x h) 0,60 x 0,45 x 0,30m.

• 2. De afmetingen van de afdekplaat voor de urnennis dienen gelijk te zijn aan de afmetingen van de opening van de nis.

Artikel 6 Materiaal gedenkteken

Voor een grafbedekking mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

Artikel 7 Gebruik teksten en symbolen

Er kan naar vrije keus gebruik gemaakt worden van teksten en symbolen, tenzij deze teksten en symbolen naar de mening van burgemeester en wethouders op enige wijze aanstootgevend kunnen zijn.

Artikel 8 Plaats gedenkteken

Het gedenkteken wordt aangebracht binnen de oppervlakte van het graf en binnen de daartoe op het graf aangegeven voor- en achterrooilijn.

Artikel 9 Grafnummer

Het gedenkteken moet worden voorzien van een plaatsaanduiding. Vak, nummer en de aanduiding onder (o) of boven (b) moeten door ingravering worden aangegeven aan de voorzijde van het grafteken binnen 20 cm van de rechterzijkant.

Artikel 10 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

Artikel 11 Winterharde gewassen

Op een graf mogen winterharde gewassen worden geplant indien deze bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte en de bij het graf behorende rooilijnen niet overschrijden of door besnoeiing binnen deze begrenzing kunnen worden gehouden.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de derde dag nadat deze zijn bekendgemaakt. Met ingang van deze dag vervallen de "Nadere regels voor graven en grafbedekkingen" vastgesteld op 2 april 1996.