Overheidsorganisatie | Gemeente Reeuwijk |
---|---|
Officiële naam regeling | Vakbondscontributieregeling |
Citeertitel | Vakbondscontributieregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | personeel en organisatie |
Eigen onderwerp | Personeel en organisatie |
Geen
Onbekend
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2008 | 01-01-2008 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 01-04-2008 Onbekend | Punt 10, B&W-vergadering 01-04-2008 |
Vakbondscontributieregeling
In deze regeling wordt verstaan onder:
1.Werkgever:
Gemeente Reeuwijk.
2.Werknemer:
Degene die een arbeidsovereenkomst(/aanstelling) heeft met (/bij) Gemeente Reeuwijk.
Medewerkers die gedetacheerd zijn, stagiaires, vakantiehulpen, wachtgelders, oproep- en invalkrachten en overige medewerkers niet in loondienst, vallen niet onder het begrip “werknemer” in de zin van deze regeling.
3.Deelnemer:
Een werknemer die gebruik maakt van de Vakbondscontributieregeling bij Gemeente Reeuwijk.
4.CAO:
Collectieve Arbeidsovereenkomst: de CAR/UWO op basis waarvan deze regeling mogelijk is.
5.Fiscale ruimte pensioenregeling:
Verschil in pensioenopbouw tussen ABP- en fiscale rekenmethode. Dit verschil wordt herleid tot
een bedrag dat aangeeft in hoeverre brutoloonbestanddelen - zonder pensioengevolgen – ingezet
kunnen worden (de zogenaamde uitruilruimte)
6.Aanvulling op de Arbeidsovereenkomst:
De overeenkomst tussen werkgever en werknemer waarin de ruil van brutoloonbestanddelen wordt overeengekomen.
De werkgever biedt de werknemer de mogelijkheid om - i.v.m. de door de werknemer verschuldigde vakbondscontributie - brutoloonbestanddelen te ruilen tegen een onbelaste vergoeding.
Voor zover er fiscale ruimte is binnen de pensioenregeling kunnen hierbij – tot maximaal de uitruilruimte - de volgende brutoloonbestanddelen worden ingezet:
(een deel van) het bruto salaris, gedurende minimaal 11 maanden of
(een deel van) de vakantietoelage of
(een deel van) de eindejaarsuitkering
Tevens is zowel afzonderlijk als in combinatie met 1, 2 of 3 (dan: afhankelijk van de uitruilruimte) een ruil mogelijk van:
bovenwettelijke verlofuren
De werknemer dient zich (jaarlijks) uiterlijk op 1 november voorafgaand aan het jaar waarin de ruil plaats vindt aan te melden middels invulling/inlevering van het formulier “Aanvulling op de arbeidsovereenkomst”.
De werknemer dient tegelijkertijd het lidmaatschap van een vakbond aan te tonen én de daaraan verbonden contributie.
De werkgever berekent (indien de deelnemer niet alleen bovenwettelijk verlof wil ruilen) de uitruilruimte en houdt daarmee - bij het verlagen van de door de deelnemer aangegeven keuze (1 of 2 of 3 uit artikel 2) - rekening.
Door de ruil van bruto salaris/vakantiegeld/eindejaarsuitkering wordt het betreffende brutoloonbestanddeel verlaagd. Dit kan ondermeer van invloed zijn op de hoogte van een WIA-, WAO- of WW-uitkering en het inkomen in het kader van inkomensafhankelijke toeslagen als de zorgtoeslag, huurtoeslag en tegemoetkoming studiekosten.
Daarnaast werkt een verlaging in beginsel ook door in loongerelateerde voorzieningen als de pensioenopbouw, het vakantiegeld en het uurloon voor o.a. overwerk.
De verlaging is in deze regeling in zoverre mogelijk dat de pensioenopbouw daardoor niet wordt aangetast.
Het bruto salaris/vakantiegeld na verlaging mag niet lager zijn dan in de Wet Minimumloon en Minimum Vakantiegeld is bepaald.
De werknemer verklaart in de Aanvulling op de Arbeidsovereenkomst op de hoogte te zijn van bovengenoemde gevolgen die kunnen optreden als gevolg van de verlaging.
De deelnemer meldt het einde van het lidmaatschap van de vakbond aan de werkgever zodra daarvan sprake is. De verlaging/ruil eindigt per de datum van einde lidmaatschap.
Aanvulling op de Vakbondscontributieregeling
Als gevolg van het Besluit van 8 september 2008, nr. CPP2008/1727M, van de staatssecretaris van Financiën is de voorwaarde in de Vakbondscontributieregeling dat een ruil mogelijk is tot maximaal de
de fiscale ruimte in de pensioenregeling (de uitruilruimte) vervallen. De berekening van de uitruilruimte door de werkgever is dus niet meer nodig.
De Vakbondscontributieregeling voldoet aan de voorwaarden waaronder een ruil van brutoloonbestanddelen is toegestaan zonder dat dit gevolgen heeft voor het pensioengevend loon.
De werknemer kan brutoloonbestanddelen ruilen tegen een onbelaste vergoeding van de vakbondscontributie (ongeacht de uitruilruimte).