Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Reeuwijk

Regeling reis- en verblijfkosten Reeuwijk 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Reeuwijk
Officiële naam regelingRegeling reis- en verblijfkosten Reeuwijk 2008
CiteertitelRegeling reis- en verblijfkosten Reeuwijk 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpPersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160
  2. CAR/UWO, art. 15:1:22
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200801-01-2011nieuwe regeling

27-05-2008

Onbekend

Punt 27, B&W-vergadering 27-05-2008

Tekst van de regeling

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reeuwijk;

gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet en het bepaalde in artikel 15:1:22 CAR-UWO en de Reisregeling Binnenland 1993;

gehoord de Ondernemingsraad;

besluit:

vast te stellen de navolgende:

Regeling reis- en verblijfkosten Reeuwijk 2008

Artikel 1: Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    medewerker: de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de

    Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling-Uitwerkingsovereenkomst

    (CAR-UWO)

  • b)

    de rijksregeling: de Reisregeling Binnenland d.d. 16 maart 1993 (versie 01/01/2008),

    behorende bij het Reisbesluit binnenland 1993

  • c)

    plaats van tewerkstelling:het gebouw(en complex) of terrein waar of van waaruit de

    medewerker gewoonlijk zijn/haar werkzaamheden verricht

  • d)

    dienstreis: een naar het oordeel van het diensthoofd noodzakelijke

    verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van

    werkzaamheden op een andere plaats dan de plaats van

    tewerkstelling, inclusief het verblijf op deze andere plaats

  • e)

    diensthoofd:de gemeentesecretaris/algemeen directeur

  • f)

    woon-werkverkeer:de dagelijkse verplaatsingen van de medewerker tussen zijn/haar

    woning in de woonplaats en de plaats van tewerkstelling.

  • g)

    efficiënte wijze van vervoer:de wijze van vervoer die de gunstigste verhouding tussen kosten en

    baten oplevert

Dienstreizen

Artikel 2: Algemeen
  • 1. Dienstreizen binnen de bebouwde kom van Reeuwijk-Brug worden uitgevoerd per dienstfiets. Tenzij dit niet als doelmatig wordt aangemerkt, omdat de medewerker niet draagbare bagage of kostbare apparatuur moet vervoeren.

  • 2. Voor dienstreizen buiten de gemeente Reeuwijk wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Indien dit niet doelmatig (efficiënt) is, kiest de medewerker voor de meest efficiënte andere wijze van vervoer.

  • 3. Er is sprake van het niet of niet doelmatig(efficiënt) per openbaar vervoer kunnen reizen indien een of meer van de volgende omstandigheden zich voordoen:

    • a)

      er rijdt geen openbaar vervoer naar de plaats waar de werkzaamheden moeten worden verricht;

    • b)

      er moet niet draagbare bagage of zeer kostbare apparatuur worden vervoerd;

    • c)

      tijdens (een gedeelte van) de reis is de veiligheid van de medewerker en/of de meegenomen bagage in het geding;

    • d)

      de bedrijfsarts is van oordeel dat om medische redenen geen gebruik mag worden gemaakt van het openbaar vervoer;

    • e)

      het begin of einde van de werkzaamheden maken het gebruik van openbaar vervoer (over een deel van het traject) onmogelijk;

    • f)

      een zwaarwegend dienstbelang sluit het gebruik van openbaar vervoer uit.

  • 4. Indien om een van de genoemde redenen uit lid 3 van dit artikel gekozen is voor het gebruik maken van een eigen middel van vervoer wordt geacht hiervoor toestemming te zijn verleend door het diensthoofd in de zin van artikel 15:1:24 van de CAR-UWO.

  • 5. De plaats van tewerkstelling is het begin en eindpunt van een dienstreis.

  • 6. In afwijking van het vorige lid wordt de woning van de medewerker als begin en/of eindpunt van een dienstreis aangemerkt, indien hiermee een efficiëntere wijze van reizen kan worden gerealiseerd.

  • 7. Dienstreizen naar het buitenland zijn mogelijk na toestemming van het diensthoofd. Bij de aanvraag voor een dienstreis naar het buitenland dient een kostenraming te zijn bijgevoegd.

  • 8. Indien men met meerdere personen gebruikt maakt van één vervoermiddel (carpoolen) dan komt de eigenaar van dit vervoermiddel in aanmerking voor een kilometervergoeding

Artikel 3: Vergoeding reiskosten
  • 1. Dienstreizen binnen de bebouwde kom van Reeuwijk-Brug, uitgevoerd per fiets, worden niet vergoed.

  • 2. De kosten van openbaar vervoer worden vergoed onder overlegging van de vervoerbewijzen. Vergoeding voor openbaar vervoermiddelen geschiedt op basis van het tarief voor de eerste klasse.

  • 3. Indien geen gebruik gemaakt is van het openbaar vervoer, wordt een vergoeding gegeven conform de Rijksregeling. Voor de actuele bedragen zie bijlage 1.

  • 4. Kosten voor voorzieningen als parkeergarages, tolwegen, veerponten, etc. worden alleen vergoed indien het gebruik van deze voorzieningen tot een efficiëntere wijze van reizen hebben geleid. De kosten worden netto vergoed onder overlegging van de originele betaalbewijzen.

  • 5. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding wordt rekening gehouden met toegepaste kortingsregelingen en abonnementen en met reeds toegekende vergoedingen voor woon-werkverkeer.

  • 6. Vergoedingen worden verstrekt op declaratiebasis.

Artikel 4: Verblijfkosten
  • 1.

    De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en ’s avonds worden vergoed volgens de Rijksregeling.

  • 2.

    Geen aanspraak op vergoeding van verblijfkosten bestaat bij dienstreizen korter dan vier uur en voor een dienstreis binnen de gemeente.

  • 3.

    De betreffende bepalingen in de Rijksregeling zijn niet van toepassing indien de verblijfkosten voor rekening komen van derden, dan wel er reeds op een andere wijze in de kosten is voorzien.

  • 4.

    Vergoedingen worden verstrekt op declaratiebasis.

Woon-werkverkeer

Artikel 5: Vergoeding

1.Indien de afstand van de woning tot de plaats van tewerkstelling 6 kilometer of meer bedraagt, ontvangt de medewerker maandelijks een vaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer ter hoogte van

€ 0,17 per kilometer met een maximum van 25 kilometer enkele reis.

  • 2.

    De medewerker die met het openbaar vervoer reist, ontvangt een vergoeding voor het reizen in de eerste klasse, voor zover deze kosten uitstijgen boven de vergoeding als bedoeld in lid 1 van dit artikel. Uitbetaling vindt plaats na declaratie van de OV-bewijzen.

  • 3.

    Het aantal kilometers is gebaseerd op de meest optimale route (verhouding tijd - kilometers) tussen de woonplaats van de medewerker en de plaats van tewerkstelling. Voor de vaststelling van het aantal kilometers wordt gebruik gemaakt van de routeplanner www.routenet.nl.

  • 4.

    Indien in geval van ziekte gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 4 weken niet is gereisd, wordt met ingang van de eerste van de daaropvolgende maand geen reiskostenvergoeding woon-/werkverkeer uitbetaald. De uitbetaling wordt hervat per de eerste van de maand die volgt op de maand van herstel.

  • 5.

    De medewerker waarvan de afstand van de woning tot de plaats van tewerkstelling minder dan 6 kilometer bedraagt, ontvangt een jaarlijkse onbelaste vergoeding van € 82,00 voor fiets gerelateerde zaken.

Artikel 6: Fiscale wijzigingen

Deze regeling is nauw verbonden met fiscale regelgeving. Er zal derhalve altijd rekening worden gehouden met fiscale wijzigingen die betrekking hebben op deze regeling.

Artikel 7: Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling.

Artikel 8 Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling reis- en verblijfkosten gemeente Reeuwijk 2008”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008. Met ingang van dezelfde datum wordt de Regeling vergoeding dienstreizen 1998 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 mei 2008.

Burgemeester en wethouders van Reeuwijk,

de secretaris, de burgemeester,

H.Bruins J. Elzinga

Bijlage bijdragen (peildatum 1 januari 2008)

Reisregeling Binnenland

Kilometervergoeding dienstreizen

Indien men (doelmatig) reist met het eigen motorvoertuig wordt een vergoeding toegekend van € 0,37 per kilometer. Deze vergoeding bestaat uit een belast en een onbelast deel. De hoogte van het onbelaste deel wordt jaarlijks door het Rijk vastgesteld. Per 1 januari 2007 bedraagt het onbelaste deel € 0,19 per kilometer.

Vergoedingen wegens verblijfkosten

De vergoeding wegens verblijfkosten bedraagt een bedrag van € 3,84 voor kleine uitgaven overdag alsmede een bedrag van € 11,48 voor kleine uitgaven ’s-avonds, vermeerderd met:

a. € 12,04 voor een lunch;

b. € 18,22 voor een avondmaaltijd;

c. € 74,70 voor logies;

d. € 7,30 voor een ontbijt.

Uitgangspunten Vergoeding woon-werkverkeer

Voor de berekening van de vaste reiskostenvergoeding per maand wordt uitgegaan van de door de belastingdienst vastgestelde berekeningswijze. Als uitgangspunt geldt 214 werkdagen op jaarbasis bij een dienstverband waarbij wekelijks op 5 dagen wordt gereisd.