Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Verordening regelende de instelling, taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de bestuurscommissie voor openbaar voortgezet onderwijs in de gemeente Hoogezand-Sappemeer, alsmede de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de raad en het college van burgemeester en wethouders

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingVerordening regelende de instelling, taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de bestuurscommissie voor openbaar voortgezet onderwijs in de gemeente Hoogezand-Sappemeer, alsmede de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de raad en het college van burgemeester en wethouders
CiteertitelVerordening openbaar voortgezet onderwijs Hoogezand-Sappemeer
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-04-2004nieuwe regeling

27-04-2004

Regiokrant

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING, REGELENDE DE INSTELLING, TAAK, BEVOEGDHEDEN, SAMENSTELLING EN WERKWIJZE VAN DE BESTUURSCOMMISSIE VOOR OPENBAAR VOORTGEZET ONDERWIJS IN DE GEMEENTE HOOGEZAND-SAPPEMEER, ALSMEDE DE VERHOUDING VAN DE BESTUURSCOMMISSIE TEN OPZICHTE VAN DE RAAD EN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    de raad : de gemeenteraad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer;

  • -

    het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer;

  • -

    de commissie : de bestuurscommissie voor het bestuur en beheer van het openbaar voortgezet onderwijs in de gemeente Hoogezand-Sappemeer;

  • -

    school : de scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2 doelstellingen en belangen

De commissie heeft ten doel het doen behartigen van de belangen van het openbaar voortgezet onderwijs in de gemeente Hoogezand-Sappemeer.

Artikel 3 grondslag

Het onderwijs wordt verzorgd op openbare grondslag conform de terzake geldende wettelijke bepalingen.

Artikel 4 taken en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak:

  • -

    het doen vervullen van alle taken die samenhangen met de verzorging van het onderwijs, dat onder haar gezag valt;

  • -

    het samenwerken met andere publiekrechtelijke lichamen en privaatrechtelijke rechtspersonen, die een soortgelijk doel nastreven;

  • -

    het samenwerken met de gemeente op het terrein van het onderwijs en overige daarvoor in aanmerking komende beleidsterreinen.

Artikel 5

  • 1. Ter vervulling van haar taak, oefent de commissie alle bevoegdheden uit, die bij of krachtens de wet aan het bevoegd gezag van de school zijn toegekend, voor zover daar in deze verordening niet van is afgeweken. De vaststelling van de begroting en rekening van de school valt onder de verantwoordelijkheid van de raad, zoals nader geregeld in de verordening regelend de instelling van een tak van dienst.

  • 2. De commissie is bevoegd ter uitoefening van haar taak zich door deskundigen met een adviserende stem te laten bijstaan of commissies in te stellen:

    • -

      voor het uitbrengen van advies;

    • -

      met het oog op de behartiging van bepaalde belangen van de aan de zorg van de commissie toevertrouwde scholen.

      De commissie regelt de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van deze commissies.

  • 3. De commissie is uitsluitend bevoegd contractactiviteiten, zoals bedoeld in de Wet op het Voortgezet Onderwijs, uit te voeren op kostendekkende basis.

  • 4. De uitoefening van bevoegdheden met betrekking tot het aanvragen van nieuwe voorzieningen, het indienen van verzoeken tot omzetting, splitsing en/of verplaatsing, alsmede opheffing van voor-zieningen geschiedt alleen met voorafgaande instemming van de raad.

  • 5. De commissie is voorts bevoegd de raad of het college gevraagd of ongevraagd te adviseren over alle aangelegenheden in verband met haar taak.

Artikel 6 samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit 7 leden.

  • 2. De raad benoemt:

    3 leden, op voordracht van de ouderraad;

    één lid, op voordracht van de personeelsgeleding van de

    medezeggenschapsraad;

    3 leden, op voordracht van de commissie;

  • 3. Bij het doen van de voordrachten wordt gestreefd naar een aanwezigheid van de volgende deskundigheden:

    • -

      deskundigheid op sociaal-maatschappelijk terrein, waaronder onderwijs;

    • -

      deskundigheid op financieel-economisch terrein;

    • -

      deskundigheid op beheerstechnisch terrein, waaronder juridische zaken.

  • 4. De leden van de commissie wijzen uit hun midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een secretaris aan.

  • 5. Leden van de raad, van het college van burgemeester en wethouders en personen in dienst van de commissie kunnen geen lid van de commissie zijn.

  • 6. De leden van de commissie onderschrijven de doelstellingen van het openbaar onderwijs.

  • 7. Op de leden van de commissie is artikel 15 Gemeentewet omtrent verboden handelingen van overeenkomstige toepassing.

  • 8. De vergaderingen van de commissie kunnen worden bijgewoond door de schooldirectie en een ambtelijk secretaris. Zij hebben in de vergaderingen een adviserende stem.

Artikel 7 zittingsperiode

  • 1. De benoeming van de leden in de commissie geschiedt voor een periode van vier jaar, met dien verstande dat bij toerbeurt 3, resp. 4 leden aftreden, te beginnen met 3 leden, volgens een door de commissie op te maken rooster. Herbenoeming van de leden voor een aaneengesloten zittingsperiode van de commissie is slechts eenmaal mogelijk.

    De nieuw benoemde leden nemen op voorbedoelde rooster de plaats in van degenen wiens vacature is vervallen.

  • 2. Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    • -

      op eigen verzoek;

    • -

      ontslag door de raad;

    • -

      vervallenverklaring van het lidmaatschap op grond van het in deze verordening bepaalde omtrent de toepassing van artikel 15 Gemeentewet.

  • 3. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien overeenkomstig hetgeen in deze verordening is bepaald omtrent benoeming.

  • 4. Behoudens het geval, dat toepassing is gegeven aan het bepaalde in deze verordening over de vervallenverklaring van het lidmaatschap, blijven de leden hun functie vervullen totdat hun opvolgers zijn benoemd.

Artikel 8 werkwijze

  • 1. De commissie vergadert ten minste 6 maal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter dan wel ten minste twee leden van de commissie nodig wordt geoordeeld.

  • 2. De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste vijf dagen voor de dag der vergadering aan de leden wordt toegezonden.

  • 3. Elk lid van de commissie is bevoegd om in een naar zijn oordeel spoedeisend geval ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen.

  • 4. De commissie besluit, of en zo ja, in hoeverre aan een voorstel als bedoeld in het derde lid gevolg wordt gegeven.

Artikel 9 quorum

  • 1. De vergadering vindt geen doorgang indien een kwartier na het aangekondigde tijdstip van de vergadering niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. In geval een vergadering op grond van het bepaalde in het eerste lid geen doorgang kan vinden, is de voorzitter bevoegd om in afwijking van het bepaalde in het vorige artikel een nieuwe vergadering te beleggen.

  • 3. Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen, die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Artikel 10 stemmen

  • 1. De leden stemmen zonder last.

  • 2. Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 3. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 4. Bij het staken van stemmen wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt bij herstemming over zaken het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Bij het staken van de stemmen bij herstemming over personen beslist het lot.

  • 5. Een rechtsgeldig besluit komt ook tot stand, indien de voorzitter een schriftelijk voorstel, dat zijn instemming heeft, in tweevoud aan de leden toezendt en alle leden binnen door de voorzitter gestelde termijn één exemplaar terugzenden met de aantekening, bekrachtigd met hun handtekening, dat zij met het voorstel akkoord gaan.

    Een overeenkomstig het vorenstaande genomen besluit wordt in de notulen van de eerstvolgende vergadering vermeld.

Artikel 11 openbaarheid van vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. Wanneer ten minste 2 leden van de aanwezigen het vordert of de voorzitter het nodig acht, worden de deuren van de vergadering gesloten. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.

Artikel 12 geheimhouding van stukken

  • 1. Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de commissie, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de commissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.

  • 3. Indien de commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

  • 4. Van opgelegde geheimhouding en de opheffing daarvan maakt de secretaris op de stukken melding.

Artikel 13 werkwijze

  • 1. De besluiten der commissie worden voorbereid door een agenda-commissie bestaande uit de voorzitter en de secretaris. Tenzij naar het oordeel van de commissie bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten, kunnen de vergaderingen van deze commissie in elk geval worden bijgewoond door de directeur en een ambtelijk secretaris.

  • 2. De vergaderingen van de agendacommissie zijn niet openbaar.

Artikel 14 taak agendacommissie

Tot de taak van de agendacommissie behoort:

  • -

    de voorbereidingen van vergaderingen van de commissie;

  • -

    andere taken door de commissie aan de agendacommissie opgedragen.

Artikel 15 verantwoording

De leden van de agendacommissie zijn afzonderlijk en tezamen verantwoording verschuldigd aan de commissie.

Artikel 16 informatie

  • 1. De commissie verschaft de raad en het college alle gevraagde inlichtingen.

  • 2. Het college doet de commissie alle informatie toekomen die nodig is voor een goed functioneren.

Artikel 17 verantwoording

De commissie is verantwoording verschuldigd aan de raad.

Hiertoe verzorgt de commissie jaarlijks een verslag omtrent haar werkzaamheden ten behoeve van de raad welk verslag gelijktijdig met de financiële stukken wordt uitgebracht.

Artikel 18 afstemming

  • 1. Binnen drie maanden na de gemeenteraadsverkiezingen maken de commissie en het college afspraken over de implementatie van het gemeentelijke onderwijsbeleid in het beleid van de commissie.

  • 2. Het door de commissie gevoerde schoolbeleid, waaronder onderwijsbeleid op hoofdlijnen maakt deel uit van het overleg met het college. In dit overleg wordt bepaald welke (beleids)instrumenten van de school hiervoor ten grondslag kunnen dienen.

Artikel 19 toezicht

  • 1. De voorzitter draagt er zorg voor dat de besluiten van de commissie binnen veertien dagen na de besluitvorming aan het college en de raad worden verzonden.

  • 2. Het college schorst een besluit van de commissie, dat naar zijn oordeel in strijd is met het recht of het algemeen belang. Een besluit tot schorsing wordt genomen binnen veertien dagen na ontvangst van het besluit van de commissie.

  • 3. Het college brengt een in het tweede lid bedoeld besluit tot schorsing terstond schriftelijk ter kennis van de raad met het verzoek een beslissing te nemen over het al dan niet in strijd zijn van het besluit met het recht of het algemeen belang.

  • 4. De commissie brengt over het geschorste besluit binnen één maand na het besluit van het college op grond van het tweede lid een schriftelijk gemotiveerd advies uit aan de raad. De raad neemt een met redenen omkleed besluit en regelt de gevolgen van zijn beslissing.

  • 5. Indien de beslissing van de raad, als bedoeld in het vierde lid, de verklaring inhoudt, dat het besluit van de commissie in strijd is met het recht of het algemeen belang, dan doet het college hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan de commissie.

  • 6. De commissie neemt binnen een maand na ontvangst van het in het vijfde lid bedoelde bericht een nieuw besluit met inachtneming van de beslissing van de raad.

  • 7. Indien de raad van mening is, dat het besluit van de commissie niet in strijd is met het recht of het algemeen belang, vervalt het besluit tot schorsing.

Artikel 20 schorsing en ontslag

  • 1. Het college is bevoegd om een lid van de commissie, dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van de commissie, te schorsen.

  • 2. Een besluit tot schorsing, als bedoeld in het eerste lid, wordt onmiddellijk aan het oordeel van de raad onderworpen.

  • 3. Een door de raad uit zijn midden aan te wijzen delegatie hoort het lid van de commissie, dat is geschorst, en de commissie waarvan hij lid is.

  • 4. De raad regelt in een besluit de gevolgen van zijn beslissing.

  • 5. De raad kan een lid van de commissie ontslaan, indien deze door handelen of nalaten in zeer ernstige mate afbreuk doet aan het functioneren van de commissie. Alvorens een dergelijk besluit te nemen hoort een door de raad uit zijn midden aan te wijzen delegatie het lid dat wordt ontslagen en de commissie waarvan hij lid is.

Artikel 21 wijziging of intrekking van de verordening

  • 1. Deze verordening geldt voor onbepaalde tijd.

  • 2. De commissie kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij de gemeenteraad.

  • 3. In de overige gevallen wordt deze verordening niet eerder gewijzigd dan na overleg met de commissie.

  • 4. Een besluit tot intrekking van deze verordening kan niet eerder worden genomen dan na overleg met de commissie.

Artikel 22 geschillen

  • 1. Geschillen tussen de raad en de commissie over de uitvoering en toepassing van de verordening kunnen worden voorgelegd aan een in te stellen commissie van geschillen.

  • 2. De commissie als bedoeld in het vorige lid bestaat uit:

    één lid, aangewezen door de bestuurscommissie als bedoeld in artikel 1 van deze verordening;

    één lid, aangewezen door de gemeenteraad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer;

    een voorzitter, aan te wijzen door beide leden.

  • 3. De commissie heeft een adviserende bevoegdheid.

Artikel 22 overgangs- en slotbepalingen

  • 1. In alle zaken de commissie betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, neemt de commissie een beslissing.

  • 2. De verordening treedt in werking op 28 april 2004.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening openbaar voortgezet onderwijs Hoogezand-Sappemeer".

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 april 2004.

    De Raad voornoemd,

    mevrouw M. Salet, voorzitter.

    mevrouw C.A.M. Bodewes, raadsgriffier.