Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Verordening bestuurscommissie voor het Openbaar Primair Onderwijs in Stadsdeel Amsterdam-Noord

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingVerordening bestuurscommissie voor het Openbaar Primair Onderwijs in Stadsdeel Amsterdam-Noord
CiteertitelVerordening bestuurscommissie voor het Openbaar Primair Onderwijs in Stadsdeel Amsterdam-Noord
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 83

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200808-12-2011Ingetrokken

 

Noord-Amsterdams Nieuwsblad, 29-11-2011

4659-A

Tekst van de regeling

Inhoud

Artikel 1        Begripsbepalingen
  • In deze verordening wordt verstaan onder:

    • 1.

      de deelraad: de deelraad van het stadsdeel Amsterdam-Noord;

    • 2.

      de scholen: de openbare basisscholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het Primair Onderwijs;

    • 3.

      de commissie: de bestuurscommissie;

    • 4.

      het dagelijks bestuur van het stadsdeel: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord;

    • 5.

      de algemeen directeur: degene die met bestuurlijk mandaat bovenschools leiding geeft aan de schooldirecteuren en aan de medewerkers van het stafbureau;

    • 6.

      medezeggenschapsraad: de medezeggenschapsraden als bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap op scholen

    • 7.

      de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) als bedoeld in artikel 4 van de Wet medezeggenschap op scholen;

    • 8.

      het dagelijks bestuur van de commissie: het dagelijks bestuur van de commissie als bedoeld onder 3;

    • 9.

      de schoolleiders, de integraal verantwoordelijk directeur van een school voor openbaar primair onderwijs in stadsdeel Noord;

    • 10.

      managementstatuut: de schriftelijk vastgelegde en geformaliseerde inrichting van de volledige sturingskolom, regelende de verticale verantwoording daarbinnen tussen commissie, algemeen directeur en de schoolleiders .

Artikel 2        Doel en middelen
  • 1. De commissie heeft tot doel naast besturen, mede het behartigen van de belangen van de openbare scholen die onder haar gezag vallen, met inachtneming van artikel 46 van de Wet op het Primair Onderwijs zijnde de beginselen van het openbaar onderwijs.

  • 2. De commissie hanteert daarvoor het kaderstellend, toezichthoudend bestuursconcept, inhoudend het besturen op hoofdlijnen zoals het bepalen van te bereiken doelen en resultaten, waaronder tevens wordt verstaan de kwaliteit van het onderwijs, de identiteit en de toegankelijkheid van de scholen

  • 3. De belangen die de commissie behartigt liggen op het terrein van de instandhouding van het primair openbaar onderwijs in Amsterdam-Noord.

  • 4. Om het doel te verwezenlijken kan de commissie gebruik maken van alle binnen de wet beschikbare middelen die daaraan dienstbaar zijn.

Artikel 3        Taken en bevoegdheden
  • 1. De commissie heeft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet, alle bevoegdheden die bij of krachtens de wet aan het bevoegd gezag van de school zijn toegekend, voor zover daarvan niet in deze verordening is afgeweken.

  • 2. Indien er sprake is van een vacature voor de functie van Algemeen directeur is het volgende van toepassing. De commissie benoemt voor de dagelijkse leiding aan de organisatie een algemeen directeur voorzien van ruim, voor het voor de taakuitoefening noodzakelijk bestuurlijk mandaat, vastgelegd in het managementstatuut als bedoeld in artikel 31 van de Wet op het Primair Onderwijs

  • 3. De commissie is bevoegd tot het geven van betalingsopdrachten die verband houden met de instandhouding van de openbare scholen binnen de kaders van de bekostigingsvoorschriften van de Wet op het Primair Onderwijs en de algemene en de voor het stadsdeel specifieke comptabiliteitsvoorschriften.

  • 4. De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken die rechtstreeks van de commissie uitgaan. Deze bevoegdheid is geheel of gedeeltelijk overdraagbaar aan de algemeen directeur.

  • 5. Het managementstatuut als bedoeld in art. 31 van de Wet op het Primair Onderwijs regelt de integrale verhouding binnen de sturingskolom in termen van verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden tussen de commissie, de algemeen directeur en de directies van de scholen.

Artikel 4      Informatie verstrekking
  • 1. De commissie verschaft de deelraad en het dagelijks bestuur van het stadsdeel alle gevraagde inlichtingen.

  • 2. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel doet de commissie alle informatie toekomen die nodig is voor een goped functioneren van de commissie

Artikel 5        De commissie
  • 1. De commissie bestaat uit minimaal 5 en maximaal 7 leden. De leden van de commissie worden ten alle tijden benoemd, geschorst of ontslagen door het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Noord volgens een wervings- en selectiereglement, waarin tevens opgenomen een competentieprofiel voor commissieleden

  • 2. De commissie stelt bij reglement een procedure vast voor de voordracht als bedoeld in het voorgaande lid en zendt dit reglement ter kennisgeving aan het dagelijks bestuur van het stadsdeel.

  • 3. In een (reguliere of tussentijdse) vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4. De leden van de commissie onderschrijven en respecteren actief de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.

  • 5. De commissie kan zich in zijn vergaderingen door deskundigen laten bijstaan. Deze deskundigen hebben een adviserende, niet-bindende, stem.

  • 6. Indien in de commissie, om welke reden dan ook, een of meer commissie- leden ontbreken, dan vormen de overblijvende leden, maar minimaal 3, niettemin een commissie als bedoeld in deze verordening.

  • 7. Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de deelraad en van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord of enig ander stadsdeel;

    • b.

      een bestuursfunctie bij het bijzonder onderwijs;

    • c.

      een betrekking bij het bijzonder en het openbaar onderwijs in het stadsdeel Amsterdam-Noord;

    • d.

      een functie bij de stadsdeelorganisatie Amsterdam-Noord;

    • e.

      een betrekking die onder de commissie valt;

    • f.

      het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad van een school die wordt bestuurd door deze commissie of van de gemeenschap-pelijke medezeggenschapsraad;

  • 8. Een lid van een commissie mag niet:

    • a.

      als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de commissie dan wel ten behoeve van de wederpartij van de commissie;

    • b.

      als gemachtigde of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de commissie of in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal georganiseerd Overleg;

    • c.

      als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van overeenkomsten met de commissie als bedoeld in onderdeel d;

    • d.

      rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende, in ieder geval,:

    • 1.

      het aannemen van werk ten behoeve van de commissie

    • 2.

      het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van   werkzaamheden ten behoeve van de commissie

    • 3.

      het doen van leveranties aan de commissie

    • 4.

      het verhuren van roerende zaken aan de commissie

    • 5.

      het van de commissie onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;

    • 6.

      het onderhands huren van de commissie

    • 7.

      het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de commissie.

Artikel 6        Taakverdeling
  • 1. De commissie stelt zelf een portefeuilleverdeling.

  • 2. De commissie benoemt in elk geval uit zijn midden een voorziiter, een secretaris en een penningmeester. Tevens worden een plaatsvervangend voorzitter en secretaris benoemd. 

 Artikel 7        Zittingsperiode en boekjaar
  • 1. De commissie is ingesteld voor tenminste 4 jaar gerekend vanaf de datum van oprichting. De leden van de commissie worden door het Dagelijks Bestuur van de deelraad voor vier jaar benoemd. Herbenoeming van de leden voor een aaneengesloten zittingsperiode van de commissie is slechts éénmaal mogelijk.

  • 2. Indien een lid tussentijds wordt benoemd, treedt dat lid af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden. Om de 2 jaar treden 3 leden af volgens een door de commissie op te stellen schema van aftreden.

  • 3. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

Artikel 8        Schorsing en ontslag
  • 1. De commissie kan een lid van de commissie, dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van de commissie, voor maximaal 4 (vier) maanden schorsen, mits daartoe wordt besloten met minstens tweederde meerderheid van de stemmen.

  • 2. De commissie onderwerpt het besluit onmiddellijk aan het oordeel van het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel, dat zo spoedig mogelijk beslist of hij de schorsing al dan niet bevestigt.

Artikel 9        Einde van het lidmaatschap
  •            Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

    • a.

      het eindigen van de periode waarvoor een lid is benoemd;

    • b.

      het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan men is benoemd;

    • c.

      verklaring in staat van faillissement;

    • d.

      verlening van surseance van betaling;

    • e.

      onder curatele stelling;

    • f.

      ontslag;

    • g.

      opzegging;

    • h.

      overlijden.

Artikel 10        Vergaderfrequentie
  • 1. De commissie vergadert ten minste 4 maal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter, dan wel tenminste 3 leden, nodig wordt geoordeeld.

  • 2. De voorzitter legt jaarlijks bij aanvang van het boekjaar een vergaderplanning, zowel wat data als inhoud betreft, ter vaststelling voor aan de commissie

  • 3. De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op. De oproeping wordt, spoedeisende gevallen daargelaten, tenminste 10 dagen voor de te houden vergadering aan de leden verzonden.

  • 4. Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

  • 5. Ieder lid van de commissie is bevoegd om ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of, en zo ja in hoeverre, aan dit voorstel gevolg wordt gegeven.

Artikel 11        Quorum
  • 1. De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal zittende leden aanwezig is.

  • 2. In geval een vergadering op grond van het eerste lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing.

  • 4. Op de vergadering bedoeld in het tweede lid, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

Artikel 12      Stemmen
  • 1. De leden stemmen zonder last.

  • 2. Tenzij de verordening anders bepaalt, worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem.

  • 3. Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd.

  • 4. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot de volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, beslist de voorzitter.

  • 5. Wordt bij stemming, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt herstemming plaats tussen de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, beslist het lot.

Artikel 13      Openbaarheid van vergaderingen
  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar

  • 2. Van de vergadering wordt een verslag gemaakt.

  • 3. De commissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen 1 of meer (onderdelen van een) onderwerp(en) in een besloten vergadering te behandelen.

  • 4. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 5. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag gemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.

  • 6. Vergaderen met gesloten deuren kan uitsluitend geschieden indien het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen:

    • a.

      het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

    • b.

      de economische of financiële belangen van de commissie;

    • c.

      het belang van voorkoming van onevenredige bevoordeling of benadeling voor bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel derden.

Artikel 14      Geheimhouding van stukken
  • 1. De commissie kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan hem zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2. De ingevolge het voorgaande lid opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling tegenwoordig waren, alsmede door degenen die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat de commissie de geheimhouding opheft. De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken in het voorgaande lid voorlopige geheimhouding opleggen. De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van de zittende leden tegenwoordig is, door de commissie wordt bekrachtigd.

  • 3. De leden van het dagelijks bestuur van het stadsdeel kunnen kennis nemen van deze stukken

Artikel 15      Huishoudelijk reglement
  • Alle zaken betreffende de interne aangelegenheden van de commissie worden geregeld bij huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met deze verordening.

Artikel 16      Verantwoording
  • 1. De commissie brengt jaarlijks aan de deelraad verslag uit omtrent haar werkzaamheden. In dit verslag wordt in ieder geval aandacht geschonken aan de wezenskenmerken en de wijze van instandhouding alsmede de kwaliteit van het openbaar onderwijs. De commissie brengt dit verslag tegelijk uit met haar advies over de jaarrekening als bedoeld in artikel 19 van deze verordening. Gelijktijdig biedt de commissie dit verslag ter informatie aan aan de GMR.

  • 2. Het verslag wordt bekendgemaakt.

Artikel 17       Dagelijks bestuur
  • 1. De commissie kan besluiten tot de instelling van een dagelijks bestuur voor deze commissie.

  • 2. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen het dagelijks bestuur.

  • 3. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de commissie.

Artikel 18       Werkwijze en besluitvorming dagelijks bestuur van de commissie
  • 1. Het dagelijks bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter dit nodig oordeelt of wanneer ten minste 2 leden dit verzoeken.

  • 2. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan slechts besluiten nemen indien ten minste 2 leden  aanwezig zijn.

  • 4. Besluiten kunnen alleen genomen worden bij meerderheid van stemmen.

  • 5. Bij het staken van de stemmen beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 19      Verantwoording dagelijks bestuur van de commissie
  • De leden van het dagelijks bestuur zijn afzonderlijk en tezamen voor het door hen gevoerde bestuur informatie en verantwoording verschuldigd aan de commissie en geven de commissie met betrekking tot het gevoerde bestuur alle verlangde inlichtingen.

Artikel 20      Financiële verslaglegging
  • 1. De commissie stelt jaarlijks vóór 1 maart de ontwerpbegroting met toelichting en vóór 1 augustus de ontwerpjaarrekening met toelichting op. De ontwerpjaarrekening gaat vergezeld van een accountantsverklaring.

  • 2. De ontwerpbegroting en ontwerpjaarrekening worden opgemaakt met inachtneming van de voor het stadsdeel van toepassing zijnde comptabiliteitsvoorschriften.

  • 3. De bestuurscommissie biedt de ontwerpbegroting en de ontwerpjaarrekening binnen de in lid 1 genoemde termijnen aan de deelraad en doet daarbij tevens verslag van de gang van zakeninzake het voorgenomen en gerealiseerde beleid.

  • 4. De deelraad neemt de ontwerpbegroting en de ontwerpjaarrekening ongewijzigd over, tenzij dit naar haar oordeel in strijd is met het recht, het algemeen of  financieel belang van het stadsdeel.

Artikel 21      Schorsing en vernietiging
  • 1. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel schorst een besluit van de commissie, dat naar zijn oordeel in strijd is met de wet of het algemeen belang. Alvorens het schorsingsbesluit te nemen, hoort het dagelijks bestuur van het stadsdeel de commissie.

  • 2. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel draagt een besluit van de commissie, dat is geschorst, met redenen omkleed ter vernietiging voor aan de deelraad.

  • 3. De deelraad neemt een met redenen omkleed besluit en regelt zo nodig de gevolgen van zijn beslissing.

  • 4. Indien de deelraad besluit tot vernietiging van het geschorste besluit van de commissie, dan deelt het dagelijks bestuur van het stadsdeel dit besluit onverwijld schriftelijk aan de commissie mee.

  • 5. In het geval van vernietiging neemt de commissie binnen 1 maand na ontvangst van de in lid 4 bedoelde mededeling een nieuw besluit met inachtneming van het besluit van de deelraad.

  • 6. Indien de deelraad besluit het geschorste besluit van de commissie niet te vernietigen, vervalt de schorsing van rechtswege.

Artikel 22      Wijziging of intrekking van de verordening
  • 1. De commissie kan een verzoek tot wijziging of intrekking van de verordening schriftelijk indienen bij de deelraad.

  • 2. Alvorens de deelraad overgaat tot wijziging of intrekking van de verordening overlegt hij met de commissie.

Artikel 23      Overgangs- en slotbepalingen
  • 1. De voordracht voor de commissie vindt voor de benoeming van de eerste commissie plaats door een selectiecommissie aan het dagelijks bestuur van het stadsdeel.

  • 2. Tenminste drie bestuursleden treden na twee jaar tussentijds af teneinde na 4 jaar bestuurlijke continuïteit te kunnen garanderen. Bij het aantreden van de bestuurscommissie is binnen de organisatie bekend om welke bestuursleden het gaat.

  • 3. De voorgedragen commissieleden dienen in ieder geval aan de algemene competenties te voldoen en aan eventuele specifieke competenties, welk profiel is opgesteld door het dagelijks bestuur van het stadsdeel. Een onderbouwde verklaring van die strekking dient bij de voordrachten gevoegd te worden.

  • 4. Deze verordening treedt, na vaststelling in deelraad, in werking op of zo spoedig na 1 januari 2008,

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening bestuurscommissie voor het Openbaar Primair Onderwijs in stadsdeel Amsterdam-Noor

  • Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de deelraad van het stadsdeel Amsterdam-Noord van 19 december 2007.

  • Deelraad van het stadsdeel Amsterdam-Noord,

  • mw. drs. M.G.J. Veeger                                                              

  • griffier

  • mw. A.M. Martens

  • voorzitter