Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Wieringermeer

Brandbeveiligingsverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Wieringermeer
Officiële naam regelingBrandbeveiligingsverordening
CiteertitelBrandbeveiligingsverordening 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Brandweerwet 1985, art. 12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-07-2010Nieuwe regeling

24-06-2010

Wieringer Courant, 02-07-2010

2010 - 059

Tekst van de regeling

Exemplaar gewijzigd d.d. 1juli 2010 Raadsbesluit nr. 2010-059, agendapunt 9 

De raad der gemeente Wieringermeer; gelezen het voorstel van het college van 18 mei 2010; gelezen de circulaire van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 6 oktober 2008, kenmerk ECGR1U200801657, Lbr. 081166; gelezen het advies van de Commissie Bestuur en Financiën van 8 juni 2010; gelet op artikel 12 van de Brandweerwet 1985; besluit: vast te stellen de volgende Brandbeveiligingsverordening.

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a. In deze verordening wordt verstaan onder: ~ a. een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats, voor zover dat geen bouw werk is; b. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming, hetzij direct, hetzij indirect, met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij in direct, steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

Paragraaf 2 Gebruiksvergunning

Artikel 2 Verbodsbepaling
  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een in richting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

a. meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn

b. aan meer dan 4 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverbljf zal worden verschaft;

c. aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

2. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt.

3. Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Het college weigert een gebruiksvergunning indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

Paragraaf 3 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar.

Artikel 4 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.

Paragraaf 4 Het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen.

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.

Artikel 6 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of vermoedt is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Artikel 7 Bossen e.d.

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout of een ander terrein dat met brandbare gewassen is begroeid is verplicht de voorschriften op te volgen die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Paragraaf 5 Overgangs -en slotbepalingen

Artikel 8

Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan ambtenaren van de brandweer en daartoe door het college aangewezen ambtenaren.

Artikel 9 Intrekking, oude regeling

De brandbeveiligingsverordening van 1 april 1993 wordt ingetrokken.

Artikel 10 Overgangsrecht
  • 1.

    Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening van 1 april 1993 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening van 1 april 1993 is ingediend waarop nog niet is beslist wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3.

    Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de brandbeveiligingsverordening van 1 april 1993 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van haar bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening 2010.