Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nijefurd

Woonschepenverordening Nijefurd 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nijefurd
Officiële naam regelingWoonschepenverordening Nijefurd 2004
CiteertitelWoonschepenverordening Nijefurd 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-02-200401-01-2013Nieuwe regeling

24-02-2004

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Nijefurd, overwegende dat het wenselijk is om voor het gebruik van openbaar water regels te stellen voor het ordelijk gebruik van ligplaatsen voor woonschepen uit het oogpunt van volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

vast te stellen de “Woonschepenverordening Nijefurd 2004”

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaat onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van één of meer personen;

  • b.

    vaartuig: naast het begrip vaartuig in de gebruikelijke zin van het woord een vaartuig zonder waterverplaatsing, een casco, een platform, een vaartuig in aanbouw en een met een vaartuig vergelijkbaar varend of drijvend object dat geschikt is voor het verblijf en/of vervoer van één of meer personen;

  • c.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd tot of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • d.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als wooneenheid niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank;

  • e.

    openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperkingen, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.

Artikel 2 Wijze van meten

De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn.

Artikel 3 Algemeen verbod

Het is verboden binnen de gemeente Nijefurd met een woonschip ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen buiten de op grond van artikel 4 aangewezen plaatsen.

Artikel 4 Aanwezen ligplaatsen

  • 1. De plaatsen waar woonschepen ligplaats mogen innemen, zijn aangewezen op de ligplaatskaarten, die als bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen. Als ligplaats, door woonschepen bij verblijf binnen de gemeente Nijefurd in te nemen, zijn aangewezen:

    • a.

      de ligplaats ten behoeve van een woonschip aan de Symkewâl te Koudum;

    • b.

      de ligplaats ten behoeve van een woonschip aan de Havenkade te Koudum;

    • c.

      de ligplaats ten behoeve van woonschepen aan de Rolpeal (Trekwei) te Workum ex artikel 32, sub A, onder 1,e van het bestemmingsplan “Correctieve en Partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Nijefurd”, over een lengte van maximaal 100 meter.

  • 2. Ligplaatsen voor woonschepen worden van rechtswege ligplaatsen conform het eerste lid, als zij zijn aangewezen in een bestemmingsplan dat na het van kracht worden van deze verordening is goedgekeurd.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de ligplaatskaarten om deze in overeenstemming te brengen met een onherroepelijk bestemmingsplan dat na het van kracht worden van deze verordening is goedgekeurd.

Artikel 5 Ligplaatsvergunning

  • 1. Op plaatsen aangewezen op grond van artikel 4, eerste lid, mag een woonschip ligplaats innemen en hebben, op voorwaarde dat de eigenaar of gebruiker van het woonschip beschikt over een vergunning van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders beslist over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag, waarop een aanvraag is ingediend.

  • 3. Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      voor de ligplaats al vergunning is verleend;

    • b.

      het woonschip langer is dan 23 meter;

    • c.

      het woonschip breder is dan 5,00 meter;

    • d.

      het woonschip een hoogte heeft van meer dan 3,50 meter boven de waterlijn;

    • e.

      het woonschip belemmeringen veroorzaakt, of kan veroorzaken, voor het verkeer te water of te land;

    • f.

      het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente of het landschap verstoort, waarbij de aanvraag ter toetsing wordt voorgelegd aan de commissie voor welstandsadvisering en monumentenzorg (Hûs en Hiem) en waarbij artikel 8, derde lid, hierbij van overeenkomstige toepassing is;

    • g.

      het niet aannemelijk is dat de aanvrager of gebruiker van het woonschip binnen twaalf weken na het indienen van de aanvraag met het woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, voor permanente bewoning kan innemen conform de voorschriften van de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) Nijefurd;

    • h.

      de aanvraag niet in overeenstemming is met de door het college van burgemeester en wethouders gestelde regels op het gebied van de bijbehorende voorzieningen.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen met betrekking tot de in het derde lid, onder b, c en d, genoemde afmetingen.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen met betrekking tot de termijn, genoemd in het derde lid, onder g, indien de aanvrager binnen acht weken na het indienen van de aanvraag schriftelijk verzoekt om verlenging van deze termijn. In overleg met de aanvrager kan een nieuwe termijn worden vastgesteld.

  • 6. De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar of gebruiker van het woonschip en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van het woonschip.

  • 7. De ligplaatsvergunning is persoonsgebonden en is niet overdraagbaar door middel van rechtsverkrijging onder algemene of bijzondere titel.

Artikel 6 Wachtlijst ligplaatsvergunning

  • 1. Indien de aanvraag om een ligplaatsvergunning wordt afgewezen omdat de gewenste ligplaats aan een ander is toegewezen wordt de naam van de aanvrager op zijn verzoek op een door het college van burgemeester en wethouders bij te houden wachtlijst geplaatst.

  • 2. Indien een van de op grond van artikel 4, eerste lid, aangewezen plaatsen vrijkomt stelt het college van burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste, in de gelegenheid schriftelijk een nieuwe aanvraag om ligplaatsvergunning in te dienen. In dit geval kan de ligplaatsvergunning slechts worden geweigerd op grond van de omstandigheden, vermeld in artikel 5, derde lid, onder b tot en met h.

  • 3. Indien de nieuwe aanvraag niet binnen vier weken na de datum van verzending van het in het tweede lid bedoelde schrijven is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op een ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de betrokken persoon van de wachtlijst geschrapt.

Artikel 7 Wijziging ligplaatsvergunning

  • 1. Indien wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, dient de vergunninghouder vooraf bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in.

  • 2. Op de aanvraag om wijziging van de ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 5, derde lid, onder b tot en met h, van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Wanneer de aangevraagde wijzigingen een verandering van het uiterlijk van het woonschip betreft, worden bij de aanvraag de volgende bescheiden overlegd:

    • a.

      de aanvraag en de daarbij behorende bescheiden worden ondertekend en in drievoud ingediend;

    • b.

      bij de aanvraag worden de volgende bescheiden overlegd:

      •één of meer tekeningen, waarop het volgende duidelijk wordt gemaakt: alle gevelaanzichten, met hoogtematen ten opzichte van de waterlijn, en principedetails die verband houden met het uiterlijk van het woonschip;

      •een tekening waaruit de situering van het woonschip ten opzichte van de omgeving blijkt;

      •tekeningen of foto’s van de omgeving inclusief de in de nabijheid gelegen woonschepen, voor zover nodig ter beoordeling van het uiterlijk van het woonschip waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 4. Voordat op een aanvraag, als bedoeld in het derde lid wordt beslist, kan de aanvraag ter toetsing worden voorgelegd aan de commissie voor welstandsadvisering en monumentenzorg (Hûs en Hiem).

Artikel 8 Intrekking ligplaatsvergunning

Het college van burgemeester en wethouders kan de ligplaatsvergunning intrekken indien:

  • a.

    de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

  • b.

    de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • d.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

  • e.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

  • f.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan 12 aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;

  • g.

    op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning.

Artikel 9 Vervallen ligplaatsvergunning

  • 1. De ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 vervalt van rechtswege zodra het gebruik van de ligplaats door ontruiming cq vertrek wordt beëindigd.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet in die gevallen waarbij er sprake is van tijdelijke beëindiging van het gebruik, mits:

    • a.

      de eigenaar of gebruiker van het betreffende woonschip voorafgaand aan de ontruiming van de ligplaats het college van burgemeester en wethouders van de tijdelijke beëindiging van het gebruik op de hoogte heeft gesteld;

    • b.

      de ligplaats binnen drie maanden na de dag van vertrek weer zal worden ingenomen.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het tweede lid, onder b, genoemde termijn verlengen tot maximaal zes maanden.

Artikel 10 Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod, bedoeld in artikel 3, is niet van toepassing op woonschepen, die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden.

Artikel 11 Verbod bouwwerkzaamheden

  • 1. Het is verboden op de in artikel 4, eerst lid, genoemde plaatsen een woonschip of een ander vaartuig te bouwen, te verbouwen, te slopen of anderszins werkzaamheden aan het woonschip of een ander vaartuig te verrichten, met uitzondering van lichte onderhoudswerkzaamheden.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Aan een op grond van het tweede lid te verlenen ontheffing kan door het college van burgemeester en wethouders voorschriften worden verbonden.

Artikel 12 Verbod gebruik generator

  • 1. Het is verboden gebruik te maken van generatoren ten behoeve van de opwekking van elektriciteit voor een woonschip.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Aan een op grond van het tweede lid te verlenen ontheffing kan door het college van burgemeester en wethouders voorschriften worden verbonden.

Artikel 13 Aansluiting aan drinkwaterleiding

  • 1. de vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten aan het distributienet van de openbare waterleiding.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, indien het schip is voorzien van één of meer drinkwatertanks waarvan de gezamenlijke inhoud minimaal 250 liter bedraagt.

Artikel 14 Aansluiting aan de riolering

  • 1. De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten aan een openbaar riool.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing:

    • a.

      in delen van de gemeente waarin geen openbare riolering aanwezig is;

    • b.

      voor zover uitsluitend hemelwater wordt geloosd.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid, indien afvoer op een andere wijze zonder verontreiniging van water, bodem of lucht mogelijk is voor woonschepen die op een grotere afstand dan 40 meter van een openbaar riool zijn gelegen.

  • 4. De in het derde lid bedoelde afstand wordt gemeten langs de kortste lijn waarlangs een aansluiting zonder bezwaren kan worden gemaakt.

Artikel 15 Nakoming aanwijzingen

  • 1. Bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij de ligplaats moeten de door het college van burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen in acht worden genomen.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door het college van burgemeester en wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 16 Nadere regelen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot het gebruik en de toewijzing van ligplaatsen en met betrekking tot het gebruik van de voorzieningen.

Artikel 17 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.

Artikel 18 Opsporingsambtenaren

Belast met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren.

Artikel 19 Binnentreden van woonschepen

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde, veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 20 Strafbepaling

Overtreding van een bij of krachtens deze verordening vastgestelde verbodsbepaling, niet nakoming van een bij of krachtens deze verordening opgelegde verplichting of niet nakoming van één of meer aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 21 Betaling liggelden

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd liggelden te heffen ten aanzien van de in artikel 5 genoemde ligplaatsvergunningen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de hoogte en de wijzen van betaling van de in het eerste lid genoemde liggelden.

Artikel 22 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking na zes weken na de dag waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. De “Woonschepenverordening Nijefurd” van 31 januari 1989, wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Woonschepenverordening Nijefurd 2004’.

Artikel 23 Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen en ontheffingen, hoe ook genaamd, verleend krachtens de verordening als bedoeld in artikel 22, tweede lid, blijven, indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken, ook na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht

  • 2. Aanvragen om vergunningen waarop, op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, nog geen beslissing is genomen, worden afgehandeld op grond van deze verordening.

  • 3. De wachtlijst met betrekking tot een ligplaatsvergunning, op grond van de verordening als bedoeld in artikel 22, tweede lid, wordt geacht de wachtlijst als bedoeld in artikel 6, eerste lid, te zijn

  • 4. Ontheffingen, afgegeven op grond van artikel 5 van de verordening als bedoeld in artikel 22, tweede lid, worden geacht hun rechtskracht te behouden met de inwerkingtreding van deze verordening.

BIJLAGE 1A LIGPLAATSKAART VOOR DE ROLPEAL (TREKWEI) TE WORKUM

BIJLAGE 1B LIGPLAATSKAART VOOR DE SYMKEWAL EN HAVENKADE TE WORKUM

Wachtlijst als bedoeld in artikel 6 van de Woonschepenverordening Nijefurd 2004

  • 1.

    familie J. Nijboer, Trekwei 98, 8711 GS WORKUM (voor locatie Trekwei 100, 102, 104 en 106);

  • 2.

    mevrouw A. Jonker; Trekwei 100, 8711 GS WORKUM

  • 3.

    de heer J. de Best, Stationswei 44, 8722 HC MOLKWERUM

  • 4.

    familie L. Vermaning, Bascohof 19, 8711 EW WORKUM

Toelichting

TOELICHTING OP DE WOONSCHEPENVERORDENING NIJEFURD 2004

Hieronder volgt, voor zover nodig, per artikel een toelichting.

Artikel 1

Onder a is het begrip ‘woonschip’ gedefinieerd.

Deze verordening geldt voor woonschepen. Zowel de permanent bewoonde woonschepen als de recreatiewoonschepen vallen onder de begripsbepaling. Tevens beperkt de verordening dit begrip niet tot woonschepen waarop uitsluitend dag- en/of nachtverblijf wordt gehouden. Ook schepen die in hoofdzaak daartoe worden gebruikt (derhalve ook voor andere doeleinden worden gebruikt) vallen onder de definitie. Men kan denken aan een klompenmakerij, een winkeltje of een werkplaats. Met deze bepaling wordt overigens niet beoogd de beroeps binnenscheepvaart onder de werkingssfeer van de verordening te brengen. De verordening geldt niet voor jachten en andere pleziervaartuigen, als en zolang deze als zodanig recreatief worden gebruikt. Jachten en andere pleziervaartuigen worden geacht niet als zodanig te worden gebruikt als redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat het gebruik als zodanig feitelijk slechts bijzaak is.

Onder d is de in onderdeel c gebruikte term ‘bijbehorende voorzieningen’ gedefinieerd.

Als het wonen op het water erkent is, moeten ook de daarbij behorende voorzieningen toegestaan worden (zoals een loopplank of een bijboot). Een bijboot is een klein vaartuig dat behoort bij het woonschip en bestemd en geschikt is voor het onderhoud, de voortstuwing of het kunnen bereiken van het woonschip.

Als de verordening uitsluitend regels zou stellen ten aanzien van woonschepen (en dus niet ten aanzien van bijbehorende voorzieningen), kan blijken dat er een hiaat is tussen de verordening en de Woningwet. Wanneer de bewoner zijn woonruimte namelijk wil uitbreiden door bijvoorbeeld een vlot te overkappen, kan de gemeente in zo’n situatie daartegen op grond van de verordening niet optreden. Ook de Woningwet kan in zo’n situatie niet worden gebruikt, omdat het vlot geen bouwwerk is. In de meeste gevallen zal evenmin strijd zijn met de bepalingen van een bestemmingsplan. Om deze redenen is in de verordening geregeld dat op de ligplaatsen bijbehorende voorzieningen zijn toegestaan. De gewenste voorzieningen kunnen op het aanvraagformulier worden vermeld. Die gewenste voorzieningen worden getoetst aan de door het college van burgemeester en wethouders gestelde regels. De toegestane voorzieningen worden opgenomen in de ligplaatsenvergunning. Als vervolgens op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die afwijken van de toegestane voorzieningen, kan de gemeente de ligplaatsenvergunning intrekken. Op deze manier kunnen excessen op het water worden voorkomen. Wat de voorzieningen op de wal betreft, kan in het bestemmingsplan een regeling worden opgenomen. Als alternatief daarvan kan, indien de gemeente eigenaar is van de wal, een gebruikersovereenkomst met de woonschipbewoner worden afgesloten.

Onder e is het begrip ‘openbaar water’ gedefinieerd. Een openbaar water is de zin van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek is ieder water, dat voor enig gebruik open staat voor het publiek. ‘Openbaar’ is hier dus synoniem aan ‘feitelijk voor het publiek toegankelijk’. Het openbaar water heeft dus niet alleen betrekking op het water dat in beheer is van de gemeente.

Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Nijefurd d.d. 24 februari 2004 nr. 2004/1002 de griffier: