Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oostflakkee

Verordening watertoeristenbelasting 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oostflakkee
Officiële naam regelingVerordening watertoeristenbelasting 2009
CiteertitelVerordening watertoeristenbelasting 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen, heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Verordening toeristenbelasting 2005 van 11 november 2004.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2014intrekking

28-11-2013

Groot Goeree-Overflakkee, 10-12-13

Z-13-12615/1862
01-01-200901-01-2014nieuwe regeling

11-12-2008

Ons Eiland, Eilandennieuws

2008-XIX-13

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Oostflakkee;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, d.d. 2 december 2008

gelet op de artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de: “Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting”  

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder een vaartuig, een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Terzake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘watertoeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplichtige

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid tot verblijf biedt als bedoeld in artikel aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf door degenen:

  • a.

    die verblijf houden aan boord van een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen;

  • b.

    die verblijf houden aan boord van kano’s, roei- en volgboten;

  • c.

    die verblijf houden aan boord van een vaartuig dat zich op last en bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevindt;

  • d.

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt berekend over de vergoeding die voor het verblijf in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daarbij niet in begrepen;

  • 2.

    Indien de belastingplichtige ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting wordt als vergoeding aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens verblijf aan de heffing van de omzetbelasting is onderworpen.

Artikel 6 Tarief

De belasting bedraagt 4,5 procent van de verblijfsvergoeding.

Artikel 7 Heffingstijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Aanslaggrens

Aanslagen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maan den later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf biedt, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Toeristenbelasting 2005’ van 11 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voor gedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening watertoeristenbelasting 2009’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Oostflakkee, gehouden op 11 december 2008.

voorzitter.

griffier.