Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Verordening op het Parkeerfonds Stadsdeel Noord 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingVerordening op het Parkeerfonds Stadsdeel Noord 2010
CiteertitelVerordening op het Parkeerfonds Stadsdeel Noord 2010
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 15-12-2010

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Noord-Amsterdams Nieuwsblad, 28-12-2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 225

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-201019-03-2016nieuwe regeling

15-12-2010

Noord-Amsterdams Nieuwsblad, 28-12-2010

3807-A

Tekst van de regeling

Inhoud

Artikel 1: Begripsbepalingen.

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het stadsdeel: Stadsdeel Noord;

    • b.

      het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Noord;

    • c.

      de raad: de deelraad van het stadsdeel Noord;

    • d.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

    • e.

      Parkeerverordening: de Parkeerverordening 2009 van de gemeente Amsterdam;

    • f.

      Centraal Mobiliteitsfonds: het Centraal Mobiliteitsfonds Amsterdam, zoals bedoeld in de Verordening Mobiliteitsfondsen Amsterdam 2008;

    • g.

      Parkeerfonds: het stadsdeelparkeerfonds van het stadsdeel Noord, zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening Mobiliteitsfondsen Amsterdam 2008;

    • h.

      bruto fiscale parkeeropbrengsten: alle fiscale inkomsten uit parkeren in het stadsdeel Noord, zoals die uit parkeerapparatuur, vergunningen, dag(deel)-, week- en maandkaarten, omschreven in de Parkeerverordening, met uitzondering van de inkomsten uit naheffingsaanslagen.

Artikel 2: De voeding.

  • 1. De voeding van het Parkeerfonds bestaat uit:

    • 1.

      het restant van de bruto fiscale parkeeropbrengsten in het stadsdeel, dat niet wordt afgedragen aan het Centraal Mobiliteitsfonds;

    • 2.

      de aan het stadsdeel toekomende opbrengsten uit de naheffingsaanslagen.

  • 2. De voeding kan voorts bestaan uit andere daartoe door de raad aan te wijzen incidentele en structurele middelen, voor zover die hiervoor mogen worden aangewend.

Artikel 3: Voorwaarden besteding.

  • 1. De bruto fiscale parkeeropbrengsten worden uitsluitend aangewend als dekkingsbron voor:

    • 1.

      het ontwikkelen, voorbereiden en implementeren van het verkeer- en vervoerbeleid van het stadsdeel;

    • 2.

      de kosten van inning en administratie, en van de handhaving van de parkeervoorschriften;

    • 3.

      het verrichten van onderzoek met betrekking tot het verkeer- en vervoerbeleid van het stadsdeel;

    • 4.

      projecten in het kader van het verkeer- en vervoerbeleid

  • 2. De onder lid 1b van dit artikel genoemde maatregelen mogen het centrale verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente Amsterdam niet tegenwerken;

  • 3. De raad legt per zittingsperiode van het dagelijks bestuur de primaire bestedingsrichting vast in een besluit, waarin een duidelijke koppeling is gelegd met het vigerende programakkoord van het stadsdeel;

  • 4. Het dagelijks bestuur zendt aan het college een afschrift van het in lid 2. van dit artikel genoemde besluit.

Artikel 4: Het beheer.

  • 1. Het dagelijks bestuur is belast met het beheer van het Parkeerfonds.

  • 2. Het beheer vindt plaats conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (K.B. van 23 januari 2003).

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks, als onderdeel van de reguliere P&C-cyclus, een voorstel voor de bestedingen uit het Parkeerfonds vast. Dit gebeurt in een meerjarig perspectief van ten minste vier jaar.

  • 4. De raad bepaalt jaarlijks, tegelijk met de vaststelling van de begroting, de verdeling van de voor het desbetreffende begrotingsjaar uit het Parkeerfonds beschikbaar te stellen middelen.

  • 5. Bij het bestedingsvoorstel wordt uitgegaan van een reserve van ten minste €100.000,- in het Parkeerfonds, ter dekking van tegenvallende inkomsten in het Parkeerfonds of van onvermijdelijk hogere uitgaven uit het parkeerfonds binnen het begrotingsjaar;

  • 6. Als onderdeel van het bestedingsvoorstel wordt standaard een stelpost van €100.000,- opgenomen ten behoeve van kleine, incidentele initiatieven, passend binnen de in artikel 3 lid 1 genoemde bestedingsrichtingen;

  • 7. Het dagelijks bestuur legt jaarlijks via de reguliere P&C-cyclus verantwoording af over de voeding van en de voorgestelde en gerealiseerde bestedingen uit het Parkeerfonds.

Artikel 5: Overgangsbepaling.

  • Verplichtingen, reeds aangegaan onder het bestaande regime,worden geacht te zijn aangegaan onder de werking van deze verordening.

Artikel 6: Inwerkingtreding.

  • Deze verordening treedt in werking op 30 december 2010.

Artikel 7: Citeertitel.

  • Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op het Parkeerfonds Stadsdeel Noord 2010.