Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Boarnsterhim

Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Boarnsterhim
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie Wmo 2008
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie Wmo 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft op 19 december 2013 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze verordening ziet op het grondgebied van de gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 deel gaat uitmaken van de gemeente Súdwest Fryslân. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden heeft op 7 januari 2014 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze verordening ziet op het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 deel is gaan uitmaken van de nieuwe gemeente Leeuwarden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet Maatschappelijke Ondersteuning, art. 11 en 12

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-01-200901-01-200901-01-2014nieuwe regeling

13-01-2009

Op 'e hichte

4.5

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2008

De raad van de gemeente Boarnsterhim,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2008

Gelet op artikel 11 en 12  van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)

Overwegende dat de gemeente verantwoordelijk is voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie in het kader van de Wmo

Overwegende dat het noodzakelijk is dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de wijze waarop inwoners of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;

B E S L U I T

Vast te stellen de

“Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2008”

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wmo en de Algemene wet  bestuursrecht (Awb)

b. Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boarnsterhim

c. Wmo-cliënten: de groep van personen die een Wmo-voorziening heeft en/of andere (zelforganisaties van) belanghebbenden in de zin van de Wmo. d. Wmo-raad: de cliëntenparticipatie als bedoeld in artikel 11 en 12 van de Wmo

Hoofdstuk 2 Doel, samenstelling en werkwijze

Artikel 2 Doel

  • 1. Het college stelt een officieel overleg- en adviesorgaan in onder de naam Wmo-raad.

  • 2. De Wmo-raad adviseert aan het college en/of de raad gevraagd en ongevraagd over Wmo- beleidszaken en de algemene belangen van Wmo-clienten

  • 3. De Wmo- raad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben. De Wmo- raad is wel bevoegd de hiervoor gehanteerde procedures, regelingen en alle met individuele gevallen verband houdende zaken met een algemeen karakter te behandelen.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De Wmo-raad is samengesteld uit Wmo-clienten en vertegenwoordigers van  belangenorganisaties.

  • 2. De samenstelling van de Wmo-raad vormt zoveel mogelijk een afspiegeling van alle doelgroepen van de Wmo en bestaat uit maximaal 9 leden.

  • 3. De leden van de Wmo-raad worden door het college op voordracht van de Wmo-raad benoemd.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1. Het college voorziet de Wmo-raad van alle informatie die nodig is voor het vervullen van zijn taak op een zodanig tijdstip dat er daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming en besluitvorming.

  • 2. Het college zorgt ervoor dat onderwerpen die de algemene belangen raken voor advies worden voorgelegd aan de Wmo-raad voordat een besluit wordt genomen.

  • 3. Het college kan bij uitzondering afzien van advisering door de Wmo-raad als naar het oordeel van het college advisering vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de besluitvorming of informatieverstrekking aan de Wmo-clienten.

  • 4. Wanneer het college een besluit neemt, dat afwijkt van het advies van de Wmo-raad dan brengt het college dit gemotiveerd ter kennis aan de voorzitter van de Wmo-raad.

  • 5. De Wmo-raad stelt een reglement vast waarin ten minste wordt geregeld: de samenstelling en functies, de zittingsduur en manier van stemmen, het beëindigen van het lidmaatschap en de werkwijze in de vergaderingen.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1. De Wmo-raad vergadert minstens vier keer per jaar of zo vaak als de voorzitter en de secretaris samen nodig achten of de Wmo-raad bij meerderheid van stemmen besluit.

  • 2. De voorzitter en secretaris nodigen de leden van de Wmo-raad tenminste tien werkdagen voor een vergadering uit en verzenden dan tevens de schriftelijke stukken.

  • 3. De vergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar, tenzij het belang zich tegen openbaarheid verzet.

Artikel 6 Geheimhoudingsplicht

  • 1. De leden van de Wmo-raad, derden die een vergadering bijwonen en derden die geraadpleegd worden, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen zij in die hoedanigheid vernemen voorzover de Wmo-raad hen dit oplegt.

  • 2. Het college maakt van de in het eerste lid bedoelde geheimhoudingsplicht melding op de stukken.

  • 3. De geheimhoudingsplicht als bedoeld in het derde lid vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de Wmo-raad.

Artikel 7 Financiën

  • 1. Het college stelt per jaar een budget beschikbaar zodat de Wmo-raad naar behoren kan functioneren.

  • 2. De leden van de Wmo-raad bepalen hoe dit budget wordt ingezet door het opstellen van een begroting.

  • 3. Na afloop van het jaar stelt de Wmo-raad een jaarverslag op

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening cliëntenparticipatie Wmo 2008”.

  • 3. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

  • 4. Het college is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 januari 2009.

De raad van de gemeente Boarnsterhim,

de griffier, drs. A.G.M. Rutten

de voorzitter, mr. P. Schadd de Boer

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Er is met de gebruikte begrippen en termen zoveel mogelijk aangesloten bij de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wmo. Er is voor gekozen om de begrippen die reeds zijn omschreven in de wet niet afzonderlijk te definiëren in de verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijzigingen van betreffende definities de verordening moet worden gewijzigd. Voor zover niet in deze wetten genoemd worden in dit artikel de gebruikte begrippen en of afkortingen omschreven.

Artikel 2

Dit artikel regelt dat het college bevoegd is tot het instellen van een adviescommissie onder de naam Wmo-raad. Op grond van artikel 84 Gemeentewet is het college zelf bevoegd tot het instellen van commissies die adviseren aan het college. Het doel van de Wmo- raad is het behartigen van de algemene belangen van personen die (aanspraak kunnen maken op) een Wmo-verstrekking hebben of op wie anderszins de Wmo van toepassing is. In navolging van bijvoorbeeld de cliëntenraden Sociale Zaken en de Wsw-raad kan de Wmo- raad gevraagd en ongevraagd adviseren.

Artikel 3

De Wmo-raad moet een zo goed mogelijke afspiegeling zijn van alle belanghebbenden. Er is bewust voor gekozen om in dit artikel niet specifiek vast te leggen wie vertegenwoordigd moet zijn. Het vastleggen betekent dat het ook moet en in de praktijk zou dit het functioneren van de Wmo-raad kunnen belemmeren. Uiteraard is het wel de bedoeling om uit elke prestatieveld een vertegenwoordiger te krijgen (daarom is voor maximaal 9 leden gekozen, er zijn immers 9 prestatievelden binnen de Wmo).

Het voorstel is wel om in ieder geval de ouderenbonden te benaderen alsmede iemand namens de mantelzorgers/vrijwilligers. Ook de jongeren moeten een vertegenwoordiging hebben (bijvoorbeeld een schoolmaatschappelijk werker). Daarnaast kunnen de Plaatselijk Belangen worden benaderd juist vanwege het prestatieveld “verbeteren sociale samenhang en leefbaarheid”. Het voorzitterschap zien we bij voorkeur als een onafhankelijk functioneel voorzitterschap. Dit om kwaliteit en continuïteit te kunnen waarborgen.

Artikel 4, 5 en 6:

Inwoners of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet. In deze artikelen wordt  in ieder geval geregeld de wijze waarop periodiek overleg wordt gevoerd en de wijze waarop zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Artikel 7 Financiën

De gemeente stelt per jaar een budget beschikbaar. Vooralsnog is dit budget gelijkgesteld op die van de clientenraad Soza. De Wmo-raad stelt jaarlijks vooraf een begroting vast. Na afloop van het jaar stelt de Wmo-raad een jaarverslag op. In het jaar­verslag wordt in elk geval verantwoording afgelegd over de besteding van het budget. De Wmo-raad bepaalt zelf hoe zij het budget besteden (denk aan scholing, vergaderruimte, administratieve ondersteuningen/of onkostenvergoeding).

Artikel 8

Met het inwerking treden van deze verordening vervalt het van oorsprong Wvg gebruikersoverleg als overlegplatform voor Wmo-zaken.