Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Zuid |
---|---|
Officiële naam regeling | Het reglement op raadscommissie Zuid |
Citeertitel | het reglement op raadscommissie Zuid |
Vastgesteld door | deelraad |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Op 1 mei 2010 zijn de stadsdelen Oud-Zuid en Zuideramstel gefuseerd tot stadsdeel Zuid. Het reglement op raadscommissie Zuid is daarom per 1 mei 2010 komen te vervallen.
Gemeentewet, art. 82 en art. 147
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-10-2009 | 01-05-2010 | nieuwe regeling | 09-10-2009 Stadsdeelkrant, jaargang 7, nummer 40, 8 oktober 2009 | - |
In dit reglement wordt verstaan onder:
buitengewoon commissielid: een commissielid zoals bedoeld in artikel 4 van de Verordening op de raadscommissie stadsdeel Zuideramstel;
commissie: de raadscommissie zoals ingesteld door de deelraden Zuideramstel en Oud-Zuid op grond van het Instellingsbesluit raadscommissie Zuid en artikel 82 van de Gemeentewet;
commissielid: lid van de commissie zoals bedoeld in dit reglement;
Dagelijks Besturen: het Dagelijks Bestuur van Zuideramstel en het Dagelijks Bestuur van Oud-Zuid;
duo-raadslid: een commissielid zoals bedoeld in artikel 2 van de Verordening voor de Raadscommissies stadsdeel Oud-Zuid;
fracties: fracties van deelraad Zuideramstel en fracties van deelraad Oud-Zuid;
griffiers: griffier van Zuideramstel en griffier van Oud-Zuid;
presidia: het presidium van Zuideramstel en het presidium van Oud-Zuid;
raadslid: lid van de deelraad Zuideramstel of lid van de deelraad Oud-Zuid;
raadsvoorzitter: voorzitter van de deelraad Zuideramstel of voorzitter van de deelraad Oud-Zuid;
deelraden: deelraad van Zuideramstel en deelraad van Oud-Zuid;
deelraad Zuid: de op grond van het gemeenteraadsbesluit in te stellen nieuwe deelraad;
stadsdelen: stadsdeel Zuideramstel en stadsdeel Oud-Zuid;
vergadering: vergadering van de commissie;
voorzitter: voorzitter van de commissie;
De deelraden stellen bij afzonderlijk besluit de commissie in.
1. De commissie heeft de volgende taken:
de politieke besluit- en meningsvorming van deelraad Zuid voorbereiden op de onderwerpen die volgens het Instellingsbesluit bij de commissie zijn ondergebracht;
de informatievergaring en het debat zo veel mogelijk afronden of voorbereiden voor deelraad Zuid;
kennisnemen van en overleggen met de dagelijkse besturen over zaken die het bestuur en de uitvoering in het nieuwe stadsdeel raken;
2. De commissie houdt geen stemmingen, maar meningspeilingen.
3. Bij het peilen van de meningen houdt de voorzitter rekening met de evenwichtige vertegenwoordiging van de fracties in de deelraden.
Van iedere raadsfractie van de beide raden neemt maximaal één (duo)raadslid dan wel buitengewoon commissielid deel aan de vergaderingen van de commissie. Bij verhindering kan deze zich door een ander (duo)raadslid danwel buitengewoon commissielid van dezelfde fractie laten vervangen.
1. De deelraden benoemen elk een voorzitter van de commissie. Zij oefenen om de beurt het voorzitterschap uit. In geval van verhindering van de ene voorzitter neemt de andere voorzitter het voorzitterschap over.
2. De voorzitter wordt geacht lid te zijn van de commissie boven het aantal leden zoals bedoeld in artikel 4.
3. De voorzitter is belast met:
het leiden van de commissie;
het handhaven van de orde;
het doen naleven van dit reglement;
hetgeen dit reglement hem verder opdraagt;
een besluit te nemen over de orde van de vergadering voor zover dit niet in dit
reglement is geregeld.
1. De commissie wordt terzijde gestaan door de griffier.
2. De griffier van Zuideramstel staat de commissie terzijde bij de vergadering die wordt voorgezeten door de voorzitter van Oud-Zuid. De griffier van Oud-Zuid staat de commissie terzijde bij de vergadering die wordt voorgezeten door de voorzitter van Zuideramstel.
3. Bij verhindering of afwezigheid vervangen de griffiers elkaar.
4. De griffier is belast met het verlenen van bijstand aan de commissie, het ondersteunen van de voorzitter en draagt zorg voor het maken van het verslag van de vergadering.
1. De vergaderingen van de commissie vinden in de regel eenmaal per maand plaats op dinsdag 20 oktober, dinsdag 17 november en donderdag 17 december 2009 en dinsdag 19 januari en dinsdag 16 februari 2010 en verder zo vaak als de voorzitter nodig vindt of als ten minste een vijfde der leden van de vergadering daarom vraagt.
2. De vergaderingen van de commissie Zuid beginnen om 19.30 uur en eindigen om 22.30 uur.
De commissie vergadert beurtelings in de raadzaal van stadsdeel Zuideramstel en de raadzaal van stadsdeel Oud-Zuid, tenzij de presidia anders bepalen. De eerste vergadering van de commissie vindt plaats in de raadzaal van stadsdeel Zuideramstel.
1. De voorzitters stellen de voorlopige agenda op en doen per te behandelen agendapunt een voorstel met betrekking tot de aard van de beraadslaging: informatief, meningsvormend, voorbereidende besluitvorming of een combinatie daarvan. De te behandelen agendapunten worden voorzien van een tijdsaanduiding.
2. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van zaken die niet op de agenda zijn vermeld en moet die voorstellen minstens veertien dagen voor de vergadering bij de voorzitter indienen. In spoedeisende gevallen geldt een termijn van zes uur. De commissie beslist over de in behandelingneming van die voorstellen bij de aanvang van de vergadering.
3. De voorlopige agenda wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep ter openbare kennis gebracht door bekendmaking van de agenda en de bijbehorende stukken in het plaatselijke huis-aan-huisblad en door plaatsing op de website van de stadsdelen. De kennisgeving wordt tevens ter inzage neergelegd in de stadsdeelkantoren, de wijkcentra en de bibliotheek. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden eveneens ter inzage gelegd.
4. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het derde lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een commissielid inzage.
5. De openbare kennisgeving vermeldt:
de datum, aanvangstijd en de plaats van de vergadering;
de agenda;
de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de bijbehorende stukken kan inzien;
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 15.
6. Leden van de Dagelijks Besturen van de stadsdelen Oud-Zuid en Zuideramstel worden in de regel altijd uitgenodigd ter vergadering aanwezig te zijn.
1. Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van elk commissielid kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
2. Op voorstel van elk commissielid kan de commissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Ieder commissielid tekent, voordat hij of zij aan de vergadering deelneemt, de presentielijst. Direct na sluiting van de vergadering, zoals bedoeld in artikel 24, wordt deze lijst door de voorzitter en griffier afgesloten en ondertekend.
De commissie kan op voorstel van de voorzitter anderen dan de leden van de commissie het woord geven bij een beraadslaging.
1. Voorafgaand aan de behandeling van een te behandelen agendapunt in de commissie, kunnen belangstellenden inspreken over het desbetreffende onderwerp.
2. Degenen die van het spreekrecht gebruik willen maken dienen dit ten minste 24 uur voor aanvang van de vergadering te melden aan de griffier.
3. Elke spreker krijgt maximaal 3 minuten het woord. De voorzitter verdeelt de tijd evenredig over de sprekers als de totaal beschikbare tijd daartoe aanleiding geeft. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Naar oordeel van de voorzitter kan per onderwerp de spreektijd per persoon worden gelimiteerd.
1. De griffier is verantwoordelijk voor het maken van het verslag van elke vergadering en het bijhouden van de presentielijst.
2. Het voorlopige verslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, gelijktijdig met de schriftelijke oproeping, zoals bedoeld in artikel 10, aan de commissieleden toegezonden, en, zo mogelijk, digitaal beschikbaar gesteld.
3. Het verslag vermeldt:
de namen van de voorzitter, de griffier, de ter vergadering aanwezige commissieleden en de leden van het Dagelijks Bestuur, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld;
welke commissieleden aanwezig waren;
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
een zakelijke samenvatting van het gesproken met vermelding van de namen van de leden die het woord voerden;
bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie op grond van het bepaalde in artikel 14 door de commissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
4. Het verslag wordt geacht te zijn vastgesteld, tenzij een lid of iemand anders die in de betreffende vergadering het woord heeft gevoerd, uiterlijk zeven dagen na toezending van het verslag zoals bedoeld in het tweede lid per e-mail, bij de griffier aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden per email aan de overige leden van de commissie gestuurd en besproken in de eerstvolgende vergadering. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen vindt vaststellen van het betreffende verslag plaats.
1. Niemand voert het woord dan na het aan de voorzitter verzocht en van deze verkregen te hebben.
2. De voorzitter verleent het woord in de volgorde waarin het is gevraagd.
3. Van deze volgorde kan worden afgeweken indien een commissielid het woord vraagt voor een persoonlijk feit of voor het indienen van een voorstel van orde.
4. De voorzitter stelt het commissielid dat het woord voor een persoonlijk feit verzoekt, in de gelegenheid een beknopte aanduiding van dat feit te geven.
5. De voorzitter kan een interruptie nadrukkelijk of stilzwijgend toelaten.
1. Alle commissieleden hebben het recht, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, een voorstel van orde te doen.
2. Een dergelijk verzoek heeft betrekking op het tijdstip/of de wijze van behandeling van enig onderwerp.
3. Een voorstel van orde wordt terstond afzonderlijk in behandeling genomen. Niemand mag daarbij langer het woord voeren dan drie minuten in de eerste en een minuut in de tweede spreektermijn.
1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.
2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
3. Een commissielid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
1. De commissie kan op voorstel van de voorzitter bij de aanvang van of tijdens de vergadering regels stellen ten aanzien van de spreektijd van de leden, zowel in eerste termijn als in eventuele volgende termijnen.
2. Ingeval spreektijden zijn afgesproken, ziet de voorzitter in overleg met de griffier toe op het naleven van de afgesproken spreektijden.
1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren. Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.
2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.
4. De voorzitter kan de commissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.
5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
1. De voorzitter kan in bijzondere gevallen, alsmede ter handhaving van de orde zoals bedoeld in artikel 19, derde lid, de vergadering voor een door hem of haar te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten, tenzij de commissie anders besluit.
2. De voorzitter kan de vergadering eveneens schorsen indien een commissielid daartoe gelet op de beraadslagingen een verzoek doet. Bij een dergelijk verzoek wordt tevens de tijdsduur van de schorsing aangegeven, welke niet langer dan twintig minuten mag bedragen. Na het verstrijken van de voor schorsing bestemde tijd, heropent de voorzitter de vergadering, waarna direct een nieuwe schorsing kan worden gevraagd. Deze mag ten hoogste tien minuten bedragen. Na deze tweede schorsing heropent de voorzitter de vergadering, waarna de beraadslagingen worden voortgezet.
3. Indien de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij of zij de vergadering voor een door hem of haar bepaalde tijd schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.
1. De commissie kan op voorstel van een lid of de voorzitter besluiten over onderdelen van een onderwerp afzonderlijk te beraadslagen en te besluiten.
2. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, vat hij de beraadslaging samen en sluit deze af sluit, tenzij de commissie anders beslist.
3. De voorzitter houdt, indien daar om gevraagd wordt, een peiling terstond na de bespreking of een later tijdstip na overleg met de commissie.
4. De voorzitter deelt na afloop de uitslag mee en meldt wat de conclusie is.
5. Een lid kan verklaren dat hij tegen de conclusie is met het verzoek dit in het verslag op te nemen.
De voorzitter sluit de vergadering zodra alle aan de orde gebrachte onderwerpen zijn behandeld of sluiting de commissie wenselijk voorkomt.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
1. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de griffier.
2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering van de commissie overleg gevoerd.
1. In de openbare vergaderingen worden op de voor het publiek gereserveerde tribune zoveel toehoorders toegelaten als de voorzitter bepaalt.
2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring is de toehoorders niet toegestaan. Zij mogen de orde en rust van de vergadering niet verstoren.
3. De voorzitter zorgt voor de handhaving van het in het tweede lid bedoelde voorschrift. Zonodig kan de voorzitter in het kader van deze handhaving toehoorders uit de raadzaal laten verwijderen.
Degenen die tijdens een openbare vergadering in de vergaderzaal geluid- en/of beeldregistraties willen maken, delen dit aan de voorzitter mee en gedragen zich naar diens aanwijzingen.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, of bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.
Dit reglement treedt in werking een dag na publicatie.
Dit reglement wordt aangehaald als: het reglement op raadscommissie Zuid.