Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Het reglement op raadscommissie Zuid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingHet reglement op raadscommissie Zuid
Citeertitelhet reglement op raadscommissie Zuid
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op 1 mei 2010 zijn de stadsdelen Oud-Zuid en Zuideramstel gefuseerd tot stadsdeel Zuid. Het reglement op raadscommissie Zuid is daarom  per 1 mei 2010 komen te vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82 en art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-10-200901-05-2010nieuwe regeling

09-10-2009

Stadsdeelkrant, jaargang 7, nummer 40, 8 oktober 2009

-

Tekst van de regeling

Het reglement op de raadscommissie Zuid

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    buitengewoon commissielid: een commissielid zoals bedoeld in artikel 4 van de Verordening op de raadscommissie stadsdeel Zuideramstel;

  • b.

    commissie: de raadscommissie zoals ingesteld door de deelraden Zuideramstel en Oud-Zuid op grond van het Instellingsbesluit raadscommissie Zuid en artikel 82 van de Gemeentewet;

  • c.

    commissielid: lid van de commissie zoals bedoeld in dit reglement;

  • d.

    Dagelijks Besturen: het Dagelijks Bestuur van Zuideramstel en het Dagelijks Bestuur van Oud-Zuid;

  • e.

    duo-raadslid: een commissielid zoals bedoeld in artikel 2 van de Verordening voor de Raadscommissies stadsdeel Oud-Zuid; 

  • f.

    fracties: fracties van deelraad Zuideramstel en fracties van deelraad Oud-Zuid;

  • g.

    griffiers: griffier van Zuideramstel en griffier van Oud-Zuid;

  • h.

    presidia: het presidium van Zuideramstel en het presidium van Oud-Zuid;

  • i.

    raadslid: lid van de deelraad Zuideramstel of lid van de deelraad Oud-Zuid;

  • j.

    raadsvoorzitter: voorzitter van de deelraad Zuideramstel of voorzitter van de deelraad Oud-Zuid;

  • k.

    deelraden: deelraad van Zuideramstel en deelraad van Oud-Zuid;

  • l.

    deelraad Zuid: de op grond van het gemeenteraadsbesluit in te stellen nieuwe deelraad;

  • m.

    stadsdelen: stadsdeel Zuideramstel en stadsdeel Oud-Zuid;

  • n.

    vergadering: vergadering van de commissie;

  • o.

    voorzitter: voorzitter van de commissie;

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2 Instelling

De deelraden stellen bij afzonderlijk besluit de commissie in.

Artikel 3 Taken
  • 1. De commissie heeft de volgende taken:

    • a.

      de politieke besluit- en meningsvorming van deelraad Zuid voorbereiden op de  onderwerpen die volgens het Instellingsbesluit bij de commissie zijn ondergebracht;

    • b.

      de informatievergaring en het debat zo veel mogelijk afronden of voorbereiden voor deelraad Zuid;

    • c.

      kennisnemen van en overleggen met de dagelijkse besturen over zaken die het bestuur en de uitvoering in het nieuwe stadsdeel raken;

  • 2. De commissie houdt geen stemmingen, maar meningspeilingen.

  • 3. Bij het peilen van de meningen houdt de voorzitter rekening met de evenwichtige vertegenwoordiging van de fracties in de deelraden.

Artikel 4 Samenstelling

Van iedere raadsfractie van de beide raden neemt maximaal één (duo)raadslid dan wel buitengewoon commissielid deel aan de vergaderingen van de commissie. Bij verhindering kan deze zich door een ander (duo)raadslid danwel buitengewoon commissielid van dezelfde fractie laten vervangen.

Artikel 5 Voorzitter
  • 1. De deelraden benoemen elk een voorzitter van de commissie. Zij oefenen om de beurt het voorzitterschap uit. In geval van verhindering van de ene voorzitter neemt de andere voorzitter het voorzitterschap over.

  • 2. De voorzitter wordt geacht lid te zijn van de commissie boven het aantal leden zoals bedoeld in artikel 4.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de commissie;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van dit reglement;

    • d.

      hetgeen dit reglement hem verder opdraagt;

    • e.

      een besluit te nemen over de orde van de vergadering voor zover dit niet in dit

       reglement is geregeld.

Artikel 6 Griffier
  • 1. De commissie wordt terzijde gestaan door de griffier.

  • 2. De griffier van Zuideramstel staat de commissie terzijde bij de vergadering die wordt voorgezeten door de voorzitter van Oud-Zuid. De griffier van Oud-Zuid staat de commissie terzijde bij de vergadering die wordt voorgezeten door de voorzitter van Zuideramstel.  

  • 3. Bij verhindering of afwezigheid vervangen de griffiers elkaar.

  • 4. De griffier is belast met het verlenen van bijstand aan de commissie, het ondersteunen van de voorzitter en draagt zorg voor het maken van het verslag van de vergadering.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen
Artikel 7 Frequentie
  • 1. De vergaderingen van de commissie vinden in de regel eenmaal per maand plaats op dinsdag 20 oktober, dinsdag 17 november en donderdag 17 december 2009 en dinsdag 19 januari en dinsdag 16 februari 2010 en verder zo vaak als de voorzitter nodig vindt of als ten minste een vijfde der leden van de vergadering daarom vraagt.

  • 2. De vergaderingen van de commissie Zuid beginnen om 19.30 uur en eindigen om 22.30 uur.

Artikel 8 Vergaderplaats

De commissie vergadert beurtelings in de raadzaal van stadsdeel Zuideramstel en de raadzaal van stadsdeel Oud-Zuid, tenzij de presidia anders bepalen. De eerste vergadering van de commissie vindt plaats in de raadzaal van stadsdeel Zuideramstel.

Artikel 9 Oproeping en agenderingsrecht
  • 1. De voorzitters stellen de voorlopige agenda op en doen per te behandelen agendapunt een voorstel met betrekking tot de aard van de beraadslaging: informatief, meningsvormend, voorbereidende besluitvorming of een combinatie daarvan. De te behandelen agendapunten worden voorzien van een tijdsaanduiding.

  • 2. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van zaken die niet op de agenda zijn vermeld en moet die voorstellen minstens veertien dagen voor de vergadering bij de voorzitter indienen. In spoedeisende gevallen geldt een termijn van zes uur. De commissie beslist over de in behandelingneming van die voorstellen bij de aanvang van de vergadering.

  • 3. De voorlopige agenda wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep ter openbare kennis gebracht door bekendmaking van de agenda en de bijbehorende stukken in het plaatselijke huis-aan-huisblad en door plaatsing op de website van de stadsdelen. De kennisgeving wordt tevens ter inzage neergelegd in de stadsdeelkantoren, de wijkcentra en de bibliotheek. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden eveneens ter inzage gelegd.

  • 4. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het derde lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een commissielid inzage.

  • 5. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en de plaats van de vergadering;

    • b.

      de agenda;

    • c.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de bijbehorende stukken kan inzien;

    • d.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 15.

  • 6. Leden van de Dagelijks Besturen van de stadsdelen Oud-Zuid en Zuideramstel worden in de regel altijd uitgenodigd ter vergadering aanwezig te zijn.

Artikel 10 Agenda
  • 1. Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van elk commissielid kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 2. Op voorstel van elk commissielid kan de commissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 11 Presentie

Ieder commissielid tekent, voordat hij of zij aan de vergadering deelneemt, de presentielijst. Direct na sluiting van de vergadering, zoals bedoeld in artikel 24, wordt deze lijst door de voorzitter en griffier afgesloten en ondertekend.

Artikel 12 Deelname aan de beraadslaging door anderen

De commissie kan op voorstel van de voorzitter anderen dan de leden van de commissie het woord geven bij een beraadslaging.

Artikel 13 Spreekrecht burgers
  • 1. Voorafgaand aan de behandeling van een te behandelen agendapunt in de commissie, kunnen belangstellenden inspreken over het desbetreffende onderwerp.

  • 2. Degenen die van het spreekrecht gebruik willen maken dienen dit ten minste 24 uur voor aanvang van de vergadering te melden aan de griffier.

  • 3. Elke spreker krijgt maximaal 3 minuten het woord. De voorzitter verdeelt de tijd evenredig over de sprekers als de totaal beschikbare tijd daartoe aanleiding geeft. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Naar oordeel van de voorzitter kan per onderwerp de spreektijd per persoon worden gelimiteerd.

Artikel 14 Verslag
  • 1. De griffier is verantwoordelijk voor het maken van het verslag van elke vergadering en het bijhouden van de presentielijst.

  • 2. Het voorlopige verslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, gelijktijdig met de schriftelijke oproeping, zoals bedoeld in artikel 10, aan de commissieleden toegezonden, en, zo mogelijk, digitaal beschikbaar gesteld.

  • 3. Het verslag vermeldt:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de ter vergadering aanwezige commissieleden en de leden van het Dagelijks Bestuur, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld;

    • b.

      welke commissieleden aanwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesproken met vermelding van de namen van de leden die het woord voerden;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie op grond van het bepaalde in artikel 14 door de commissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 4. Het verslag wordt geacht te zijn vastgesteld, tenzij een lid of iemand anders die in de betreffende vergadering het woord heeft gevoerd, uiterlijk zeven dagen na toezending van het verslag zoals bedoeld in het tweede lid per e-mail, bij de griffier aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden per email aan de overige leden van de commissie gestuurd en besproken in de eerstvolgende vergadering. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen vindt vaststellen van het betreffende verslag plaats.

Artikel 15 Orde van de vergadering
  • 1. Niemand voert het woord dan na het aan de voorzitter verzocht en van deze verkregen te hebben.

  • 2. De voorzitter verleent het woord in de volgorde waarin het is gevraagd.

  • 3. Van deze volgorde kan worden afgeweken indien een commissielid het woord vraagt voor een persoonlijk feit of voor het indienen van een voorstel van orde.

  • 4. De voorzitter stelt het commissielid dat het woord voor een persoonlijk feit verzoekt, in de gelegenheid een beknopte aanduiding van dat feit te geven.

  • 5. De voorzitter kan een interruptie nadrukkelijk of stilzwijgend toelaten.

Artikel 16 Voorstellen van orde
  • 1. Alle commissieleden hebben het recht, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, een voorstel van orde te doen.

  • 2. Een dergelijk verzoek heeft betrekking op het tijdstip/of de wijze van behandeling van enig onderwerp.

  • 3. Een voorstel van orde wordt terstond afzonderlijk in behandeling genomen. Niemand mag daarbij langer het woord voeren dan drie minuten in de eerste en een minuut in de tweede spreektermijn.

Artikel 17 Termijnen beraadslagingen
  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een commissielid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

Artikel 18 Spreektijd
  • 1. De commissie kan op voorstel van de voorzitter bij de aanvang van of tijdens de vergadering regels stellen ten aanzien van de spreektijd van de leden, zowel in eerste termijn als in eventuele volgende termijnen.

  • 2. Ingeval spreektijden zijn afgesproken, ziet de voorzitter in overleg met de griffier toe op het naleven van de afgesproken spreektijden.

Artikel 19 Handhaving orde
  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren. Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan de commissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 20 Schorsing vergadering
  • 1. De voorzitter kan in bijzondere gevallen, alsmede ter handhaving van de orde zoals bedoeld in artikel 19, derde lid, de vergadering voor een door hem of haar te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten, tenzij de commissie anders besluit.

  • 2. De voorzitter kan de vergadering eveneens schorsen indien een commissielid daartoe gelet op de beraadslagingen een verzoek doet. Bij een dergelijk verzoek wordt tevens de tijdsduur van de schorsing aangegeven, welke niet langer dan twintig minuten mag bedragen. Na het verstrijken van de voor schorsing bestemde tijd, heropent de voorzitter de vergadering, waarna direct een nieuwe schorsing kan worden gevraagd. Deze mag ten hoogste tien minuten bedragen. Na deze tweede schorsing heropent de voorzitter de vergadering, waarna de beraadslagingen worden voortgezet.

  • 3. Indien de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij of zij de vergadering voor een door hem of haar bepaalde tijd schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.

Artikel 21 Beraadslaging
  • 1. De commissie kan op voorstel van een lid of de voorzitter besluiten over onderdelen van een onderwerp afzonderlijk te beraadslagen en te besluiten.

  • 2. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, vat hij de beraadslaging samen en sluit deze af sluit, tenzij de commissie anders beslist.

  • 3. De voorzitter houdt, indien daar om gevraagd wordt, een peiling terstond na de bespreking of een later tijdstip na overleg met de commissie.

  • 4. De voorzitter deelt na afloop de uitslag mee en meldt wat de conclusie is.

  • 5. Een lid kan verklaren dat hij tegen de conclusie is met het verzoek dit in het verslag op te nemen. 

Artikel 22 Sluiting

De voorzitter sluit de vergadering zodra alle aan de orde gebrachte onderwerpen zijn behandeld of sluiting de commissie wenselijk voorkomt.

Hoofdstuk 4 Besloten vergadering
Artikel 23 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 24 Verslag
  • 1. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de commissieleden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag.

Artikel 25 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 26 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering van de commissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 5 Toehoorders en pers
Artikel 27 Toehoorders en pers
  • 1. In de openbare vergaderingen worden op de voor het publiek gereserveerde tribune zoveel toehoorders toegelaten als de voorzitter bepaalt.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring is de toehoorders niet toegestaan. Zij mogen de orde en rust van de vergadering niet verstoren.

  • 3. De voorzitter zorgt voor de handhaving van het in het tweede lid bedoelde voorschrift. Zonodig kan de voorzitter in het kader van deze handhaving toehoorders uit de raadzaal laten verwijderen.

Artikel 28 Geluid- en beelregistraties

Degenen die tijdens een openbare vergadering in de vergaderzaal geluid- en/of beeldregistraties willen maken, delen dit aan de voorzitter mee en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 29 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, of bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 30 In werking treden

Dit reglement treedt in werking een dag na publicatie.

Artikel 31 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: het reglement op raadscommissie Zuid.

Toelichting

1


Noot
1[Toelichting: Reglement op raadscommissie ZuidAlgemeenIn de Gemeentewet wordt onderscheid gemaakt tussen raadscommissies, bestuurscommissies  en andere commissies. Raadscommissies bereiden de besluitvorming in de raad voor en voeren overleg met het dagelijks bestuur. Bestuurscommissies zijn commissies waaraan bevoegdheden van de raad of het dagelijks bestuur worden overgedragen. Andere commissies kunnen alle mogelijke denkbare taken hebben. Op grond van artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet kan de raad zoveel raadscommissies instellen als hij wenselijk acht. De raad regelt de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies en de wijze waarop de leden van de raadscommissies inzage hebben in stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 BegripsomschrijvingenDit artikel behoeft geen toelichting. Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling Artikel 2 InstellingDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 3 TakenHet is aan de raad om zelf te bepalen in welke gevallen besluitvorming door een commissie wordt voorbereid. De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. Artikel 4SamenstellingDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 5 VoorzitterArtikel 82, vierde lid, van de Gemeentewet schrijft voor dat de voorzitter van een commissie raadslid moet zijn. Artikel 6 GriffierDe griffier neemt in beginsel geen deel aan de beraadslagingen, zij het dat de commissie op grond van artikel 18 altijd de mogelijkheid heeft om anderen aan de beraadslagingen deel te laten nemen. Hoofdstuk 3 Vergaderingen Artikel 7 FrequentieDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 8 VergaderplaatsVoor de vorming van een nieuw stadsdeel is het van belang dat de deelraden de elkaars cultuur en omgeving leren kennen. Om deze reden is er voor gekozen om de locaties beurtelings af te wisselen. Artikel 9 Oproeping en agenderingsrechtCommissieleden horen op tijd op de hoogte te worden gebracht van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. Tegelijkertijd krijgen zij ook de voorlopige agenda en de stukken toegestuurd. De stukken bedoeld in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, zijn stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd. Overlegging van stukken onder geheimhouding is volgens de Gemeentewet alleen mogelijk op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. Een van de belangen die daar bij spelen is de bescherming van de privacy van derden. Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet moet de voorzitter van een commissie tegelijkertijd met de schriftelijke oproeping de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproeping en op een bij openbare kennisgeving aan te geven plaats ter inzage gelegd. Deze bepaling geeft hier een regeling voor. Vanuit het oogpunt van service aan de burger is ook de verplichting opgenomen de agenda en stukken zo veel mogelijk op de website te plaatsen. Dit is echter niet verplicht op grond van de Gemeentewet. Artikel 10 AgendaDe commissie bepaalt haar eigen agenda. De agenderende rol van de commissie komt in dit artikel tot uitdrukking. Artikel 11 PresentieDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 12 Deelname aan de beraadslaging door anderenDeze bepaling is noodzakelijk in verband met het in artikel 22 van de Gemeentewet geregelde verschoningsrecht, dat in artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op commissieleden en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen. Artikel 13 Spreekrecht burgersDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 14 VerslagDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 15 Orde van de vergaderingDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 16 Voorstellen van ordeDe beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de betreffende commissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door een commissie. Bij staken van stemmen is het voorstel niet aangenomen. Artikel 17 Termijnen beraadslagingenHet eerste lid brengt tot uiting dat een commissie haar eigen werkwijze bepaalt. Artikel 18 SpreektijdDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 19 Handhaving ordeHet eerste lid verzekert dat commissieleden vrijelijk kunnen spreken. Wel zijn interrupties toegestaan voor zover de voorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat commissieleden zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing is op commissieleden. Hierdoor zijn zij niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.De mogelijkheid om een commissielid de toegang tot de vergadering te ontzeggen sluit aan bij artikel 26, derde lid, van de Gemeentewet, die een dergelijke regeling geeft ten aanzien van raadsleden. Artikel 20 Schorsing vergaderingDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 21 BeraadslagingDe besluiten die de commissie neemt betreffende veelal de vergaderorde. Aangezien de voorzitter geacht wordt lid te zijn van de commissie boven het vastgestelde aantal neemt hij niet deel aan de besluitvorming. Artikel 22 SluitingDit artikel behoeft geen toelichting. Hoofdstuk 4 Besloten vergadering Artikel 23 AlgemeenBij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken, het vergaderquorum en voorstellen van orde. De bepalingen van dit reglement zijn echter niet van toepassing, voorzover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal een commissie moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet wordt opgelegd dan wel opgeheven. Artikel 24 VerslagOp grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet is artikel 23 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad in casu een commissie anders beslist. In aanvulling hierop bepaalt het tweede lid dat het verslag van een besloten vergadering ter inzage ligt bij de griffier. De commissie beslist over het openbaar maken van dit verslag. Artikel 25 GeheimhoudingHetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet noodzakelijk. Niet alleen een commissie kan geheimhouding opleggen, ook de voorzitter van een commissie en het dagelijks bestuur kunnen geheimhouding aan een commissie opleggen. Overigens kan een commissie ook geheimhouding opleggen aan de raad of het dagelijks bestuur ten aanzien van stukken die zij aan de raad of het dagelijks bestuur overlegt. De geheimhouding geldt ten aanzien van een ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De geheimhouding geldt totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of de raad, haar opheft. Artikel 26 Opheffing geheimhoudingZoals uit de toelichting op artikel 27 blijkt kan de raad de geheimhouding die de commissie aan de raad oplegt, opheffen. In het onderhavige artikel is een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor. Hoofdstuk 5 Toehoorders en pers Artikel 27 Toehoorders en persArtikel 26, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toegang kan ontzeggen. Voor commissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet, het derde lid voorziet hierin. Artikel 28 Geluid- en beeldregistratiesAangezien de vergaderingen openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluids- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft. Hoofdstuk 6 Slotbepalingen Artikel 29 Uitleg reglementDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 30 In werking tredenDit artikel behoeft geen toelichting. Artikel 31 CiteertitelDit artikel behoeft geen toelichting.]