Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingAlgemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149, Awb titel 4.2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-201001-01-201017-07-2017Nieuwe regeling

25-11-2010

Stadskrant Veghel, 22-12-2010

-

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Veghel;

 

 

Gelezen het voorstel van het college van 21 september 2010, inzake vaststelling “Algemene

Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 ”;

 

Gelet op de artikelen 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet

bestuursrecht;

 

     Overwegende dat herziening van de “Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2008” noodzakelijk is in verband met gewenste aanpassingen in het kader van de rechtmatigheid;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de navolgende verordening:

 " Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010".

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder een:

 

a   Aanvrager

Een rechtspersoon, groep van personen of natuurlijke persoon.

 

b  Accommodatiesubsidie

Een subsidie als tegemoetkoming in de gemaakte accommodatiekosten.

Het gaat hier, tenzij in een beleidsregel anders is bepaald, om huurkosten.

 

c   Activiteit

Een activiteit die door de instelling wordt uitge­voerd en die door het college kan worden gesubsi­dieerd.

 

d   Activiteitenplan/-programma

Een plan/programma dat een overzicht geeft van door de aanvrager voorgenomen activi­teiten.

 

e  Budgetperiode

Periode van in principe vier jaar waarvoor een budgetsubsidie verstrekt wordt.

 

f    BudgetsubsidieEen budgetsubsidie wordt voor een periode van vier jaren verleend en wordt per subsidiejaar vastgesteld. Indien subsidie in de vorm van een vast budget wordt verleend, is de hoogte van de subsidie - uitgaande van dezelfde activiteiten qua aard en omvang – maximaal gelijk aan de verleende subsidie over het voorafgaande jaar, waarbij een

indexering wordt toegepast conform artikel 8 van deze verordening. Het college kan indien gewenst afwijken van de idexeringsmethodiek.

 

g   College

Het college van burgemeester en wethouders van Veghel.

 

h   Incidentele subsidie

Een subsidie voor de uitvoering of ter stimulering van een bepaalde activiteit, waarvoor een wettelijke grondslag ontbreekt.

 

i    Instelling

Een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die statutair gevestigd is in Veghel of aantoonbare activiteiten ontplooit ten behoeve van inwoners van Veghel. Voor de toepassing van deze verordening wordt met een instelling gelijk gesteld een natuurlijke persoon of groep van personen voor zover het college ontheffing heeft verleend van de verplichting tot het zijn van rechtspersoon.

 

j   Genormeerde subsidie

Een jaarlijks te verstrekken structurele subsidie gebaseerd op het feit dat een instelling activiteiten ontplooit die een bijdrage leveren aan gemeentelijke doelstellingen. Het gaat hier om een vast bedrag per lid, activiteit of andere in een beleidsregel aangegeven subsidie-grondslag .

 

k   Investeringssubsidie

Een incidentele subsidie als tegemoetkoming in de kosten van aanleg, nieuwbouw of verbouw van een accommodatie en/of accommodatieonderdelen.

 

l    Jeugdlid

Een persoon die op 1 januari van het desbetreffende subsidiejaar de leeftijd van 4 jaar heeft bereikt en nog geen 19 jaar is, woonachtig is in de gemeente Veghel en is ingeschreven als lid van de vereniging/instelling. In de beleidsregels kan worden afgeweken van deze leeftijdsgrenzen.

 

 

m  Peildatum

Peildatum voor het aantal jeugdleden is 1 januari van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. Peildatum voor het geboortejaar is 1 januari van het subsidiejaar.

 

n Lid 

Inwoner van de gemeente Veghel en ingeschreven als lid van een vereniging/instelling,tenzij in een beleidsregel anders is bepaald. 

 

o  Projectsubsidie

Een incidentele subsidie die betrekking heeft op een samenhangend geheel van activiteiten, welke gedurende een bepaalde periode worden uitgevoerd teneinde een specifiek doel te bereiken.

 

p   Rechtspersoon

Een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burger­lijk Wetboek.     Een volledig bevoegd rechtspersoon is een rechtspersoon waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële akte en die ingeschreven is in het verenigingenregister van de Kamer van koophandel en Fabrieken.

 

q  Structurele subsidie

Subsidie waarvan de voorwaarden in een beleidsregel zijn opgenomen en die jaarlijks  verstrekt wordt.

 

r  Subsidiecyclus Periode van vier jaar, te beginnen in 2010, waarbinnen slechts één maal subsidie hoeft te worden aangevraagd, tenzij in een beleidsregel anders is bepaald.

      

s  Subsidie voor nieuw beleid

Een incidentele subsidie voor activiteiten waarvoor in de verordening of geldende  beleidsregels niet is voorzien, en waarvoor in de gemeentebegroting geen expliciet toegewezen middelen zijn opgenomen.

 

t    Subsidiejaar

Kalenderjaar, tenzij het college middels vaststelling van een beleidsregel anders bepaalt.

 

u  Waarderingssubsidie

Een jaarlijks te verstrekken structurele subsidie die  wordt verleend als een erkenning voor de instelling en haar activiteiten en is gebaseerd op een vast bedrag. Er wordt niet gestuurd op de omvang en inhoud van de activiteiten.

 

v  Uitvoeringsovereenkomst

Een overeenkomst die in de zin van artikel 4:36 van de Awb tussen de subsidieontvanger en het college kan worden gesloten ter uitwerking van de beschikking tot subsidieverlening.

In een uitvoeringsovereenkomst worden in ieder geval aangegeven:

- De looptijd van de subsidie

- De beoogde prestaties- De doelgroep(en) met betrekking tot de te ontwikkelen activiteiten en te verrichten   prestaties.

Artikel 2 Reikwijdte

De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing op alle door gemeentelijke bestuursorganen te verstrekken subsidies, behoudens in gevallen dat bij afzonderlijk besluit van de raad bepalingen buiten toepassing zijn of worden verklaard.

Artikel 3 Algemene uitgangspunten

  • 1. In het algemeen worden slechts activiteiten gesubsidieerd die georganiseerd worden door instellingen, zijnde volledig bevoegde rechtspersonen, die zijn gevestigd in Veghel. Een subsidie kan worden aangevraagd door het bestuur van de vereniging of stichting, of een ander daartoe gemachtigd persoon.

  • 2. Aan instellingen van buiten de gemeente kan subsidie worden verleend indien zij naar de mening van het college aantoonbaar werkzaam zijn ten behoeve van de inwoners van Veghel.

  • 3. Naar het oordeel van het college kan subsidie worden verleend ten behoeve van door (een groep van) natuurlijke personen georganiseerde activiteiten of geleverde prestaties. De in deze verordening opgenomen bepalingen zijn dan, voor zover mogelijk, overeenkomstig van toepassing.

  • 4. Het bepaalde in lid 1 en 2 is niet van toepassing voor subsidies die betrekking hebben op ontwikkelingssamenwerking, monumenten en natuurobjecten.

  • 5. Het college stelt beleidsregels of een uitvoeringsovereenkomst conform art. 4:36 Awb vast, waarin nadere voorschriften kunnen worden opgenomen omtrent de over te leggen bescheiden bij een subsidieaanvraag, de subsidiemethodiek, de subsidienormen, de subsidiegrondslag, de subsidiecriteria, eigen bijdrage, eventuele indexering, vorming van reserves, subsidievoorwaarden en overlegstructuren.

  • 6. Subsidiëring van activiteiten vindt slechts plaats voor ­zover deze naar de mening van het college in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang worden geacht.

Artikel 4 Verslag

  • 1. Artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op subsidie verleend bij of krachtens deze verordening.

  • 2. Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de verslagen over doelmatigheid en effecten van subsidies.

Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag

Artikel 5 Subsidieaanvraag

Artikel 5.1 Algemene bepalingen

  • 1. Bij de indiening van de subsidieaanvraag wordt gevraagd gegevens te overleggen, die zijn vermeld in de artikelen 5:2 tot en met 5:5 van deze verordening.

  • 2. Bij een eerste subsidieaanvraag legt de aanvrager tevens over:

    a. Een afschrift van de statuten en reglementen van de instelling;

    b. Een kopie inschrijving Kamer van Koophandel;

    c. Een opgave van de bestuurssamenstelling;

Artikel 5.2 Aanvraag structureel subsidie

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt, tenzij in een beleidsregel anders bepaald,  voor 1 april voorafgaande aan het eerste subsidiejaar van de komende subsidiecyclus ingediend. Het college kan afwijken van genoemde termijn.

  • 2. Een subsidieaanvraag tijdens een lopende subsidiecyclus wordt voor 1 april voorafgaand aan het eerste subsidiejaar ingediend.

  • 3. Tenzij in een beleidsregel anders is bepaald gaat een aanvraag vergezeld van:

    (a) Een begroting van inkomsten en uitgaven;

    (b) Een activiteitenplan/-programma van het eerstvolgende jaar van uitvoering. 

    (c ) Een ondertekende aanvraag door het bestuur van een vereniging of stichting, of een ander daartoe gemachtigd persoon.

  • 4. Bij genormeerde subsidies geldt dat instellingen, tijdens de subsidiecyclus, een herziene aanvraag moeten indienen, zodra in enig subsidiejaar de grondslag waarop het subsidie gebaseerd is in positieve of negatieve zin meer dan 15% afwijkt van de grondslag in het eerste jaar van de subsidiecyclus. Bij berekening van de afwijking van 15%, zal op de grondslag, indien hierop een index van toepassing is,  dezelfde index als op de subsidies worden toegepast. Aanpassing van de subsidie kan slechts 1 maal per jaar worden aangevraagd De aanpassing van de subsidie kan dan direct ingaan in het lopende subsidiejaar.

  • 5. Indien de subsidie tijdens de subsidiecyclus wordt aangepast wordt de grondslag     van het jaar van aanpassing beschouwd als zijnde het nieuwe basisjaar om opnieuw de 15% afwijking te kunnen bepalen.

  • 6. Als achteraf blijkt dat genoemde afwijkingen niet zijn gemeld, kan subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 5.3 Aanvraag projectsubsidie

Een aanvraag voor het verkrijgen van een projectsubsidie wordt tenminste 12 weken voor de aanvang van de eerste activiteit ingediend, vergezeld van de in artikel 5:2, lid 3, onder sub a en b vermelde gegevens, alsmede een overzicht van de financiële positie van de instelling.

Artikel 5.4 Aanvraag incidentele subsidie

Een aanvraag voor het verkrijgen van een incidentele subsidie wordt tenminste 12 weken voor aanvang van de eerste uitvoeringsdag van de activiteit  ingediend, vergezeld van de in artikel 5:2, lid 3, onder sub a en b vermelde gegevens alsmede een overzicht van de financiële positie van de instelling.

Artikel 5.5 Aanvraag investeringssubsidie en subsidie voor nieuw beleid

  • 1. De aanvraag voor een investeringssubsidie en subsidie voor nieuw beleid, waarin de verordening of beleidsregels niet voorzien, wordt vóór 1 december voorafgaande aan het jaar waarin de voorjaarsnota wordt vastgesteld, ingediend. In bijzondere gevallen kan het college toestaan dat de aanvraag op een later tijdstip wordt ingediend.

  • 2. Een  aanvraag om een investeringssubsidie of subsidie voor nieuw beleid gaat vergezeld van:

    • a)

      Een kostenraming of exploitatiebegroting;

    • b)

      Een onderbouwing van de noodzaak van de investering of het nieuw beleid.

      c) Een  overzicht van de financiële positie van de instelling.

  • 3. Een aanvraag om investeringssubsidie gaat tevens vergezeld van een schetsontwerp of inrichtingsplan;

Hoofdstuk 3 Bevoegdheden en financieel kader

Artikel 6 Bevoegdheden en algemene uitgangspunten

  • 1. Het college beslist op subsidieaanvra­gen en is bevoegd tot mandatering over te gaan.

  • 2. De Subsidiëring van leden heeft betrekking op leden die woonachtig zijn in de gemeente Veghel, tenzij in beleidsregels anders is bepaald.

  • 3. In bijzondere gevallen kan het college anders besluiten.

Artikel 7 Het subsidieplafond en verdelingscriteria

  • 1. Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten wordt jaarlijks vastgesteld door het college, binnen de door de raad vastgestelde begroting, voor aanvang van het tijdvak waar de activiteiten betrekking op hebben.

  • 2. Het college bepaalt middels beleidsregels de wijze van verdeling van de subsidiebedragen binnen de vastgestelde subsidieplafonds.

Artikel 8 Indexering en financiele positie gemeente

  • 1. Alle subsidies worden voor het subsidiejaar (t), tenzij in een beleidsregel anders bepaald, jaarlijks geïndexeerd met het gewogen indexcijfer prijsmutatie overheidsconsumptie voor het jaar t -1, zoals dit gepubliceerd wordt in het jaar t-1, in de septembercirculaire gemeentefonds.

  • 2. Indien de financiële positie van de gemeente daartoe aanleiding geeft kan het college bij de beslissing op aanvraag afwijken van de indexering en de subsidiegrondslag.

Hoofdstuk 4 Subsidieverlening

Artikel 9 Procedure subsidieverlening

Artikel 9.1 Verlening structureel subsidie

  • 1. Het college beslist op een structurele subsidieaanvraag binnen 16 weken na vaststelling van de gemeentebegroting, tenzij in een beleidsregel anders is bepaald.

  • 2. Het college kan deze termijn met 8 weken verlengen.

  • 3. Het subsidie wordt jaarlijks verleend.

  • 4. Het college kan in beleidsregels vaststellen welke voortgangsinformatie jaarlijks overlegd dient te worden.

  • 5. Het college kan in beleidsregels vaststellen dat subsidies zonder voorafgaande subsidieverlening worden vastgesteld.

  • 6. Het college stelt beleidsregels vast voor instellingen die in aanmerking komen voor budgetsubsidies waarin de periode van subsidiëring, de hoogte van het subsidie, de subsidienormen, de uitgangspunten en de wijze van bijstelling van het budget zijn opgenomen.

Artikel 9.2 Verlening projectsubsidie

Het college beslist binnen 8  weken op een subsidieaanvraag voor een projectsubsidie. Het college kan deze termijn met 8 weken verlengen.

Artikel 9.3 Verlening incidentele subsidie

Het college beslist binnen 8 weken op een subsidieaanvraag voor een incidenteel subsidie. Het college kan deze termijn met 8 weken verlengen. De verleende incidentele subsidie kan worden vastgesteld zonder voorafgaande verlening.

Artikel 9.4 Verlening investeringssubsidie en subsidie voor nieuw beleid

Het college beslist op een aanvraag voor een investeringssubsidie of subsidie voor nieuw beleid,  binnen 52 weken na de in artikel 5:5 lid 1 genoemde datum. Het college kan deze termijn met  12 weken verlengen. De investeringsubsidie en subsidie voor nieuw beleid kan worden vastgesteld zonder voorafgaande verlening.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Onverminderd de weigeringsgronden zoals vermeld in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan subsidieverlening in elk geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten niet of niet geheel passen in het gemeentelijk beleid;

  • b.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die naar het oordeel van het college in strijd (kunnen) zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde en veiligheid;

  • c.

    de instelling zelf in de kosten kan voorzien, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden of een combinatie daarvan, tenzij het college van oordeel is dat de te leveren prestaties dermate van belang zijn dat van dit beleidsuitgangspunt kan worden afgeweken. Onder middelen van derden worden onder meer verstaan het eigen vermogen en het batig exploitatiesaldo van door het college nader te bepalen gelieerde rechtspersonen, donateurs en dergelijke.

  • d.

    er sprake is van doublures in programma-aanbod en/of een aanbod voor dezelfde doelgroep.

    e. de activiteiten zijn uitgevoerd voordat op een aanvraag om subsidie is beslist.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 11 Verplichtingen

Het college kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:37 en 4:38 van de Algemenewet bestuursrecht de subsidieontvanger verplichtingen opleggen.

Artikel 12 Verantwoording

Het college benoemt in de betreffende beleidsregels de subsidieontvangers, die bij een aanvraag tot vaststelling verplicht zijn  te overleggen :

  • a.

    een samenstellingsverklaring ;of

  • b.

    een beoordelingsverklaring ; of

  • c.

    een accountantsverklaring;

 

Het afgeven van een verklaring zoals vermeld onder a, b of c kan slechts geschieden  door een registeraccountant (RA) of administratie-accountant (AA) die in het daarvoor bestemde register zijn ingeschreven.  

 

De artikelen 4:76, 4:77, 4:78, 4:79 en 4:80 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.

Artikel 13 Controle

Voor zover subsidie-ontvangers niet vallen onder de in artikel 12 vermelde

verantwoordingswijze is het college te allen tijde bevoegd controle uit te oefenen op de besteding van de door de gemeente Veghel verstrekte middelen. Hierbij is uitgangspunt dat door het college wordt beoordeeld of de subsidie is ingezet voor het doel waar die voor is verstrekt en of de financiële verantwoording van de subsidie-ontvanger een goedebeoordeling mogelijk maakt.

Artikel 14 Vermogensgroei

  • 1. De subsidieontvanger is een vergoeding verschuldigd aan het college in de gevallen van vermogensvorming als bedoeld in de zin van artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht. Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot bepaling van de hoogte van de vergoeding.

  • 2. In het geval van een samenwerkingsverband (meerdere gemeenten) kunnen afspraken, omtrent vermogensgroei in convenanten of andere overeenkomsten worden vastgelegd.

Artikel 15 Reservevorming en eigen vermogen

Het college kan in een beleidsregel nadere regels stellen ten aanzien van de hoogte en bestemming van reserves en het eigen vermogen van de instelling.

Hoofdstuk 6 Subsidievaststelling

Artikel 16 De subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt de subsidie vast na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend. De subsidieontvanger dient hiertoe vóór 1 april na het subsidiejaar een aanvraag tot vaststelling in, tenzij in de beleidsregel anders is bepaald.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling gaat, tenzij in een beleidsregel anders bepaald, vergezeld van:

    a) Een inhoudelijk jaarverslag, waarin de verrichte activiteiten, gerealiseerde doelen, prestaties en relevante kengetallen zijn weergegeven;

    b) Een financieel verslag met inkomsten en uitgaven en een toelichting op de verschillende posten van het afgelopen jaar of subsidietijdvak

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan het college, conform artikel 9:1, lid 5, subsidie vaststellen zonder voorafgaande subsidieverlening.

Hoofdstuk 7 Betaling

Artikel 17 Betaling

  • 1. Het college kan aan de subsidieaanvrager het verleende of vastgestelde subsidiebedrag beschikbaar stellen via kwartaalvoorschotten.

  • 2. Het college kan afwijken van het bepaalde in lid 1, en meteen tot uitbetaling van het volledig toegekende subsidie overgaan.

  • 3. In geval het subsidie betrekking heeft op een instelling vindt uitbetaling uitsluitend plaats op een afzonderlijk bank- of gironummer van de instelling.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 18 Hardheidsclausule, onvoorziene gevallen en andere regels.

  • 1. In gevallen, betrekking hebbende op de uitvoering van deze verordening, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. Het college doet daarvan mededeling aan de betreffende raadscommissie;

  • 2. In de gevallen waarin de toepassing van een van de bepalingen van deze verordening leidt tot kennelijke onbillijkheid kan het college besluiten van een bepaling af te wijken;

  • 3. Het college is bevoegd om ter uitwerking van deze verordening nadere regels vast te stellen.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening  treedt in werking met ingang van de 1e dag na die van bekendmaking, en werkt terug tot 1 januari 2010 . Alsdan komt de  “Algemene Subsidieverordening Gemeente Veghel 2008” te vervallen met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid.

  • 2. De verordening is voor het eerst van toepassing op subsidie aangevraagd voor het    subsidiejaar 2010. Aanvragen die betrekking hebben op subsidies voor het jaar 2009 en voorgaande jaren worden behandeld volgens de “Algemene Subsidieverordening Gemeente Veghel 2008”.

Artikel 20 Toezicht

  • 1. Het college kan één of meer toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de ontvanger van de subsidie opgelegde verplichtingen.

  • 2. De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden, vermeld in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Awb.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeente Veghel,  d.d. 25 november 2010

 

 De griffier,                                                      De voorzitter,

 

 

 

 dr. W.Oosten                                                Mr. I.R.Adema

Toelichting

Artikel 2           Reikwijdte

 

De “Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010” heeft als uitgangspunt dat die geldt voor alle subsidiebesluiten. De raad kan hierop een uitzondering maken.

 

Artikel 3           Algemene uitgangspunten

 

Algemeen uitgangspunt is dat slechts subsidie wordt verstrekt aan instellingen die gevestigd zijn in Veghel. Hiervan kan worden afgeweken indien aantoonbaar wordt gemaakt dat instellingen werkzaam zijn ten behoeve van de inwoners van Veghel.

 

In de Algemene Subsidieverordening Gemeente Veghel 2010 is het procedurele gedeelte de subsidieverstrekking vastgelegd. Inhoudelijke zaken zoals o.a. subsidienormen, subsidiegrondslagen en subsidievoorwaarden worden door het college vastgesteld in

beleidsregels of uitvoeringsovereenkomsten. Uitvoeringsovereenkomsten kunnen met name worden toegepast bij de grotere instellingen waarvoor het wenselijk wordt geacht prestatieafspraken te maken.

 

Artikel 4           Verslag

 

Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat de gemeente verplicht kan worden gesteld om voor alle subsidies te publiceren over het effect en doelmatigheid. Dit is niet wenselijk voor “kleine” waarderingssubsidies. Indien het college dit wenselijk acht is dit natuurlijk wel mogelijk en kan dit middels beleidsregels geregeld worden.

 

Artikel 5           Subsidieaanvraag

 

Dit artikel geeft aan hoe de procedure is voor het aanvragen van de diverse soorten subsidie. In beleidsregels kunnen aanvullingen en afwijkingen in de procedure worden opgenomen. Er wordt gewerkt met een subsidiecyclus van 4 jaar. De eerste cyclus heeft gelopen van 2006 t/m 2009. De tweede cyclus loopt van 2010 t/m 2013. De meeste instellingen hoeven voor de structurele subsidies slechts 1 maal per 4 jaar subsidie aan te vragen. De aanvraagtermijn voor investeringssubsidies en subsidies voor nieuw beleid is in verband met het tijdig vaststellen van de voorjaarsnota vastgesteld op 1 december.

 

In het kader van deregulering is de verplichting om bij een aanvraag een uitreksel van de Kamer van Koophandel te overleggen komen te vervallen. De gemeente kan middels een abonnement de gegevens van de Kamer van Koophandel inzien en toetsen.

 

Artikel 6           Bevoegdheden en algemene uitgangspunten

 

Het is de bedoeling in het duale stelsel dat alle subsidiebesluiten worden genomen door het college. De gemeenteraad stelt de kaders vast (algemene subsidieverordening en begroting), waarbinnen subsidieverlening kan plaatsvinden. Het college legt verantwoording af aan de raad.

 

Artikel 7           Het subsidieplafond en verdelingscriteria

 

Het subsidieplafond is bedoeld om te voorkomen dat er subsidiebedragen moeten worden betaald waarvoor geen of onvoldoende gelden beschikbaar zijn. Indien een subsidieplafond is vastgesteld kan en mag er niet meer subsidie verleend worden dan het plafond. Bijvoorbeeld bij subsidies in het kader van monumentenzorg is een subsidieplafond van groot belang. Het budgetrecht blijft het primaatschap van de raad. Binnen die financiële  kaders kan het college subsidieplafonds en verdelingscriteria hanteren.

 

Artikel 8           Indexering en financiële positie gemeente

 

Alle subsidies zullen in principe, tenzij in een beleidsregel anders is vermeld, jaarlijks worden geïndexeerd met het indexcijfer prijsmutatie overheidsconsumptie, zoals gepubliceerd in de septembercirculaire  Het gaat hierbij om het samengesteld gewogen gemiddelde indexcijfer, bestaande uit de component netto materiële consumptie (1/3) en de component lonen en salarissen (2/3).

Artikel 9           Procedure subsidieverlening

 

Dit artikel regelt de procedure met betrekking tot subsidieverlening. In principe geldt dat binnen 16 weken na vaststelling van de begroting  de afzonderlijk te verlenen subsidie wordt vastgesteld. Daarna ontvangen de instellingen een beschikking met de subsidieverlening of vaststelling . Een groot deel van de subsidieaanvragen wordt op het moment van ver

  •  

Het college kan middels beleidsregels budgetsubsidies verlenen voor meerdere jaren. In de praktijk zal dit gelden voor de grote instellingen.

 

De aanvragen voor een investeringssubsidie en aanvragen voor subsidie ten behoeven van activiteiten voortvloeiend uit nieuw beleid moeten steeds voor 1 december ingediend worden. Op deze wijze kunnen deze onderwerpen meegenomen worden bij het opstellen van de voorjaarsnota. De beslissing op het subsidieverzoek wordt middels een beschikking binnen 52 weken na 1 december door het college afgegeven. In de praktijk zal gewacht worden tot het moment van vaststelling van de begroting.

 

Artikel 10         Weigeringsgronden

 

De Awb kent twee soorten weigeringsgronden:

  • 1.

    de verplichte (art. 4:25) bij het bereiken van het subsidieplafond

  • 2.

    de facultatieve (art. 4:35)

Het college heeft de bevoegdheid autonome weigeringsgronden op te nemen en in dit artikel is een aantal weigeringsgronden opgenomen.

 

Artikel 12         Verantwoording

 

ad a : In een samenstellingsverklaring krijgt de accountant van een opdrachtgever financiële gegevens ter beschikking gesteld op basis waarvan een jaarrekening wordt gemaakt. Bij een samenstellingsverklaring kan de accountant zich geen mening vormen over de getrouwheid.

 

ad b : De beoordelingsverklaring vermeldt dat de accountant op grond van de verrichte werkzaamheden niets heeft geconstateerd dat het getrouwe beeld van de jaarrekening in twijfel trekt.

 

ad c:  De accountantsverklaring geeft op grond van de uitgevoerde controle aan of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en samenstelling van het vermogen.

 

 

Artikel 14         Vermogensgroei

Door het van toepassing verklaren van artikel 4:41 van de Awb is het mogelijk om middels beleidsregels criteria vast te leggen die bepalen op welke wijze ontstane vermogensgroei als gevolg van subsidieverstrekking (uitbreiding gebouwen) teruggevorderd kan worden bij verkoop of liquidatie.

 

Artikel 15         Reservevorming en eigen vermogen

Door het opnemen van dit artikel heeft het college de mogelijkheid om in een Beleidsregel voorwaarden te stellen omtrent reservevorming, eigen vermogen en bestemming daarvan.

 

Artikel16          De subsidievaststelling

 

Dit artikel regelt hoe de instelling een aanvraag tot vaststelling van het subsidie na afloop van de activiteiten of het jaar waarvoor het subsidie is verleend in moet dienen. In beleidsregels kunnen de termijnen waarbinnen een verzoek tot vaststelling moet worden ingediend en de te overleggen bescheiden worden vastgesteld. Een uitzondering hierop zijn de subsidies die reeds op het moment van verlening gelijk zijn vastgesteld (zie ook artikel 9)

 

De toelichting behoort bij de “Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010”, vastgesteld in de openbare raadsvergadering op   25 november 2010.