Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

BESLUIT van den 21sten Mei 1919, ter uitvoering van de artikelen 2 en 4 van de Verordening op het Testamentenregister

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingBESLUIT van den 21sten Mei 1919, ter uitvoering van de artikelen 2 en 4 van de Verordening op het Testamentenregister
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is in werking getreden tegelijk met de Verordening op het Testamentenregister. Het tijdstip van inwerkingtreding van die verordening is vastgesteld bij landsbesluit van 18-7-1919 (P.B. 1919, no. 57).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening op het Testamentenregister, art. 2, 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

BESCHIKKING van den 18den Juli 1919, No. 821, houdende vaststelling van de lijsten bedoeld in de artikelen 1, 2, en 3 en van de aanvraag bedoeld in artikel 4 van het besluit van de 21n. Mei 1919 (P.B. No. 35), zoomede houdende bepaling van het tijdstip van inwerkingtreding der Verordening op het Testamentenregister

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-04-1986art. 5

24-01-1986

P.B. 1986, no. 13

n.v.t.
01-01-1920Nieuwe regeling

21-05-1919

P.B. 1919, no. 35

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

BESLUIT van den 21sten Mei 1919, ter uitvoering van de artikelen 2 en 4 van de Verordening op het Testamentenregister

Artikel 1

De ontvangers zenden één exemplaar der bij hen ingekomen lijsten, bedoeld in artikel 42a van het reglement op het Notarisambt, zoo spoedig mogelijk na ontvangst aan den Inspecteur der belastingen.

De ontvanger overtuigt zich bij de viseering van de repertoria der notarissen, dat de bij hem ingekomen lijsten en schriftelijke verklaringen, bedoeld in het hierboven genoemd artikel 42a van het reglement op het Notarisambt, juist zijn.

Na elke viseering van de repertoria van alle in den kring van zijn kantoor resideerende notarissen, deelt hij de ontdekte verschillen, die van belang zijn voor eene juiste aanhouding van het Testamentenregister, aan den Inspecteur der belastingen mede.

De Gouverneur stelt het model vast van de lijsten, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 2

De ontvangers zenden bij den aanvang der maanden Januari, April, Juli en October zoo spoedig mogelijk aan den Inspecteur der belastingen een lijst, aanwijzende:

  • 1.

    de sedert 1 januari 1890 opgemaakte akten, als bedoeld in artikel 1, lid 2, van de Verordening op het Testamentenregister, alsmede de akten, waarbij uiterste wilsbeschikkingen worden herroepen of olograpiesche [lees: holografische] testamenten worden teruggenomen, alle deze akten voor zoover zij gedurende het afgeloopen kwartaal te hunnen kantore zijn geregistreerd of waarvan in dat kwartaal de verschuldigde rechten zijn betaald of onverhaalbaar zijn gebleken;

  • 2.

    de sedert 1 Januari 1890 opgemaakte akten, bevattende schenkingen van de geheele of gedeeltelijke nalatenschap van de personen, die in het afgeloopen kwartaal zijn overleden of vermoedelijk overleden verklaard.

Die lijst vermeldt de voornamen, den naam en de woonplaats van den persoon, die de beschikkingen maakte, het jaar, de maand en den dag van overlijden of van de verklaringen van vermoedelijk overlijden, den naam en de standplaats van den notaris, te wiens overstaan de akte is verleden en de dagteekening der akte.

Indien bij de akte vroegere beschikkingen zijn herroepen, wordt hiervan melding gemaakt.

Zijn gedurende een kwartaal geen akten op de lijst gebracht, dan wordt dit aan den Inspecteur der belastingen medegedeeld.

Artikel 3

Op de lijsten, bedoeld in de artikelen 6 en 7 van de Verordening op het Testamentenregister, vermeldt de ontvanger achter de namen der personen, van wie dit ten kantore bekend is, dat zij zijn overleden of vermoedelijk overleden verklaard, met aanduiding tevens van het jaar, de maand en den dag, waarop dit heeft plaats gehad.

De ontvangers zenden de lijsten eenmaal per maand aan den Inspecteur der belastingen.

De Gouverneur stelt het model vast van de lijsten, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 4

De inlichtingen uit het Testamentenregister worden – ten opzichte van elken persoon afzonderlijk – schriftelijk aangevraagd bij den ontvanger, in den kring van wiens kantoor de erflater of vermoedelijk overleden verklaarde zijne laatste woonplaats had.

Was deze woonplaats niet binnen de kolonie, dan kan de aanvraag worden ingediend bij iederen ontvanger.

In elke aanvraag wordt melding gemaakt van de voornamen en den naam van den erflater of vermoedelijk overleden verklaarde, van zijn beroep of maatschappelijke betrekking, van zijn laatste woonplaats, alsmede van de plaats, het jaar, de maand en den dag zijner geboorte. Ook vroegere woonplaatsen, voor zoover bekend, worden vermeld.

De Gouverneur stelt het model vast der aanvraag, bedoeld in het vorig lid.

Artikel 5

Bij het indienen van de aanvraag wordt ten kantore van den ontvanger een bedrag van vijfentwintig guldens betaald, als vergoeding voor het verstrekken der inlichtingen.

Artikel 6

De ontvanger overtuigt zich, dat de persoon, omtrent wiens beschikkingen inlichtingen worden gevraagd, is overleden of vermoedelijk overleden verklaard. Indien een en ander niet blijkt uit de gegevens, te zijnen kantore voorhanden, vraagt hij overlegging van de noodige bewijzen.

Hij zendt daarna de aanvraag, voorzien van de vermelding der inontvangststelling van de betaalde vergoeding, zoo spoedig mogelijk aan den Inspecteur der belastingen.

Artikel 7

De gevraagde inlichtingen worden zoo spoedig mogelijk verstrekt door tusschenkomst van den ontvanger, die de aanvraag heeft ingezonden.

Artikel 8

Overal waar in dit besluit sprake is van een repertorium wordt daaronder verstaan een register, zooals bedoeld bij artikel 20 der Registratieverordening 1908.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking tegelijk met de Verordening op het Testamentenregister.