Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dirksland

Verordening intern klachtrecht gemeente Dirksland 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dirksland
Officiële naam regelingVerordening intern klachtrecht gemeente Dirksland 2004
CiteertitelVerordening intern klachtrecht gemeente Dirksland 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 9

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2013intrekking

06-12-2012

Gemeenteblad 2012, 28

2012.06808
11-02-200501-01-2013nieuwe regeling

23-12-2004

Gemeenteblad 2004

2004-1138

Tekst van de regeling

De Raad, het college van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester van Dirksland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2004;

overwegende dat de Ondernemingsraad met het voorgenomen besluit tot vaststelling van de Verordening intern klachtrecht gemeente Dirksland 2004 heeft ingestemd;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de Verordening intern klachtrecht gemeente Dirksland 2004. 

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:a. bestuursorgaan: de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester;b. college: het college van burgemeester en wethouders;c. ambtenaar: degene die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede degene met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan, met inbegrip van de leden van de vrijwillige brandweer en de ambtenaren van de burgerlijke stand doch met uitzondering van het onderwijspersoneel;d. afdeling: één van de afdelingen als bedoeld in artikel 1 van de Organisatieverordening Dirksland;e. afdelingshoofd: het hoofd van de afdeling waar de ambtenaar op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, werkzaam is;f. wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Mondelinge klachten

  • 1 Mondelinge klachten worden mondeling afgewikkeld.

  • 2 Het bestuursorgaan geeft een schriftelijke reactie op een mondelinge klacht indien de klager hierom uitdrukkelijk verzoekt.

Artikel 3 Schriftelijke klachten

Op de behandeling van schriftelijke klachten zijn de artikelen 4 tot en met 9 van deze verordening van toepassing.

Artikel 4 Verzuim en herstel

Indien niet is voldaan aan artikel 9:4, tweede lid van de wet kan het bestuursorgaan besluiten de klacht niet in behandeling te nemen, mits de klager de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

Artikel 5 Behandeling schriftelijke klacht

  • 1 Er is een klachtenadviseur, die belast is met de behandeling van en advisering over klachten overeenkomstig het bepaalde in afdeling 9.3 van de wet.

  • 2 De artikelen 7:4 en 7:6 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3 De klachtenadviseur zendt een rapport van bevindingen, waaronder het verslag van het horen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen aan:a. de raad, indien het een klacht betreft die zich richt tegen de raad, een lid daarvan, een raadscommissie of de griffier;b. het college, indien het een klacht betreft die zich richt tegen een ambtenaar, het college of een lid van het college;c. de burgemeester, indien het betreft een klacht tegen de burgemeester als bestuursorgaan;d. de klachtencoördinator.

Artikel 6 Benoeming en ontslag klachtenadviseur

  • 1 De klachtenadviseur wordt op aanbeveling van het college benoemd door de raad.

  • 2 De raad voorziet op aanbeveling van het college zo nodig in diens vervanging. Dit artikel is op de plaatsvervanger van de klachtenadviseur van overeenkomstige toepassing.

  • 3 De klachtenadviseur is niet tevens:a. burgemeester,b. wethouder;c. lid van de raad;d. ambtenaar;e. bestuurder of medewerker van een publiekrechtelijk samenwerkingsverband waaraan de gemeente Dirksland deelneemt.

  • 4 De raad ontslaat de klachtenadviseur:a. op eigen verzoek;b. wanneer hij uit hoofde van ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is de functie te vervullen;c. bij de aanvaarding van een ambt of betrekking die krachtens deze verordening onverenigbaar is met het ambt van klachtenadviseur;d. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;e. wanneer hij ingevolge onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, hij surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;f. wanneer hij naar het oordeel van de raad door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan het in hem te stellen vertrouwen.

Artikel 7 Klachtencoördinator

  • 1 Er is een klachtencoördinator, die door het college wordt aangewezen. 

  • 2 De klachtencoördinator staat de klachtenadviseur bij de uitoefening van zijn taak en het bestuursorgaan bij de afhandeling van de klacht terzijde.

  • 3 Indien de klacht betrekking heeft op de klachtencoördinator, dan wordt deze vervangen door een nader door het college aan te wijzen ambtenaar.

Artikel 8 Tegemoetkoming aan klacht

Tot toepassing van artikel 9:5 van de wet is krachtens mandaat bevoegd:a. de secretaris, namens het college, indien het een gedraging van een afdelingshoofd betreft;b. het afdelingshoofd, namens het college, indien het een gedraging van een ambtenaar van de afdeling of van de ambtenaar van de burgerlijke stand betreft;c. de commandant van de brandweer, namens het college, indien het een gedraging van een lid van de vrijwillige brandweer betreft;d. de burgemeester, namens het college, indien het een gedraging van de secretaris of van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand betreft;e. het presidium, namens de raad, indien het een gedraging van de raad, een lid daarvan, de voorzitter, een raadscommissie of de griffier betreft.

Artikel 9 Informatieverstrekking

Indien artikel 9:5 van de wet toepassing heeft gevonden, worden de klachtencoördinator en de klachtenadviseur zo spoedig mogelijk hiervan in kennis gesteld.

Artikel 10 Intrekking oude regeling

De Verordening klachtrecht gemeente Dirksland, zoals deze door de raad is vastgesteld op 23 september 1999, wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van zes weken na haar bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening intern klachtrecht gemeente Dirksland 2004.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Dirksland,gehouden op 23 december 2004.

De griffier,                                                                            De voorzitter,

S. Kiewiet-de Wit.                                                               drs. S. Stoop.

 

Aldus besloten door het college van Burgemeester en Wethouders op 24 december 2004.

De secretaris,                                                                    De burgemeester,

K. Blijenberg.                                                                     drs. S. Stoop

 

Aldus besloten door de Burgemeester van Dirksland op 24 december 2004.

 

drs. S. Stoop.

 

1 op de Verordening intern klachtrecht gemeente Dirksland 2004

In de aanhef van de verordening is bepaald dat de bestuursorganen van de gemeente, de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft, besluiten de verordening vast te stellen. De raad heeft weliswaar de verordenende bevoegdheid, maar op grond van artikel 9:2 van de Algemene wet bestuursrecht moet elk bestuursorgaan zorg dragen voor een behoorlijke behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten.

Artikel 1 BegripsbepalingIn dit artikel zijn begripsbepalingen opgenomen die niet in de Algemene wet bestuursrecht voorkomen. Bij het begrip “ambtenaar” is het onderwijspersoneel uitgezonderd. De basisscholen hebben namelijk een eigen interne klachtenvoorziening. Een definitie van het begrip “klacht “ ontbreekt. Ook de wetgever heeft het begrip “klacht” niet gedefinieerd. De wetgever acht dit ongewenst omdat uit hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht duidelijk blijkt wanneer er sprake is van een klacht. Een omschrijving zou dan eerder een beperking van het klachtrecht tot gevolg hebben dan een verheldering. Uitgangspunt is een ruim klachtbegrip. Alles wat geen aanvraag, bedenking of bezwaar is, is in beginsel een klacht, dit ter verdere beoordeling van het bestuursorgaan.

Artikel 2 Mondelinge klachtenUitgangspunt is dat een mondelinge klacht mondeling wordt afgehandeld. Een nodeloze formalisering en bureaucratisering wordt hiermee voorkomen.

Artikel 3 Schriftelijke klachtenVoor schriftelijk ingediende klachten geldt de procedure zoals die in de artikelen 4 tot en met 9 van de verordening is opgenomen. Bij het opstellen van de regeling is gezocht naar een evenwicht tussen het bieden van voldoende waarborgen voor een zorgvuldige klachtbehandeling enerzijds en het voorkomen van nodeloze formalisering en bureaucratisering anderzijds.

Artikel 4 Verzuim en herstelIn artikel 9:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat een schriftelijke klacht wordt ondertekend en ten minste vermeldt:a. de naam en het adres van de indiener;b. de dagtekening;c. een omschrijving van de gedraging, waartegen de klacht is gericht.Indien niet aan de voorwaarden voldaan, kan het bestuursorgaan besluiten de klacht niet te behandelen. De klager moet echter eerst in de gelegenheid zijn gesteld dit verzuim te herstellen.Een soortgelijke regeling geldt overigens ook voor bezwaar- en beroepschriften die niet aan de gestelde eisen voldoen.

Artikel 5 Behandeling schriftelijke klachtEen schriftelijke klacht wordt door de klachtenadviseur behandeld. De procedure is vergelijkbaar met die van de behandeling van een bezwaarschrift. Een tweetal artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht die betrekking op de bezwaarschriftenprocedure worden expliciet van toepassing verklaard op de behandeling van een schriftelijke klacht. Het gaat om de artikelen 7:4 en 7:6 van deze wet. Op grond van 7:4 van deze wet wordt inzage verleend in de stukken en is er een termijn voor het indienen van nadere stukken. Artikel 7:6 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat de belanghebbenden in elkaar aanwezigheid worden gehoord. Het principe van hoor en wederhoor is van toepassing. Van het horen wordt een verslag gemaakt. De klachtenadviseur zendt een rapport van bevindingen met een advies en eventuele aanbevelingen aan het bestuursorgaan.

Tevergeefs zal in de verordening gezocht worden naar het antwoord op de vraag hoe het bestuursorgaan vervolgens dient te handelen. Dit antwoord is echter in de Algemene wet bestuursrecht te vinden. In artikel 9:12 van deze wet is bepaald dat het bestuursorgaan de lager schriftelijk en gemotiveerd in kennis stelt van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

Artikel 6 Benoeming en ontslag klachtenadviseurDe klachtenadviseur wordt door de raad benoemd. Dit artikel noemt voorts een aantal onverenigbare betrekkingen. De in het vierde lid genoemde gronden voor ontslag zijn ten opzichte van de vorige verordening niet gewijzigd. Deze gronden voor ontslag gelden overigens ook voor de Nationale ombudsman en voor een gemeentelijke ombudsman in de externe klachtenprocedure.

Artikel 7 KlachtencoördinatorDe klachtencoördinator wordt niet in de Algemene wet bestuursrecht genoemd. Hetzelfde geldt overigens ook voor de secretaris van een commissie voor de bezwaarschriften. Het is gebruikelijk en gewenst dat zowel de klachtenadviseur als het bestuursorgaan over ambtelijke bijstand beschikt. De klachtencoördinator coördineert de procedurele voortgang en afhandeling en hij zorgt voor de registratie en verslaglegging.

Artikel 8 Tegemoetkomen aan de klacht.Op grond van artikel 9:5 van de Algemene wet bestuursrecht heeft het bestuursorgaan de bevoegdheid tot het snel en informeel afhandelen van klachten. Is het bestuursorgaan naar tevredenheid aan de klacht van de klager tegemoetgekomen, dan is er geen reden meer om de wettelijke procedure verder te volgen.

Van het volgen van de verdere procedure kan in elk stadium worden afgezien wanneer de burger tevreden is gesteld. Die tevredenheid behoeft niet op een bepaalde wijze te blijken, maar bij onzekerheid over de vraag of zij aanwezig is, moet het bestuursorgaan kunnen aantonen dat daarvan sprake is. Zij kan niet worden aangenomen louter op grond van het feit dat het bestuursorgaan zelf overtuigd is van de adequaatheid of redelijkheid van de eigen reactie op de klacht. Het gaat om de vraag of de klager tevreden is en niet of hij naar het oordeel van het bestuursorgaan tevreden had behoren te zijn. Teneinde te voorkomen dat verschil van mening hierover eerst later blijkt, kan het verstandig zijn dat het bestuursorgaan de klager schriftelijk meedeelt ervan uit te gaan dat de klacht naar tevredenheid is afgehandeld. Indien de klager niet tevreden blijkt, dan zal de klacht in overeenstemming met de wettelijke voorschriften afgehandeld moeten worden.

Krachtens mandaat zijn diverse functionarissen bevoegd om in naam van het bestuursorgaan te trachten de klager op informele wijze tevreden te stellen.

Artikel 9 Informatieverstrekking.Indien de klager op informele wijze tevreden is gesteld, hoeft de wettelijke procedure niet verder gevolgd te worden. Het is dan wel noodzakelijk dat zowel de klachtenadviseur als de klachtencoördinator op de hoogte worden gebracht van het feit dat de klacht tot tevredenheid van de klager is opgelost.

Artikel 10 Intrekking oude regelingDit artikel spreekt voor zich.

Artikel 11 Inwerkingtreding In de artikelen 139 tot en met 144 Gemeentewet zijn de bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden geregeld. De bepalingen over bekendmaking en mededeling van besluiten zoals opgenomen in afdeling 3.6 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op algemeen verbindende voorschriften (zie artikel 3:1 van de Algemene wet bestuursrecht dat aangeeft dat op besluiten, die algemeen verbindende voorschriften inhouden, van dat hoofdstuk slechts afdeling 2 tot en met 4A van toepassing zijn en wel voorzover de aard van de besluiten zich daartegen niet verzet). Besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, verbinden niet dan wanneer ze bekendgemaakt zijn. De bekendmaking geschiedt door plaatsing in het Gemeenteblad of in een andere door de gemeente algemeen verkrijgbaar gestelde uitgave (huis-aan-huisblad of plaatselijk dagblad). Deze verordening bevat enkele bepalingen die werking hebben ten aanzien van de indiener van een klacht. In die zin bevat de verordening algemeen verbindende voorschriften, ofschoon de meeste bepalingen interne werking hebben.In verband met de inwerkingtreding van de Tijdelijke referendumwet (Trw) op 1 januari 2002 is gekozen voor een termijn van zes weken. Deze wet bepaalt in artikel 22 dat een algemeen verbindend voorschrift niet eerder in werking treedt dan zes weken na de bekendmaking van het besluit. Deze termijn hangt hiermee samen: na bekendmaking van de verordening en de mededeling dat over deze verordening een referendum gehouden kan worden, kan een verzoek tot het houden van een referendum worden ingediend. Het college is op grond van de Trw gehouden tot het bekendmaken van deze besluiten. Op grond van de Trw is de gemeente verplicht om een referendum te organiseren over een verordening indien voldoende kiesgerechtigden een verzoek tot het houden van een referendum indienen. Door de inwerkingtreding van de Trw geldt artikel 142 Gemeentewet niet meer voor verordeningen.