Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

Reglement van orde voor de Raad van Advies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingReglement van orde voor de Raad van Advies
CiteertitelReglement van orde voor de Raad van Advies
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De citeertitel is niet bij deze regeling vastgesteld. Zij is ontleend aan het opschrift van de beschikking van de 4de februari 1949, no. 9640, tot bekendmaking van het reglement van orde voor de Raad van Advies en door de redactie toegevoegd.

Ingevolge artikel 62 der Staatsregeling, nu artikel 31 van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen. Is het reglement van orde door de Gouverneur van de Nederlandse Antillen vastgesteld op 28 december 1948. Dat besluit is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 januari 1949, no. 16.

Andere dan de vermelde wetshistorische gegevens zijn niet bekend over de wijzigingsregeling van 8-7-1963 (P.B. 1963, no. 112; wijziging art. 7, 9, 17).

Aangezien een inwerkingtredingsbepaling in het landsbesluit van 8-7-1963 (P.B. 1963, no. 112) ontbreekt, is het krachtens artikel 26 van de Staatsregeling Nederlandse Antillen in werking getreden met ingang van de dertigste dag na die van de afkondiging. Het publicatieblad waarin dit besluit is geplaatst, is uitgegeven op 18-7-1963.

Aangezien een inwerkingtredingsbepaling in het landsbesluit van 4-1-2002(P.B. 2002, no. 31) ontbreekt, is het krachtens artikel 26 van de Staatsregeling Nederlandse Antillen in werking getreden met ingang van de dertigste dag na die van de afkondiging. Het publicatieblad waarin dit besluit is geplaatst, is uitgegeven op 1-1-2002.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Staatsregeling van de Nederlandse Antillen, art. 31

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de januari 2002 ter uitvoering van artikel 9 van het Reglement van Orde voor de Raad van Advies (P.B.1949, no. 11, zoals gewijzigd bij landsbesluit van 8 juli 1963, P.B.1963, no.112) juncto de artikelen 16 en 17 van de Landsverordening Organisatie Landsoverheid (P.B.2001, no.75), regelende de organisatie en taakstelling van het Secretariaat van de Raad van Advies (P.B. 2002, no. 10)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-03-2002art. 9

04-01-2002

P.B. 2002, no. 31

n.v.t.
23-08-1963art. 7, 9, 17

08-07-1963

P.B. 1963, no. 112

n.v.t.
nieuwe regeling

28-12-1948

P.B. 1949, no. 11

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor de Raad van Advies

Artikel 1

De Gouverneur bekleedt het voorzitterschap zo dikwijls hij dit nodig oordeelt en roept de Raad van Advies bijeen ter plaatse waar hij zulks wenselijk acht. Hij heeft alsdan een raadgevende stem.

Artikel 2

  • 1. De oproepingsbrieven worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste vier en twintig uren vóór het houden der vergadering aan de leden bezorgd.

  • 2. Wanneer de zaak geen geheimhouding vordert, worden de in de vergadering te behandelen onderwerpen in de oproepingsbrieven vermeld.

Artikel 3

  • 1. De Gouverneur is bevoegd het schriftelijk advies van de Raad door rondzending van voorstellen of stukken te vragen.

  • 2. Elk lid heeft de bevoegdheid op zodanige rondzending de behandeling der zaak in een vergadering onder voorzitterschap van de onder-voorzitter te verzoeken.

Artikel 4

De vergaderingen van de Raad worden met gesloten deuren gehouden.

Artikel 5

  • 1. De Gouverneur kan aan de leden en aan de officieren der zee- en landmacht of ambtenaren geen lid van de Raad zijnde, die op zijn last de vergadering tot het geven van inlichtingen bijwonen, geheimhouding van het behandelde opleggen, welke zo lang zal worden in acht genomen, totdat de Gouverneur die opheft.

  • 2. Geheimhouding wordt ook in acht genomen wanneer de meerderheid van hen die aan de beraadslaging deelnemen, daartoe besluit. Opheffing geschiedt bij meerderheid van stemmen in een vergadering hoe ook samengesteld.

Artikel 6

Ieder lid dat verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft daarvan tijdig kennis aan de secretaris.

Artikel 7

Ingeval een lid of een buitengewoon lid zich tijdelijk buitenslands begeeft, geeft hij tevoren daarvan schriftelijk kennis aan de Gouverneur en de Raad.

Artikel 8

De onder-voorzitter belegt, onder zijn voorzitterschap een vergadering, zo dikwijls hij dit nodig acht, of zo dikwijls dat door een lid wordt verzocht.

Artikel 9

  • 1. De vergaderingen worden bijgewoond door de secretaris.

  • 2. De Gouverneur wijst op voordracht van de Raad een vervanger aan, die bij belet of ontstentenis van de secretaris als zodanig zal optreden.

  • 3. De secretaris wordt bij zijn werkzaamheden ondersteund door een secretariaat. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent de taken, de organisatie-structuur en het maximum aantal formatieplaatsen van het secretariaat.

Artikel 10

  • 1. De Gouverneur, onderscheidenlijk de onder-voorzitter heeft de leiding der vergadering en handhaaft daarin de orde.

  • 2. Hij zorgt dat ieder lid op zijn beurt zijn gevoelen behoorlijk kan ontwikkelen.

  • 3. Geen der leden mag in de ontwikkeling zijner mening in de rede gevallen worden.

Artikel 11

  • 1. Bij verhindering of ontstentenis van de ondervoorzitter treedt in zijne plaats op het oudst benoemde lid, met dien verstande, dat buitengewone leden eerst bij verhindering of ontstentenis van gewone leden in aanmerking komen.

  • 2. De rang van ouderdom van dienst der leden en der buitengewone leden regelt zich, voor wat elke groep betreft, naar de dagtekening van het besluit hunner benoeming en bij gelijktijdige benoeming, naar de orde waarin hunne namen in het besluit zijn geplaatst.

Artikel 12

In geval van hoofdelijke omvraag der gevoelens of bij stemming begint de onder-voorzitter met het laatst benoemde lid of buitengewoon lid, brengende hij zelf het laatst zijn gevoelen of stem uit.

Artikel 13

Wanneer leden door wie gevoelens zijn uitgebracht, afwijkende van dat der meerderheid, zich hebben voorbehouden afzonderlijke adviezen over te leggen om te worden gevoegd bij 's Raads advies, zijn zij verplicht die adviezen, desverkiezende ondertekend, zo tijdig aan de secretaris ter hand te stellen, dat de inzending van 's Raads advies daardoor generlei vertraging ondervinde.

Artikel 14

  • 1. Het aantal leden, de onder-voorzitter en buitengewone leden daaronder begrepen, dat tot het vaststellen van een advies of tot het nemen van een besluit wordt gevorderd, bedraagt niet minder dan drie.

  • 2. Het advies wordt vastgesteld of het besluit genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen.

  • 3. Bij staking van stemmen wordt in het uit te brengen advies van beide gevoelens melding gemaakt.

Artikel 15

De leden, de onder-voorzitter en de buitengewone leden daaronder begrepen, onthouden zich van medestemmen in die zaken, welke hun, hunne echtgenoten of hunne bloed- en aanverwanten tot de derde graad ingesloten, persoonlijk aangaan of wanneer zij in een andere hoedanigheid daarin zijn betrokken.

Artikel 16

Zo de Raad het dienstig acht inlichtingen in te winnen of bezwaren te kennen van bij de zaak betrokken besturen, collegien of personen, geschiedt zulks steeds door tussenkomst van de Gouverneur.

Artikel 17

1.De werkzaamheden van de buitengewone leden omvatten:

(a) het uitbrengen van prae-adviezen aan de Raad;

(b) het vervangen van leden.

De onderlinge verdeling van de werkzaamheden geschiedt door de voorzitter.

  • 2.

    De buitengewone leden wonen de vergaderingen bij, welke worden gehouden tijdens hun optreden als lid plaatsvervanger. Voorts wonen zij vergaderingen bij op uitnodiging van de Gouverneur, indien deze gebruik maakt van het bepaalde in artikel 1, of op uitnodiging van de onder-voorzitter.

  • 3.

    In de artikelen 2, 5, 6, 10 en 13 wordt, met inachtneming van het bepaalde in het vorige lid, onder leden mede buitengewone leden begrepen.