Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

HANDELSREGISTERVERORDENING

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingHANDELSREGISTERVERORDENING
CiteertitelHandelsregisterverordening
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het tijdstip van inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling is vastgesteld bij P.B. 1945, no. 39.

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijziginsregeling van 7-5-1975 (P.B. 1975, no. 70) is vastgesteld bij landsbesluit van 7-10-1975 (P.B. 1975, no. 192).

Het tijdstip van inwerkingtreding van de Overdrachtslandsverordening XVII van 31-12-1975 ( P.B. 1975, no. 267) is vastgesteld bij landsbesluiten van 30-11-1978 (P.B. 1978, no. 347), 26-2-1980 (P.B. 1980, no. 48), 12-4-1977 (P.B. 1977, no. 102), 25-5-1976(P.B. 1976, no. 125), 17-3-1983 (P.B. 1983, no. 47) en 13-2-1976 (P.B. 1976, no. 32) voor onderscheidenlijk

  • -

    Curaçao voor artikel 1, onder d, op 1-12-1978 en voor de artikelen 1, onder b en c, 4, 5, 6 en 7 op 1-4-1980;

  • -

    Aruba op 15-4-1977;

  • -

    Bonaire voor de artikelen 1, onder b, c en d, 5, 6 en 7 op 1-6-1976 en voor de artikelen 1, onder a, 2 en 3 op 1-4-1983;

  • -

    de Bovenwindse Eilanden op 14-2-1976.

Krachtens landsverordening van de 8ste februari 1977 zal een doorlopende tekst van de regeling worden geplaatst. Voor zover bekend heeft dit niet plaatsgevonden.

Abusievelijk is bij de landsverordening van 6 september 1985 (P.B. 1985, 129) in artikel 13 een nieuw derde lid ingevoegd, terwijl het al bestaande derde lid werd gehandhaafd. Het nieuw ingevoegde derde lid is hier na het al bestaande ingevoegd.

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 4-10-1990 (P.B. 1990, no. 77) is vastgesteld bij landsbesluit van 19-11-1991 (P.B. 1991, no. 117).

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 11-9-1997 (P.B. 1997, no. 237) is vastgesteld bij landsbesluit van 25-9-1997 (P.B. 1997, no. 251).

Het overzicht van de regelgeving die op deze regeling is gebaseerd is niet volledig.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Handelsregisterbesluit

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAAT­REGELEN van de 28ste juni 1982 ter uitvoering van artikel 15, eerste lid, van de Handelsregisterverordening (P.B. 1982, 172)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2001art. 15

03-08-2001

P.B. 2001, no. 80

stukken Zitting 1999-2000-2336
15-03-2001art. 5, 10a, 13, 15

15-03-2001

P.B. 2001, no. 24

stukken Zitting 2000-2001-2427
01-01-2000art. 2, 3, 8, 13, 15

29-12-1999

P.B. 1999, no. 242

stukken Zitting 1998-1999-2223.
01-10-1997art. 19, 20

11-09-1997

P.B. 1997, no. 237

stukken Zitting 1996-1997-1926
21-06-1997art. 15

04-06-1997

P.B. 1997, no. 172

stukken Zitting 1996-1997-1902
01-12-1991art. 13

04-10-1990

P.B. 1990, no. 77

stukken Zitting 1987-1988-1029
09-11-1985art. 1, 5, 15, 8, 13

06-09-1985

P.B. 1985, no. 129

n.v.t.
26-02-197701-01-1977art. 15

08-02-1977

P.B. 1977, no. 42

stukken Zitting 1976—1977-41
01-12-1975art. 5, 6, 13

07-05-1975

P.B. 1975, no. 70

n.v.t.
03-04-1945nieuwe regeling

06-11-1944

P.B. 1944, no. 203

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

HANDELSREGISTERVERORDENING

Artikel 1

  • 1. Er wordt een handelsregister ingesteld, waarin alle in de Nederlandse Antillen gevestigde zaken in den zin dezer landsverordening worden ingeschreven.

  • 2. Het handelsregister wordt gehouden:

    • -

      daar waar Kamers van Koophandel en Nijverheid zijn gevestigd door de betrokken Kamer;

    • -

      in de ressorten, waar geen Kamer van Koophandel en Nijverheid gevestigd is, door het betreffende Bestuurscollege.

  • 3. Iedere zaak wordt ingeschreven in het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Nijverheid, onderscheidenlijk het betreffende Bestuurscollege in het gebied waarin zij gevestigd is.

  • 4. Indien in enige wettelijke bepaling een verrichting ten kantore van het handelsregister voorgeschreven is, wordt onder het kantoor van het handelsregister verstaan de plaats waar in het gebied waar de betrokken zaak gevestigd is het handelsregister gehouden wordt.

  • 5. Zij die met het houden van het handelsregister buiten het ressort van de Kamer van Koophandel en Nijverheid op het eiland Curaçao zijn belast, zenden binnen drie maanden na de inwerkingtreding dezer landsverordening afschrift van het door hen gehouden deel van het handelsregister en vervolgens elk kwartaal afschrift van de aanvullingen en wijzigingen ervan aan de hiervoor genoemde Kamer. Deze Kamer zorgt, dat die deelen bijgehouden ter harer secretarie aanwezig zijn.

Artikel 2

  • 1. In deze landsverordening wordt verstaan onder ,,Zaak'' elke onderneming waarin eenig bedrijf, door wien ook wordt uitgeoefend.

    Vennootschappen onder firma en commandite worden gelijk naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen en coöperatieve vereenigingen steeds geacht een zaak in den zin dezer landsverordening te drijven.

  • 2. Zaken in den zin dezer landsverordening zijn niet ondernemingen toebehoorende aan:

    • 1.

      publiekrechtelijke lichamen;

    • 2.

      minderjarigen, die geene handlichting hebben bekomen;

    • 3.

      straatventers, die niet tevens een winkel houden, en andere door het Bestuurscollege bij besluit aan te wijzen soorten van kleine handelslieden;

    • 4.

      ambachtslieden, die niet meer personen in hun dienst hebben, dan voor elk bedrijf door het Bestuurscollege bij besluit zal worden bepaald, rekening houdende met den aard en de plaats van vestiging der onderneming en die in hoofdzaak verkoopen, hetgeen in hunne onderneming is voortgebracht of bewerkt;

    • 5.

      land- en tuinbouwers, alsmede visschers, die in hoofdzaak verkoopen, hetgeen in hunne onderneming is voortgebracht of gevangen.

Artikel 3

  • 1. Tot het doen van de voorgeschreven opgaven voor de inschrijving in het handelsregister is gehouden de persoon die eigenaar der zaak is. Behoort de zaak aan meer dan een eigenaar dan zijn allen tot het doen van de opgaven gehouden.

  • 2. Wordt de zaak namens den eigenaar door een ander gedreven, dan zijn beiden tot het doen van de opgaven gehouden.

  • 3. Behoort de zaak aan eene naamlooze vennootschap, eene besloten vennootschap, eene wederkeerige verzekerings- of waarborgmaatschappij, eene coöperatieve of eene andere rechtspersoonlijkheid bezittende vereeniging of eene stichting met meer dan een bestuurder, dan zijn alle bestuurders tot het doen van de opgaven gehouden.

  • 4. Zijn twee of meer personen gehouden tot het doen van eene zelfde opgaaf (voor dezelfde zaak) dan is, zoodra een hunner zijne verplichting heeft vervuld, die van den ander of van de anderen opgeheven.

Artikel 4

  • 1. De opgaaf van de vestiging eener zaak geschiedt uiterlijk eene week daarna. Bij de opgaaf wordt het tijdstip van vestiging vermeld. Eene zaak wordt gevestigd, wanneer het bedrijf ten aanzien van het publiek aanvangt.

  • 2. De andere voorgeschreven opgaven geschieden uiterlijk* eene week nadat het op te geven feit geschied is.

  • 3. Was de zaak reeds gevestigd bij het inwerkingtreden dezer landsverordening, dan geschiedt de opgraaf der vestiging, alsmede de andere voorgeschreven opgaven binnen twee maanden na dat tijdstip.

Artikel 5

  • 1. Behoort de zaak aan een natuurlijken persoon, dan wordt opgegeven:

    • 1.

      zijn naam, voornamen en woonplaats; betreft het een vrouw die gehuwd is of die gehuwd is geweest en niet is hertrouwd en die gebruik maakt van de bevoegdheid de naam van haar man te voeren of op de in het verkeer gebruikelijke wijze aan de hare te doen voorafgaan, dan wordt mede de naam van haar man opgegeven;.

    • 2.

      de plaats en de dagteekening zijner geboorte; ligt die plaats buiten de Nederlandse Antillen, dan wordt mede opgegeven de naam van het land, waar die plaats ligt;

    • 3.

      zijne nationaliteit gestaafd door overgelegde stukken;

    • 4.

      de handelsnaam, waaronder hij zijne zaak drijft;

    • 5.

      het bedrijf of de bedrijven, dat of die hij uitoefent en waar het bedrijf of de bedrijven uitgeoefend wordt of worden;

    • 6.

      het district, de straat en het huisnummer, waar zijne zaak gevestigd is;

    • 7.

      de handtekening en de paraaf, die hij onder de stukken, de zaak betreffende, stelt.

  • 2. Behoort de zaak aan meerdere eigenaren toe, dan wordt omtrent hen allen opgegeven, hetgeen voorgeschreven is bij het eerste lid onder 1, 2 en 3, en omtrent hen die de zaak drijven hetgeen aldaar is voorgeschreven onder 4, 5, 6 en 7.

  • 3. Heeft de eigenaar den leeftijd van 18 jaren niet bereikt, dan worden opgegeven de tijd en de wijze, waarop hij bevoegd is geworden verbintenissen aan te gaan en de bepalingen, die bij het verleenen van die bevoegdheid mochten zijn gemaakt.

  • 4. Is de eigenaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, bepalingen behelzende waarbij geheel of gedeeltelijk van de wettelijke gemeenschap van goederen of van de wettelijke regelen omtrent het bestuur van de gemeenschap van goederen wordt afgeweken, dan worden die bepalingen opgegeven onder vermelding van de dag van inschrijving en van het gerecht in eerste aanleg, ter griffie waarvan de inschrijving in het openbaar huwelijksgoederenregister, bedoeld in artikel 116 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen, heeft plaatsgevonden.

Artikel 6

  • 1. Is eene vennootschap onder een firma aangegaan, dan wordt opgegeven:

    • 1.

      het tijdstip van aanvang en dat van het einde der vennootschap;

    • 2.

      de handelsnaam, waaronder de vennootschap optreedt;

    • 3.

      het bedrijf, dat de vennooten uitoefenen en waar het uitgeoefend wordt;

    • 4.

      het district, de straat en het huisnummer, waar de zaak gevestigd is;

    • 5.

      ten aanzien van iederen vennoot, al hetgeen in artikel 5, eerste lid, onder 1, 2 en 3, is voorgeschreven;

    • 6.

      ten aanzien van iederen vennoot, die niet van de teekening der firma is uitgesloten, de handteekening en de paraaf, die hij onder de stukken, de zaak betreffende stelt;

    • 7.

      en voorts in het algemeen, al hetgeen de overeenkomst van vennootschap bevat ter bepaling van de rechten van derden.

  • 2. Ten aanzien van de vennooten vindt voorts het bepaalde bij het derde en vierde lid van artikel 5 overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

  • 1. Is eene vennootschap en commandite aangegaan, dan wordt omtrent de vennooten bij wijze van geldschieting opgegeven hun aantal, hunne nationaliteit en het land hunner inwoning, benevens het bedrag der gelden welke zij gezamenlijk hebben ingebracht.

  • 2. Waar het geldt eene commanditaire vennootschap op aandeelen aan toonder, wordt, in plaats van het bij het eerste lid bepaalde, opgegeven: het bedrag van het commanditair kapitaal, het aantal en het bedrag der aandeelen, waarin het verdeeld is en het bedrag van het geplaatste kapitaal, terwijl bij aandeelen op naam, het bepaalde in het eerste lid ten aanzien van de aandeelhouders tevens toepasselijk blijft. Het bedrag van het geplaatste kapitaal wordt eenmaal in de 6 maanden opgegeven, totdat blijkens opgaaf het kapitaal geheel is geplaatst.

Artikel 8

  • 1. Behoort de zaak aan eene naamlooze vennootschap, coöperatieve vereeniging, wederkeerige verzekerings- of waarborgmaatschappij, eene stichting of erkende vereeniging, dan wordt opgegeven:

    • 1.

      de naam van de zaak en haar plaats van vestiging en, indien de plaats van vestiging ingevolge de bepalingen van de Landsverordening zetelverplaatsing derde landen (P.B. 1965, 31), de Rijkswet zetelverplaatsing door de overheid van rechtspersonen en instellingen (P.B. 1967, 68), of de Rijkswet vrijwillige zetelverplaatsing van rechtspersonen (P.B. 1967, 69), van elders naar de Nederlandse Antillen is over- of teruggebracht, ook de eerdere plaats van vestiging en de datum waarop de verplaatsing is geschied;

    • 2.

      het bedrijf, dat wordt uitgeoefend en waar het wordt uitgeoefend;

    • 3.

      het district, de straat en het huisnummer, waar de zaak gevestigd is;

    • 4.

      ten aanzien van iedere bestuurder en commissaris al hetgeen in artikel 5, eerste lid onder 1, 2, 3 en 7 is voorgeschreven, de datum waarop hij in functie getreden is, en, zo hij die bezit, zijn bevoegdheid om de vennootschap alleen of gezamenlijk met een of meer andere personen handelend te vertegenwoordigen;

    • 5.

      indien de openbaarmaking van de akte van oprichting of van de statuten in het blad waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst door enige wettelijke bepaling voorgeschreven is, de dagtekening en het nummer van het blad waarin deze openbaarmaking is geschied.

  • 2. Indien door enige wettelijke bepaling de openbaarmaking als bedoeld in het vorige lid ten 5 voorgeschreven is, kan degene die ter plaatse het register houdt verlangen dat bij de opgave het blad waarin deze openbaarmaking is geschied overgelegd wordt. Indien noch de openbaarmaking, noch de nederlegging ten kantore van het handelsregister van de akte van oprichting of van de statuten voorgeschreven is, kan hij niettemin verlangen dat een authentiek afschrift van de akte van oprichting of van de statuten overgelegd wordt.

  • 3. Behoort de zaak aan eene coöperatieve vereeniging, dan wordt ook opgegeven al hetgeen in de statuten ten aanzien van de aansprakelijkheid der leden voor de verbintenissen der vereeniging is bepaald.

  • 4. Behoort de zaak aan eene wederkeerige verzekerings- of waarborgmaatschappij, aan een stichting of aan een vereeniging, niet onderworpen aan erkenning als voorgeschreven in art. 1666 van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen, dan wordt ook opgegeven de woordelijke inhoud van overeenkomst, statuten, of reglement.

  • 5. Wanneer voor wat betreft naamlooze vennootschappen of besloten vennootschappen niet blijkens de akte van oprichting het maatschappelijk kapitaal geheel is geplaatst, wordt eenmaal in de zes maanden het geplaatste bedrag opgegeven, totdat blijkens opgaaf het kapitaal geheel is geplaatst.

  • 6. Zijn, eveneens voor wat betreft naamlooze vennootschappen of besloten vennootschappen, niet volgestorte aandeelen uitgegeven, dan worden opgegeven de namen, de beginletters der voornamen en de woonplaatsen der houders van zulke aandeelen met opgaaf tevens van het aandeelenbezit van iederen houder en van het daarop gestort bedrag. Wijzigingen in deze opgaaf worden eenmaal in de zes maanden opgegeven.

  • 7. Het bestuur van een besloten vennootschap doet éénmaal in de zes maanden opgave van het aantal door derden gehouden aandelen en het totale daarmee gemoeide bedrag volgens de akte van oprichting of uitgifte als bedoeld in artikel 13 lid 1, tweede volzin van de Landsverordening Besloten Vennootschap.

  • 8. Het bestuur van een besloten vennootschap doet onverwijld opgave van het feit dat een vordering als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Landsverordening Besloten Vennootschap, is ingesteld. De inschrijving wordt op verzoek van het bestuur doorgehaald zodra een beslissing als bedoeld in artikel 50, achtste lid, eerste zin, van de Landsverordening Besloten Vennootschap, kracht van gewijsde heeft verkregen of de procedure anderszins is beëindigd.

Artikel 9

Behoort de zaak aan een vreemdeling, of aan een rechtspersoon, niet opgericht ingevolge de wetgeving van een der deelen van het Koninkrijk dan vinden de artikelen 5 en volgende tot en met 8 overeenkomstige toepassing.

Artikel 10

  • 1. Wordt eene zaak namens den eigenaar door een gevolmachtigde gedreven, dan wordt, wat dezen betreft, opgegeven al hetgeen in artikel 5, eerste lid, onder 1, 2, 3 en 7 is voorgeschreven.

  • 2. Heeft eene zaak een procuratiehouder, dan wordt, wat dezen betreft, opgegeven al hetgeen in artikel 5, eerste lid onder 1, 2, 3 en 7 is voorgeschreven.

  • 3. Beperkingen en intrekking der volmacht worden opgegeven.

  • 4. Degene die ter plaatse het Register houdt kan verlangen dat bescheiden worden overgelegd, waaruit de verstrekking eener volmacht, beperkingen daarvan of hare intrekking blijkt.

Artikel 10a

  • 1. Is een zaak of een aandeel in een vennootschap onder firma op grond van het bepaalde in titel 19 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek onder bewind gesteld, dan worden, wat elk der bewindvoerders betreft, opgegeven:

    • 1°.

      al hetgeen in artikel 5, eerste lid, onder 1°, 2°, 3° en 7° is voorgeschreven en de dag, waarop hij bewindvoerder is geworden;

    • 2°.

      rechterlijke beslissingen inzake zijn bevoegdheid, als bedoeld in de artikelen 437, tweede lid, en 441, tweede lid, onder f, en derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk wetboek.

Artikel 11

  • 1. Heeft eene zaak een filiaal of bijkantoor in de Nederlandse Antillen, dan worden opgegeven het district, de straat en het huisnummer waar het filiaal of bijkantoor gevestigd is.

  • 2. Is een filiaal of bijkantoor gevestigd op een ander eiland van de Nederlandse Antillen dan waar de zaak gevestigd is, dan wordt al hetgeen de zaak zelve betreft ook aldaar opgegeven.

  • 3. Bij de opgaaf van een filiaal of bijkantoor voor inschrijving daar waar het gevestigd is, wordt omtrent den beheerder opgegeven, al hetgeen in artikel 5 eerste lid, onder 1, 2, 3 en 7 is voorgeschreven.

  • 4. Indien de zaak zelve buiten de Nederlandse Antillen is gevestigd, wordt het filiaal of bijkantoor ingeschreven in het handelsregister daar waar het filiaal of bijkantoor gevestigd is. Het eerste lid en het derde lid van dit artikel zijn van toepassing. Tevens wordt opgegeven: de handelsnaam, waaronder de zaak wordt gedreven, het bedrijf in de zaak uitgeoefend en de plaats en het land, waar zij gevestigd is en bovendien al datgene wat ingevolge de wetgeving van dat land omtrent de zaak voor inschrijving in een handelsregister wordt opgegeven of op andere wijze openlijk bekend wordt gemaakt.

Artikel 12

  • 1. Wordt een zaak gedreven met behulp van geleende gelden, verkregen door de uitgifte van schuldbrieven, dan worden opgegeven het aantal en het bedrag van ieder der in omloop zijnde schuldbrieven en het onderpand en het bedrag ten honderd in het jaar van de verschuldigde rente.

  • 2. Het aantal der in omloop zijnde schuldbrieven wordt eenmaal in de zes maanden opgegeven.

Artikel 13

  • 1. Iedere wijziging van hetgeen betreffende een zaak ingeschreven is wordt opgegeven met vermelding van de datum waarop zij is ingegaan. Onder deze wijzigingen zijn begrepen het ontslag van degene die vanwege zijn betrekking bij een zaak in het handelsregister vermeld is, de schorsing in een dergelijke betrekking en de opheffing van die schorsing.

  • 2. In geval van opheffing van de gemeenschap krachtens beschikking, curatele, faillissement of surséance van betaling van degene die als eigenaar ener onderneming of als vennoot onder een firma in het handelsregister ingeschreven is, worden alle aankondigingen welke krachtens de artikelen 112 en 390 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of krachtens het Faillissementsbesluit 1931 in het blad waarin van landswege de officiële berichten worden opgenomen, of in een ander nieuwsblad worden geplaatst, door hem die met die bekendmaking belast is, mede ter inschrijving in het handelsregister opgegeven.

  • 3. Hebben in de gevallen van artikel 8 de akte van oprichting of de statuten wijziging ondergaan, dan wordt opgegeven de dagteekening van het blad waarin van overheidswege de officieele berichten worden opgenomen, waardoor die wijziging openbaar gemaakt is. Het tweede lid van artikel 8 vindt overeenkomstige toepassing.

  • 3. Indien door enige wettelijke bepaling voorgeschreven is dat de wijziging van de akte van oprichting of van de statuten van een in artikel 8 bedoelde rechtspersoon openbaar gemaakt wordt in het blad waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst, wordt bij zulk een wijziging opgegeven de dagtekening en het nummer van het blad waarin deze openbaarmaking geschied is.

  • 4. In dit geval kan degene die ter plaatse het register houdt tevens verlangen dat bij de opgave het blad waarin deze openbaarmaking is geschied overgelegd wordt. Indien noch de openbaarmaking, noch de nederlegging overeenkomstig artikel 98 van het Wetboek van Koophandel van de Nederlandse Antillen of artikel 34 juncto artikel 5 van de Landsverordening Besloten Vennootschap voorgeschreven is, kan hij niettemin verlangen dat een authentiek afschrift van de akte van wijziging overgelegd wordt.

  • 5. Alle aankondigingen, welke ingevolge de artikelen 56, derde lid; 58, derde lid; 60, achtste lid; 61, derde lid en 63, achtste lid, van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf (P.B. 1990, no 77) worden bekendgemaakt in het blad waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst, worden door hem die met die bekendmaking is belast, mede ter inschrijving in het handelsregister opgegeven.

Artikel 14

  • 1. Ingeval van opheffing van een zaak zijn zoowel degenen, bedoeld bij artikel 3, als de vereffenaar gehouden daarvan opgaaf te doen.

  • 2. De opgaaf houdt tevens in, wat den vereffenaar betreft, al hetgeen in artikel 5, eerste lid, onder 1, 2, 3 en 7 is voorgeschreven, zoo niet een en ander reeds in verband met dezelfde zaak ingeschreven is.

  • 3. Heeft eene zaak langer dan eene week opgehouden te bestaan, zonder dat de opheffing voor inschrijving is opgegeven, dan kan na ingesteld onderzoek degene die ter plaatse het Handelsregister houdt handelen als ware opgaaf gedaan van de opheffing.

  • 4. Indien een zaak van eigenaar verandert, wordt de zaak met betrekking tot hare inschrijving in het handelsregister geacht te zijn opgeheven en zal opnieuw inschrijving der zaak onder den nieuwen eigenaar moeten geschieden.

Artikel 15

  • 1.

    Voor de inschrijving van een zaak, filiaal of bijkantoor en na het jaar van inschrijving jaarlijks, zijn voor elke ingeschreven zaak, filiaal of bijkantoor op de eilanden waar een Kamer van Koophandel en Nijverheid is gevestigd, aan die Kamer en op de andere eilanden aan het betrokken eilandgebied verschuldigd de bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen bedragen.

  • 2. De krachtens het eerste lid vast te stellen bedragen, belopen nimmer minder dan de in de navolgende tabel genoemde minima, noch meer dan de in deze tabel genoemde maxima.

    Bij een in de zaak gestoken kapitaal van:

    meer dan NAFdoch niet meer dan NAF.voor eerste inschrijving  jaarlijks na het jaar van inschrijving  
       Min. flMax. flMin. flMax. fl
    0.000,--5.000,--60,--150,--60,--150,--
    5.000,--10.000,--60,--250,--60,--250,--
    10.000,--25.000,--60,--350,--60,--350,--
    25.000,--50.000,--75,--450,--75,--450,--
    50.000,--100.000,--125,--500,--100,--500,--
    100.000,--200.000,--150,--550,--125,--550,--
    200.000,--500.000,--250,--750,--175,--750,--
    500.000,--1.000.000,--500,--1.000,--200,--1.000,--
    1.000.000,--2.000.000,--1.000,--1.250,--400,--1.000,--
    2.000.000,--3.000.000,--1.000,--1.250.--500,--1.000,--
    3.000.000,--4.000.000,--1.000,--1.500,--600,--1.250,--
    4.000.000,--5.000.000,--1.000,--1.500,--750,--1.250,--
     en meer1.000,--1.500,--850,--1.250,--

  • 3. De in het tweede lid genoemde bedragen kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden gewijzigd.

  • 4. Indien de inschrijving is geschied bij verschillende Kamers van Koophandel en Nijverheid, dan is aan elk van die Kamers, of daar waar geen Kamer is, aan het betrokken eilandgebied, voor de jaarlijkse bijdrage een bedrag verschuldigd dat wordt verkregen door het aan de desbetreffende Kamer of eilandgebied verschuldigde bedrag, vastgesteld overeenkomstig het eerste en tweede lid, te delen door het aantal inschrijvingen. De bewijslast of inschrijving bij meer dan één Kamer van Koophandel is geschied, berust bij de zaak, het filiaal of het bijkantoor dat zich daarop beroept.

  • 5. De bedragen zijn verschuldigd door dengeen, aan wien de zaak behoort. Behoort de zaak aan meer dan een persoon, dan zijn deze hoofdelijk verbonden. Behoort de zaak aan een naamlooze vennootschap, besloten vennootschap, coöperatieve vereeniging, wederkeerige verzekerings- of waarborgmaatschappij, eene stichting of erkende vereeniging dan zijn de bedragen door genoemde lichamen verschuldigd, met dien verstande dat voorzoover het onderling financieel nauw verwante rechtspersonen betreft, en daarvan opgave is gedaan, het voor de eerste inschrijving verschuldigde bedrag alleen verschuldigd is door die rechtspersoon, waarin het grootste kapitaal gestoken is, en - indien dit bij meer dan een het geval mocht zijn - slechts door een harer ter keuze van de betrokken Kamer van Koophandel, zoo ook wanneer de ingestoken kapitalen bij allen gelijk zijn, terwijl voor de andere het jaarlijks na het jaar van inschrijving verschuldigde bedrag daarvoor in de plaats komt. Bij ontbinding zijn de met de vereffening belaste personen hoofdelijk daarvoor aansprakelijk.

  • 6. Ter bepaling van den grondslag voor de toepassing der schaal van het tweede lid, is degene, die verplicht is aangifte voor inschrijving te doen, gehouden het bedrag op te geven van het in de zaak gestoken kapitaal, waaronder verstaan wordt het op het oogenblik der aangifte (eventueel volgens de balans van het laatste boekjaar) werkelijk aanwezig, eigen kapitaal der zaak, derhalve het gestorte kapitaal, eventueel vermeerderd met reserven of verminderd met verliezen en verhoogd met het geleend kapitaal, voor zoover dit laatste deelt in winst en verlies.

  • 7. Degeen die ter plaatse het handelsregister houdt is bevoegd eene zaak in eene hoogere klasse te rangschikken dan werd opgegeven, wanneer hij reden meent te hebben de juistheid van de opgave in twijfel te trekken of van oordeel is, dat de beteekenis der zaak, afgezien van het daarin gestoken kapitaal, rangschikking in eene hoogere klasse wettigt. Hij is eveneens bevoegd van rechtspersonen, waarvan is opgegeven, dat zij onderling financieel nauw verwant zijn, te vorderen, dat hem dit behoorlijk worde aangetoond en, wanneer dit naar zijne meening niet het geval is, het voor eerste inschrijving vastgestelde bedrag te vorderen. Is van deze bevoegdheid gebruik gemaakt dan wordt daarvan binnen 8 dagen bij aangeteekenden brief kennis gegeven aan

  • 8. Bij gebreke van een aangifte bij de inschrijving wordt het in de zaak gestoken kapitaal door dengeen die het handelsregister houdt geschat; het geschatte bedrag geldt als grondslag voor de toepassing der schaal van het tweede lid tenzij degeen die het handelsregister houdt van oordeel is dat de beteekenis der zaak afgezien van het daarin gestoken kapitaal, rangschikking in eene hoogere klasse wettigt.

    Voor de later verschuldigde bedragen blijven degenen, die volgens artikel 3 tot het doen van opgaven voor de inschrijving in het handelsregister zijn gehouden, bevoegd aangifte te doen van het in de zaak gestoken kapitaal.

  • 9. Van de bedragen verschuldigd ingevolge de voorgaande bepalingen wordt door de Kamer van Koophandel en Nijverheid in haar ressort en daar waar geen Kamer gevestigd is door het betreffende Bestuurscollege binnen zijn ressort kennis gegeven aan de eilandsontvanger.

    De eilandsontvanger geeft bij gedagtekende mededeling, in gesloten omslag, aan belanghebbende kennis van de ingevolge de voorgaande bepalingen verschuldigde bedragen, welke binnen één maand na dagtekening der mededeling moeten zijn voldaan. Bij gebreke van betaling zijn de bepalingen van toepassing die bij wanbetaling der kohierbelastingen gelden. De door de eilandsontvanger ten behoeve van de Kamer ingevorderde bedragen worden elke vijftiende van de maand aan die Kamer uitgekeerd volgens door het Bestuurscollege vast te stellen regelen.

Artikel 16

  • 1. Indien degeen die het handelsregister houdt oordeelt, dat eene opgaaf voor inschrijving ten onrechte is gedaan, of onvolledig of onjuist is, of in strijd met de openbare orde of de goede zeden, wendt hij zich bij verzoekschrift tot den rechter in eersten aanleg met het verzoek, al naar de omstandigheden, doorhaling, aanvulling of wijziging van het ingeschrevene te gelasten.

  • 2. Een ieder, te wiens aanzien hetgeen in het handelsregister is ingeschreven, onvolledig of onjuist is, of in strijd met de openbare orde of de goede zeden, kan, indien degeen die het handelsregister houdt weigert of nalaat het verzoek tot aanvulling of wijziging te doen, zich op dezelfde wijze met dit verzoek tot den rechter in eersten aanleg wenden.

  • 3. De rechter in eersten aanleg willigt het verzoek niet in dan na verhoor of behoorlijke oproeping van den eigenaar van de zaak en van dengene, die de opgaaf heeft gedaan.

  • 4. Indien bij rechterlijke uitspraak hetgeen in het handelsregister is ingeschreven, geheel of gedeeltelijk onrechtmatig is verklaard doet degeen die het handelsregister houdt op verzoek van den belanghebbende daarvan aanteekening in het handelsregister.

  • 5. De rechter in eersten aanleg kan de voorloopige tenuitvoerlegging zijner beschikking bevelen.

  • 6. Binnen een maand na de beslissing van den rechter in eersten aanleg kan daartegen door hem, die daarbij geheel of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, hooger beroep worden ingesteld bij het Hof van Justitie, dat in raadkamer beslist. Het daartoe strekkend verzoekschrift wordt aan de belanghebbende wederpartij beteekend.Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17

Alles wat betreft de inrichting van en het toezicht over het handelsregister, de opgaven voor de inschrijving, de inschrijving zelve, de doorhaling, de aanvulling en de wijziging van het ingeschrevene, het ter inzage leggen en het geven van afschriften van en uittreksels uit hetgeen ingeschreven is, de gelden voor een en ander verschuldigd en hetgeen verder nog ter uitvoering dezer landsverordening noodig is, wordt, voorzooveel daarin niet bij deze Landsverordening is voorzien, bij besluit van het Bestuurscollege geregeld.

Artikel 18

  • 1. Zoolang niet de voorgeschreven opgaaf is gedaan van eenig feit, kan hij, die gehouden is die opgaaf te doen, zich niet op dat feit beroepen tegenover derden, die te goeder trouw verklaren, dat het hun onbekend was.

  • 2. Hij die gehouden is eenig feit op te geven, kan niet de onjuistheid of onvolledigheid van de opgaaf tegenwerpen aan derden, die zich te goeder trouw op het handelsregister beroepen.

  • 3. Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van opgaven betreffende aangelegenheden, welke ingevolge wettelijk voorschrift ook op andere wijze openlijk bekend worden gemaakt.

Artikel 19

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde is belast de in artikel 16, eerste lid, bedoelde houder van het handelsregister.

  • 2. De houder, bedoeld in het eerste lid, is, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen.

  • 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de in het eerste lid bedoelde houder.

  • 5. Een ieder is verplicht aan de houder alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 20

  • 1. Hij die opzettelijk een onjuiste of onvolledige opgave doet, bestemd voor inschrijving in het handelsregister, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tweeduizend gulden.

  • 2. Hij die wettelijk gehouden is een opgave te doen voor inschrijving in het handelsregister, wordt, indien het aan zijn schuld te wijten is dat die opgaaf gedaan door hemzelf of door een ander, onjuist of onvolledig is, gestraft met geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden.

  • 3. Hij die niet voldoet aan zijn wettelijke verplichtingen tot het doen van opgave voor inschrijving in het handelsregister, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste duizend gulden.

  • 4. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een misdrijf.

  • 5. De in het tweede en derde lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel 21

De artikelen 5 tot en met 18 der verordening van den 29n Juli 1936, houdende eenige bepalingen betreffende ondernemingen waarin een bedrijf wordt uitgeoefend, (P.B. 1937, No. 58) vervallen.

Artikel 22

Deze Landsverordening kan worden aangehaald onder den titel van "Handelsregisterverordening".

Artikel 23

Deze Landsverordening treedt in werking op een nader door den Gouverneur te bepalen tijdstip.