Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Verordening klachtenbehandeling stadsdeel Osdorp

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingVerordening klachtenbehandeling stadsdeel Osdorp
CiteertitelVerordening klachtenbehandeling stadsdeel Osdorp
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 9 Awb (art. 9:2 en art. 9:13 Awb)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-200825-06-2009nieuwe regeling

18-12-2008

Westerpost, editie 3, 10 december 2008

Westerpost, editie 3, 10 december 2008

Tekst van de regeling

Verordening klachtenbehandeling stadsdeel Osdorp

Hoofdstuk 1 klachtenbehandeling, algemene bepalingen
Artikel 1:1
  • Klacht: Een als zodanig ingediende uiting van ongenoegen over een gedraging of een nalaten van één of meer ambtenaren of bestuursorgaan van stadsdeel Osdorp in de uitoefening van hun functie.

Artikel 1:2
  • 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.

  • 2. Een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.

Artikel 1:3
  • 1. Het bestuursorgaan draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten over zijn gedragingen en over gedragingen van bestuursorganen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn.

  • 2. Mondelinge klachten worden vastgelegd op het daarvoor bestemde registratieformulier.

Artikel 1:4

Tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht over een bestuursorgaan kan geen beroep worden ingesteld.

Hoofdstuk 2 de behandeling van klaagschriften
Artikel 2:1
  • 1. Indien een schriftelijke klacht betrekking heeft op een gedraging jegens de klager en voldoet aan de vereisten van het tweede lid, zijn de artikelen 9:5 tot en met 9:12 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Het klaagschrift wordt ondertekend en bevat tenminste:

    • a.

      de naam en het adres van de indiener;

    • b.

      de dagtekening

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht.

  • 3. Artikel 6:5, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2:2
  • Zodra het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van deze verordening.

Artikel 2:3
  • Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk.

Artikel 2:4
  • 1. De behandeling van de klacht geschiedt door een nader door de stadsdeelsecretaris aan te wijzen persoon die niet bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest.

  • 2. De voorzitter van het Dagelijks Bestuur wijst een persoon aan voor de behandeling van een klacht indien het een gedraging betreft van de stadsdeelsecretaris waarop de klacht betrekking heeft.

Artikel 2:5
  • 1. Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien zij betrekking heeft op een gedraging:

    a. waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van de artikelen 2:1 en volgende van de Verordening is behandeld;

    b. die langer dan een jaar voor de indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

    c. waartegen door de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden;

    d. waartegen door de klager beroep kan of kon worden ingesteld;

    e. die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, danwel onderworpen is geweest of,

    f. zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, danwel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.

  • 2. Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager danwel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

  • 3. Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 2:6
  • Aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, wordt een afschrift van het klaagschrift alsmede van de daarbij meegezonden stukken toegezonden.

Artikel 2:7
  • 1. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid te worden gehoord.

  • 2. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is danwel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

  • 3. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 2:8
  • 1. Het bestuursorgaan handelt de klacht af binnen zes weken na ontvangst van het klaagschrift.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 2:9
  • 1. Het bestuursorgaan stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusie die het daaraan verbindt.

  • 2. Bij de kennisgeving, als bedoeld in lid 1, wordt vermeld dat bij de Gemeentelijke Ombudsman vervolgens nog een klacht kan worden ingediend indien klager zich niet kan vinden in de bevindingen van het onderzoek of de eventuele conclusie.

Hoofdstuk 3 aanvullende bepalingen voor een externe klachtenprocedure
Artikel 3:1
  • De in dit hoofdstuk geregelde procedure voor de behandeling van klachten wordt in aanvulling op hoofdstuk 2, te weten de interne klachtenprocedure, gevolgd.

Artikel 3:2
  • Indien gewenst kan klager, na het doorlopen van de interne klachtenprocedure, de klacht voorleggen aan de Gemeentelijke Ombudsman. De Gemeentelijke Ombudsman wordt belast met de behandeling van en de advisering over klachten.

Artikel 3:3
  • Indien de conclusies van het bestuursorgaan afwijken van het advies, wordt in de conclusies de reden voor die afwijking vermeld en wordt het advies meegezonden.

Hoofdstuk 4 overgangs en slotbepalingen
Artikel 4:1
  • De verordening wordt aangehaald als: “Verordening klachtenbehandeling stadsdeel Osdorp”.

Artikel 4:2
  • De verordening treedt in werking op 1 januari 2001.