Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Zuid |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie leden dagelijks bestuur, raads- en commissieleden stadsdeel Zuideramstel |
Citeertitel | Verordening rechtspositie leden dagelijks bestuur, raads- en commissieleden stadsdeel Zuideramstel |
Vastgesteld door | deelraad |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-07-2009 | 13-05-2010 | nieuwe regeling | 04-07-2009 Amsterdams stadsblad, 03-06-2009 | DIV nr. 09.5730 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: een raadscommissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het rechtspositiebesluit wethouders;
Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;
Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
raadslid: lid van deelraad, niet zijnde lid van het dagelijks bestuur;
Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424.
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 10 vastgestelde maximum.
1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 10, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
2. Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag voor gemeenteklasse 10, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
1. Degene die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.
1. De ten behoeve van de stadsdeel gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het stadsdeelbestuur worden aan het raadslid vergoed.
2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeen-komstig de bedragen in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het stadsdeelbelang door of namens het stadsdeel worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van het stadsdeel.
2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens het stadsdeel wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de voorzitter van de deelraad. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van het stadsdeel als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
1. Aan het raadslid wordt uitsluitend voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag een computer met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
2. Aan het raadslid worden uitsluitend voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur vergoed.
3. Het raadslid ondertekent voor het in bruikleen ontvangen van de apparatuur een bruikleenovereenkomst met het stadsdeel.
4. Het dagelijks bestuur stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
1. Het raadslid, van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het stadsdeelpersoneel geldende spaarloonregeling.
2. Het raadslid, van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
3. Het is niet toegestaan om tegelijkertijd deel te nemen aan de spaarloon- en de levensloopregeling. Jaarlijks kan opnieuw de keuze worden gemaakt voor deelname aan de spaarloon- of de levensloopregeling.
4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van het stadsdeel.
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van het stadsdeel verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van het stadsdeel verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Aan het lid van het dagelijks bestuur wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag vermeld in gemeenteklasse 10, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Aan het lid van het dagelijks bestuur wordt vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten ter zake van reizen ten behoeve van het stadsdeel. De vergoeding betreft:
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de gemaakte reiskosten;
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfskosten.
1. Indien het lid van het dagelijks bestuur in het stadsdeelbelang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.
2. Voor een reis in het stadsdeelbelang buiten Nederland, is vooraf toestemming van het dagelijks bestuur vereist.
1. De kosten van deelname van een lid van het dagelijks bestuur aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het stadsdeelbelang door of namens het stadsdeel worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van het stadsdeel.
2. Het lid van het dagelijks bestuur dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens het stadsdeel wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het dagelijks bestuur. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van het stadsdeel als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt.
1. Aan het lid van het dagelijks bestuur wordt uitsluitend voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een computer met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
2. Aan het lid van het dagelijks bestuur kan uitsluitend voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computer-apparatuur vergoed.
3. Het lid van het dagelijks bestuur ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met het stadsdeel.
4. Het dagelijks bestuur stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
1. Aan het lid van het dagelijks bestuur wordt uitsluitend voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.
2. Het lid van het dagelijks bestuur ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met het stadsdeel.
3. Het dagelijks bestuur stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
4. Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor privé-doeleinden is gebruikt, vindt maandelijks een verrekening van de gesprekskosten plaats.
1. Het lid van het dagelijks bestuur van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het stadsdeelpersoneel geldende spaarloonregeling.
2. Het lid van het dagelijks, van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19 g van de Wet op de loonbelasting 1964.
3. Het lid van het dagelijks bestuur kan niet deelnemen aan de spaarloonregeling én de levensloopregeling. Jaarlijks kan het lid van het dagelijks bestuur opnieuw de keuze maken voor deelname aan de spaarloon- of levensloopregeling.
4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van het stadsdeel.
Het lid van het dagelijks bestuur dat bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van het stadsdeel aanspraak op vergoeding van:
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
verhuiskosten in verband met de benoeming als lid van het dagelijks bestuur overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Een lid van de raadscommissie, niet zijnde een raadslid, ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van de raadscommissie een vergoeding die gelijk is aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 10 vastgestelde maximum.
1. Aan het lid van de raadscommissie, niet zijnde een raadslid, wordt uitsluitend voor de uitoefening van het commissielidmaatschap op aanvraag een computer met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
2. Aan het lid van de raadscommissie, niet zijnde een raadslid, worden uitsluitend voor de uitoefening van het commissielidmaatschap op aanvraag de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computer-apparatuur vergoed.
3. Het lid van de raadscommissie ondertekent voor het in bruikleen ontvangen van de apparatuur een bruikleenovereenkomst met het stadsdeel.
4. Het dagelijks bestuur stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:
betaling uit eigen middelen; of
rechtstreekse betaling van de factuur aan het stadsdeel
1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 13, 14, en 19 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het dagelijks bestuur is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld,ondertekend en onder bijvoeging van de originele stukken, binnen 2 maanden ingediend
de stadsdeelsecretaris of een door hem/haar aangewezen ambtenaar indien het een lid van het dagelijks bestuur betreft; en
de griffier of een door hem/haar aangewezen ambtenaar indien het een raadslid betreft.
1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 13, 14, 15 en 19 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk het lid van het dagelijks bestuur voor akkoord ondertekende factuur aan het stadsdeel.
2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het stadsdeel is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
3. De factuur wordt binnen 2 maanden ingediend
- indien het een lid van het dagelijks bestuur betreft bij de stadsdeelsecretaris en -
- indien het een raadslid betreft bij de griffier, of een door hen aangewezen ambtenaar.
De Verordening rechtspositie leden van het dagelijks bestuur, raads- en commissieleden stadsdeel Zuideramstel, vastgesteld in de vergadering van de deelraad van 29 mei 2007, wordt ingetrokken.
Deze verordening treedt in werking een dag na de datum bekendmaking.
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening rechtspositie leden van het dagelijks bestuur, raads- en commissieleden stadsdeel Zuideramstel”.