Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Verordening rechtspositie leden van het dagelijks bestuur, deelraads- en commissieleden 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie leden van het dagelijks bestuur, deelraads- en commissieleden 2008
CiteertitelVerordening rechtspositie leden van het dagelijks bestuur, deelraads- en commissieleden 2008
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is met ingang van 1 mei 2010 van rechtswege vervallen (op grond van artikel 12 van de Bijzondere verordening stadsdeelherindeling 2010). Met ingang van 1 mei 2010 is Geuzenveld-Slotermeer, samen met Osdorp en Slotervaart, opgegaan in het nieuwe stadsdeel Nieuw-West.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artt. 44 lid 2 en 3, 95 t/m/ 99 en 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-200801-05-2010nieuwe regeling

22-04-2008

Westerpost 30-04-2008

-
11-04-200801-05-2010Vervallen van rechtswege

 

Westerpost, 19 mei 2010

-

Tekst van de regeling

Verordening

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Art. 1
  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • d. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • e. Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

  • f. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • g. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

  • h. raadslid: lid van de deelraad van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer, niet zijnde lid van het dagelijks bestuur;

  • i. commissielid: lid van een raadscommissie, dat geen lid van de deelraad is;

  • j. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • k. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur bedoeld in artikel 87 van de Gemeentewet;

  • l. stadsdeelsecretaris: de stadsdeelsecretaris, bedoeld in artikel 23 Verordening op de stadsdelen.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Art. 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
  • 1. Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toegekend.

  • 2. De in lid 1 bedoelde vergoeding is gelijk aan het in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vastgestelde maximum voor een gemeente met een overeenkomstig inwoneraantal.

Art. 3 Onkostenvergoeding
  • 1. Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Art. 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vangen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Verordening aan op de dag van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Verordening op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde van de Kieswet.

  • 3. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 4. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Art. 4a Korting op de vergoeding
  • 1. Raadsleden die meer dan drie maal in een jaar afwezig zijn tijdens de raadsvergadering worden achteraf twintig procent op hun jaarlijkse vergoeding als bedoeld in artikel 2 gekort.

  • 2. Een raadslid wordt geacht op een vergadering aanwezig te zijn geweest als deze de presentielijst heeft getekend en de vergadering voor minimaal negentig procent van de tijd heeft bijgewoond.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in artikel 4 lid 2 wordt de in lid 1 bedoelde korting verrekend met de vergoeding over januari en eventueel ook februari van het volgende jaar of, bij aftreden, bij de laatste vergoedingsbetaling.

  • 4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een raadslid aan wie tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat dit lid een uitkering ontvangt voor alle vergaderingen die gedurende het tijdelijk ontslag plaatsvinden of hebben plaatsgevonden.

  • 5. Het overleg van fractievoorzitters kan het gestelde in artikel 1 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van het vergoeden van raadsleden voor hun werkzaamheden, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Art. 5 Reis- en verblijfskosten
  • 1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van het stadsdeel gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van het stadsdeel ter uitvoering van een beslissing van het stadsdeelbestuur vergoed.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 3. De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van het stadsdeel.

Art. 6 Buitenlandse excursie of reis
  • 1. De stadsdeelraad kan een afvaardiging uit de stadsdeelraad of uit een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De stadsdeelraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege het stadsdeel georganiseerd.

  • 3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van het stadsdeel

Art. 7 Cursus, congres, seminar of symposium
  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het belang van het stadsdeel door of namens het stadsdeel worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van het stadsdeel.

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens het stadsdeel wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de voorzitter van de deelraad. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van het stadsdeel als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Art. 8 Computer en internetverbinding
  • 1. Het dagelijks bestuur verleent een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap en voor de duur van de uitoefening van het raadslidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor

    • a.

      aanschaf van de computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

  • Daarbij wordt de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software vastgesteld op een bedrag van € 1.200,-.

  • Na de periode van drie jaar kan het raadslid wederom een aanvraag indienen voor maximaal drie jaar.

  • 2. Op aanvraag vergoedt het dagelijks bestuur het raadslid aanleg- en abonnementskosten van de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur. Daarbij worden de kosten van de internetverbinding vastgesteld op een bedrag van € 30,- per maand en van de aanleg op eenmalig € 100,-.

Art. 9 Spaarloonregeling/levensloopregeling
  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van het stadsdeel.

Art. 10 Fietsregeling
  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van het stadsdeel.

Art. 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Art. 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na  toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van het stadsdeel verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van het stadsdeel verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Art. 13 Ziektekostenvoorziening
  • 1. De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175 per jaar.

  • 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Art. 14 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
  • 1. De artikelen 2 tot en met 4, 8, 9 tot en met 12 en 13 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2. De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor leden van het dagelijks bestuur van het stadsdeel
Art. 15 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het lidmaatschap van het dagelijks bestuur verbonden kosten is gelijk aan het bedrag vermeld in artikel 25 en tabel II van het Rechtspositiebesluit wethouders voor een gemeente met een overeenkomstig inwoneraantal.

Art. 16 Reiskosten woon-werkverkeer

De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van het lid van het dagelijks bestuur is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 onder a. van de Regeling rechtspositie wethouders.

Art. 17 Zakelijke reiskosten

Aan het lid van het dagelijks bestuur wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 16 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 16 bedoelde reizen ten behoeve van het stadsdeel gemaakt.

De vergoeding betreft:

  • a.

    bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

  • b.

    bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • c.

    een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten;

Art. 18 Dienstauto
  • 1. Het lid van het dagelijks bestuur kan voor reizen ten behoeve van het stadsdeel gebruik maken van een dienstauto zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door het stadsdeel ingehuurde auto.

  • 2. In bijzondere omstandigheden kan de dienstauto door een lid van het dagelijks bestuur ook worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling. Van bijzondere omstandigheden is onder meer sprake als vanwege veiligheidsredenen of fysieke beperkingen het gebruik van een dienstauto noodzakelijk is voor de uitoefening van het ambt.

  • 3. Voor het in het tweede lid gebruik van de dienstauto is vooraf toestemming van het dagelijks bestuur vereist. Het dagelijks bestuur kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

  • 4. De deelraad kan nadere regels stellen aan de in het tweede lid bedoelde gebruik van de dienstauto.

Art. 19 Buitenlandse dienstreis
  • 1. Indien het lid van het dagelijks bestuur in het belang van het stadsdeel een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het belang van het stadsdeel buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het dagelijks bestuur vereist. Het dagelijks bestuur kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

  • 3. De deelraad kan nadere regels stellen aan de in lid 1 en 2 bedoelde buitenlandse dienstreizen.

Art. 20 Cursus, congres, seminar of symposium
  • 1. De kosten van deelname van een lid van het dagelijks bestuur aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het belang van het stadsdeel door of namens het stadsdeel worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van het stadsdeel.

  • 2. Het lid van het dagelijks bestuur dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens het stadsdeel wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het dagelijks bestuur. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van het stadsdeel als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van lid van het dagelijks bestuur.

Art. 21 Computer en internetverbinding
  • 1. Het dagelijks bestuur verleent een lid van het dagelijks bestuur op aanvraag voor de uitoefening van het ambt en voor de duur van de uitoefening van het lidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor

    • a.

      aanschaf van de computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software vastgesteld op een bedrag van € 1.200,-.

    Na de periode van drie jaar kan het lid van het dagelijks bestuur wederom een aanvraag indienen voor maximaal drie jaar.

  • 2. Op aanvraag worden het lid van het dagelijks bestuur aanleg- en abonnementskosten van de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur vergoed. Daarbij worden de kosten van de internetverbinding vastgesteld op een bedrag van € 30,- per maand en van de aanleg op eenmalig € 100,-.

Art. 22 Mobiele telefoon en smartphone
  • 1. Op aanvraag wordt het lid van het dagelijks bestuur voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon en smartphone in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. Het lid van het dagelijks bestuur ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met het stadsdeel.

  • 3. Het model van de bruikleenovereenkomst is vastgesteld.

  • 4. Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon en smartphone voor privé-doeleinden is gebruikt, vindt een verrekening van de gesprekskosten en datakosten plaats.

Art. 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling
  • 1. Het lid van het dagelijks bestuur kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. Het lid van het dagelijks bestuur kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het lid van het dagelijks bestuur gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van het stadsdeel.

Art. 24 Fietsregeling
  • 1. Het lid van het dagelijks bestuur kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het lid van het dagelijks bestuur wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van het stadsdeel.

Art. 25 Reis- pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

Het lid van het dagelijks bestuur die bij benoeming nog niet over woonruimte in het stadsdeel beschikt heeft ten laste van het stadsdeel aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als lid van het dagelijks bestuur overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Art. 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
  • 1. De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 3 vastgestelde maximum.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      als raadslid of lid van het dagelijks bestuur;

    • b.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

Art. 27 Reis- en verblijfkosten
  • 1. Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of lid van het dagelijks bestuur is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.

  • De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van het stadsdeel vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Art. 28 Buitenlandse excursie of reis
  • 1. De deelraad kan een commissie uit de deelraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De deelraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege het stadsdeel georganiseerd.

  • 3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van het stadsdeel.

Art. 29 Cursus, congres, seminar of symposium
  • 1. De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het belang van het stadsdeel door of namens het stadsdeel worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van het stadsdeel.

  • 2. Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens het stadsdeel wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de voorzitter van de deelraad. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van het stadsdeel als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.

Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Art. 31 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan het stadsdeel.

Art. 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten
  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 17, 19, 25 en 27 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het dagelijks bestuur is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid of het commissielid, onderscheidenlijk het lid van het dagelijks bestuur dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de stadsdeelsecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Art. 33 Rechtstreekse facturering bij het stadsdeel
  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 17, 19, 20 en 25 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk het lid van het dagelijks bestuur voor akkoord ondertekende factuur aan het stadsdeel.

  • 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het dagelijks bestuur is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Het raadslid, onderscheidenlijk het lid van het dagelijks bestuur dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de stadsdeelsecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding
Art. 35 Intrekking oude regelingen
  • 1. De verordening Voorzieningen leden van het dagelijks bestuur, raads- en commissieleden van 9 december 2003, in werking getreden met terugwerkende kracht op 1 januari 2003, wordt ingetrokken.

  • 2. De Verordening tot Korting op de Raadsvergoeding, in werking getreden op 1 januari 2006, wordt ingetrokken.

Art. 36 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op 1 mei 2008.

Art. 37 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie leden van het dagelijks bestuur, deelraads- en commissieleden 2008.