Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West |
---|---|
Officiële naam regeling | Regeling commissie behandeling bezwaarschriften gericht tegen besluiten van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Slotervaart |
Citeertitel | Regeling commissie behandeling bezwaarschriften gericht tegen besluiten van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Slotervaart |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp | Ambtelijke organisatie |
Deze regeling is met ingang van 1 mei 2010 van rechtswege vervallen (op grond van artikel 12 van de Bijzondere verordening stadsdeelherindeling 2010). Met ingang van 1 mei 2010 is Slotervaart, samen met Geuzenveld-Slotermeer en Osdorp, opgegaan in het nieuwe stadsdeel Nieuw-West.
Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-10-2006 | 01-05-2010 | nieuwe regeling | 03-10-2006 Westerpost, 3 oktober 2006 | - |
In deze Regeling wordt verstaan onder:
commissie: commissie voor de behandeling van bezwaarschriften gericht tegen besluiten van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Slotervaart.
verwerend orgaan: het dagelijks bestuur dat het besluit heeft genomen waartegen het bezwaarschrift is gericht.
wet: Algemene wet bestuursrecht.
dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Slotervaart.
Er is een commissie, belast met de behandeling en de advisering van de beslissingen op bezwaarschriften gericht tegen besluiten van het dagelijks bestuur.
de commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden
het dagelijks bestuur benoemt de voorzitter, de leden alsmede de plaatsvervangend voorzitter en - leden
de voorzitter en de leden, alsmede de plaatsvervangers, maken geen deel uit van het bestuur van het stadsdeel Slotervaart en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
De voorzitter en de leden van de commissie, alsmede hun plaatsvervangers:
worden door het dagelijks bestuur benoemd voor de periode van de zittingsduur van het dagelijks bestuur. Na deze periode kunnen zij worden herbenoemd;
treden af op de dag waarop het dagelijks bestuur aftreedt;
kunnen op ieder moment ontslag nemen;
blijven ingeval van afloop van de benoemingsperiode of ontslagname hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.
De secretaris van de commissie is een door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar.
Het dagelijks bestuur regelt zijn of haar vervanging.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
Het bezwaarschrift met de daarbij ingediende bijlagen, alsmede het daarop betrekking hebbende dossier worden zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
Bij het bericht van ontvangst wordt vermeld dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.
1. Voor de toepassing van deze regeling worden door de secretaris uitgeoefend de volgende bevoegdheden ingevolge de wet:
artikel 2:1, tweede lid;
artikel 6:6, voor zover dat betrekking heeft op het bieden van een termijn aan de indiener waarbinnen deze het verzuim van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 kan herstellen;
artikel 6:17 voor zover dat betrekking heeft op de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;
artikel 7:4 , tweede lid;
artikel 7:18 tweede lid van de wet.
3. Voor de toepassing van deze regeling worden door de voorzitter uitgeoefend de volgende bevoegdheden ingevolge:
artikel 7:6, vierde lid;
artikel 7:18, zesde lid;
artikel 7:20, vierde lid van de wet.
De secretaris van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de bezwaarschriften bevoegd rechtstreeks alle inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.
De secretaris kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies inwinnen en deze zo nodig uit nodigen daartoe in de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf toestemming van het dagelijks bestuur vereist.
1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.
2. Het verwerend orgaan laat zich vertegenwoordigen door de ambtenaar die het primaire besluit heeft voorbereid. Het hoofd van de desbetreffende afdeling regelt zo nodig vervanging binnen de afdeling.
3. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.
4. Indien de voorzitter op grond van de in het derde lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:
de belanghebbenden;
het verwerend orgaan.
1. De secretaris deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste veertien dagen voor de hoorzitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de hoorzitting.
2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.
3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de hoorzitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.
4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijn als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.
Voor het houden van een hoorzitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter, danwel de plaatsvervanger, aanwezig is.
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.
2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.
1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:12 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.
2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.
3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hier melding van.
4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.
5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.
1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.
2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden gezonden.
3. De leden van de commissie, het verwerende orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.
4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze Regeling, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.
3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.
1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het dagelijks bestuur dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, of artikel 7:24, tweede lid van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het dagelijks bestuur tijdig de beslissing te verdagen.
3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.
Deze regeling treedt in werking na bekendmaking.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling commissie behandeling bezwaarschriften gericht tegen besluiten van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Slotervaart.