Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften 1994

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingVerordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften 1994
CiteertitelVerordening behandeling bezwaar-en beroepschriften stadsdeel Slotervaart/Overtoomse Veld
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-10-199429-05-2002nieuwe regeling

 

Westerpost

DB940444.AZ

Tekst van de regeling

verordening

Afdeling 1 Commissies voor de bezwaar- en beroepschriften
Artikel 1.1 Commissie namens de stadsdeelraad
  • 1. Er is een commissie namens de stadsdeelraad ter voorbereiding van de beslissingen door de stadsdeelraad op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De commissie is namens de stadsdeelraad belast met de voorbereiding van de beslissing op:

    • a.

      bezwaarschriften die op grond van de Algemene wet bestuursrecht worden ingediend tegen besluiten van de stadsdeelraad;

    • b.

      beroepschriften die op grond van een wet of verordening waarin beroep op de stadsdeelraad wordt opengesteld, worden ingediend tegen besluiten van een ander bestuursorgaan dan de stadsdeelraad.

Artikel 1.2 Samenstelling van de commissie
  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden, allen lid van en benoemd door de stadsdeelraad.

  • 2. De commissie wijst een van haar leden tot plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3. De stadsdeelraad benoemt twee van haar leden tot plaatsvervangend lid.

Artikel 1.3 Secretariaat
  • Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door een door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen ambtenaar. Het Dagelijks Bestuur wijst tevens een of meer plaatsvervangers aan.

Artikel 1.4 Zittingsduur
  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag waarop de stadsdeelraad aftreedt.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen te allen tijde aftreden. De leden doen hiervan schriftelijk mededeling aan de voorzitter, die daarvan onmiddellijk de stadsdeelraad op de hoogte stelt en de voorzitter doet rechtstreeks mededeling aan de stadsdeelraad.

  • 3. Aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 1.5 Werkwijze

Ten aanzien van de werkwijze van de commissie is van toepassing het bepaalde in de artikelen 3 en volgende van deze verordening.

Artikel 2.1 Commissie namens het Dagelijks Bestuur
  • 1. Er is een commissie namens het Dagelijks Bestuur ter voorbereiding van de beslissing door het Dagelijks Bestuur op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De commissie is namens het Dagelijks Bestuur belast met de voorbereiding van de beslissing op:

    • a.

      bezwaarschriften die op grond van de Algemene wet bestuursrecht worden ingediend tegen besluiten van het Dagelijks Bestuur.

    • b.

      beroepschriften die op grond van een wet of verordening waarin beroep op de stadsdeelraad wordt opengesteld, worden ingediend tegen besluiten van een ander bestuursorgaan dan het Dagelijks Bestuur.

Artikel 2.2. Samenstelling van de commissie
  • 1. De commissie bestaat uit drie leden: voorzitter, lid en lid/secretaris, allen medewerkers van de stadsdeelorganisatie

  • 2. De voorzitter van de commissie kan andere medewerkers van de stadsdeelorganisatie aanwijzen als plaatsvervangend voorzitter of lid/secretaris.

 Artikel 2.3. Werkwijze
  • Ten aanzien van de werkwijze van de commissie is van toepassing het bepaalde in de artikelen 3 en volgende van deze verordening.

Afdeling II Procedure
Artikel 3 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van de volgende artikelen wordt onder bezwaarschrift voor zoveel nodig ook beroepschrift verstaan.

Artikel 4 In handen stellen van de commissie

Het Dagelijks Bestuur of de Raad stelt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de commissie die met de voorbereiding van de beslissing op het bezwaarschrift is belast.

Artikel 5 Bevoegdheden voorzitter commissie

De bevoegdheden ingevolge de volgende artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

- 2:1, tweede lid,

- 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn,

- 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,

- 7:4, tweede en zesde lid,

- 7:18, tweede en zesde lid.

Artikel 6 Vooronderzoek
  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe op de zitting als bedoeld in artikel 7.2 van deze te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het Dagelijks Bestuur vereist.

Artikel 7.1 Horen
  • 1. De commissie draagt er zorg voor dat de indiener van het bezwaarschrift, en zonodig andere belanghebbenden, zo spoedig mogelijk in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of bij gemachtigde te doen horen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan de commissie aan het bestuursorgaan adviseren om, met toepassing van de in artikel 7:3, respectievelijk 7:17 van de Algemene wet bestuursrecht vermelde gronden, op het bezwaarschrift te beslissen zonder dat de in het eerste lid bedoelde personen zijn gehoord.

Artikel 7.2 Hoorzitting
  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting.

  • 2. De voorzitter of de secretaris doet hiervan mededeling aan de belanghebbenden, alsmede aan het bestuursorgaan tegen wiens besluit een bezwaarschrift is ingediend.

  • 3. De bestuursorganen dragen er zorg voor dat een bestreden besluit namens hen ten overstaan van de commissie wordt toegelicht.

  • 4. De in het derde lid bedoelde toelichting wordt ter hoorzitting gegeven in aanwezigheid van belanghebbenden.

  • 5. Het bepaalde in het derde en vierde lid is niet van toepassing voor zover de commissie in een bepaald geval een andere werkwijze heeft vastgesteld.

Artikel 7.3 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter van de commissie dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 7.4. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

Artikel 7.5 Openbaarheid van de zitting
  • 1. De hoorzitting is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 7.6 Gang van zaken tijdens de hoorzitting
  • 1. De voorzitter regelt de gang van zaken tijdens de hoorzitting. De hoorzitting kan door hem worden geschorst.

  • 2. De voorzitter kan, indien de orde tijdens de zitting dit naar zijn oordeel vereist, een of meer aanwezigen de toegang tot de hoorzitting ontzeggen, de hoorzitting zonder hen voortzetten of de hoorzitting staken.

Artikel 7.7 Schriftelijke verslaglegging
  • 1. De commissie draagt zorg voor de verslaglegging van de hoorzitting, welk verslag aan het advies wordt gehecht dat aan het bestuursorgaan wordt uitgebracht.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen ter zitting is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 8 Nader onderzoek
  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies wordt uitgebracht, een nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verlangen van de leden van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De voorzitter beslist aan de hand van het onderzoek op welke wijze de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift wordt voortgezet; indien nodig pleegt hij overleg met de indiener van het bezwaarschrift en andere belanghebbenden, die, voor zover nodig, van de voortgang op de hoogte worden gehouden.

  • 3. De commissie is gemachtigd, indien daartoe aanleiding bestaat, namens het bestuursorgaan de beslissing op het bezwaarschrift te verdagen, met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9.1 Raadkamer en advies
  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

Artikel 9.2 Het advies
  • 1. De commissie brengt advies uit aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. De commissie voegt bij het advies een concept-besluit.

Afdeling III Slotbepalingen
Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaar-en beroepschriften stadsdeel Slotervaart/Overtoomse Veld.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt onmiddellijk in werking.

II. in te trekken de volgende besluiten:

  • a.

    het besluit d.d. 31 mei 1990 (DB90009.AZ), inzake de instelling van een commissie voor advisering inzake bezwaar- en beroepschriften waarop door de stadsdeelraad moet worden beslist;

  • b.

    het besluit van het Dagelijks Bestuur d.d. 7 mei 1990 (DB90059.Az), inzake de instelling van een ambtelijke hoor- en adviescommissie voor de behandeling van Arob-bezwaarschriften gericht tegen beschikkingen van het Dagelijks Bestuur.

De secretaris,

drs. N.H. Krijnen

drs. T. Kok