Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingVerordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
CiteertitelVerordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning stadsdeel Slotervaart/Overtoomse Veld 2003
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 33, lid 3

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-04-200301-01-2009nieuwe regeling

 

Westerpost

DB020578.AZ

Tekst van de regeling

verordening

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand
Artikel 1
  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier, of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

  • 3. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de stadsdeelsecretaris daarvan in kennis. De stadsdeelsecretaris beslist.

  • 4. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend, kan de griffier de stadsdeelsecretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2
  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de stadsdeelsecretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van het stadsdeel kan schaden;

    • c.

      het bijstand, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, betreft en het raadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt van het hem op grond van artikel 5, eerste lid, beschikbaar gestelde aantal uren ambtelijke bijstand.

  • 2. De stadsdeelsecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de stadsdeelsecretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de stadsdeelsecretaris wordt geweigerd, kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4
  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de stadsdeelsecretaris.

  • 2. Indien overleg met de stadsdeelsecretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5
  • 1. Elk raadslid heeft per jaar recht op 30 uur ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c.

  • 2. De stadsdeelsecretaris houdt in een register bij hoeveel uren per jaar een raadslid gebruik maakt van ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c.

Artikel 6

De stadsdeelsecretaris verstrekt (een lid van) het dagelijks bestuur desgewenst een afschrift uit het register.

Artikel 7
  • 1. Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijk bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

  • 2. Indien (een lid van) het dagelijks bestuur informatie wenst over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies, wendt hij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning
Artikel 8
  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat voor het jaar 2003 uit een vast deel van €  750,- voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 150,- per raadszetel.

  • 3. Deze bedragen worden jaarlijks herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldende voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 9
  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun functioneren te versterken, waarbij als voorwaarde geldt dat de bijdrage besteed wordt aan aan raadswerkzaamheden gerelateerde zaken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen.

Artikel 10
  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt voor 31 januari van een kalenderjaar verstrekt.

  • 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 11
  • 1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage 

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Paragraaf 3 Slotbepaling
Artikel 12

Deze verordening treedt in werking met ingang van 17 april 2003.