Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Woonschepenverordening gemeente Slochteren 2001

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingWoonschepenverordening gemeente Slochteren 2001
CiteertitelWoonschepenverordening gemeente Slochteren 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen voor woonschepen, vastgesteld d.d. 10 augustus 1999

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Huisvestingswet, art. 88

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-08-2001Nieuwe regeling

16-07-2001

't Bokkeblad

Nr. 31, agendapunt 4

Tekst van de regeling

Intitulé

Woonschepenverordening gemeente Slochteren 2001

De raad van de gemeente Slochteren;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2001;

gelet op artikel 88 van de Huisvestingswet en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat  het wenselijk is om voor het gebruik van het openbaar water regels te stellen aan het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor woonschepen uit een oogpunt van veiligheid, gezondheid en het aanzien van de gemeente;

dat tijdens zijn vergadering d.d. 16 juli 2001 aan de orde is geweest dat het vanuit juridisch oogpunt wenselijk zou zijn dat de criteria ten aanzien van het aanzien van de gemeente (zoals die zijn opgenomen in de beleidsnotitie “Ligplaatsen voor woonschepen in de gemeente Slochteren”) tevens worden opgenomen in de vast te stellen Woonschepenverordening 2001;

b e s l u i t

vast te stellen de Woonschepenverordening gemeente Slochteren 2001.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening  wordt verstaan onder:

  • a. woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • b. ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • c. bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank;

  • d. openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.

Artikel 2 Wijze van meten

De in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend.

Artikel 3 Verboden ligplaatsen

Het is verboden met een woonschip een ligplaats in te nemen of te hebben of een ligplaats voor een woonschip beschikbaar te stellen buiten de op grond van artikel 5 aangewezen gedeelten van het openbaar water.

Artikel 4 Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod van artikel 3 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden.

Artikel 5 Aangewezen ligplaatsen op ligplaatsenkaart

  • 1. 1. Als plaatsen waar woonschepen ligplaats mogen hebben, zijn aangegeven twee ligplaatsen op het Afwateringskanaal kadastraal bekend gemeente Slochteren, sectie T, nummer 100 en aan het perceel kadastraal bekend gemeente Slochteren, sectie T, nummer 101 gelegen aan nummer 497 plaatselijk bekend naast Damsterweg 27 te Steendam. De plaatsen waar woonschepen ligplaats mogen hebben, zijn tevens aangewezen op de ligplaatsenkaart, die als bijlage bij deze verordening is opgenomen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de ligplaatsenkaart of om deze in overeenstemming te brengen met een bestemmingsplan dat na het van kracht worden van deze verordening is goedgekeurd.

Artikel 6 Ligplaatsvergunning

  • 1. Op de op grond van artikel 5, eerste lid, aangewezen plaatsen mag een woonschip ligplaats innemen en hebben, mits de eigenaar van het woonschip beschikt over een vergunning van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders beslist over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag, waarop de aanvraag in behandeling is genomen.

  • 3. Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      voor de ligplaats al vergunning is verleend;

    • b.

      het woonschip langer is dan 20 meter, breder dan 6 meter, een hoogte boven de waterlijn heeft van meer dan 3 meter wat betreft de dakgoot en 4 meter wat betreft de nok of een diepgang heeft van meer dan 1.10 meter;

    • c.

       het woonschip belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    • d.

      het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente, hetgeen nader is geregeld in artikel 6a;

    • e.

      het woonschip niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

    • f.

      het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 12 weken na het indienen van de aanvraag met het woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen tenzij bij de aanvraag om vergunning schriftelijk toestemming is gevraagd om op een andere datum ligplaats in te nemen en hiervoor door college van burgemeester en wethouders toestemming is verleend;

    • g.

      de aanvraag niet in overeenstemming is met de door burgemeester en wethouders gestelde regels op het gebied van de bijbehorende voorzieningen anders dan een bijboot, steiger en loopplank welke zijn toegestaan;

    • h.

      het woonschip niet deugdelijk is afgemeerd aan een steiger, die dient ter bescherming van de ecologische oever.

  • 4. De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar van het woonschip en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van het woonschip.

Artikel 6a Criteria bepaling aanzien gemeente

  • 1. De welstandscommissie bepaalt of het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente. Hierbij zijn de volgende welstandcriteria van toepassing:

    • a.

      de opbouw mag de buitenmaten van het casco niet overschrijden;

    • b.

      het casco en de opbouw dienen onderling in evenwichtige verhouding te zijn. Bovendien dienen de gevels goed van verhouding te zijn;

    • c.

      in afwijking van de gestelde maximale maten kan toestemming worden verleend voor de aanbouw van een erker of soortgelijke constructie in de lengte, mits de diepte daarvan niet meer bedraagt dan een tiende gedeelte van de breedte van de woonboot;

    • d.

      schotelantennes, schoorstenen, vlaggenmasten en vergelijkbare toevoegingen dienen zodanig te zijn geplaatst dat het totaalbeeld niet wordt aangetast;

    • e.

      de toe te passen materialen dienen het waterkarakter te ondersteunen. Onder andere steenachtige materialen zijn daarom niet toegestaan;

    • f.

      bij de toepassing van plaatmaterialen dient de verdeling van de naden een wezenlijk onderdeel te zijn van de gevelopbouw;

    • g.

      het houtwerk dient te worden uitgevoerd in een terughoudende kleur. Kleuraccenten, mits beperkt, zijn toegestaan;

    • h.

      het dak dient zorgvuldig te zijn vormgegeven;

    • i.

      de detaillering dient zoveel mogelijk een maritiem karakter te hebben: dit betekent een slanke en naar het water wijzende vormgeving.

  • 2. Bij een negatief advies van deze commissie aan het college van burgemeester en wethouders   wordt de ligplaatsvergunning geweigerd tenzij gemotiveerd van het advies wordt afgeweken.  

Artikel 7 Wachtlijst ligplaatsvergunning

  • 1. Indien de aanvraag om een ligplaatsvergunning wordt geweigerd omdat de gewenste ligplaats aan een ander is toegewezen, wordt de naam van de aanvrager op zijn verzoek op een door het college van burgemeester en wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst.

  • 2. Indien één van de op grond van artikel 5, eerste lid, aangegeven plaatsen vrijkomt, stelt het college van burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste in de gelegenheid een nieuwe aanvraag van een ligplaatsvergunning in te dienen. In deze gevallen kan de ligplaatsvergunning slechts worden geweigerd op grond van de omstandigheden, vermeld in artikel 6, derde lid, onder b tot en met g.

  • 3. Indien de nieuwe aanvraag niet binnen vier weken na de datum van verzending van het in het tweede lid bedoeld schrijven is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op de ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de betrokken persoon van de wachtlijst geschrapt.

Artikel 8 Overdragen ligplaatsvergunning

  • 1. De vergunninghouder kan de ligplaatsvergunning overdragen aan een rechtverkrijgende.

  • 2. Op aanvraag van de vergunninghouder en van de rechtverkrijgende schrijft het college van burgemeester en wethouders de vergunning over op de naam van de rechtverkrijgende.

Artikel 9 Wijziging ligplaatsvergunning

  • 1. Indien wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, dient de vergunninghouder vooraf bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning in.

  • 2. Op een aanvraag van wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 6, tweede en derde lid, onder b tot en met h, van toepassing.

Artikel 10 Intrekking ligplaatsvergunning

Het college van burgemeester en wethouders kan de ligplaatsvergunning intrekken indien:

  • a.

    de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

  • b.

    de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • d.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

  • e.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

  • f.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan 12 aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;

  • g.

    op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning;

  • h.

    het woonschip niet deugdelijk is afgemeerd aan een steiger ter bescherming van de ecologische oever.

Artikel 11 Aansluiting aan drinkwaterleiding

  • 1. De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten aan het distributienet van de openbare waterleiding.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, indien het schip is voorzien van een of meer drinkwatertanks waarvan de gezamenlijke inhoud minimaal 250 liter bedraagt.

Artikel 12 Aansluiting aan de riolering

  • 1. De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat het woonschip is aangesloten aan een openbaar riool.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing

    • a.

      in delen van de gemeente waarin geen openbare riolering aanwezig is;

    • b.

      voor zover uitsluitend hemelwater wordt geloosd.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in het eerste lid, indien afvoer op een andere wijze zonder verontreiniging van water, bodem of lucht mogelijk is voor woonschepen die op een grotere afstand dan 40 meter van een openbaar riool zijn gelegen.

  • 4. De in het derde lid bedoelde afstand wordt gemeten langs de kortste lijn waarlangs een aansluiting zonder bezwaren kan worden gemaakt.

Artikel 13 Nakoming aanwijzingen

  • 1. Bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij de ligplaats worden de door het college van burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen in acht genomen.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door het college van burgemeester en wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 14 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.

Artikel 15 Strafbepalingen

Overtreding van de artikelen 3 en 6, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 16 Binnentreden

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2. Het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen voor woonschepen van 10 augustus 1999 wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Woonschepenverordening gemeente Slochteren 2001’.

Artikel 18 Overgangsbepalingen

Aanvragen van vergunning waarop, op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, nog geen beslissing is genomen, worden afgehandeld op grond van deze verordening.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 juli 2001.

                       

De raad voornoemd,                                                  

, voorzitter.  

   

, loco-secretaris.