Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West |
---|---|
Officiële naam regeling | Bijzondere subsidieregeling Culturele Activiteiten |
Citeertitel | Bijzondere subsidieregeling Culturele Activiteiten |
Vastgesteld door | deelraad |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp | Cultuur, sport en recreatie |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2008 | 01-10-2009 | nieuwe regeling | 18-12-2008 Westerpost, editie 3, 10 december 2008 | Westerpost, editie 3, 10 december 2008 |
Deze subsidieregeling Culturele activiteiten is een bijzondere regeling ingevolge artikel 2, derde lid, van de Algemene Subsidieverordening Stadsdeel Osdorp 2001.
Met deze bijzondere subsidieregeling Culturele activiteiten wil het Stadsdeel Osdorp de verscheidenheid aan culturele activiteiten en evenementen in het Stadsdeel versterken en vergroten.
Onder “culturele activiteiten” worden activiteiten en evenementen verstaan waarop een of meer van de volgende cultuuruitingen centraal staan:
muziek
dans
theater
audiovisueel
creatief spel
De culturele activiteiten voldoen aan de volgende criteria:
zij worden georganiseerd ten behoeve van en staan open voor een brede groep Osdorpse bewoners;
zij betreffen nieuwe initiatieven en onderscheiden zich van activiteiten en evenementen die in en rond het Stadsdeel door profit- en non-profitinstellingen georganiseerd worden;
zij worden georganiseerd door organisaties die geheel of voornamelijk uit vrijwilligers bestaan.
Lid 1. De verlening van subsidie vindt twee maal per jaar plaats, waarbij voor elk verdeelprogramma Culturele activiteiten 50% van het totale budget beschikbaar is. Dit budget geldt als een subsidieplafond.
Lid 2. Een aanvraag voor subsidie dient schriftelijk bij het Dagelijks Bestuur ingediend te worden:
voor eerste periode (januari t/m juni): uiterlijk 16 november van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode;
voor de tweede periode (juli t/m december): uiterlijk 16 mei van het subsidiejaar.
Lid 3. Bij de indiening van de aanvraag voor subsidie dienen in ieder geval overlegd te worden:
een beschrijving van de activiteit(en), waardoor toetsing aan art. 3 en 4 mogelijk is;
een begroting
een bewijs van rechtspersoonlijkheid (bijvb. bewijs van inschrijving Kamer van Koophandel, afschrift van oprichtingsakte of statuten van de rechtspersoon)
Lid 4. Het Dagelijks Bestuur kan modellen of richtlijnen vaststellen voor de bescheiden, zoals bedoeld in het derde lid.
Lid 5. Aangetoond moet kunnen worden of er t.b.v. de activiteit andere financiële bronnen kunnen worden ingezet (eigen bijdrage deelnemers, sponsorgelden, subsidieaanvragen bij andere overheden of fondsen). Art. 14, derde lid ASV, is van toepassing.
Lid 6. De verlening van subsidie door het Dagelijks Bestuur vindt plaats:
voor de eerste periode: uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode;
voor de tweede periode: uiterlijk 30 juni van het subsidiejaar.
Lid 1. De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking: de kosten die direct toe te schrijven zijn aan de activiteit of het evenement, zoals materiaalkosten, huur/vergoeding t.b.v. ruimte, podium, e.d.;
Lid 2. Organisatiekosten en catering vallen buiten de regeling;
Lid 3. Per activiteit geldt een maximaal bedrag van 2.500,- Euro.
Lid 4. Per periode kan de subsidieaanvrager 1 activiteit indienen.
Lid 1. Binnen tien weken na afloop van de activiteit(en) dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, waarbij overlegd worden:
een verslag van de activiteit(en);
een financieel verslag
Lid 2.Op de bescheiden van het eerste lid is art. 23 ASV van toepassing.
Lid 3. Het dagelijks Bestuur stelt binnen 20 weken de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.
De volgende bepalingen van de ASV zijn (voor zover relevant) van overeenkomstige toepassing op de subsidies van deze bijzondere regeling: artt. 1 t/m 6, 8, 10, 12 en 33.