Overheidsorganisatie | Gemeente Hoogezand-Sappemeer |
---|---|
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening 2010 |
Citeertitel | Handhavingsverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 8a Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid onderdeel c Wet investeren in jongeren
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-08-2010 | 01-07-2010 | 21-02-2012 | nieuwe regeling | 05-07-2010 Regiokrant, 28-07-2010 | Onbekend |
1.Voor zover in deze verordening niet anders gedefinieerd, hebben de begrippen dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investering in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.
2. de raad: de gemeenteraad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer;
het college: burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer
bijstand: algemene en bijzondere bijstand krachtens de WWB
inkomensvoorziening: uitkering voor levensonderhoud krachtens de WIJ, IOAW of IOAZ;
werkleeraanbod: voorziening/instrument krachtens de WIJ;
gedraging: handelen of nalaten.
Het college stelt een handhavingsplan vast.
In dit plan wordt onder meer opgenomen:
a: op welke wijze het college belanghebbende informeert over de rechten en plichten verbonden aan het ontvangen van:
bijstand op grond van de WWB, of
een inkomensvoorziening op grond van IOAQ of IOAZ, of
een werkleertraject en/of
een inkomensvoorziening krachtens de WIJ
en de gevolgen van het niet nakomen hiervan;
b: de wijze van controle bij de aanvraag;
c: de wijze van controle in de periode waarover bijstand of een werkleeraanbod en/of inkomensvoorziening wordt ontvangen;
d: welke gevolgen verbonden zijn aan het misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand of een werkleeraanbod en/of inkomensvoorziening
Het college verlaagt de bijstand respectievelijk inkomensvoorziening conform de op grond van:
artikel 8, eerste lid en onder b van de IOAW,
artikel 35, eerste lid en onder b van de IOAW,
artikel 35, eerste lid en onder b van de IOAZ, dan wel
artikel 12, eerste lid en onder b WIJ
vastgestelde verordening, indien belanghebbende onjuiste of onvolledige inlichtingen verstrekt die van belang (kunnen) zjin voor de hoogte, duur of de voortzetting van de bijstand of het werkleeraanbod of inkomensvoorziening.
Het college doet aangifte bij het openbaar ministerie als de gedraging als bedoeld in het vorige lid leidt tot het ten onrechte verkrijgen van bijstand, dit in overeenstemming met de richtlijnen van het openbaar ministerie. Voor zover het openbaar ministerie overgaat tot vervolging, ziet het college af van het verlagen van bijstand of inkomensvoorziening.
Het college vordert de ten onrechte ontvangen bijstand of inkomensvoorziening als gevolg van het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen van belanghebbende terug overeenkomstig een door het college vast te stellen debiteurennotitie.
Periodiek doet het college aan de raad verslag over de uitvoering van de verordening.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Handhavingsverordening 2010.
1. Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 juli 2010.
2. De ''Handhavingsverordening wordt ingetrokken per 1 juli 2010.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 juli 2010
De Raad voornoemd,
Mevr. Y.P. van Mastrigt, voorzitter.
Mevr. C.A.M. Bodewes, raadsgriffier.