Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsgewest Haaglanden

Nadere regels collectieve warmteprojecten Haaglanden 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsgewest Haaglanden
Officiële naam regelingNadere regels collectieve warmteprojecten Haaglanden 2010
CiteertitelNadere regels collectieve warmteprojecten Haaglanden 2010
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010, artikel 8

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-201001-09-201029-09-2011nieuwe regeling

27-10-2010

De Posthoorn d.d. 22 december 2010 e.a.

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels collectieve warmteprojecten Haaglanden 2010

Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden;

gelet op artikel 8 van de Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010, vastgesteld op 30 juni 2010;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

NADERE REGELS COLLECTIEVE WARMTEPROJECTEN HAAGLANDEN 2010

behorende bij de Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen
  • a. collectief warmteproject: een project dat is gericht op het aanleggen van warmte-infrastructuur, waarbij de warmte afkomstig is uit de bodem (geothermie, WKO) of uit bedrijven (restwarmte), en waarbij deze warmte geleverd wordt aan meerdere gebouwen of één flatgebouw met een totale warmtevraag van minimaal 500 GJ;

  • b. gebouw: elk bouwwerk met een permanent karakter dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel met wanden omsloten ruimte vormt;

  • c. geothermie: warmte die zich in de diepe aardlagen bevindt en waarvoor een vergunning bij het Ministerie van Economische Zaken aangevraagd moet worden om deze te kunnen gebruiken;

  • d. haalbaarheidsonderzoek: een onderzoek gericht op de haalbaarheid van een collectief warmteproject;

  • e. verordening: Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010, vastgesteld door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op 30 juni 2010;

  • f. warmtemakelaar: een externe deskundige die partijen voor een collectief warmteproject bij elkaar brengt;

  • g. WKO: warmte koude-opslag, een systeem waarbij ’s winters warmte uit de bodem wordt gebruikt voor het verwarmen van een gebouw en ’s zomers koude uit de bodem voor het koelen van een gebouw.

Artikel 2 Subsidieplafond
  • 1. Het subsidieplafond is € 141.680,--.

  • 2. De volgende deelplafonds gelden:

    • a.

      haalbaarheidsonderzoeken € 81.680,--;

    • b.

      warmtemakelaar € 60.000,--.

  • 3. De subsidieaanvragen worden gerangschikt op datum van ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 4. Bij gelijktijdige ontvangst van de volledige subsidieaanvraag vindt, in het geval het subsidieplafond wordt bereikt, de verlening van de subsidie plaats door middel van loting.

  • 5. In het geval een deelplafond is uitgeput, kan het budget van het andere deelplafond worden aangewend. De leden 3 en 4 zijn dan van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 2: SUBSIDIEVERLENING EN -VASTSTELLING

Artikel 3 Subsidiabele activiteit
  • 1. Een subsidie kan worden aangevraagd voor een haalbaarheidsonderzoek naar een collectief warmteproject waarbij:

    • a.

      de warmtebron in de plusregio, met uitzondering van de gemeente Den Haag, is gelegen en het merendeel van de nieuw aan te sluiten gebouwen niet in de gemeente Den Haag is gelegen;

    • b.

      de warmtebron in de gemeente Den Haag is gelegen en minimaal 80% van de nieuw aan te sluiten gebouwen niet in de gemeente Den Haag is gelegen.

  • 2. Een subsidie kan alleen door een gemeente in de plusregio,met uitzondering van de gemeente Den Haag, worden aangevraagd voor het inhuren van een warmtemakelaar.

Artikel 4 Aanvrager

Een subsidie voor een haalbaarheidsonderzoek kan, naast de in artikel 4 van de verordening genoemde aanvragers, ook worden aangevraagd door:

  • a.

    andere publiekrechtelijke rechtspersonen die hun zetel in de plusregio hebben, met uitzondering van die rechtspersonen die zelf subsidie verstrekken op het gebied van luchtkwaliteit;

  • b.

    privaatrechtelijke rechtspersonen met of zonder winstoogmerk en vennootschappen onder firma.

Artikel 5 Aanvraag tot subsidieverlening
  • 1. Een aanvraag tot subsidieverlening wordt met gebruikmaking van een door het dagelijks bestuur vastgesteld formulier ingediend.

  • 2. Aan een gemeente kan eenmaal subsidie worden verstrekt voor het inhuren van een warmtemakelaar.

  • 3. Een subsidie voor een haalbaarheidsonderzoek kan eenmaal per project worden verstrekt.

  • 4. In afwijking van artikel 5, lid 3 van de verordening, dient de aanvraag tot subsidieverlening te zijn voorzien van een beschrijving van de maatregel, een aanduiding van de tijdsplanning, een offerte en eventuele bijdragen van derden.

  • 5. Een privaatrechtelijke rechtspersoon, zoals bedoeld in artikel 4, onder b, dient het volgende bij de aanvraag te overleggen:

    • a.

      een kopie van de statuten, met uitzondering van een vennootschap onder firma en een eenmanszaak;

    • b.

      een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel, niet ouder dan een jaar;

    • c.

      een ondertekende de-minimisverklaring.

Artikel 6 Subsidiabele kosten en hoogte subsidie
  • 1. De subsidie voor een haalbaarheidsonderzoek bedraagt per aanvraag 85% van de werkelijke kosten, met een maximum van € 10.000,--.

  • 2. De subsidie voor het inhuren van een warmtemakelaar bedraagt 85% van de werkelijke kosten, met een maximum van € 10.000,--.

Artikel 7 Weigeringsgronden

De subsidie kan, naast de in artikel 11 van de verordening genoemde gronden, worden geweigerd indien aan de aanvrager op grond van een andere regeling in aanmerking komt voor subsidie voor dezelfde activiteit.

Artikel 8 Verplichtingen
  • 1. De activiteit wordt binnen zes maanden na de subsidieverlening uitgevoerd.

  • 2. De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan het dagelijks bestuur zodra aannemelijk is dat de activiteit waarvoor subsidie is verleend, niet of niet geheel zal plaatsvinden of niet aan de verplichting van lid 1 zal worden voldaan.

Artikel 9 Aanvraag tot subsidievaststelling

De aanvraag tot subsidievaststelling dient, naast de in artikel 14, lid 3 van de verordening genoemde stukken, te zijn voorzien van een kopie van de factuur en het betalingsbewijs.

HOOFDSTUK 3: SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 Slotbepalingen
  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Nadere regels collectieve warmteprojecten Haaglanden 2010.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 september 2010.

Aldus besloten in de vergadering van het dagelijks bestuur van 27 oktober 2010,

de voorzitter, J.J. VAN AARTSEN

de secretaris, DRS. A. HARKES