Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Reglement van orde deelraad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingReglement van orde deelraad
CiteertitelReglement van orde deelraad
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 16

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-200830-06-2009nieuwe regeling

18-12-2008

Westerpost, editie 3, 10 december 2008

Westerpost, editie 3, 10 december 2008

Tekst van de regeling

1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • 1. In dit reglement wordt verstaan onder:

    • -

      de raad: de deelraad Osdorp

    • -

      amendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig conceptbesluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen

    • -

      subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft

    • -

      motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken zonder dat daaraan rechtsgevolgen zijn verbonden

    • -

      voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering

    • -

      initiatiefvoorstel: voorstel, door een deelraadslid gedaan, buiten de agenda vallend, dat zo spoedig mogelijk op de agenda van de vergadering van de deelraad wordt geplaatst.

  • 2. Waar in dit reglement mannelijke persoonlijke, aanwijzende en/of bezittelijke voornaamwoorden worden gebruikt zijn eveneens de vrouwelijke equivalenten bedoeld.

Artikel 2 De voorzitter
  • 1. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering

    • b.

      het handhaven van de orde

    • c.

      het doen naleven van het reglement van orde

    • d.

      wat de wet of dit reglement hem verder opdraagt.

  • 2. Hij verleent het woord, formuleert de conclusies, waarover wordt gestemd en deelt de uitslag van de stemmen mee.

  • 3. De voorzitter wordt bij diens afwezigheid vervangen door een ander lid van het presidium. De deelraad kan ook een ander lid van de raad met de waarneming belasten.

Artikel 3 Presidium
  • 1. De deelraad heeft een presidium.

  • 2. Het presidium bestaat uit de voorzitter, de voorzitters van de raadscommissies, de griffier en de commissiegriffier.

  • 3. Het presidium is belast met het vaststellen van de deelraadsagenda.

  • 4. Het presidium draagt de eindverantwoordelijkheid voor de aansturing en het functioneren van de griffier, met dien verstande dat de voorzitter van de raad door het presidium gemachtigd wordt zorg te dragen voor de dagelijkse aansturing van de griffier.

Artikel 4 De griffier
  • 1. De griffier is in elke vergadering van de deelraad aanwezig.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door de commissiegriffier.

  • 3. Hij kan, indien hij daartoe door de voorzitter wordt uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Artikel 5 Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
  • 1. De deelraad en individuele deelraadsleden hebben recht op ambtelijke bijstand.

  • 2. In de deelraad vertegenwoordigde groeperingen hebben recht op ondersteuning.

  • 3. De verlening van ambtelijke bijstand en ondersteuning wordt geregeld in een afzonderlijke door de deelraad vast te stellen regeling voor ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

2. Van de leden

Artikel 6 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
  • 1. Het onderzoek van de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden geschiedt door een commissie, bestaande uit drie leden, daartoe telkenmale door de voorzitter te benoemen.

  • 2. De commissie brengt na gedaan onderzoek van de geloofsbrieven en de andere bij de Kieswet vereiste stukken en van de eventuele bezwaarschriften schriftelijk verslag uit aan de vergadering en doet daarbij een voorstel tot het nemen van een besluit. Ook van een minderheidsstandpunt wordt melding gemaakt.

  • 3. De voorzitter roept een toegelaten lid op om in de eerste vergadering waarin hij zijn betrekking volgens de Gemeentewet kan aanvaarden, de in artikel 14 van de Gemeentewet voorgeschreven eed, of verklaring en belofte, af te leggen.

Artikel 7 Fracties
  • 1. a. Leden van de deelraad kunnen zich verenigen tot een groep, fractie genaamd;

  • b. Zij doen hiervan schriftelijk mededeling aan de voorzitter, onder vermelding van de naam van de fractie en de namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger zullen optreden.

  • 2. a. Indien:

  • één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden of twee of meer fracties als één fractie gaan opereren wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • b. Met de onder a. beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerst volgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan.

Artikel 8 Commissies
  • 1. De deelraad is op grond van artikel 19 van de Verordening op de Stadsdelen bevoegd om, op voordracht van het dagelijks bestuur, commissies in te stellen en op te heffen.

  • 2. Met betrekking tot de taken, bevoegdheden, samenstelling en verantwoording van de commissies zijn artikel 82, tweede lid en artikel 91 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Vergaderingen en overige werkzaamheden van de commissies zijn vastgelegd in een ‘Verordening raadscommissies deelraad Osdorp’.

Artikel 9 Seniorenconvent
  • 1. De deelraad heeft een seniorenconvent. Dit seniorenconvent komt zo vaak bijeen als zij nodig acht.

  • 2. Het seniorenconvent bestaat uit de voorzitter en de fractievoorzitters. De griffier is in elke vergadering van het seniorenconvent aanwezig.

  • 3. De voorzitter kan voorstellen een portefeuillehouder uit te nodigen voor het seniorenconvent voor politiekinhoudelijke onderwerpen.

  • 4. De voorzitter is bevoegd de fractievoorzitters geheimhouding op te leggen ten aanzien van het besprokene. Het doen van mededelingen over onderwerpen besproken in het seniorenconvent aan andere leden van de raad, indien nodig voor intern beraad, is geen schending van de geheimhoudingsplicht, tenzij dit uitdrukkelijk door de voorzitter bepaald is.

  • 5. Indien en voorzover het dagelijks bestuur tot openbaarmaking overgaat, is de geheimhouding voorzover de openbaarmaking strekt, ook opgeheven.

  • 6. Voorafgaand aan de maandelijkse deelraadsvergadering komt het seniorenconvent bijeen met het dagelijks bestuur ten behoeve van afstemming van de deelraadsvergadering.

3. Van de vergadering

I. Tijd van vergaderen, voorbereidingen
Artikel 10 Tijd en plaats van vergaderen
  • 1. De vergaderingen van de deelraad vinden in de regel plaats op de laatste woensdag van de maand, vangen aan om 19.30 uur en worden gehouden in het stadsdeelkantoor.

  • 2. De voorzitter kan in bijzondere gevallen, zo mogelijk na overleg met de fractievoorzitters, een andere dag en/of een ander aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

Artikel 11 Oproep: agenda
  • 1. De leden van de deelraad worden schriftelijk opgeroepen tot het bijwonen van een vergadering van de deelraad. De oproeping wordt, behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 20, tweede (lid) Gemeentewet, in de regel één week voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 2. Aan de schriftelijke oproeping worden de agenda van de vergadering en een opgave van de bij de deelraad ingekomen adressen en andere stukken, niet afkomstig van het dagelijks bestuur of van een raadscommissie toegevoegd.

  • 3. De agenda van de vergadering wordt opgesteld door het presidium.

  • 4. De deelraad kan besluiten de volgorde van behandeling van de voorstellen te wijzigen.

  • 5. De deelraad kan besluiten in spoedeisende gevallen, op voorstel van een lid van de deelraad of de voorzitter, onderwezen, die niet in de bij de oproepingsbrief gevoegde agenda zijn vermeld, terstond in behandeling te nemen.

  • 6. De voorzitter kan na het verzenden van de oproepingsbrief zo nodig een aanvullende agenda doen uitgaan. De daarop vermelde voorstellen worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee maal 24 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

  • 7. Mededelingen, enkel ter kennisneming aan de deelraad gedaan, worden niet opgenomen in de opgave, bedoeld in lid 2 van dit artikel, doch voor de leden ter inzage gelegd op de daartoe bestemde plaats. De voorzitter geeft de leden hiervan schriftelijk kennis. De inzenders van de mededelingen worden van de ter inzage legging in kennis gesteld.

  • 8. Wanneer de deelraad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij besluiten tot verwijzing naar een commissie of tot terugzending naar het dagelijks bestuur om nadere inlichtingen of advies.

Artikel 12 Toezending voorstellen
  • 1. De voorzitter zorgt ervoor dat - spoedeisende gevallen uitgezonderd - de te behandelen voorstellen ten minste 7 dagen voor de vergadering aan de leden worden gezonden.

  • 2. Voorstellen omtrent wier (gehele of gedeeltelijke) inhoud ingevolge artikel 25 lid 1 en lid 2 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden als zodanig gewaarmerkt en in een gesloten envelop tezamen met de overige stukken aan de leden gezonden.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
  • 1. De stukken, welke dienen ter toelichting van de raadsvoorstellen, worden gelijktijdig met het verzenden van de voorstellen voor de leden ter inzage gelegd. Indien ná dit tijdstip stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden.

  • 2. Een lid van de deelraad mag een origineel van een ter inzage gelegd stuk niet buiten het stadsdeelkantoor brengen. Een lid van de deelraad mag een kopie van een ter inzage gelegd stuk slechts voor eigen gebruik buiten het stadsdeelkantoor brengen.

  • 3. De voorzitter kan toestaan, dat anderen dan de leden de ter inzage liggende stukken inzien.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel blijven stukken, omtrent wier inhoud ingevolge artikel 25, lid 1 en lid 2 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, onder berusting van de griffier, die de leden van de deelraad inzage verleend.

Artikel 14 Openbare kennisgeving
  • 1. De vergadering wordt, tegelijk met de oproeping aan de leden van de deelraad, door de bekendmaking van de agenda en de bijbehorende stukken in één of meer dag-, nieuws- en/of huis-aan-huisbladen ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van spreekrecht als bedoeld in artikel 17  van dit reglement.

II Orde der vergadering
Artikel 15 Presentielijst
  • leder lid tekent voor hij aan de vergadering deelneemt de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt deze, na door de griffier te zijn afgesloten, door voorzitter en griffier ondertekend.

Artikel 16 Opening vergadering: quorum
  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden (ten minste de helft van het totaal aantal leden) blijkens de presentielijst aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 Gemeentewet.

  • 3. Indien van het spreekrecht zoals geregeld in artikel 17 van dit reglement niet of niet geheel gebruik wordt gemaakt, dan kan de voorzitter terstond overgaan tot behandeling van de voorstellen conform de agenda.

Artikel 17 Spreekrecht
  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen de aanwezigen het woord voeren over al dan niet op de agenda vermelde onderwerpen, met uitzondering van de agendapunten betreffende het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde personen die van het spreekrecht gebruik willen maken melden dit voor de vergadering bij de griffier 

  • 3. a. De totaal beschikbare spreektijd bedraagt maximaal 30 minuten.

  • b. Zij die zich als spreker hebben aangemeld verkrijgen van de voorzitter successievelijk gedurende maximaal 5 minuten het woord.

  • c. Indien zich meer dan zes sprekers hebben aangemeld wordt de totaal beschikbare spreektijd evenredig over hen verdeeld.

Artikel 18 Geluid- en beeldregistraties
  • Degenen die in de vergaderzaal tijdens de deelraadsvergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 19 Notulen
  • 1. De ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de overige voorstellen.

  • 2. Bij het begin van de vergadering worden, zoveel mogelijk, de notulen van de voorgaande vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de deelraad te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient ten minste 24 uur voor de betreffende vergadering schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.

  • 4. De notulen moeten inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede de leden die afwezig waren;

    • b.

      en vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der leden die het woord voerden;

    • d.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig artikel 28, eerste lid Gemeentewet van stemming hebben onthouden;

    • e.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties en amendementen; bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van artikel 30 van dit reglement door de deelraad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. De notulen worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 6. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 20 Ingekomen stukken: mededelingen
  • 1. Na de goedkeuring van de notulen doet de voorzitter of, op zijn verzoek, de griffier mededeling van de ingekomen adressen en andere stukken, en van hetgeen het dagelijks bestuur inzake de behandeling van elk van die stukken voorstelt.

  • 2. Bij de mededeling van de ingekomen adressen en andere stukken kan slechts het woord worden gevoerd ten aanzien van de door griffier voorgestelde behandeling.

  • 3. Indien naar aanleiding van een ingekomen adres of ander stuk het woord wordt gevraagd teneinde een inhoudelijke bespreking in de deelraad te doen plaatsvinden, houdt de voorzitter de behandeling aan en voegt hij het toe aan de agenda, onder mededeling wanneer behandeling zal plaatsvinden. Als regel vindt behandeling in de volgende vergadering plaats.

  • 4. Ingekomen adressen en andere stukken die door minimaal één lid van de deelraad zijn verwezen naar een behandeling in een raadscommissie worden aan de agenda toegevoegd, indien een lid van die commissie tijdens de behandeling in de betreffende commissie daartoe de wens te kennen heeft gegeven. Als regel vindt dan behandeling plaats in de eerstvolgende raadsvergadering na de commissoriale behandeling, mits tijdige vermelding op de agenda voor die deelraadsvergadering is geschied.

Artikel 21 Volgorde van behandeling:
  • algemene bepalingen inzake (initiatief) voorstellen

  • 1. Elk lid heeft het recht voorstellen aan de deelraad te doen die buiten de agenda vallen.

  • 2. Na de mededeling der ingekomen stukken worden de op de agenda vermelde punten behandeld in de volgorde waarin zij op de agenda zijn vermeld, tenzij de deelraad, op voorstel van de voorzitter of van één of meer deelraadsleden, besluit die volgorde te wijzigen.

  • 3. Onderwerpen, die niet op de agenda zijn vermeld, kunnen door de voorzitter of, met inachtneming van het bepaalde in lid 4 van dit artikel, door een lid ter sprake worden gebracht. De deelraad beslist of deze onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd en zo niet, wanneer behandeling zal geschieden.

  • 4. Een voordracht of een voorstel kan ten allen tijde door degene(n) die het heeft (hebben) ondertekend, worden gewijzigd of ingetrokken. Indien een voorstel door meer dan één deelraadslid is ondertekend, kan het slechts door de ondertekenaars gezamenlijk worden ingetrokken.

  • 5. Een medeondertekenaar van een voorstel is te allen tijde bevoegd zijn handtekening onder het voorstel terug te nemen.

Artikel 22 Spreekregels
  • 1. De leden spreken vanaf hun plaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de leden vanaf een andere plaats spreken.

  • 3. Wanneer de voorzitter dat verzoekt, zijn de leden verplicht hun zitplaatsen in te nemen.

Artikel 23 Volgorde sprekers
  • 1. Niemand voert het woord zonder dit van de voorzitter, al dan niet op verzoek, verkregen te hebben.

  • 2. De voorzitter verleent het woord in de volgorde waarin hem dit verzocht is.

  • 3. Van deze volgorde kan worden afgeweken wanneer een lid het woord vraagt voor een persoonlijk feit of het indienen van een voorstel van orde.

  • 4. De voorzitter stelt het lid, dat het woord verlangt voor een persoonlijk feit, in de gelegenheid een beknopte aanduiding van dat feit te geven.

Artikel 24 Spreektermijnen
  • 1. De beraadslaging over een voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de deelraad anders beslist.

  • 2. In bijzondere omstandigheden kan de deelraad, indien aan de voorzitter daartoe de wens is kenbaar gemaakt, de gelegenheid openen in een derde termijn het woord te voeren.

  • 3. Elke spreektermijn is afgesloten nadat het dagelijks bestuur of de voorzitter op het door de leden van de deelraad gesprokene hebben geantwoord.

  • 4. Een lid van de deelraad mag in één termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 5. Het bepaalde in lid 4 van dit artikel is niet van toepassing op:

    • -

      het lid van het dagelijks bestuur, dat in het bijzonder belast is met het in behandeling zijnde onderwerp;

    • -

      de rapporteur van een commissie;

    • -

      het lid van de deelraad dat een (sub-)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, voor wat betreft dat amendement, die motie of dat initiatiefvoorstel.

  • 6. Bij de bepaling hoeveel malen een lid van de deelraad over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een persoonlijk feit of een voorstel van orde

Artikel 25 Spreektijd
  • 1. De deelraad kan, op voorstel van de voorzitter, bij de aanvang of tijdens de loop der beraadslagingen regels stellen ten aanzien van de spreektijd van de leden.

  • 2. Voor een beraadslaging in derde termijn, bedoeld in artikel 25, tweede lid van dit reglement, wordt aan iedere in de deelraad overeenkomstig de uitslag van de verkiezingen vertegenwoordigde groepering ten hoogste vijf minuten het woord gegeven, tenzij de deelraad anders bepaalt. De in termijn verbruikte spreektijd wordt ten laste gebracht van de spreektijd, bedoeld in lid 1 van dit artikel.

  • 3. Zodra de toegestane spreektijd is verstreken, nodigt de voorzitter de spreker uit zijn rede te beëindigen. Deze is verplicht hieraan direct gevolg te geven.

Artikel 26 Handhaving van de orde
  • 1. Een spreker mag in zijn rede niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan de bepalingen van dit reglement te herinneren. Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist, dat de spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.

  • 2. Indien een lid van de deelraad zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling of een spreker herhaaldelijk interrumpeert, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen en in de gelegenheid gesteld de woorden die tot deze vermaning aanleiding hebben gegeven terug te nemen. Indien het desbetreffende lid van de deelraad hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. Onder beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen worden in ieder geval begrepen uitingen of uitlatingen, in welke vorm dan ook, met een racistisch, seksistisch of anderszins discriminatoir karakter. Een en ander ter beoordeling aan de voorzitter

  • 4. Indien een spreker voortgaat van het onderwerp af te wijken, beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen te gebruiken, de orde te verstoren of niet voldoet aan de uitnodiging van de voorzitter, bedoeld in artikel 25 lid 3 van dit reglement, ontneemt de voorzitter hem het woord. Hierbij is beroep op de deelraad niet toegelaten.

  • 5. Indien een lid van de deelraad, dat het woord van de voorzitter niet heeft verkregen, beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen gebruikt, of anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden die tot deze vermaning aanleiding hebben gegeven terug te nemen.

  • 6. In de zitting waarin het bedoelde in het lid 4 en 5 van dit artikel heeft plaatsgehad, mag het lid van de deelraad wie het woord is ontnomen, of het lid van de deelraad dat na te zijn vermaand, zijn woorden niet heeft teruggenomen, aan de beraadslagingen over het aanhangige onderwerp niet meer deelnemen.

  • 7. De voorzitter kan de deelraad voorstellen een lid van de deelraad, dat door zijn gedragingen of uitlatingen zoals bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel de geregelde gang van zaken belemmert, de toegang tot de vergadering te ontzeggen. Voor de eerste maal voor de dag waarop het besluit genomen wordt en bij herhaling voor een bepaalde tijd, maar maximaal voor vijf vergaderingen. Over een dergelijk voorstel wordt niet beraadslaagd. Bij aanneming van het voorstel moet het lid van de deelraad de vergadering onmiddellijk verlaten. Bij weigerachtigheid doet de voorzitter hem verwijderen. Wanneer een lid van de deelraad de toegang tot de vergadering is ontzegd, wordt hij van de presentielijst afgevoerd.

  • 8. De voorzitter is bevoegd de gedeelten van het besprokene die hem ertoe hebben geleid een spreker of een lid van de deelraad te vermanen of het woord te ontnemen, niet in de notulen te doen opnemen. Alvorens hiertoe over te gaan, pleegt hij overleg met een door hem voor dit geval ingestelde commissie uit de deelraad, bestaande uit drie leden.

Artikel 27 Schorsing
  • 1. De voorzitter kan in bijzondere gevallen, alsmede ter handhaving van de orde, de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen of haar sluiten.

  • 2. De voorzitter kan de vergadering eveneens schorsen indien een lid van de deelraad daartoe, gelet op de beraadslagingen, een verzoek doet. Bij een dergelijk verzoek wordt tevens de tijdsduur van de schorsing aangegeven, welke niet langer dan 30 minuten mag bedragen. Na het verstrijken van de voor de schorsing gestelde tijdsduur heropent de voorzitter de vergadering, waarna direct een hernieuwde schorsing kan worden aangevraagd. Deze mag ten hoogste 15 minuten bedragen. Na deze schorsing heropent de voorzitter de vergadering, waarna de beraadslagingen worden voorgezet.

  • 3. De beraadslagingen over een onderwerp kunnen slechts drie maal door een aangevraagde schorsing worden onderbroken.

Artikel 28 Beraadslaging
  • 1. De voorzitter kan voorstellen over één of meer onderdelen van een voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Indien de voorzitter oordeelt dat een onderwerp genoegzaam is toegelicht, stelt hij de deelraad voor de beraadslaging te sluiten.

  • 3. De sluiting der beraadslaging kan ook door een lid worden voorgesteld.

  • 4. Over voorstellen als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel wordt zonder beraadslaging gestemd. In deze gevallen is het afleggen van een zeer korte verklaring geoorloofd.

  • 5. Op voorstel van de voorzitter kan de deelraad besluiten dat de beraadslagingen, over enig onderwerp, op een in dat voorstel te vermelden tijdstip, zullen worden gesloten. De voorzitter verdeelt de alsdan beschikbare tijd naar billijkheid.

Artikel 29 Deelname aan de beraadslaging door anderen dan de voorzitter of de deelraadsleden
  • 1. De deelraad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de deelraad of de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een besluit daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de deelraad genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het betreffende agendapunt wordt aangevangen.

  • 3. De wethouders zijn tijdens de vergaderingen van de deelraad aanwezig. Zij nemen deel aan de beraadslaging.

  • 4. Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan de beraadslaging zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing.

Artikel 30 Stemverklaring
  • Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de deelraad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.

Artikel 31 Beslissing
  • Na de beraadslaging en beslissing over de eventuele amendementen wordt over het voorstel in zijn geheel, zoals het dan luidt, een eindbeslissing genomen.

III Procedures bij stemmingen
Artikel 32 Primus bij hoofdelijke stemming
  • 1. Vóór iedere te houden hoofdelijke stemming wordt door het lot bepaald, welk lid het eerste zijn stem uitbrengt.

  • 2. De in het voorgaande lid bedoelde loting heeft plaats op een door de voorzitter te bepalen wijze.

Artikel 33 Stemming over zaken
  • 1. Nadat de beraadslaging is gesloten of indien niemand het woord verlangt, brengt de voorzitter het voorstel tot besluitvorming.

  • 2. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.

  • 3. In de vergadering aanwezige leden kunnen dan aantekening in de notulen vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich van stemming hebben onthouden.

  • 4. Indien door één of meer leden van de deelraad stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling. Stemming geschiedt door zitten en opstaan dan wel, ter beoordeling aan de voorzitter, bij handopsteken, tenzij een der leden van de deelraad stemming bij hoofdelijke oproeping vraagt; in dat geval vindt hoofdelijke oproeping plaats.

  • 5. Het lid van de deelraad, dat bij de aanvang van een stemming de presentielijst niet heeft getekend, neemt aan deze stemming niet deel.

  • 6. De voorzitter (of griffier) roept de leden van de deelraad bij naam op hun stem uit te brengen, beginnende bij het lid dat daarvoor overeenkomstig het eerste lid van dit artikel van dit reglement is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst (alfabetisch).

  • 7. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid van de deelraad, dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden volgens artikel 28, eerste lid Gemeentewet, verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 8. De leden van de deelraad brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 9. Heeft een lid van de deelraad zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen, voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid van de deelraad zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitting de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening in de notulen vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

  • 10. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens de mededeling van het genomen besluit.

  • 11. Bij staking van de stemmen is het bepaalde in artikel 32 van de Gemeentewet van toepassing.

Artikel 34 Stemming over amendementen en moties
  • 1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.

  • 2. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4. Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd, en vervolgens over de motie.

Artikel 35 Stemming over personen
  • 1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau.

  • 2. leder ter vergadering aanwezig lid van de deelraad, dat zich niet op grond van artikel 28, Gemeentewet van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De vergadering kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden van de deelraad dat ingevolge het tweede lid van dit artikel verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 5. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden van de deelraad, die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

    • -

      een blanco stembriefje

    • -

      een ondertekend stembriefje

    • -

      een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft

    • -

      een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen

    • -

      een stembriefje waarbij op een andere persoon is wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

  • 6. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de deelraad, op voorstel van de voorzitter.

  • 7. Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 36 Herstemming over personen
  • 1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd (herstemming). Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke personen de derde stemming zal plaatshebben.

  • 3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 37 Beslissing door het lot
  • 1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke briefjes geschreven.

  • 2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.

  • 3. Vervolgens neemt de voorzitter één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Artikel 38 Nietigheid
  • Indien de deelraad beslist, dat bij enige stemming zich een onregelmatigheid heeft voorgedaan die van invloed heeft kunnen zijn voor de bepaling van de uitslag, is de stemming nietig. In dat geval vindt terstond een nieuwe stemming plaats.

4. Van de rechten van leden

Artikel 39 Amendementen
  • 1. leder lid van de deelraad dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd tijdens de beraadslaging wijzigingen voor te stellen op het aanhangige besluit (amendement). Ook kan hij voorstellen, het voorgestelde besluit in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden.

  • 2. Ieder lid van de deelraad dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid van de deelraad is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 3. Elk (sub-)amendement en elk voorstel moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4. Een (sub-)amendement dient zodanig te zijn geformuleerd dat de tekst ervan geschikt is om in het ontwerpbesluit te worden verwerkt.

  • 5. Intrekking, door de indiener(s), van het (sub-)amendement is te allen tijde mogelijk voordat de besluitvorming door de vergadering heeft plaatsgevonden.

Artikel 40 Moties
  • 1. Ieder lid van de deelraad kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2. Een motie moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3. De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp plaats.

  • 4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 5. Indien het dagelijks bestuur geen uitvoering geeft aan een door de deelraad aangenomen motie wordt hiervan, onder opgave van reden, kennis gedaan aan de deelraad.

Artikel 41 Voorstellen van orde
  • 1. De voorzitter en ieder lid van de deelraad kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de deelraad.

Artikel 42 Initiatiefvoorstellen
  • 1. leder lid van de deelraad heeft het recht voorstellen aan de deelraad te doen, die buiten de agenda vallen.

  • 2. Zulk een voorstel moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3. De voorzitter plaatst het voorstel zo spoedig mogelijk op de agenda van een vergadering.

  • 4. Op voorstel van het dagelijks bestuur beslist de deelraad of het voorstel voor kennisgeving wordt aangenomen, direct in behandeling wordt opgenomen of om advies in handen van het dagelijks bestuur wordt gesteld.

  • 5. Indien de deelraad beslist tot het direct in behandeling nemen van het voorstel, vindt behandeling plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 6. Een initiatiefvoorstel heeft dezelfde status als een voordracht van het dagelijks bestuur.

Artikel 43 Schriftelijke vragen
  • 1. leder lid van de deelraad kan aan de voorzitter of aan het dagelijks bestuur schriftelijk vragen stellen.

  • 2. De vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd.

  • 3. De vragen worden bij de voorzitter en de griffier van de deelraad ingediend. De griffier draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de deelraad worden gebracht.

  • 4. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende deelraadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd bericht, waarbij aangegeven wordt de termijn, waarbinnen beantwoording plaatsvindt. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.

  • 5. De antwoorden worden door de voorzitter aan de leden van de deelraad medegedeeld.

  • 6. De vragen en antwoorden worden gelijktijdig met de stukken als bedoeld in artikel 20 van dit reglement aan de leden van de deelraad toegezonden.

  • 7. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende deelraadsvergadering, en bij mondelinge beantwoording in dezelfde deelraadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de voorzitter of door het dagelijks bestuur gegeven antwoord.

Artikel 44 Mondelinge vragen
  • 1. Een lid van de deelraad is bevoegd om zonder machtiging van de deelraad aan het dagelijks bestuur mondeling een korte en duidelijk geformuleerde vraag te stellen.

  • 2. Een dergelijke vraag wordt bij de voorzitter en de griffier ingediend. Deze vraag wordt geagendeerd voor de eerstvolgende deelraadsvergadering, mits tenminste 48 uur voor de aanvang van die vergadering ingediend.

  • 3. Het agendapunt Mondelinge vragen wordt op de agenda geplaatst na de ingekomen stukken.

  • 4. Aan het begin van de vergadering maakt de voorzitter melding van de aangemelde onderwerpen van de vragen. De vragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

  • 5. Bij de behandeling van een mondelinge vraag geldt als eerste termijn het stellen van de vraag en het antwoord daarop van een of meer leden van het dagelijks bestuur. De voorzitter bepaalt de duur van de spreektijd in de tweede termijn. Het stellen van korte aanvullende vragen over hetzelfde onderwerp door ieder ander lid is daarna toegestaan.

  • 6. Tijdens het agendapunt Mondelinge vragen zijn interrupties niet toegestaan.

  • 7. Tijdens het agendapunt Mondelinge vragen kan geen verlof worden gevraagd tot het houden van een interpellatie, noch kunnen moties worden ingediend.

  • 8. Aan de behandeling van het agendapunt Mondelinge vragen wordt een tijdslimiet van vijf minuten per vraag gesteld, met een totale maximum tijdsduur van 30 minuten, tenzij de deelraad horende het seniorenconvent anders besluit.

  • 9. Onderwerpen die aan het einde van de vastgestelde tijdslimiet nog niet aan de orde zijn gekomen, komen te vervallen. De indiener kan het onderwerp voor het agendapunt Mondelinge vragen bij de eerstvolgende deelraadsvergadering opnieuw bij de voorzitter aanmelden.”

Artikel 45 Inlichtingen
  • 1. Indien een lid van de deelraad over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169 en 180 Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe schriftelijk ingediend bij het dagelijks bestuur of bij de voorzitter.

  • 2. Een afschrift van dit verzoek wordt door de indiener in afschrift toegezonden aan de deelraad.

  • 3. De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende deelraadsvergadering gegeven.

  • 4. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

5. Van de openbaarheid en beslotenheid

Artikel 47 Openbaarheid
  • 1. Het bepaalde in artikel 23 van de Gemeentewet wordt in acht genomen ten aanzien van alle vergaderingen van de deelraad.

  • 2. Voor zover aan de deelraad bevoegdheden zijn toegekend als vermeld in artikel 2 van de Gemeentewet is het daar bepaalde van overeenkomstige toepassing.

Artikel 48 Besloten vergadering
  • 1. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van toepassing die gelden voor een openbare vergadering.

  • 2. De notulen van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter inzage.

  • 3. Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze notulen.

  • 4. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 49 Geheimhouding
  • 1. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de deelraad of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De deelraad kan beslissen de geheimhouding op te heffen.

  • 2. Geheimhouding kan ook worden opgelegd door de voorzitter of door het dagelijks bestuur. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

Artikel 50 Opheffen geheimhouding
  • Indien de deelraad voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd (i.c. de voorzitter), in een besloten vergadering daarmee overleg gevoerd.

6. Van de toehoorders en pers

Artikel 51 Toehoorders en pers
  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers moeten zich op een betamelijke wijze gedragen. Hieronder wordt in ieder geval begrepen dat zij zich onthouden van uitlatingen als bedoeld in artikel 27, lid 3 van dit reglement. Indien zij zich hieraan niet houden, worden zij uit de raadzaal verwijderd.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor het in lid 2 van dit artikel bedoelde voorschrift.

Artikel 52 Maatregelen van orde
  • Indien de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.

7. Slotbepaling

Artikel 53 Tijdelijk voorzitter bij aanvang nieuwe raadsperiode
  • Bij de aanvang van een nieuwe raadsperiode treedt het lid, dat het langst in de nieuwe deelraad zitting heeft, als voorzitter van de vergadering op, totdat de deelraad een nieuwe voorzitter heeft gekozen.

Artikel 54 Roken
  • Het is niet toegestaan tijdens de deelraadsvergaderingen in de raadzaal te roken, noch elders in het stadsdeelkantoor, met uitzondering van de speciale rookruimten.

Artikel 55 Uitleg reglement
  • In die gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de deelraad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 56 Inwerkingtreding
  • 1. Dit reglement treedt in werking op 22 maart 2006.

  • 2. Op dat moment vervalt de het ‘Reglement van orde deelraad’ zoals vastgesteld bij besluit in de vergadering van 7 maart 2002, laatstelijk gewijzigd op 1 juni 2003.

Bijlage 1 Werkwijze bij ontslag van een deelraadslid

In tegenstelling tot het ontslag van een wethouder is het ontslag van een deelraadslid niet expliciet geregeld in de Gemeentewet. In artikel 13 en 15 van de Gemeentewet staat beschreven wat een deelraadslid niet mag ( onverenigbare betrekkingen) en in artikel 10 staan de vereisten voor het lidmaatschap. In artikel X 1 van de Kieswet is geregeld dat als een deelraadslid een van de vereisten voor het lidmaatschap niet bezit of dat een onverenigbare betrekking wordt vervult hij ophoudt lid te zijn. Als vervolg op artikel X1 regelt artikel X 5 dat in zo’n geval het lid dit meedeelt aan de deelraad, komt het lid zelf niet hiermee dan kan het dagelijks bestuur het lid schriftelijk waarschuwen.

Artikel X 2 van de Kieswet regelt dat een lid te allen tijde zijn ontslag kan nemen. Ontslag nemen moet met een schriftelijk bericht naar de voorzitter van de deelraad. Op een ingediend ontslag kan niet worden teruggekomen. Leden die hun ontslag hebben ingezonden, behouden, ook indien zij ontslag hebben genomen met ingang van een bepaald tijdstip, hun lidmaatschap, totdat de goedkeuring van de geloofsbrieven van de opvolger onherroepelijk is geworden.

Bijlage 2 Instructie voor de Griffier

Artikel 1 Algemene ondersteuning
  • De griffier draagt zorg voor een doelmatige ondersteuning van de leden van de deelraad.

Artikel 2 Agendering
  • De griffier ondersteunt de deelraad en zijn commissies bij het vaststellen van de agenda van de deelraads- en commissievergaderingen.

Artikel 3 Bijstand deelraadsvoorzitter
  • 1. De griffier staat de voorzitter van de deelraad ter zijde bij zijn zorg voor een efficiënte voorbereiding en een ordelijk verloop van de vergaderingen van de deelraad.

  • 2. De griffier kan de voorzitters van de raadscommissies ter zijde staan bij zijn zorg voor een efficiënte voorbereiding en een ordelijk verloop van de vergaderingen van de raadscommissies.

Artikel 4 Vergaderingen van de deelraad en raadscommissie
  • 1. De griffier is aanwezig bij de deelraadsvergaderingen en draagt zorg voor een accurate en tijdige verslaglegging van de vergaderingen.

  • 2. De griffier kan aanwezig zijn bij de vergaderingen van de raadscommissies.

  • 3. De griffier draagt zorg voor de verzending van de voorlopige agenda, notulen en overige stukken aan deelraadsleden. Tevens vervult de griffier een coördinerende rol met betrekking tot motiebewaking, de termijnagenda en raadsadressen.

Artikel 5 Ondersteuning seniorenconvent
  • 1. De griffier is aanwezig bij de vergaderingen van het seniorenconvent en draagt zorg voor een goede en tijdige verslaglegging van de vergaderingen.

  • 2. Indien het seniorenconvent aanvullende ondersteuning behoeft draagt de griffier er zorg voor dat deze gegeven wordt.

Artikel 6 Ondersteuning onderzoekscommissie
  • Indien de deelraad een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a van de Gemeentewet instelt, ondersteunt de griffier deze commissie.

Artikel 7 Ambtelijke bijstand
  • De griffier draagt er, zo nodig in samenwerking met de secretaris, zorg voor dat de leden van de deelraad desgevraagd ambtelijke bijstand verkrijgen. Voorschriften hierover worden gesteld bij de verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning.

Artikel 8 Organisatie griffie
  • 1. De griffier geeft leiding aan de griffie.

  • 2. De griffier bewaakt de eenheid in de uitoefening van de taken van de griffie.

  • 3. De secretaris van de raadscommissies handelt overeenkomstig de aanwijzingen van de griffier.

Artikel 9 Verhindering en vervanging
  • 1. Indien de griffier meer dan 10 werkdagen verhinderd is zijn ambt te vervullen, doet hij daarvan tijdig mededeling aan de deelraad.

  • 2. In het geval van lid 1 wijst het presidium van de stadsdeelraad een vervanger uit de ambtelijke organisatie aan.

Artikel 10 Slotbepaling
  • 1. In alle gevallen waarin deze instructie niet voorziet, pleegt de griffier voor zover nodig overleg met de voorzitter van de raad.

  • 2. Deze instructie treedt in werking op 22 maart 2006.

Bijlage 3 Reglement Milieuprijs Osdorp

De Milieuprijs Osdorp

Het stadsdeel Osdorp heeft op 14 juli 1999 de Milieuprijs Osdorp ingesteld. De prijs bestaat uit een bedrag van € 750 euro en een oorkonde. Naast de prijs kunnen ook eervolle vermeldingen worden toegekend. Het prijzengeld dient, voor ten minste tweederde deel, te worden aangewend ten bate van de zorg voor het milieu of de natuur. Een beoordelingscommissie, ingesteld door de Stadsdeelraad Osdorp kent de prijs in beginsel jaarlijks toe maar alleen wanneer de kwaliteit van de inzending dat rechtvaardigt, zulks ter beoordeling van de commissie.

Aanleiding

De Milieuprijs Osdorp is ingesteld ter waardering van initiatieven, ondernomen door individuen, groepen, organisaties, instellingen of bedrijven, die een positieve bijdrage hebben geleverd aan het milieu of de natuur in Osdorp.

Doelstelling

De doelstelling van de Milieuprijs Osdorp luidt als volgt: De Milieuprijs Osdorp beoogt het stimuleren van verbetering van de kwaliteit van het milieu en/of de natuur in Osdorp door initiatieven van individuen, groepen, organisaties, instellingen of bedrijven. Het toekennen van de prijs moet een voorbeeld zijn voor anderen in het stadsdeel wat met milieu- en natuurbehoud bereikt kan worden in de dagelijkse woon- en leefomgeving.

Doelgroep

Alle bewoners van Osdorp alsmede instellingen, organisaties en bedrijven werkzaam in Osdorp, komen in aanmerking voor de prijs. De stadsdeelorganisatie zelf is uitgesloten van mededinging met uitzondering van het openbaar onderwijs mits het geen initiatieven betreft die door het stadsdeelbestuur zijn geïnitieerd.

Voorwaarden

De inzendingen worden beoordeeld op de mate waarin ze voldoen aan de voorwaarden en de criteria die aan de milieuprijs zijn verbonden. Het initiatief mag geen betrekking hebben op een verplichting in het kader van wetgeving (bijvoorbeeld de Wet milieubeheer). Het initiatief moet op zijn minst gedeeltelijk plaatsvinden in het stadsdeel Osdorp. Het initiatief moet een positieve invloed hebben op de kwaliteit van de natuur en/of milieu en op het milieubewustzijn van hen die wonen en werken in Osdorp. Ten minste tweederde deel van het prijzengeld vloeit terug naar de zorg voor natuur en milieu, via een eigen initiatief of via een andere organisatie (bijv. door een donatie). De prijswinnaar maakt tijdens de prijsuitreiking bekend waaraan het prijzengeld wordt besteed.

Beroep/correspondentie

Tegen beslissingen van de beoordelingscommissie is geen beroep mogelijk. Over beslissingen van de commissie en het uiteindelijk vaststellen van de winnaar kan niet worden gecommuniceerd via briefwisseling of anderzijds.

Alle andere (onvoorziene) zaken vallen onder de bevoegdheid van de beoordelingscommissie. Aan het toekennen van de prijs kunnen geen nadere rechten worden ontleend.

Samenstelling en werkwijze van de beoordelingscommissie

De commissie wordt ingesteld door de Stadsdeelraad en is gedurende een raadsperiode in functie. De leden zijn herbenoembaar. Minimaal één maand voor de bekendmaking wordt een aantal personen of organisaties genomineerd. Zij ontvangen hiervan bericht. De beslissing van de commissie wordt op de dag van de prijsuitreiking bekend gemaakt. De commissie motiveert haar beslissing in een beoordelingsrapport.

De commissie bestaat uit 6 personen:

Twee deelraadsleden, drie vertegenwoordigers uit de samenleving (waarvan één het voorzitterschap vervult) en een ambtelijk adviseur. Laatstgenoemde voert tevens het secretariaat van de commissie. De voorzitter van de commissie heeft bij een eventueel staken van de stemmen een doorslaggevende stem.

In hoofdlijnen verricht de commissie de volgende activiteiten:

- toesturen van inschrijfformulier en reglement aan belang stellenden

- screening en selectie van ingezonden projecten aan de hand van gestelde eisen

- toetsen van projecten aan de hand van de criteria

- eventueel bezoek aan ingezonden projecten of activiteit

- nomineren van kanshebbende inzendingen

- beslissen over de winnaar en eventuele eervolle vermeldingen

- het opstellen van het beoordelingsrapport

- de organisatie van de prijsuitreiking

Prijsuitreiking

De prijs wordt uitgereikt door de wethouder Coördinatie Milieubeleid van het stadsdeel.

Bijlage 4 Commissie Kunst in Osdorp

1. De Stadsdeelraad benoemt een commissie ‘Kunst in Osdorp’ (cieKIO).

2. Het belangrijkste criterium om in aanmerking te komen voor benoeming in de cieKIO is affiniteit en/of deskundigheid m.b.t. beeldende kunst.

3. De cieKIO bestaat uit twee deelraadsleden en drie bewoners uit kunstzinnige kringen in Osdorp. Vervanging van commissieleden dient gefaseerd te gaan. Maximale zittingsduur is vier jaar. De voorzitter wordt uit hun midden gekozen, niet zijnde een deelraadslid.

4. De cieKIO wordt ingesteld na de begrotingsbehandeling.

5. De taak van de cieKIO is er voor te zorgen dat er jaarlijks in Osdorp één of meerdere tentoonstellingen en/of manifestaties georganiseerd worden. Zij maakt hiervoor een twee-jarenplan.

6. CieKIO krijgt ambtelijke ondersteuning voor praktische zaken (bijv. uitschrijven vergadering, maken van notulen e.d.).

7. Na 1 jaar wordt de samenstelling van de cieKIO, de werkwijze en de hoogte van het beschikbare budget geëvalueerd.

8. Het stadsdeel verzorgt zoveel mogelijk, maar alleen op verzoek van de commissie, de publiciteit (Westerpost, bewonersbrieven).

9. Het beschikbare budget is (in 2006) € 15.890,-.