Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 20ste november 1973 tot herziening van de wegens het gebruik van de vliegvelden in de Nederlandse Antillen verschuldigde landings- en parkeergelden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 20ste november 1973 tot herziening van de wegens het gebruik van de vliegvelden in de Nederlandse Antillen verschuldigde landings- en parkeergelden
CiteertitelLandsbesluit Landings- en Parkeergelden
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpverkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Landsbesluit Landings- en Parkeergelden (P.B. 1973, 193).

Artikel I van de wijzigingsregeling van 29-8-1996 (P.B. 1996, no. 89) trad in werking met ingang van 1 september 1996, en verviel met ingang van 1 september 1997; artikel II trad in werking met ingang van 1 september 1997 en verviel met ingang van 1 september 1998; artikel III trad in werking met ingang van 1 september 1998.

Zie ook P.B. 2004, no. 69; wijziging van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen in verband met de overdracht van de vaststelling van de landings- en parkeergelden aan de eilandgebieden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-1996art. 8, 9

29-08-1996

P.B. 1996, no. 89

n.v.t.
01-07-1990art. 2, 3, 8

16-05-1990

P.B. 1990, no. 34

n.v.t.
01-07-1982Nieuwe regeling

07-05-1982

P.B. 1982, no. 117

n.v.t.

Tekst van de regeling

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 2oste november 1973 tot herziening van de wegens het gebruik van de vliegvelden in de Nederlandse Antillen verschuldigde landings- en parkeergelden

HOOFDSTUK I

Algemeen

Artikel 1

Met betrekking tot de heffing van landings- en parkeergelden ingevolge dit landsbesluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Luchtvaartterreinen : delen van het territoir van de Nederlandse Antillen door de Minister van Verkeer en Vervoer ingevolge het Curacaosch Luchtvaartbesluit 1935 als zodanig aangewezen;

  • 2.

    Vliegtuig : een van een voortstuwingsinrichting voorzien toestel dat, hoewel zwaarder dan lucht, dynamisch in de lucht kan worden gehouden ten gevolge van de reactiekrachten welke de lucht daarop uitoefent, daaronder mede begrepen een autogiro-vliegtuig en een hefschroef-vliegtuig;

  • 3.

    Vlucht : de verplaatsing van een vliegtuig tussen het tijdstip van opstijgen en dat van de daarop volgende landing;

  • 4.

    Landing : het aan de grond brengen en vervolgens tot stilstand brengen van het vliegtuig met als oogmerk het beëindigen van de vlucht;

  • 5.

    Startgewicht : het maximumgewicht waarmede een vliegtuig mag opstijgen, een en ander blijkens het bij het vliegtuig behorende bewijs van luchtwaardigheid;

  • 6.

    Parkeren : het op een daartoe door of vanwege het bestuurscollege aangewezen gedeelte van de luchthaven doen verblijven van een vliegtuig, ook al kan dit na een landing feitelijk niet dynamisch in de lucht worden gebracht of gehouden;

  • 7.

    Ton : 1.000 kilogram.

Artikel 2

Voor het landen en het parkeren van Aeropuerto Hato op Curaçao, de Flamingo Luchthaven op Bonaire, het Prinses Juliana Vliegveld op St. Maarten, het Juancho Irausquin Vliegveld op Saba en het F.D. Roosevelt Vliegveld op St. Eustatius, is landings- en parkeergeld verschuldigd.

Artikel 3
  • 1. Indien de outillage van een luchtvaartterrein aanzienlijk minder is dan die van andere luchtvaartterreinen, kan bij landsbesluit houdende algemene maatregelen worden bepaald, dat voor landingen op dat luchtvaartterrein een geringer bedrag dan het in artikel 8 genoemde verschuldigd is.

  • 2. In de considerans van het landsbesluit houdende algemene maatregelen worden bij bijzondere feiten vermeld, welke de verlaging rechtvaardigen.

Artikel 4
  • 1. Geen landings- en/of parkeergeld is verschuldigd voor het landen met en/of het parkeren van vliegtuigen, die kennelijk uitsluitend in diplomatieke dienst of andere niet-militaire officiële dienst gebruikt worden, tenzij de Minister van Verkeer en Vervoer het tegendeel bepaalt.

  • 2. Geen landings- en/of parkeergeld is verschuldigd voor het landen met en/of het parkeren van vliegtuigen na een weersverkenningsvlucht of een vlucht ter opsporing en/of het redden van drenkelingen.

Artikel 5

In bijzondere gevallen kan de Minister van Verkeer en Vervoer, het desbetreffende bestuurscollege gehoord, geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de verplichting tot betaling van landings- en/of parkeergelden.

Artikel 6

Het landings- en parkeergeld is verschuldigd door de eigenaar van het vliegtuig, de gebruiker daarvan en degene die als gemachtigde van de eigenaar of de gebruiker optreedt.

Artikel 7

De berekening van het wegens landings- en/of parkeergeld verschuldigde bedrag, alsmede de inning daarvan, vindt plaats volgens bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen, vast te stellen regelen.

HOOFDSTUK II

Landingsgelden

Artikel 8

Het landingsgeld bedraagt voor elke landing NAF. 5,-- per ton startgewicht of gedeelte daarvan, met een minimum van NAF. 18,-- per landing.

HOOFDSTUK III

Parkeergelden

Artikel 9
  • 1. Voor het parkeren op het terrein van een luchthaven is parkeergeld verschuldigd.

  • 2. Het parkeergeld bedraagt NAF. 1,-- per ton startgewicht of gedeelte daarvan per periode van 24 uur of gedeelte daarvan.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt het verschuldigde parkeergeld als volgt verminderd:

    • a.

      vanaf het eerste uur van de derde dag volgende op die van de landing van het vliegtuig tot en met het laatste uur van de dertigste dag na die landing: met 50%;

    • b.

      vanaf het eerste uur van de eenendertigste dag na die van de landing van het vliegtuig: met 75%.

  • 4. Over de eerste twee uren na de landing is geen parkeergeld verschuldigd.

HOOFDSTUK IV

Slotbepalingen

Artikel 10
  • 1. Dit landsbesluit kan worden aangehaald als "Landsbesluit Landings- en Parkeergelden".

  • 2. Het treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die van zijn afkondiging.

  • 3. Met ingang van het in het tweede lid genoemde tijdstip vervalt het Landsbesluit Landings- en Parkeergelden (P.B. 1973, 193), zoals gewijzigd bij Landsbesluit van de 5de december 1975 (P.B. 1975, 248), met dien verstande dat het van toepassing blijft ten aanzien van de op dat tijdstip:

    • a.

      verschuldigde landingsgelden wegens daarvoor plaats gehad hebbende landingen;

    • b.

      verschuldigde parkeergelden wegens het voordien aangevangen parkeren van vliegtuigen.