Verordening op de rekenkamercommissie Stadsdeel Osdorp

1. Er is een vaste raadscommissie, genaamd de Rekenkamercommissie

2. De Rekenkamercommissie, in deze verordening verder de commissie genoemd, bestaat uit minimaal vier en maximaal acht leden, waaronder de onafhankelijk voorzitter, elke fractie wordt uitgenodigd een kandidaat uit haar fractie voor te dragen. De leden en de plaatsvervangende leden dienen deel uit te maken van de raad en worden door de raad als zodanig benoemd. Niet benoembaar tot lid van de commissie zijn de leden van het Dagelijks Bestuur.

3. De raad benoemt de onafhankelijk voorzitter van de commissie. Op voordracht van de commissie, benoemt de raad uit het midden van de commissie een plaatsvervangende voorzitter.

De commissie heeft tot taak:

• a.

  de rekeningen en de door of namens het Dagelijks Bestuur ingevolge artikel 197 eerste en tweede lid van de Gemeentewet overlegde bescheiden te onderzoeken en de met betrekking daartoe door de raad te nemen besluiten voor te bereiden.

• b.

  in opdracht van de raad het gevoerde beleid ten aanzien van nader door de raad aangegeven aangelegenheden of projecten, te onderzoeken en de met betrekking daartoe door de raad te nemen besluiten voor te bereiden.

1. De benoeming van de leden van de commissie, niet zijnde de onafhankelijk voorzitter, vindt plaats bij gelegenheid van het aantreden van de nieuwe Stadsdeelraad. De raad benoemt de leden van de rekenkamer voor de duur van zes jaar. Een commissielid kan tussentijds door de raad worden ontslagen of op non actief worden gesteld.

2. Degene die ophoudt lid van de Stadsdeelraad te zijn, houdt tevens op lid van de commissie te zijn. Een lid van de commissie kan te allen tijde ontslag nemen. Hij geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de stadsdeelraad.

3. De limitatieve ontslaggronden uit artikel 81c Gemeentewet en het op non actief stellen uit artikel 81d Gemeentewet worden hier uitdrukkelijk van toepassing verklaard.

4. Vervulling van plaatsen, die om welke reden dan ook openvallen, geschiedt in de eerstvolgende vergadering van de stadsdeelraad. Degene die ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature tot lid van de commissie wordt benoemd, heeft daarin zitting voor de resterende zittingsduur.

1. De onafhankelijk voorzitter wordt, op voordracht van de sollicitatiecommissie, zo spoedig mogelijk door de nieuwe stadsdeelraad benoemd.

2. De onafhankelijk voorzitter wordt benoemd voor een periode van 6 jaar, voortijdige beëindiging van de benoeming is mogelijk indien gekozen wordt voor een andere opzet van de rekenkamercommissie of wanneer één van de bepalingen uit de limitatieve opsomming van ontslaggronden van artikel 81c Gemeentewet van toepassing is.

3. Bij een ontstane vacature van de functie van onafhankelijk voorzitter, lopende de zittingsperiode, is het aan de raad om te bepalen of en hoe de vacature wordt ingevuld.

Als secretaris van de commissie treedt de griffier op.

1. De leden van de raad, die geen lid zijn van de commissie, kunnen besloten vergaderingen van deze commissie bijwonen.

2. De secretaris van de commissie is bevoegd om namens de voorzitter ambtenaren uit te nodigen tot het bijwonen van de vergadering voor het verstrekken van inlichtingen of adviezen. Tot zodanige uitnodiging gaat de secretaris tevens over, indien tenminste twee leden van de commissie daarom verzoeken. Een verzoek hiertoe wordt door de secretaris, namens de voorzitter, gericht aan de stadsdeelsecretaris.

3. De commissie kan ter ondersteuning van haar werkzaamheden deskundigen uitnodigen deel te nemen aan de beraadslagingen en verzoeken advies uit te brengen aangaande ter hand genomen onderzoeken.

1. De commissie vergadert tenminste twee maal per jaar en verder zo dikwijls als het door de voorzitter of door tenminste twee leden nodig wordt geoordeeld.

2. De secretaris draagt er, namens de voorzitter, zorg voor dat de uitnodiging voor de vergaderingen, waarin opgenomen plaats, datum, datum en uur van de vergadering alsmede een agenda van de te behandelen onderwerpen, tenminste drie dagen van tevoren worden toegezonden.

3. Indien niet meer dan de helft van de zitting hebbende leden is opgekomen, wordt de vergadering niet gehouden.

1. De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden.

2. De deuren worden gesloten, wanneer de voorzitter of één der aanwezige leden hierom verzoekt.

3. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

4. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de commissie anders beslist.

5. Ter zake van het eventueel opleggen van geheimhouding is artikel 86 van de Gemeentewet van toepassing.

Van ieder besproken onderwerp in een commissievergadering wordt door de secretaris een verslag gemaakt, dat een beknopte zakelijke weergave van het besprokene inhoudt.

Het verslag vermeldt tevens de naam van de aan- en afwezige leden van de commissie en van de overige raadsleden die de vergadering hebben bijgewoond.

Het verslag wordt ter vaststelling opgenomen op de concept-agenda voor de eerstvolgende commissievergadering.

1. De besluiten van de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen.

2. Bij staking van de stemmen vindt een herstemming plaats in de eerst volgende commissie, mochten de stemmen andermaal staken dan wordt hiervan melding gemaakt, middels een feitelijk verslag, in de eerst volgende stadsdeelraadvergadering.

3. De vaststelling van de verslagen van de commissie, vermeld in artikel 9, geschiedt eerst dan, indien de meerderheid van de leden, hetzij ter vergadering, hetzij schriftelijk, haar mening omtrent het desbetreffende ontwerpverslag kenbaar heeft gemaakt.

4. Indien er sprake is van een minderheidsstandpunt, kan op verzoek dit standpunt en de desbetreffende argumentatie, ter kennis van de Stadsdeelraad worden gebracht.

1. De raadscommissie Financiën draagt jaarlijks twee onderwerpen voor nader onderzoek aan en formuleert de onderzoeksopdrachten voor de commissie. De feitelijke opdrachtverstrekking aan de commissie geschiedt door de stadsdeelraad.

2. Bij het uitoefenen van haar onderzoekstaak kan de commissie gebruik maken van de resultaten van door anderen verricht onderzoek.

3. Het Dagelijks Bestuur stelt de commissie tijdig op de hoogte van eigen onderzoeken die zij doet instellen en de resultaten daarvan.

4. De commissie onderzoekt jaarlijks de ontwerprekening en de daarbij behorende verantwoordingsstukken ten behoeve van de beoordeling van het gevoerde financieel beheer.

5. Voor het onderzoeken van de jaarstukken staan de commissie minimaal 18 aaneengesloten werkdagen ter beschikking. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt een verslag van bevindingen opgesteld, dat wordt toegestuurd aan de raadsleden ten behoeve van de plenaire behandeling van de jaarstukken én aan de gemeenteraad conform artikel 48 van de Verordening op de Stadsdelen.

6. De commissie legt geen tussentijdse verantwoording af over een onderzoek.

7. Alvorens het verslag van de commissie haar definitieve vorm krijgt, wordt het Dagelijks Bestuur in de gelegenheid gesteld om op de zienswijze van de commissie te reageren.

1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor een tijdige en volledige informatieverstrekking vanuit het stadsdeel aan de commissie.

2. Indien de commissie voor haar onderzoek naar de juistheid van een financiële verantwoording en / of het gevoerde financiële beleid het wenselijk acht, kan zij het Dagelijks Bestuur uitnodigen nader onderzoek te laten uitvoeren.

3. Voor het verkrijgen van mondelinge inlichtingen kan de commissie leden van het Dagelijks Bestuur uitnodigen ter vergadering te verschijnen.

1. De commissie rapporteert aan de Stadsdeelraad, door aanbieding van een rapport wordt een rapport openbaar.

2. Van het bestaan van gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn, maakt de commissie melding. Over de inhoud van deze gegevens en bevindingen maakt de commissie geen melding in haar rapportage, dan wel verstrekt zij die gegevens en bevindingen ter vertrouwelijke kennisneming aan de Stadsdeelraad.

3. In de rapportages geeft de commissie de geconstateerde feiten weer en doet aanbevelingen. De uiteindelijke beoordeling van de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid is aan de Stadsdeelraad.

1. De rekenkamercommissie is bevoegd administraties, documenten en informatiedragers op door haar aan te geven wijze te onderzoeken. Administraties die zijn ondergebracht bij derden zijn op gelijke wijze voor de commissie toegankelijk.

2. Het Dagelijks Bestuur en de ambtenaren van het stadsdeel verstrekken desgevraagd en ongevraagd voor het onderzoek van de commissie benodigde inlichtingen.

3. Alle contacten tussen de rekenkamer en organisatie verlopen conform verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

1. De commissie rapporteert aan de Stadsdeelraad. De commissie legt geen tussentijdse verantwoording af over een onderzoek. De commissie legt het conceptrapport voor aan het Dagelijks Bestuur en stelt deze in de gelegenheid daarop binnen een nader door haar te bepalen termijn schriftelijk te reageren.

2. Na ontvangst van de reactie van het Dagelijks Bestuur respectievelijk het uitblijven daarvan binnen de in het eerste lid bedoelde termijn, legt de commissie haar bevindingen vast in een eindrapportage.

3. Het eindrapport wordt ter kennis van het Dagelijks Bestuur gebracht met het verzoek deze op de gebruikelijke wijze ter kennis van de Stadsdeelraad te brengen en voor de raadsvergadering te agenderen.

Artikel 86 van de Gemeentewet is van toepassing, met dien verstande, dat het opleggen van de voorlopige geheimhouding geschiedt na besluitvorming daartoe door de commissie.

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede voor de bepalingen omtrent de orde in de vergadering, is de Verordening op de raadscommissies, van overeenkomstige toepassing voor deze commissie.

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening op de rekenkamercommissie Stadsdeel Osdorp”.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dag van haar bekendmaking.